ANTWERPEN -- Het valt mij nogal moeilijk om u iets te vertellen over Ballet in wit, de jongste koreografie van Marc Vanrunxt, woensdagavond gecreëerd in de Singel. Het zou natuurlijk mogelijk zijn de voorstelling te beschrijven - in termen van mystieke, uitbundige, humoristische en nog andere "sferen", om te spreken over de diepe emotionele geladenheid van de dans en ga zo maar door; maar in die termen kan wellicht ook gesproken worden over kursussen lichamelijke expressie, waarbij de deelnemers ongetwijfeld ook in zekere mate emotionele diepgang zullen bereiken, maar de resultaten van die arbeid wijselijk hoogstens aan familie en vrienden tonen.
Het valt dan ook nauwelijks te betwijfelen dat de koreograaf en zijn dansers zich emotioneel verregaand geëngageerd hebben in deze voorstelling, maar wat mij blijft verbazen, is dat daarbij zelden of nooit, in al het werk dat ik al van Van Runxt gezien heb, de grenzen van het partikuliere. overschreden worden.
Het teatrale moment mankeert met andere woorden. Het eigenaardige moment dat een goede dansvoorstelling kenmerkt, waarop het lichaam als fysiek aanwezig objekt plots als lichaam betekenis wordt, en zich tegelijk toch altijd onttrekt aan een definitieve omschrijving daarvan, zodat de toeschouwer wel moet blijven kijken om althans zoveel mogelijk te vatten van wat er gebeurt.
Bij Van Runxt wordt dat altijd gereduceerd tot het gebruik van lichamen om iets anders te illustreren. Dat is eigenlijk verwonderlijk, als je bedenkt dat Van Runxt nog met Jan Fabre gewerkt heeft, die precies vaak in de fysieke aktie een spanning laat ontstaan die op zich de betekenis van het gebeuren konstitueert.
Nog verwonderlijker is eigenlijk dat er ook in het dansvocabularium van de koreograaf geen evolutie te bespeuren valt. Het is zo dat zijn technische mogelijkheden beperkt zijn, maar dat hoeft niet per se een probleem te vormen. Maar eigenlijk heeft Van Runxt voor een gemakkelijkheidsoplossing geopteerd: hij heeft een manier van bewegen ontwikkeld die perfekt aansluit bij wat hij kan, maar dan zonder die beperkingen te exploreren.
Hij citeert voortdurend andere dansstijlen, ballet en meer populaire dans, kinderspelen enzovoorts maar nergens voel je de weerstand die zijn lichaam opwerpt tegen die dingen die hem fascineren; hij heeft het allemaal zo vervormd dat het vervloeit in de eenheidsworst van zijn manier van bewegen. En dat blijkbaar omdat het eigenlijk dus niet dat bewegen is dat hem zo interesseert, maar zijn privé-fascinatie voor een aantal dingen.
Wie die fascinatie, en dat sfeertje van mystiek romanticisme kan delen zal waarschijnlijk nog wel enigszins kunnen genieten van deze produktie. Maar het enige dat ik daar werkelijk over kan zeggen, is dat Van Runxt beter eens wat oppervlakkiger zou worden, d.w.z. zich eens gaan bevragen over het middel waar hij mee werkt, zijn lijf, al zal dat waarschijnlijk lastiger zijn, en een minder romantisch sfeertje opleveren.
Want precies dat romantisch sfeertje wordt zeer snel ridikuul; en het lijkt erop dat Van Runxt ook beseft dat hij op de grens van het ridikule opereert. Vandaar dat in het tweede deel van de voorstelling een aantal humoristische noten ingelast worden. Maar dat is dan wel humor van de meest zouteloze soort, danig verwant aan pensionaatshumor (jongens doen onnozel voor meisjes, haha). Als hij hiermee wil suggereren dat we het allemaal niet te ernstig moeten nemen, dan is dat een maat voor niets, want dat deden we zo al niet.
En zo rammelt wel alles een beetje aan deze produktie. Het meest ergerniswekkende was nog wel het decor van Annemie Van Kerckhoven, dat werkelijk elke aansluiting mist bij gelijk welke richting in de hedendaagse scenografie of beeldende kunst, of zelfs maar op enige wijze suggestief is. Het is gewoon een wit-op-zwarte stralenbundel, waarachter in het tweede deel een vrij onbenullige tekening van twee dansers te voorschijn komt. Ironisch genoeg loopt net op hetzelfde ogenblik in dezelfde Singel een tentoonstelling van iemand die wel weet wat scenografie kan zijn, Jan Versweyveld.
Nog te zien in De Singel te Antwerpen op 9 en 10 september om 20 u. Op 23 november komt de voorstelling in de Warande in Turnhout. Voorts toernee in Nederland en Vlaanderen.