LEUVEN -- Klapstuk '87 eindigt met werk van twee Amerikanen, Trisha Brown en Steve Paxton, die begin de jaren '60 samenwerkten in de Judson Church, een danslaboratorium eigenlijk, waar later de "Grand Union" uit ontstond. Een van Trisha Browns eerste koreografieën was trouwens een duet met Steve Paxton, Lightfall met materiaal uit de "Violent Contact'-improvizaties met Simone Forti en Dick Levine. Er is nog steeds een duidelijke verwantschap tussen beiden merkbaar, hoewel Brown sinds de jaren '80 met haar Company meer naar afgelijnd gekoreografeerde voorstellingen toewerkt, terwijl live-improvizatie een belangrijke komponent van Paxtons werk blijft. Het raakvlak tussen beiden is o.a. een fascinerend "lichaamsbesef" dat een virtuoos, maar schijnbaar eenvoudig en natuurlijk gebruik van eigen snelheid en gewicht doet ontstaan.
De "Trisha Brown Company" brengt op Klapstuk een programma met vier premières voor België, Set and reset, Opal Loop, Accumulation with talking plus watermotor en het laatste, en zeer recente werk van de groep, Newark.
Set and reset begint met een lege scène waarop een balkvormig manhoog halfdoorschijnend objekt staat tussen twee gelijkaardige piramides. Op dit objekt van Robert Rauschenberg worden filmbeelden als het ware van binnenuit geprojekteerd. Vanuit de gaasdoek-coulissen zwiepen de dansers de scène op en verdwijnen weer en komen in wisselende formaties en opstellingen weer terug, nadat het filmobjekt langzaam tot hoog boven de scène opgerezen is. Er zit een merkwaardig parallellisme tussen de wisselingen in de filmbeelden en het ogenschijnlijk volslagen stochastisch procédé waarmee de dansers verschijnen en verdwijnen, waarbij ze plotseling als bij toeval als geheel samenwerken.
En dan is er de dans zelf die barst van de onverwachte richtingsveranderingen (letterlijk, het plotselinge overstag gaan in een richting die haaks staat op de vorige richting), en verschuivingen van bewegingsenergie van een lichaamsdeel naar een ander. In plotselinge kontakten tussen dansers zie je de vreemde uitwisselingen van bewegingsenergie, die zo logisch lijken dat ze doen denken aan spelletjes uit de mechanika, zoals metalen balletjes aan draadjes waarvan de ene zijn snelheid bij het aantikken overdraagt aan een ander. Brown zelf beschrijft het in een interview als "...like a school of little fish when you drop in a rock and they splinter apart en reorganize...", wat in woorden het dichtst komt bij een stuk waarvoor je gewoon geen ogen genoeg kan hebben.
Nochtans is het allemaal zorgvuldig gepland vanuit een improvizatie van de dansers met een beperkt aantal instrukties, een eigen interpretatie van dezelfde taal, die op een bepaald ogenblik vastgelegd is. In Set and reset is dat met muziek van Laurie Anderson (die een zelfstandig leven leidt tegenover beelden en dans), in Opal Loop, waar Brown deze werkwijze voor het eerst uittestte, is er geen muziek en geen decor, en slechts vier dansers. Oorspronkelijk werd het stuk opgevoerd met een mistmachine als decor, maar die installatie bleek naderhand niet transporteerbaar. Daardoor blijkt echter dat de belichting van Beverly Emmon net als in Newark van een uitzonderlijk raffinement is. Door de koncentratie van middelen in Opal Loop is het mogelijk de dansers meer nauwgezet te volgen in hun bewegingen.
Accumulation with talkin plus watermotor is een solo van Brown, waarin ze al dansend een grappig verhaal vertelt, dat eigenlijk handelt over het ontstaan en de evolutie van het stuk zelf. De bewegingen vallen daarbij vaak terug tot een ruststand terwijl ze het publiek recht aankijkt en draaiende bewegingen maakt met de duim, de armen gestrekt omlaag. Op een bepaald ogenblik ontstaat daardoor een zeer direkt kontakt tussen de performer en de zaal.
Newark, het recentste werk, verschilt sterk van de eerste stukken, door de sterkere organizatie van de bewegingen en het iets tragere tempo. Een installatie van Donald Judd, verschillende monochrome doeken (geel, rood, oranje, roestkleur, blauw) die de hele achterwand van de scène vullen, herorganizeren het scène-oppervlak verschilende malen. De dans ze[?] doorgaat ook doorlopend veranderingen in opzet, maar met een zekere systematiek waarbij telkens twee dansers samen een bewegingszin uitvoeren, en daarin gedoubleerd worden door een of meer anderen met andere bewegingen, waarbij dan weer een ander duo de centrale plaats inneemt. Naarmate de voorstelling vordert, wordt die systematiek dan weer verder gevarieerd. De bewegingen z[?] zijn meer uitgesproken dan [?] de vorige stukken, je krijgt meteen indruk van expliciete artikulatie ervan, zodat de sensatie van zweven tegenover gewicht veel sterker voelbaar wordt.
Nog te zien vandaag en morgen om 20 u. 30 in de stadsschouwburg in Kortrijk, op uitnodiging van "Limelight" vzw.