BRUSSEL -- Kaaitheater, niet langer een festival maar een heel het jaar doorlopend programma in Brussel, ging donderdagavond (na "voorloper" Ajax van Peter Sellars) definitief van start met een indrukwekkend dans-koncert. Aan de basis ligt het werk van Rosas, met twee koreografieën van Anne Teresa De Keersmaeker: een nieuwe op fragmenten uit Bartóks pedagogische Mikrokosmos en de fragmenten met muziek van zijn Quatuor Nr.4 uit Bartók/Aantekeningen. De live uitgevoerde muziek is zo a.h.w. mee-gekoreografeerd dat ze, veel meer dan een omlijsting van het dansen, ervaren wordt als een contrapunt an de dans. Voor Mikrokosmos en het (niet gedanste) Monument/Selbstporträt/Bewegung van Gyorgy Ligeti tekent het pianistenduo Walter Hus en Stefan Poelmans. Voor de uitvoering van het Quatuor Nr. 4 het Nederlandse Mondriaankwartet.
Het decor van Gisbert Jakel voor Bartók/Aantekeningen werd voor deze voorstelling niet meer gebruikt. De essentiële kwaliteit ervan -- de illuzieloze, disproportioneel grote doos -- werd bewaard. Ter wille van het muzikale karakter van de voorstelling werd achteraan in een grote doos, met een vaal-vlekkerig behang, een estrade aangebracht waarop de muzikanten prominent aanwezig zijn. Even prominent aanwezig zijn tientallen sanseveria's, geschikt voor een raam zo ver boven de grond dat geen enkel uitzicht mogelijk is. Een ruimte die het perfekte analogon is van de banale reële ruimte van conservatoriumzalen, stationshallen, turnzalen...
De hele voorstelling draait rond de spanning die onder de oppervlakte van zo'n verpletterende alledaagsheid schuilgaat, het verlangen, het ingehouden geweld, dat door de kieren naar buiten perst maar tegelijk er onlosmakelijk mee verbonden is. Anne Teresa De Keersmaeker verstaat als geen ander de kunst om dat tema met een onthutsend realisme -- en het woord is letterlijk te begrijpen: wat op scène gebeurt, is geen illustratie bij een teorie maar zit ingebakken in wat de dansers fysiek zijn en wat ze daarmee doen -- voor een publiek te brengen. Daarmee is wat ze doet mijlen ver verwijderd van het vaak nogal, cerebraal technisch perfektionisme van "mainstream"-groepen uit de VS b.v.
Met Mikrokosmos wordt overigens een nieuw element geïntroduceerd in haar koreografieën tot nog toe. Vind je in Bartók/Aantekeningen het verhaal van vrouwen die zich terugtrekken in prille, uitdagende meisjesfantazieën uit een imaginaire schooltijd, in Mikrokosmos wordt een duet getoond tussen Johanne Saunier en Jean-Luc Ducourt. Hij, groot, mager en met nogal slungelachtige motoriek (het effekt daarvan wordt ten volle uitgespeeld); zij, klein, als kwikzilver, nogal meisjesachtig op sokken met een plooirokje en overrompelend sensueel uitdagend. Een eerst rivalizerend/bevaderende verhouding tussen de twee (de een gaat telkens voor de ander staan) verglijdt langzaam naar een erotisch spel van aantrekken en afstoten, ingezet door Saunier die met wilde sprongen rondhupt. Ducourt laat zijn reserves vallen en doet mee, "kinderachtig" op zijn slungelachtige, wat verlegen manier. Het spelletje is echter niet zo onschuldig, en binnen de kortste keren zitten beiden verwikkeld in een letterlijk heftig spel van aantrekken en afstoten, uitdagen en afwijzen.
Doordat de eigenheid van de dansers zo impliciet sterk aanwezig is in de voorstelling, is dit een uiterst fragiele voorstelling, die maar mogelijk is door het intense plezier en de overgave van alle dansers en muzikanten. De intense koncentratie, de heftigheid van het dansen die zich uit in veelvuldige kreten en gesis van de dansers maken het moeilijk onverschillig te blijven voor de dramatische kracht van dit werk. Het maakt duidelijk dat niet technische perfektie en bevalligheid de hoofdzaak is van dans.
Laatste voorstelling vanavond in de Hallen van Schaarbeek, om 20 u. 30.