Pijnlijk weerzien De Mannen van den Dam: "Droomspel" van Strindberg
BRUSSEL - Een recensie van "Droomspel" van Strindberg door De Mannen van den Dam, die klinkt als de lijkrede bij de stoffelijke resten van een destijds beloftevol gezelschap, dat is wat hierna volgt. Wellicht weet u dat het gezelschap om duistere redenen van de lijst van erkende en gesubsidieerde gezelschappen geschrapt werd, op een ogenblik dat de programmatie voor '86-'87 reeds vastlag. Enkele akteurs stapten toen op, zodat inderhaast een nieuwe cast bijeengetrommeld moest worden. Ondanks de regie van Karst Woudstra, die verleden jaar voor Malpertuis het uitstekende "De moed om te doden" regisseerde, zijn De Mannen van den Dam er in deze omstandigheden niet in geslaagd van dit -- overigens biezonder moeilijke -- stuk een boeiende, of zelfs maar aanvaardbare lezing te geven.
"Droomspel" is een van de latere stukken van Strindberg, volledig als een droom gestruktureerd, waarin alle logische patronen van het naturalistische teater opgeheven zijn. Het wijst rechtstreeks vooruit naar latere stromingen zoals expressionisme en surrealisme. In de oorspronkelijke versie is een bezetting van om en bij de 40 akteurs vereist. Woudstra herschreef het stuk voor acht akteurs, hoewel daar enkele dubbelrollen bij zitten. Bij dat herschrijfwerk moet hem allicht een bepaalde analyse van het stuk voor ogen gestaan hebben, alleen wordt uit de enscenering helemaal niet duidelijk wat die wel mag geweest zijn.
Tegen de achtergrond van een groot driehoekig paneel, dat beschilderd is met blauwe en zwarte vegen (het doet wat denken aan schilderijen van Munch) en als dusdanig verwijst naar min of meer expressionistisch teater, wordt op een konventionele manier geakteerd, worden de droomflarden gespeeld alsof het om schuifjes uit een televisieserie over mensen van om de hoek gaat. Het verhaal over Indra's dochter die naar de aarde afdaalt om te zien hoe het leven er is, de soms sterk symbolisch geladen teksten worden op een fletse en ongenuanceerde manier gedebiteerd. Zelfs zo dat je vaak niet weet waar het überhaupt over gaat, zodat je je begint te ergeren aan de vaak ellendige akteerprestaties.
Eigenlijk wordt het maar net niet lachwekkend. De passage waarin de winden Indra's dochter Agnes toespreken over het leed op de aarde, is zo stuntelig in elkaar gezet (de winden - twee vrouwen - klinken meer als een kakafonie dan als de klaagzang van een koor) dat je je ernstig begint af te vragen of men ze maar niet beter dadelijk had geschrapt. Storend is ook dat de akteurs zich vaak gewoon geen houding weten te geven als ze niet aan het woord zijn, zodat het algemeen beeld verwordt tot een kollektie vreemd uitgedoste figuren die per toeval op de scène beland zijn, en af en toe dan maar eens iets zeggen.
Misschien waren De Mannen van den Dam er beter mee ge stopt, vooraleer ze verwerden tot werkelijke "Outlaws van den Dam" zoals ze zichzelf nu nogal bitter betitelen.
In de Beursschouwburg te Brussel tot zaterdagavond, daarna in Amsterdam en op 16 jan. in de Vooruit te Gent. Een definitieve speellijst ligt evenwel nog niet vast.