Date 1986-11-15

Publication De Standaard

Performance(s) Le royaume millénaire

Artist(s) Bouvier, JoelleObadia, Regis

Company / Organization Compagnie l'Esquisse

Keywords bouviermillénairejoelleobadiaaspektzwaartegrondinlevingrotterdamvolle

Esquisse danst het zware leven: "Le Royaume Millénaire" naar deSingel

ROTTERDAM -- De Franse dansgroep "Compagnie l'Esquisse" was in België al eerder te zien in het raam van het VTC-projekt over Franse dans, en viel toen sterk op door zeer eigenzinnige bewegingstaal en buitengewone lichaamsbeheersing. Ondertussen is de groep uitgebreid, waardoor meer en ingewikkelder koreografieën mogelijk worden. Dat is duidelijk merkbaar in hun Le royaume millénaire. De beperkte afmetingen van de scène en de beperkte gezichtshoek in de Lantaren in Rotterdam beletten dan ook om het hele gebeuren (want zo kan je het wel noemen) ten volle te volgen; dat euvel zal in De Singel, waar het gezelschap volgende week optreedt, uiteraard niet voorkomen.

Zelf noemen de koreografen Joelle Bouvier en Regis Obadia hun stuk "een visuele opera", een persoonlijke fantazie over een apocalyptisch einde en over de terugkeer naar een lang vervlogen tijdperk. De inkleding van de voorstelling heeft dan ook iets weg van het "fantasy"-genre. De zetstukken, de kledij, en het gebruik van rookgeneratoren creëren een middeleeuwse sfeer met uitlopers naar een oertijd voor de beschaving.

Dat zijn maar steuntjes voor een dans die op zich al biezonder expressief is. De manier waarop de kompagnie het lichaam gebruikt, geeft op pregnante manier een gevoel van zwaarte, inspanning en lijden. De bewegingen blijven dicht bij de grond, zijn dikwijls niet meer dan kronkelend met de benen op een gestileerde manier in groep over de grond schuiven. Het fysieke aspekt van het lichaam, het niet-elegante ervan wordt onderstreept door te kletsen op de benen, door het op een lachwekkende manier opheffen van het overkleed met de tanden. De strijd tegen die zwaarte wordt met geweldige krachtinspanningen gevoerd: vrouwen springen op en gooien zich met kracht in de armen van mannen, Joelle Bouvier zelf rent keer op keer een trapje op en stoot er zich met haar volle gewicht weer af, drie mannen liggen op hun rug en spannen zich op om enkele centimeters van de grond los te komen, waarna ze met hun volle gewicht weer op de grond neerdreunen.

Een belangrijk en betekenisvol aspekt in de opbouw van de koreografie, is de aanhoudende groepsbeweging van de dansers, vaak mannen en vrouwen gescheiden. Uit die groepen treedt dan vaak iemand naar voor, iemand die geïsoleerd wordt, een man en een vrouw die zich afzonderen, een man die schreeuwend diepzinnigheden orakelt. Soms troepen ze dan weer allemaal heel dicht op elkaar samen, en zo ontstaat een sensatie van een stam die rondtrekt op een desolate vlakte, ook wel van een soort kruistocht of bedevaart die eindigt in een katarsis.

De intense en veeleisende manier van dansen heeft vaak een fascinerende uitwerking, omdat de stilering van de bewegingen ze zeer precies maakt, met scherp uitgetekende bewegingslijnen, maar tegelijk de juiste middelen aanreikt om de inspanningen voor de toeschouwer bijna fysiek voelbaar, herkenbaar te maken. Het is een voorstelling die zeer sterk speelt op inleving van de toeschouwer in de sfeer van wat er op de scène gebeurt, op dramatische effekten en passie.

Dat vereist een sterke inleving van de dansers zelf, en die is niet bij allen in even grote mate aanwezig. Bouvier en Obadia zelf b.v. dansen met een enorme gedrevenheid, Patricia Marie en Cathérine Berbessou geven eerder de indruk enkel netjes een koreografie uit te voeren. Het totaalbeeld, de kleine mytische wereld op de scène, is echter zo hecht gestruktureerd dat de individuele verschillen tussen de dansers er niet echt afbreuk aan doen.

In De Singel Antwerpen, dinsdag en woensdag a.s. om 20 u 30.