BRUSSEL -- "Sans Légende", naar een idee van Thierry Genicot, kwam in biezonder moeilijke omstandigheden tot stand. Het gebrek aan financiële middelen noopte de makers er letterlijk en figuurlijk toe de lege ruimte te omarmen als de natuurlijke plaats voor hun vreemdsoortig experiment: een spel van aanvullingen en negaties tussen een machine (een dia-projektor, zowat de enige lichtbron), een schilder die schildert met het licht van die diaprojektor op het lichaam van een danseres en een "lawaai-installatie" die de bewegingen van de schilder en de danseres forceert door hun klank te wijzigen.
Het gebruik van de dia-projektor heeft het eigenaardige gevolg dat de ruimte in spaanders gehakt wordt. In de tijd zijn er de pauzes tussen twee lichtvlakken; door een afdekschuifje vergroot en verkleint de lichtvlek zich en belicht zij grillig als een zoeklicht de danseres. Belicht en bevlekt, want de schilder Moyano projekteert ook zijn primitieve schilderijtjes. Met vloeiende pen getrokken figuurtjes zijn dat, die een wreedaardig onderbewuste bewonen.
Daardoor wordt de danseres, Ines Verhoye, als een filmakteur die weerloos overgeleverd is aan de grillen van de montage, het decor en het publiek. Ze kan op de scène bij gebrek aan licht moeilijk echt bestaan, ze bestaat vooral als schaduw, als projektiescherm, als een ding dat probeert een eigen leven te leiden maar; daarin verstoord wordt door het spel van licht en schaduw.
Dat klinkt door in de geluidsmontage van Marie Jeanne Wyckmans: als Verhoye over de grond rolt of beweegt, klinkt soms een geluid als van een blikje met steentjes dat gekanteld wordt. In die geluidsmontage hoor je aanvankelijk ook het wassen van lakens die de wanden van de scène vormen. Bij het einde van het stuk rukt Verhoye de lakens weg van de wanden (ze werden niet gewassen om beschilderd te worden met het licht van Moyano), en eet bijna letterlijk de lichtstraal op, waarmee de lege ruimte weer aan de danseres teruggegeven wordt, buiten het blikveld van de diaprojektor/het publiek.
Dit is een nogal summiere opsomming en interpretatie van een serie tekens die gegeven worden door Verhoye, Moyano en Wyckmans, en die hun betekenis vooral ontlenen aan hun kombinatie binnen de voorstelling. De enige beelden die met een been buiten de voorstelling staan, zijn de tekeningen van Moyano. Deze voorstelling vraagt dan ook een grote inspanning van de kijker, die maar ten dele beloond wordt.
Enerzijds blijft de "proposition" van initiatiefnemer Genicot nogal cryptisch, hoewel het idee duidelijk potentieel zeer krachtig kan werken. Het heeft er dan ook meer weg van dat de voorstelling niet voldoende uitgezuiverd is. Anderzijds, en dat verklaart misschien de onzuivere indruk die het geheel geeft, leken zowel de dans als de schilderijen nog onvoldragen. Het ontbrak de dans aan artikulatie, het zag er te veel "aangeleerd" uit.
De opzet van de schilderijen, een nogal krasse kombinatie van schokkende tafereeltjes, leek mij niet veel verder te komen dan dat eerste schokeffekt, deed ook te veel denken aan gelijkaardig werk o.a. van jonge Fransen. De enige die met brio haar bijdrage leverde, was geluidmaakster Marie Jeanne Wyckmans. Een interessante mislukking, waarvan na de kreatie in het Nouveau Théâtre de Belgique voorlopig nog geen voorstellingen elders aangekondigd zijn.