Het is theater zoals te verwachten maar niet te voorzien is / ‘De natuur is mijn richtsnoer'
Het is theater zoals te verwachten maar niet te voorzien is
Over nut en nadeel van re-enactment voor de kunsten
‘De gebeurtenis is zo altijd louter “iets dat ons overvalt”, dat ze onze kritische vermogens overrompelt en het ons niet toestaat om meteen soeverein te analyseren. Pas in de herhaling zien we wat er op het spel stond in de gebeurtenis.'
stefan hertmans, Het bedenkelijke
Het kan met historische veldslagen, het gebeurt in de populaire muziek, en ook in de kunsten. Creatieve heropvoeringen zijn er tegenwoordig overal. Naar aanleiding van de re-enactment door
Gek genoeg zien we de afgelopen jaren binnen de actuele kunsten eenzelfde tendens opduiken. Ook hier wordt de toeschouwer steeds vaker getrakteerd op een reis terug in de tijd. In plaats van de blik resoluut op een te realiseren toekomst te richten, kijken meer en meer kunstenaars over de schouder heen om te zien ‘wat voorafging'. Doorgaans krijgen deze retrospectieve neigingen gestalte in creatieve heropvoeringen van historische gebeurtenissen enerzijds, van succesnummers uit performancekunst en danspraktijk anderzijds. De verschillende verschijningsvormen van hetzelfde fenomeen laten zich vatten onder de noemer ‘re-enactment'.
In het
Lawrence en
Hoe scherp is de tand des tijds? Het is een vraag die door de heropvoering van Parades and Changes aan de orde wordt gesteld, maar die net zo goed geldt voor re-enactment in het algemeen. Leidt de praktijk van re-creatie slechts tot flauwe afkooksels van het origineel, of kan de kunstenaar de afstand in tijd zonder kleerscheuren overbruggen? Stelt re-enactment ons in staat om de geërodeerde kantjes van geest en geheugen weer wat bij te vijlen, of wordt de kunstpraktijk hierdoor herleid tot een saaie geschiedenisles die enkel aanzet tot gegeeuw en gezucht? Kortom: heeft re-enactment nut of nadeel voor de kunsten? Is het een hype of is het een statement? Is het een symptoom van nostalgie of eerder een weloverwogen strategie?
In een poging om deze vragen te beantwoorden, kunnen we twee paden bewandelen. Zowel een algemene introductie tot de praktijk van re-enactment als een meer specifieke analyse van parades & changes, replays moet ons in staat stellen te peilen naar het belang en de betekenis van deze recente tendens.
Vooraleer de kunstwereld zich het begrip toe-eigende, verwees re-enactment in de eerste plaats naar een merkwaardig sociocultureel fenomeen. Zowel in de
Kritiekloze, apolitieke reconstructie was wel het laatste wat kunstenaar
Tezelfdertijd ontsnappen artistieke iconen uit de performance- en danskunst evenmin aan de re-enactmenthonger van de hedendaagse kunstenaar. Bij deze zuiver-artistieke re-enactments wordt doorgaans duidelijk hoe moeilijk de efemere (podium)praktijken zich laten vastleggen door traditionele documentatievormen: van de foto die niet representatief is, tot de video-opname die de geest van het werk niet vat, tot het getuigenverslag dat onbetrouwbaar blijkt. Kunstenaars worden uitgedaagd om de gaten van het archief te dichten met persoonlijke creativiteit en interpretatie. Ook
kon baseren. Alsof ze van de nood een deugd wou maken, introduceerde ze het model van de music score, wat er in grote lijnen op neerkomt dat bij een re-enactment de oorspronkelijke performance benaderd moet worden als een partituur die onvermijdelijk vraagt om interpretatie. Zoals de muzikant het muziekstuk interpreteert, moet de re-enactor dus ook een persoonlijke, creatieve versie van het origineel opvoeren.
Wat betreft ervaringen en visie sluit
Geen slaafse navolging van, maar wel een creatieve omgang met het bronmateriaal lijkt een van de basisregels van re-enactment. Als zodanig is de praktijk van re-creatie te situeren in de ambigue zone tussen waarheidsgetrouwe reconstructie en ongedwongen interpretatie.
Rewind... and
Wanneer het gaat over de heropvoering van belangwekkende choreografieën is
Anna Halprin kan inderdaad worden beschouwd als het lelijke eendje van de postmoderne dans. Al te snel liep ze vooruit op haar tijd, waardoor de waarde van haar artistieke praktijk niet meteen werd ingezien. Bovendien was haar uitvalsbasis aan de
In dit rijtje van verwoede pogingen om het werk van Halprin uit de vergeetput te redden, past ook
Parades and Changes,
Keep up the spirit! – Parades & changes, replays valt nog best te omschrijven als een collagevoorstelling, een bonte opeenvolging van taferelen waarin we de performers allerlei banale handelingen zien uitvoeren. Deze parades willen op zich niets betekenen, enkel tonen. Een korte greep uit deze juxtapositie van beelden: dansers kleden zich uit en weer aan, ze wandelen over de scène en door de gangpaden in de zaal, ze maken een levende papieren sculptuur, ze stampen met de voeten, ze roepen elkaars naam en grijpen elkaar vast, ze slepen allerlei attributen op het toneel en voeren een mode-versus-freakshow op, ze vouwen het plastic doek dat boven de scène hing samen, ze spelen een feeëriek spel met lichtgevende ballonnen en ze sluiten af met bodypainting.
Deze ogenschijnlijk onbeduidende acties krijgen een theatrale kwaliteit doordat Collod en haar gasten opmerkelijk betrokken en alert zijn. Ze doen niet zomaar om het even wat. Meer specifiek haalt de gezamenlijke uitvoering van gemeenschappelijke taken haar kracht uit de fascinerende dynamiek tussen het collectieve en het individuele lichaam die hierbij op gang komt. Dit levert aangrijpende momenten op, zoals wanneer de dansers zich voor de eerste maal ontkleden. Vooraan op het podium stellen ze zichzelf tentoon en wordt elk kledingstuk behoedzaam uitgetrokken. Terwijl het licht in de zaal aanblijft, houden ze de ogen strak gericht op de toeschouwers. De uniformiteit van de actie wordt in eerste instantie opgeheven door de lichamelijke individualiteiten die in het oog springen. Maar gaandeweg roept de bulldoggreep van de blik, het besef dat je er niet aan ontkomt noch aan kan weerstaan, vooral een gevoel van ongemak op. In de volle openbaarheid van de theaterzaal word je gedwongen te kijken naar mensen die zich voor jou ontkleden. De economie van het verlangen wordt in haar blootje gezet en daar lijken de performers zich volkomen van bewust te zijn. Precies in dit bewustzijn manifesteert zich de persoonlijkheid van de dansers, die elk op hun eigen manier trachten om te gaan met deze dominante daad van onderwerping.
Replays steunt op de mechaniek tussen groep en individu: collectieve uitvoering maakt persoonlijke invulling mogelijk. Deze vitale en beklijvende wisselwerking toont aan dat Anna Halprins oorspronkelijke scores een vruchtbaar conceptueel frame verschaffen waarmee hedendaagse dansers nog steeds aan de slag kunnen. Voor Parades and Changes had Halprin samen met componist
In laatste instantie lijken Collod & Guests erin geslaagd te zijn de geest van de oorspronkelijke voorstelling te vatten, waarmee tevens een belangrijke implicatie van re-enactment wordt gereveleerd. Terwijl traditionele documentatievormen slechts statische representaties van performances uit het verleden voortbrengen, kan re-enactment de functie opnemen van een levend, dynamisch document dat een herbeleving van het origineel mogelijk maakt. In die optiek worden strikte opvattingen over het efemere karakter van performatieve kunstpraktijken op de helling gezet. Met re-enactment wordt het immers denkbaar om de unieke ervaring van een performance te verlengen door ze te re-creëren, waardoor het bestaan ervan niet langer beperkt hoeft te zijn tot het moment van de oorspronkelijke creatie.
I'm your private dancer –
Parades and changes, replays ©
en bloot werd geopenbaard. Met
Anno 2008 laat de thematiek van Parades and Changes zich echter geheel anders lezen. Tijdens de afgelopen veertig jaar heeft het openbare lichaam immers een onstuitbare stripteaseshow opgevoerd (of: ondergaan), waardoor de enscenering hiervan niet langer baanbrekend maar eerder normbevestigend wordt. Bovendien heeft de utopische gedachte van het naakte lichaam als ideologisch nulpunt, als pure en waardenvrije oorsprong, als middel tot verzet, onherstelbare schade opgelopen. Want ‘hoe natuurlijk en spontaan zijn transparante lichamen waarop zich vanaf de zestiger jaren betekenislaag op betekenislaag heeft afgezet?'6 Maar wat zijn de implicaties hiervan voor Replays? Is de re-enactment een naïeve, vergeefse poging om het verloren ideaal van ongedwongen lichamelijkheid weer terug te halen, of komen er andere zaken naar boven?
De weg naar een alternatieve, aan onze tijd aangepaste interpretatie wordt geopend door de eenvoudige vaststelling dat in parades & changes, replays even vaak kleren worden aangetrokken als uitgedaan. Lichaamsbedekking is, met andere woorden, een even essentiële component van de choreografie als onthulling. Pas met de re-enactment laat deze dialectiek zich ontwaren, aangezien de blik niet langer getroebleerd wordt door de schok van het expliciete naakt. Het thema van bedekking culmineert in het einde van de
Precies omdat in Replays de focus kon verschuiven naar die sequenties waarin het lichaam van de dansers wordt bedekt, werd een her-lezing vanuit de huidige maatschappelijke condities mogelijk. Deze thematische shift wijst op een andere, belangrijke eigenschap van re-enactment. De herhaling van hetzelfde materiaal in een andere context kan namelijk verschillen en gelijkenissen aan de oppervlakte brengen, die vervolgens op een breder maatschappelijk en cultureel vlak geïnterpreteerd kunnen worden. In die gevallen gaat re-enactment functioneren als een contextueel ijkpunt, een reflectieve operatietafel waarop de huidige tijdsgeest kan worden gedissecteerd.
If things are not great when
De enscenering van alledaagse handelingen, zoals zich aan- en uitkleden, bracht als vanzelf de eerste theatervoorstellingen van
Parades and changes, replays ©
naar the eighties en uiteindelijk back to the sixties slingert.
Verschillende tijdsera werden in Replays op elkaar gestapeld, maar vooral de jaren zestig waren terug van weggeweest. Zoals betoogd bracht Replays de toenmalige idealen (zoals collectieve creatie en pure lichamelijkheid) in herinnering, om deze vervolgens te bevestigen dan wel te ontkennen of zelfs om te keren. Maar ook wanneer tijdens de
De kwestie of Replays te beschouwen is als een loutere revisiting, een overtuigende reinforcing of een onverwachte reversing van de sixties'
Back to the future
Hetzelfde plaatje kan eindeloos grijs worden gedraaid. Voor de één heeft dit betekenis, voor de ander is het oervervelend. Als praktijk die steunt op herhaling, roept reenactment dezelfde verdeelde reacties op. Een voorstelling als Replays maakt echter duidelijk waar de mogelijkheden van re-enactment zich schuilhouden.
1 In een interview met
2
3 In het nagesprek dat volgde op de voorstelling van 3 oktober 2008, zei
4 Zowel de dirigent als de actie van de bodypaint zijn subtiele verwijzingen naar Anna Halprins werkmethode. In
5
6
7 Vrij naar Downtown van
8
‘De natuur is mijn richtsnoer'
Een gesprek met Anna halprin
Afgenomen op 25 september 2004 in Parijs, toen Anna Halprin optrad in
midden jaren vijftig, nadat u met de traditie van de moderne dans had gebroken, noemde u uw nieuwe groep bewust geen gezelschap, maar een workshop: de san Francisco dancers' workshop. Vandaag is de term workshop zeer courant in de dans. weinigen weten misschien nog dat het uw verdienste was om deze term over te hevelen van Bauhaus naar het domein van de dans. anna halprin: Ik denk dat je dat zo kan stellen, inderdaad. Mijn man
improvisatie was een belangrijk hulpmiddel bij deze zoektocht. Ja, maar geen losse vorm van improvisatie. Ik heb improvisatie doorheen mijn carrière voor
heel verschillende doeleinden ingezet. En ik vond het altijd belangrijk om te objectiveren. De natuur is mijn richtsnoer: aan de basis van mijn werk ligt steeds het verlangen om de aard van de dingen te begrijpen in hun natuurlijke werking. Omdat ik een jaar dissecties had gedaan op mensen, en kinesiologie en anatomie had gestudeerd, wist ik hoe het lichaam in elkaar zat. Improvisatie was voor mij dus geen middel om de inherente logica van beweging te leren kennen, maar veeleer om vastgeroeste gewoonten te omzeilen. Het laat je toe om je te bevrijden van vooropgestelde ideeën en afhankelijkheidsrelaties, waarbij iemand dicteert wat de ander moet doen. Ik begon te werken met instructies als ‘ik ga je vertellen wat je moet doen, maar niet hoe je het moet doen'.
Zo is het begonnen.
werkte u om die reden ook met ‘task-oriented movement'? Ik hou niet van dat woord. Ik heb die uitdrukking ooit eens in een les gebruikt, maar het zijn anderen die het tot label hebben gemaakt. Wanneer ik iemand vroeg om een houtblok van hier naar daar te dragen, was de taak op zich niet belangrijk. Wel: heb je het gewicht gevoeld? Probeer om het sneller te dragen, of trager. Probeer nu een persoon te dragen, twee personen. Als je je hemd uittrekt en je heft je armen boven je hoofd, ben je je dan bewust van de opwaartse beweging? En wat is het verschil wanneer je je armen terug laat zakken en het hemd neerlegt? Welke kwaliteiten, sensaties en beelden komen op? De taak is gewoon een hefboom om het lichaam en zijn expressieve mogelijkheden te exploreren. Meer niet.
om welke andere redenen hebt u improvisatie nog aangewend? In de late jaren vijftig kwam er een omslag toen menselijke verhoudingen me gingen boeien. Tijdens improvisaties zag ik bepaalde patronen terugkeren die in relaties actief zijn. Bijvoorbeeld: men kan leiden of volgen, of ergens tussen die twee opties in kunnen beide partners samenvloeien. Je kunt met andere woorden op de schaal van één tot tien verschillende gradaties van passiviteit en activiteit vertonen. Soms willen twee mensen het voortouw nemen en zijn ze zo behept om te leiden dat het een gevecht wordt. Of iemand wordt zo slap dat je hem moet voortslepen zoals bij een sit-in. Aan de hand van zeer precieze observaties kon ik structuren detecteren, verfijnen en verdere instructies uitwerken. We hebben daar erg veel mee gewerkt.
Een volgende stap kwam er nadat ik had gemerkt dat in grote groepen de structuur van relaties verandert. Daarom begon ik improvisaties te doen met leken – met negen dansers, maar evengoed met honderd. Dat was in de jaren zestig. Ook hier observeerde ik voortdurend. Wat doen gemeenschappen? Wat doen dieren? Hoe reageert een kudde op gevaar? Hoe organiseren ze zich? Wat deden de pioniers wanneer ze aangevallen werden? Ik merkte dat er repetitieve archetypische vormen ontstaan wanneer grote groepen in een open structuur opereren.
Vormen van sociale organisatie.
Precies. Allerlei formaties treden op: kringen, gangen, een groep kan samenklitten of zich opsplitsen in deelformaties, één persoon kan in relatie staan tot de hele groep, zoals bij heroïsche figuren het geval is. Ook de culturele verschillen waren erg interessant. Tijdens
Anna Halprin ©
Anna Halprins diagram van de ‘RSVP cycles': Resources,
hoe sluiten de ‘RsVP cycles' hierbij aan? Kunt u wat meer vertellen over dit systeem, dat u met uw man ontwikkelde? Rond de jaren tachtig ontwikkelden mijn man en ik een methode voor het genereren en het in kaart brengen van collectieve creativiteit. Of het nu om een voorstelling gaat of om het oplossen van een conflict maakt niet uit, in ieder creatief proces kan men vier afzonderlijke en onafhankelijke hoofdcomponenten of basisacties onderscheiden: Resourcing,
maar improvisatie sluit een compositorische bekommernis toch niet per definitie uit? Bij ‘instant composition' gaan compositie en improvisatie hand in hand.
Neen, scores zijn werktuigen voor compositie. ‘Scoring' is een zeer precieze methode. Van zodra je beslist hebt over vier componenten heb je een score: met welk soort activiteiten en materialen werk je, en met hoeveel personen, en hoe ga je met ruimte en tijd om? Een score kan open zijn of zeer gesloten, maar werkt steeds met een intentie en duidelijke parameters, zodat je bij de evaluatie op criteria kan terugvallen. Het verzamelen van materiaal via improvisatie daarentegen is niet met een oordeel gemoeid. Alles kan. Je ziet wel wat er gebeurt.
de score is andermaal een manier om ervaring te objectiveren? Inderdaad. Tijdens het uitvoeren van een score handel je zonder oordeel. Je doet gewoon wat de score opdraagt. Daarna kan je het evalueren. Er zijn twee niveaus waarop je dat kan doen: heb ik de score gevolgd of ben ik ervan afgeweken? In het laatste geval heb je weinig houvast, aangezien je een parameter wijzigde. In het andere geval kan je wel nagaan of het werkte of niet. Je kan materiaal toevoegen of er iets uitlichten. Je kan het opnieuw doen. Maar het is nooit: dit was slecht en dat was goed, of dit zag er niet uit. Ik haat oordeel, het verlamt me.
u geeft wel een erg afgebakende invulling aan de term ‘improvisatie'? Ja, na dertig jaar ben ik preciezer geworden op dat vlak. Neem nu de sectie van Parades and Changes waarin de performers zich uitkleden en terug aankleden. Dat is een goed voorbeeld van een ingevulde ‘closed score'. De performers dienen het heel langzaam te doen, drie keer na elkaar, enz. Maar hoe ze dat doen is hun keuze. Er is dus een beslissingsmarge. Is dat improvisatie? Naar mijn mening niet. Je volgt gewoon een score.
de slow motion is me bij de heropvoering van die sectie uit Parades and Changes (1965) erg opgevallen omwille van zijn stilerend effect. ik had allicht meer dagdagelijksheid in de bewegingen verwacht. Vanwaar die keuze?
Toen ik met naakte dansers ging werken, had nog niemand naaktheid op de scène gebruikt. Door de handelingen erg langzaam te verrichten wilde ik een sfeer van respect en waardigheid creëren.
wat is de rol van seksualiteit in uw werk?
Wat een geweldige vraag! Klaar en simpel: het maakt deel uit van het leven. Maar ik vind de naaktheid in Parades and Changes eerder sensueel dan seksueel, dat is een belangrijk onderscheid. Al heeft niet iedereen het zo gezien, anders zou ik niet gearresteerd geweest zijn. Ik moet toegeven dat ik op dat vlak erg naïef was, om niet te zeggen kortzichtig of dom. Maar zie je, mijn studio was buiten, in de open lucht, zonder muren of plafond. We dansten in de regen en voelden het water op ons lichaam, de zon en de wind. Dat alles was erg sensueel. Na de arrestatie hebben we Parades and Changes tien jaar niet meer voor publiek gespeeld.
is het voor u ook van belang om uzelf in een kunsthistorische context te plaatsen, in relatie tot andere kunstenaars? Door kanker te krijgen in 1972 ben ik gaan beseffen dat het lichaam een ‘holistisch' organisme is. Het is meer dan het fysieke alleen, het behelst onze emoties, onze relaties tot de ander, tot onze familie, de gemeenschap, de omgeving waarin we leven. Wanneer ik voel dat een kunstenaar holistisch in verbinding staat met het bredere plaatje, kan hij of zij me esthetisch raken. Toch is het niet noodzakelijk wat ik in het museum of op een podium zie dat me beweegt. Het is wat ik in het leven zie, dat me drijft.
Een langere en onbewerkte versie van dit interview kan worden beluisterd op www.sarma.be
Anna Halprin.
JaniCe ross
Op het einde van zijn film
De ondertitel van het boek,
Een meerwaarde van het boek is dat
Voor de
Deze biografie handelt bijgevolg niet alleen over Amerika, maar is zelf zeer Amerikaans van inslag. De omstandige schets van de joodse
Anna Halprin en dansers in de jaren '70 op het ‘dance deck' in
etnische herkomst, wat in contrast staat met de amnesie waar het land voor de rest vaak aan lijdt. Men denke aan de mythologie rond de ‘pionier', die de ruimte ingaat als was het nog een te veroveren blank terrein. Zonder oog te hebben voor de koloniale implicaties van deze metaforiek, transponeert
Amerika is ook een land van tegenstellingen. Een belangrijk motief in het boek zijn de vele culturele verschillen: tussen joodse en
De oplossing ligt wat mij betreft dichter bij huis: de biografie is een ideaal genre om Halprin ‘recht' te doen. In kunstenaarsmonografieën ligt het accent immers op het oeuvre, terwijl de biografie geschikt is om de achterliggende ‘praktijken' in het vizier te brengen, met respect voor de vloeiende scheidslijnen tussen alle domeinen die Halprin heeft aangeraakt. Zij was bezig met processen nog voor process art op het einde van de jaren zestig een begrip werd. Ze deed vaak jarenlang onderzoek naar thema's voor ze haar bevindingen in een ‘stuk' verzilverde, met het soms wrange gevolg dat dansers die haar workshops hadden gevolgd die ideeën vroeger en scherper, want meer onversneden, op de scène zetten.
Het leven en de carrière van Anna Halprin laat toe om een van de interessantste spanningen in de dans te denken: de spanning tussen studio en scène, tussen couveuse en ‘toonapparaat', tussen pedagogie en choreografie, tussen praktijk en ‘stuk', tussen beslotenheid en werk dat door een publiek wordt beoordeeld. De vertaalslag tussen beide topologieën liep bij Halprin niet van een leien dakje. Ze was soms vrijer en radicaler in de voorstadia van haar werk dan in de eigenlijke uitlopers ervan.
Daarom vind ik het experiment Ten Myths uit 1967-1968 zo boeiend.
Het boek vertoont enkele opvallende hiaten. Terwijl de ontmoeting met gestalttherapeut Fritz Perls veel gewicht krijgt, blijft die andere zo bepalende ontmoeting met bewegingsonderzoeker Moshe Feldenkrais in 1948 onvermeld. Termen als ‘authenticiteit', ‘improvisatie', ‘mythe' en ‘score' kregen doorheen de verschillende stadia van Halprins lange carrière een andere invulling, maar van die verglijdingen wordt niet altijd voldoende rekenschap gegeven. Jammer ook dat er weinig foto's en scores werden opgenomen. Het had een en ander meer aanschouwelijk gemaakt.
Dat alles neemt niet weg dat deze klepper verdienstelijk is. Het is meer dan just one book: het is behalve een portret van Anna Halprin ook een biografie van het echtpaar Halprin. Hun relatie was bepalend voor Halprins werk met scores, architectuur, omgevingen en het belang van de sociale dimensie daarin. En het is het portret van haar familie, want
Janice
1
Auteur Timmy De Laet, Myriam Van Imschoot
Publicatie Etcetera, 2008-12, jaargang 26, nummer 114, p. 03-12
Trefwoorden halprin • changes • parades • replays • anna • collod • halprins • score • ross
Namen Afro-Amerikaanse • Alain Buffard • Altered Daily • Amerikanen • Amsterdam • Ann Halprin • Anne Collod • Antonioni • Artaud • B-52's • Bauhaus de term • Belgische • Berlijn • Bertrand Prevost • Bodycultuur • Boom • Bring Back • Brusselse • Bush • Californië • Centre Pompidou • Charleroi • Costume Parade • Danses • Daria Halprin • Death and Dying • Departement Architectuur • Doris Humphrey • Eric Boll • Europa • Experience and Nature • Experience as Dance • Exposizione • Exprience as Dance • Franse • Groot-Brittannië • Guests de epigonen van Fabre • Gypens • Harvard • Henk Oosterling • History to Me Er • Hoewel Halprin • I'll • I'm Downtown • Ibid • Inside the World • Jacqueline Caux • Jan Fabre • Japanse • Jaqueline Caux • Jenny Thompson • Jeremy Deller • John Dewey • Judson Dance Theater • Kaaitheater • Katleen Van Langendonck • Kentfield • La Monte Young • Lawrence Halprin • Lyon • Margaret d'Houbler • Marin County • Marina Abramovi • Martha Graham • Meredith Monk • Michel Foucault • Morton Subotnick • Moving Toward Life • My Lunch with Anna • New Yorkse Guggenheim Museum • Nijmegen • Oost-Europese • Panama • Paper Dance • Parades and Changes voor • Parades and Changes wou Halprin • Parijse • Performance • Performing • Peter Larson • Petula Clark • Planetary Dance • Play • Quatuor Albrecht Knust • Re-enactment • Reagan • Richard Schechner • Ross • San Francisco Dancers' Workshop • Scores • Scoring en Valuacting • Simone Forti • Springdance • Steve Paxton • Stockholm • Stomp-sequentie • Take That • Tamalpa-instituut • Tape Music Centre • Terry Riley • The Battle of Orgreave • The Police • The Warmth of the Sun7 • Timmy De Laet • Toen Anna Halprin • Transformational Dance • Trisha Brown • Undress-parade • University of Wisconsin • Utopia • Utrecht • Valuaction • Vera Mantero • Verenigde Staten • Vietnam-oorlog • W.O. • Walt Whitman • Washburn • Washington • West Coast • Yvonne Rainers Continuous Project
Development and design by LETTERWERK