‘Ik vrees dat ik behoor tot een uitstervend ras'
interview met pol arias | geert sels
Eigenlijk wou hij schrijven, maar hij heeft een leven lang gesproken. Meestendeels op de vrt radio, bij zijn vertrouwde Eén, maar ook zeer vaak in theaterfoyers, waar hij aan vrije nieuwsgaring deed en zijn standpunten over het veld meedeelde. In december is Pol Arias 65 geworden en heeft hij na een carrière van dertig jaar de omroep verlaten. Pol Arias was herkenbaar. Nog voor radiopresentatoren en vedetten uitgespeeld werden, behoorde hij tot het openbaar cultuurbezit: deel van de makers, deel van het publiek. In een zaal was hij geografisch lokaliseerbaar: nooit in het midden, altijd aan de zijkant van een rij. De jongste jaren werden zijn haren korter en witter, een zilverfonds waarin decennia theaterervaringen zijn gestockeerd. Zo werd hij de belichaming van de criticus met historisch overzicht. Het gebeurde dat Arias geschandaliseerd de voorstelling verliet. Na die eerste intuïtieve zaalreactie volgde meestal een grondige voorstellingsanalyse die de zaken in een ander perspectief zette. Nadien wist hij in die paar minuten spreektijd voor de radio de kernpunten aan te halen en zijn luisterpubliek te enthousiasmeren. Niemand kon het woord ‘subliem' zo uit zijn diepste vezels laten opborrelen als hij. Allicht was hij ook de enige die het zo dikwijls gebruikte. Generatiegenoten als
Waarom kwam u, ondanks die filmhonger, op het
Aan het
U was 25 in het revolutiejaar 1968. Hoe hebt u die tijd beleefd? ‘Omdat ik iets ouder was, werd ik voorzitter van de studentenvereniging. In de aanloop naar 1968 hebben we wel wat ruzie gestookt. We zijn daar steeds in gesteund door onze directeur
In die kring zaten ook gasten die aanleunden bij de marxisten. We gingen naar de colleges die
medewerkers radiorama, 1986 \ Pol Arias (tweede van rechts)
Eigenlijk ben ik eerder langs de zijkant van die bewegingen gelopen. Erg theoretisch onderlegd was ik niet. Ik was voor een rechtvaardigere maatschappij. In geen geval wou ik lid worden van een partij. Dat was het laatste wat je kon doen. Nog steeds. Ik was eerder een verwonderde observator. Het grote engagement was er niet. Ik vond het prettig erbij te horen, maar al bij al was het redelijk vrijblijvend. Er kwam veel romantiek bij kijken. Het was toch eerder revolte dan revolutie.' heeft deze periode u getekend voor het leven? u bent het maatschappelijke steeds belangrijk blijven vinden. ‘Ik zoek de waarheid en de rechtvaardigheid op in het leven. Dat kan de mens niet alleen. Hij staat altijd in relatie tot de maatschappij. Theater gaat over de mens en de wereld. Het theater heeft me veel over de wereld geleerd. Daarom was ik in de jaren '90 zo ongelukkig met de golf monologen. Ik háát monologen. Ik zie er vaak een andere agenda achter. Een economische, bijvoorbeeld. Het kost niet veel en je reist er alle cultuurcentra mee af. Maar er is ook een sociale reden. Waarom zou je je als maker lostrekken van anderen?
Het verklaart ook de moeite die ik nu heb met de stadstheaters. Het zijn nu open huizen geworden, en het
geld is er om ze volop hun centrale rol te laten spelen, maar de acteur is zijn positie kwijt. Het is belangrijk om een grote, sterke acteursgroep samen te brengen en dat ensemble samen te laten groeien. Onlangs was er unaniem gejubel over
na het rits kwam u als dramaturg in de kns terecht, maar toch was u nog niet voor het theater gewonnen. hoe kwam dat? ‘Via
Na die stage kreeg ik de vraag om dramaturg te worden bij de kns. Ik deelde één loon met
u bent eerst nog de filmwereld ingestapt ‘Met een paar mensen van het rits heb ik zeven jaar in een soort collectief gewoond; ieder had een verdieping van een pand aan de
hoe bent u uit die literaire dominantie geraakt? u houdt erg van spel. afstandelijk teksttheater hebt u vaak als calvinisme omschreven.
‘Ik kom uit een periode dat het theater onderdeel was van literatuur. Begin jaren '60 waren de kamertheaters zich aan het consolideren. Ze speelden veel nieuwe auteurs, zoals
Iemand als
zijn de eerste ervaringen normbepalend?
‘Het waren niet mijn eerste ervaringen. Voordien had ik veel conventioneel werk gezien. Als ik terugkwam uit
u zweert bij het duitse repertoiretheater. de term ‘regisseurstheater' is nu vaak een scheldwoord, wegens al te dominante inbreng van de regisseur.
‘Ik ging mee met het regisseurstheater omdat het zo'n fantastische beelden voortbracht. Sommigen riepen dat de regisseur de tekst te veel naar zich toetrok of dat het beeld primeerde op de acteursregie. Het heeft fascinerende voorstellingen voortgebracht. Hoe Jean-Marie Fiévez in
knappe scenografieën maakte voor
schoensmeer liet spelen: hoe meer hij
een paradox: u bent voor het maatschappelijke maar niet voor de theatercollectieven? ‘Ooit ben ik vóór geweest. Ze zijn ontstaan uit noodzaak. De makers wilden zich niet aansluiten bij de stadstheaters, ze hadden een onderlinge vriendschap en probeerden de acteur te onttrekken aan de dominantie van het regisseurstheater. Daar zijn sterke voorstellingen uit gekomen. Maar de leden zijn elkaar te goed gaan kennen. Er zijn eerlijke pogingen ondernomen om uit de routine te breken, door gastspelers uit te nodigen, buitenlandse mensen, of door coproducties met andere groepen op te zetten. De stimulansen en de mogelijkheid om elkaar te blijven prikkelen houden op. Nee, volgens mij zijn de collectieven maar een tijdelijk leven beschoren.'
u hebt zich vaak brechtiaan genoemd. het verbaast me dat u het niet zo op de postbrechtiaanse erfenis begrepen had. ‘Brecht wou de mensen via theater aan het denken zetten. Hij zocht actuele thema's, ontwikkelde discussiestukken en greep terug naar dienstbare concepten zoals de montagevoorstellingen. Als ik mezelf ‘Brechtiaan' noem is dat eerder als een boutade, in de zin dat theater gaat over de mens, stelling inneemt en niet vrijblijvend is. Ik wil weten waarom een voorstelling vandaag gemaakt is. Dat zie ik de jongste tijd te weinig. Het is vaak de zoveelste voorstelling omdat nu eenmaal aan de subsidievereisten moet worden voldaan. De
‘
je daar op dit moment mee komt aanzetten? Terwijl er zoveel andere vragen over
komt een criticus vast te zitten?
‘Zeker. Daar ben ik van overtuigd. Zoveel moet je jezelf toch wel kunnen relativeren. Halfweg jaren '80 groeide de sector sterk aan, en plots zag ik overal hetzelfde. Ik was het beu. Ik kreeg een briefje van
In 1987 ben ik film gaan doen, maar dat heb ik geen jaar uitgehouden. Er wordt zoveel
u bent een prinzipienreiter. gebiedt de deontologie dat een criticus die vastzit ermee stopt? ‘Daarom is het zo belangrijk je blik open te houden. Het is nodig onder je kerktoren vandaan te komen en naar het buitenland te kijken. Met de voeding die je in
Je moet je kunnen laven aan festivals, aan een frisse bron. Daarom is het
‘Ik vind het Vlaams theater momenteel overroepen. Ik zie ook zeer interessante buitenlandse producties. Als recensent blijft er een deel van het verhaal buiten
beeld. Je kunt niet inschatten wat de selectiecriteria van de programmatoren zijn. Ze zien ook veel meer dan de recensent die op het
een rol? Of is er een correctie door overheidssteun? Ik weet het niet. Je moet je spullen durven herdenken. Ik heb altijd geprobeerd afstand te houden. De betrokkenheid van
hebt u in etcetera, waar u medeoprichter van bent, nooit aansluiting gezocht bij een groep? ‘Er zijn vaak verschillende strekkingen geweest in
me ooit een nomade, omdat ik nergens bij onder te brengen was. Dat heb ik een tijdlang aangevoeld als een gebrek aan engagement. Later vond ik het goed me nergens bij aan te sluiten. Niet bij een groepering, niet bij een stroming, bij geen enkele maker.'
toen u begon te recenseren was er allicht een redelijke consensus over esthetische opvattingen. hoe hebt u de toenemende diversiteit ervaren?
‘Toen ik begon, waren er veertien gezelschappen. Vanaf het theaterdecreet van 1974 waren er al 34. Ik heb de periode mogen meemaken dat de sector uiteenspatte van de nieuwe initiatieven. Met de jaren ben ik die grensoverschrijdende praktijk één van de grootste moeilijkheden gaan vinden. Een recensent
moet veel weten over dans, tekst, techniek, muziek, media, videokunst. Ik heb het terrein afgebakend. Ik heb weinig over dans en opera gesproken, dat heb ik aan andere mensen overgelaten. Toen de performancestroming opkwam, ben ik naar de
wat denkt u als de sector weer eens op hetzelfde punt uitkomt, bijvoorbeeld een klein politiek reveil halfweg jaren '90? ‘Soms keren dingen terug. De slinger is weer bezig, denk ik dan. Je zou het kapot kunnen relativeren, maar als je de leeftijd van de makers ziet, dan kun je niet anders dan dat aanvaarden. Zij hebben niet gezien wat ik gezien heb. Dat is inherent aan de mens. Het zijn evoluties waar we doormoeten. Er is een niet te stuiten vloed aan jonge makers. Kun je die de weg ontzeggen naar de theaters? In een interview zei
u gebruikt vaak het woord ‘subliem' in uw recensies. wat bedoelt u daar eigenlijk mee? ‘Ik bedoel subliem in de betekenis van ‘verwondering'. Ik wordt graag verwonderd. Als dat niet lukt, is het een verloren avond. Als het al in één enkele kleine scène zit, ben ik al tevreden.'
u bent een enthousiasmerend criticus. u kunt uw luisteraars warm maken voor een voorstelling. ‘Je ziet maar een paar echt goede voorstellingen per jaar. Tegelijk heb ik bewondering voor al die jonge mensen die zich in het theater willen bewijzen. Dat is fantastisch. Ze weten dat ze hard zullen moeten werken, dat het moeilijk zal zijn, dat ze nooit veel kunnen verdienen. Kun je die mensen afvallen? Dat verdient respect. Daarom ben ik eerder een ‘softe' criticus. Zonder die theatermakers die hun nek uitsteken, had ik geen job.'
‘Er is nog iets anders dat me bijgebleven is. Ik heb altijd opgekeken naar Benjamin Henrichs, de criticus van
hoe ziet u de toekomst van theaterkritiek?
‘Ik vrees dat ik behoor tot een uitstervend ras. Het takenpakket is al enorm opgeschoven: de recensie is naar achteren geduwd. In de plaats is journalistiek werk gekomen, zoals interviews, reportages en persconferenties. Polemiek en sensatie krijgen voorrang. Er wordt nu steeds uitdrukkelijk gevraagd of een recensie wel de moeite is om de luisteraar mee lastig te vallen. Uiteindelijk doe je dan aan zelfamputatie. Ik heb me vaak afgevraagd of dat geen laffe instelling is, want dan draai je mee met het systeem van het huis, en komt er nog meer ruimte vrij voor human intrest. Als voetvolk kan je weinig doen tegen marktonderzoeken en bedrijfsstrategieën. Ik vraag me af hoe ver een huis, dat ook taken heeft tegenover een maatschappij, kan evolueren. De vrt is gesubsidieerd. Er zijn ook veel gesubsidieerde theaters, maar als die zo ver zouden gaan en vergelijkbare producten afleveren, dan kregen ze geen subsidies meer. We zitten misschien te veel onder de managementknoet; maar politici hebben daar een belangrijke verantwoordelijkheid. Zij dringen een contract op dat de omroep moet ondertekenen.'
Auteur Geert Sels
Publicatie Etcetera, 2007-12, jaargang 25, nummer 109, p. 59-64
Namen Alex Van Royen • Alleen • Amerika • Annie Declerck • Arca • Ariane Mnouchkine • Arthur Corso • Avignon • Beckett • Bert Verminnen • Bochum • Brussel • Chantal Akerman • Claude Chabrol • Claus Peymann • Daughters Of Darkness • Desdemona • Die Zeit • Dirk Bogarde • Discordia • Dramaturgie • Duitse • Duitsland • Eddy Merckx • El Teatro Campesino • Ernest Mandel • Etcetera • Etienne Vermeersch • Filmmuseum • Frankfurt • Franz Marijnen • Gent • Grotowski • Guy Debord • Harry Kümel • Herwig Hensen • Holland Festival • Hollywoodshit • Horen en Zien • Ionesco • Ivo Kuyl • Ivo Van Hove • Jaap Kruithof • Jac Heyer • Jacq Heijer • Jan Decorte • John Gielgud • Jos Verbist • Kaaitheater en deSingel • Karamazov • Klein Kasteeltje • Kunstenfestival • Leuvense • Living Theatre • Marianne Van Kerkhoven • Naamsepoort • Nederland • Oresteia • Othello • Paris” • Peter Stein • Peter Zadek • Pierre Drouot • Pinter of Tardieu • Pol Dehert • Providence • RITS • Radio 1 • Robbe De Hert • Roger De Neef • Roland Vanopbroecke van Radio • Romeinse Tragedies van Toneelgroep Amsterdam • Rotterdam • Rudi Van Vlaenderen • The Observer • Theater Heute • Theatertreffen • Theatre Bookshop • Vlaams Audiovisueel Fonds • Vlaanderen • Wemmel • Wim Van Gansbeke • Wooster Group • Wrath • post-Brechtianen van Maatschappij
Development and design by LETTERWERK