Wollige architectuurtermen °°°Anne Dekerk°°°
Voor de eerste keer richtte de redactie van Etcetera, samen met 33 gespecialiseerde gasten, een werkgroep op rond het thema van dit nummer. Bij elke sessie vielen vooral de inventieve termen op die gebruikt worden in de praktijk en de theorie rond ruimte en architectuur. Schuimige blobs en blurs vallen in de plooien van het huidige fluïde architecturale discours. Meestal gaat het om concepten die het organische en dynamische karakter van de huidige architectuur (of wereld) willen duiden.
De uitgelezen aanleiding voor een luchtig lexicon doorheen dit nummer.
Schuim ‘Denken in schuim is navigeren op labiele stromen.' Schuim is cappuccino, kwantumschuim, scheerschuim, schuimplastic, (mythisch) zeeschuim, antiterrorismeschuim... Tevens bestaat er een schuimwetenschap omdat de werking en transformaties van schuim nog steeds in nevelen zijn gehuld. Wanneer we het hebben over de Duitse filosoof Peter Sloterdijk en zijn befaamde literair-filosofische sferentrilogie kunnen we spreken van ‘schuimduiding'. Sloterdijk treedt hier op als een jongleur met ballen, bollen, bellen, kogels, globes en schuim. Hij gaat in de aanval tegen het moderne en loodzware conservatisme en houdt een pleidooi voor anti-gravitationele krachten, voor het lichte en lichtzinnige. Een soort ‘kosmonautisch' denken en een vergaande extatische vertelling van de menselijke leef- en woongewoonten met als leidraad de vraag: 'Waar zijn we als we in de wereld zijn?' Hij vertrekt in het eerste deel bij bellen, als microsferologische
en intieme ruimten, werkt dit uit naar het macrosferologisch niveau van de globes van de globalisering, en belandt bij het polysferolog che schuim als duiding van de hedendaagse existentie. We leven niet meer in of op bollen, bellen en globes, maar onze huidige situatie
is er één van ‘voortschrijdende verschuiming'. Schuim staat voor fragiliteit, individualisme en pluralisme. Een soort veelkamersysteem met wanden die tegelijk gedeeld worden en opdelen, die zowel binden als scheiden. Agglomeraties
van zeepbellen met een hoge dichtheid, die volgens de structurerende principes van co-fragiliteit en co-isolatie imploderen of exploderen: ‘stabiliteit door liquiditeit'. De mens vindt zichzelf steeds opnieuw uit en Sloterdijk komt tot de euforische conclusie dat totalitarisme op die manier onmogelijk wordt, vermits zo veel veranderlijke krachten weerstand bieden tegen de kracht van het overkoepelende geheel. ‘Wie de lucht verovert, moet lang genoeg over vliegen hebben gedroomd.' De galactische schuimstructuur waarin we leven is geen universum, maar een steeds veranderend multiversum van tegen mekaar aan duwende zeepbellen. Een mens bewoont tegelijk vele verschillende en veranderlijke bellen: gaande van de eigen wereld waarin je postzegels verzamelt tot de verschillende woon- en werkkringen waarin we ons bewegen; ons nomadisch bestaan en onze vele uitstulpingen in het virtuele...
New babylon New Babylon is een project van kunstenaar Constant Anton Nieuwenhuys. Vanaf 1956 presenteerde hij onderdelen van dit utopisch plan voor de stad van de toekomst in de vorm van schilderijen, constructies, maquettes, schetsen... De productie in New Babylon is volledig geautomatiseerd en bevindt zich bij voorkeur ondergronds. De basiselementen van de stad zijn sectoren. Deze worden op mekaar aangesloten tot een netvormige structuur. Natuur (of resten ervan) wordt door de bebouwing
ingesloten. De sectoren bevinden zich zestien meter boven de grond zodat de bodem vrij is voor snelverkeer. Binnen de sectoren zijn op verschillende niveaus vloeren gebouwd die met behulp van lichte mobiele constructie-elementen in kleinere ruimtes kunnen worden opgedeeld. Bovenop de sectoren zijn er terrassen die kunnen dienen als promenade of landingsbaan, helihaven of sportveld. De mens doolt rond in New Babylon als hypermobiele homo ludens, een ‘creatieve dopper' die thuisloos ronddoolt in een steeds veranderend labyrint waarin alle ruimte collectief en tijdelijk is: een continue hersenspoeling. Op latere leeftijd ging Constant twijfelen aan deze extreem doorgedreven vrijheid, thuisloosheid en desoriëntatie, in de vrees dat een dergelijke onbepaaldheid wel eens tot bloederige taferelen zou kunnen leiden.
Blur building Artistiek architecturaal project van Elisabeth Diller en Richard Scofidio (2002) waarbij ze boven het Zwitserse Neuchatelmeer een ‘wolkgebouw' creëerden. Met een sproeisysteem van duizenden microverstuivers en een interactief computersysteem wordt de nevel gereguleerd naargelang de klimatologische omstandigheden. Hiermee creëerden ze letterlijk een vloeibare architectuur die gesynchroniseerd is met de omgeving en ook met de mens die erin beweegt. In het oorspronkelijke idee kregen de bezoekers een braincoat aan, die hun niet enkel tegen de vochtige omgeving beschermde, maar ook data opsloeg en interageerde met het computersysteem waardoor het licht of de mistdichtheid veranderde. De braincoats moesten ook van kleur verschieten in de nabijheid van de andere bezoekers, waardoor duidelijk werd of de data van de één correspondeerde met de data van de ander. De regenjasjes haalden de uiteindelijke uitvoering echter niet. Bij de Blur Building is de architectuur een ongedefinieerde mist, een wolk die onze materiële en visuele verwachtingen ten aanzien van architectuur verstoort en herdefinieert. Waar we gewoonlijk onze beweging afstemmen op de materialiteit van de architectuur, gaan beweging en veranderlijkheid hier de architecturale perceptie vooraf.
meer wollige architectuurtermen:p 57/73
www.henryk-broder.de
© Diller scofidio
www.digi-school.nl