Archief Etcetera


Edito



Edito

het theater in de stad, het podium met permeabele wanden, het kunstencentrum als marktplaats: theaterarchitectuur kiest vandaag niet meer voor knusse exclusiviteit. Weg met de mondaine theaterbeleving van de hoogopgeleide middenklasser, theater is voor iedereen. Niemand spendeert nog uren aan het uitkiezen van zijn garderobe om in een rijkelijk versierde foyer het spel van kijken en bekeken worden te spelen, of het zou die ene koppige operaganger moeten zijn bij een première in de Munt. Hedendaagse theaters hebben elk hun eigen karakter, maar zoeken vooral naar een manier om de artistieke functies van hun huis te koppelen aan de creatie van sociale mobiliteit: het huis is niet enkel open voor publiek tijdens de voorstellingsuren, maar functioneert ook als café of fuifzaal, restaurant, hang-out of workshopplek.

de sociale functie van het theater is dus lichtelijk herschreven. Het theater was altijd al een plek van ontmoeting, en theatergebouwen waren er op gericht deze ontmoeting zo duidelijk mogelijk te reguleren en te choreograferen. In glamoureuzere tijden begon de voorstelling al lang voor je de werkelijke theaterruimte binnenstapte, in een flamboyant steekspel van sociale etiquette en gekruiste blikken. Maar dit theater concentreerde zich wel, ruimtelijk, rond

de zaal waar de uiteindelijke voorstelling zou plaatsvinden. Vandaag nodigt de theaterruimte uit tot een heel ander gebruik. Van de klassieke foyer is in de meeste theaters niet veel meer over. De antechambre van het theater is verdwenen als sluis tussen het straatleven en het ‘werkelijke' theater. Meestal is ze vervangen door de veel wereldsere plek van het café of de cafetaria. Hier wordt in de meeste gevallen geen verschil meer gemaakt tussen de theaterganger en de toevallige tooghanger. En er wordt hard gewerkt om de laatste restjes ‘exclusiviteit' van de theatrale beleving af te schrapen.

met andere woorden: het theater is vanonder zijn stolp gekropen. De Duitse filosoof Peter Sloterdijk spreekt in zijn magistrale epos ‘Sferen' over de hedendaagse leefconditie als ‘schuim'. In tegenstelling tot de ‘bellen', waarin je een individuele wereldvisie kon ontwikkelen, onafhankelijk van storende invloeden, en de ‘globes' waarin deze visies geconsolideerd worden tot éénduidige discoursen, duidelijk afgebakend van inmenging van buitenaf, is het schuim een veel veranderlijker vorm van ‘co-isolement'. Schuim kent geen vaste afmetingen, en de afzonderlijke ‘bellen' waaruit het is opgebouwd, delen dezelfde wanden, bovendien lossen bellen op, en worden er andere aangemaakt volgens een compleet anarchistisch samenspel van invloeden. In

de ‘schuimconditie' is het misschien inderdaad tijd om de zeepbel van het theater te verlaten, en te gaan kijken op welke manier deze theaterbel communiceert met de omliggende ruimtes.

dit is een onderzoek dat Etcetera in dit nummer probeert te voeren: hoe communiceert het theater, de performance, de choreografie met een buitenwereld? Hoe wordt die buitenwereld gereflecteerd in het theater? Maar ook, hoe theatraal is die buitenwereld zelf? Ook in dit nummer hebben we die tweedeling letterlijk genomen. Naast een onderzoek naar hedendaagse theaterarchitectuur in Brussel en Vlaanderen, staat ook een ‘Pleidooi voor de oncreatieve stad', of een analyse van de virtuele ruimte. Naast een Berlijnse enquête naar de ‘ideale tuimte van de kunstenaar', staat een tekst over de niet-plaatsen in de architectuur: die

© David Bergé, uit de reeks: Theatergoers, Vienna



plekken die uitnodigen tot subversief gedrag, tot het in vraag stellen van de dagelijkse orde. We kijken naar de problematische invulling van het begrip ‘polyvalente ruimte' in artistieke creatie, en naar het al even dogmatische adagio van de ‘creatieve stad'. Of met andere woorden, we gaan op zoek naar de manier waarop ruimte, en de compositie van ruimte, onze handelingen choreografeert en performatief maakt.

volgens filosoof Brian Massumi is dit de definitie van wat een ruimte ‘virtueel' maakt: het feit dat ze gaat leven vanuit de beweging van de gebruikers. Hedendaagse architectuur is voor hem niet af, of definitief, en niet

meer dan een intuïtieve stolling van een proces in volle beweging. Het is deze beweging die in het gebruik van het gebouw wordt doorgezet, en iedere keer weer een andere perceptie oplevert van de omgeving waarin je je bevindt. De virtualiteit van de ruimte zit dus verborgen in de beweging van de gebruiker, die een constante toeschouwer is van zijn omgeving. Het is een ruimte die iedere keer weer een andere beleving mogelijk maakt.

een project dat op het vlak van ‘beweeglijkheid'

nog steeds bijzonder radicaal lijkt is het ‘New Babylon'- project van siuationist Constant (zie ook glossarium): een collectieve leefwereld, met verplaatsbare wanden, die aan constante verandering onderhevig is: elke muur wordt gedeeld met de andere burgers, en is niet meer dan een provisoire begrenzing die elk moment kan worden doorbroken. In een dergelijke leefwereld draait het hele bestaan om het in vraag stellen van deze grenzen, om het constante bewustzijn van de manier waarop je je wereld inricht of laat inrichten, over de grenzen die je stelt of gesteld wilt zien. Het is een extreem architectuurprogramma dat elke vorm van exclusiviteit onmogelijk maakt, en voortdurend performant blijft: aan de bewoners wordt een constante alertheid gevraagd voor hun omgeving, een bewustzijn van ruimte en circulatie, van hun mobiliteit en verantwoordelijkheid. Een dergelijke utopie is even onmenselijk als theatraal.

Het maakt elk van zijn bewoners tot de performer van zijn eigen leven. De constructies waren ook, hoog in de lucht en opgetrokken uit glas, poppenkasten, theaters van het leven. Alleen werden er geen toeschouwers voorzien aan de buitenkant. New Babylon torende heel alleen uit boven het allesverbindende verkeersnetwerk.

in deze Etcetera staat de ‘performatieve ruimte' centraal: architectuur die je in beweging brengt. Die je leven choreografeert of je artistieke productie bepaalt. We zoeken naar het theater dat in beweging is. Letterlijk, zoals in het The Theatre-project van Tor Lindstrand. Of, en daarin is het theater dan toch nog niks veranderd, in het diepst van je gedachten.

In de ‘schuimconditie' is het misschien tijd om de zeepbel van het theater te verlaten, en te gaan kijken op welke manier deze theaterbel communiceert met de


Development and design by LETTERWERK