Archief Etcetera


COLUMN: Avant Gardner



COLUMN: Avant Gardner

De storm over het elitaire (of was het nu weer pseudo-elitaire?) karakter van ons Vlaamsch theater is nog niet lauw, of Etcetera wrijft de wijsvingers over elkaar gelijk een ondeugend kind: laten we het eens hebben over de avant-garde in de podiumkunsten en wat deze term vandaag de dag nog kan betekenen!

Bij avant-garde denk ik aan ‘s werelds mooiste vrouw die gehuld in matadorpak illustere stieren aan haar degen reeg. Zonder lap, maar met behulp van een rode loper vloerde ze hen in de schijnwerpers. Dyslexie moet een vreselijke ziekte zijn, maar het is een welkome remedie tegen een zo gratuit en misbruikt substantief als avant-garde. Ava Gardner was trouwens een succesvolle Hollywoodactrice en is dus per definitie te wantrouwen naar ‘standaard' avant-garde normen. Want succes betekent meeheulen met de commerce, voetslaaf van de smaak van de massa. Willem Elsschot zei het al: ‘Smaak is geen kwestie van meerderheid.' Eigenlijk had hij een kat een kat moeten noemen en zeggen ‘de massa getuigt niet van goede smaak, want ze begrijpt ze niet.'

Daarom wordt het woord ‘avant-garde' zo graag gebruikt en scandeert de intellectueel en/of de zelfingenomene luid: ‘Hoe u dat nou niet ziet, deze kunstenaar is zijn tijd vooruit!' Omdat avant-garde één van die predikaten is waarvan de waarde afstraalt op degene die het label opkleeft. Omdat wie benoemt de sleep mag dragen van de door hem gekroonde koning van de revolutionaire vernieuwing. In die zin is ‘avant-garde' altijd een term van slippendragers geweest.

Daarom wantrouw ik dat woord: omdat het zo vaak misbruikt wordt als schaamlap voor al wat onbegrijpelijk is. Omdat ik een kunstenaar gerust wil vragen: kan u mij eens een concreet voorbeeld geven? Omdat kunst nooit gemakkelijk kauwen is voor wie de smaak nog vreemd is.

Omdat ik er te pas en te onpas mee om de oren ben geslagen, weet ik eigenlijk bijgod niet meer wat avant-garde is. Ja, ik kan mij een vaag beeld vormen van een furieuze Marinetti die daken van bibliotheken en musea beklom en er furieus schuddend met zijn Futuristisch Manifest van leer trok tegen de mummificerende instituten, die doodgravers van een levende kunst. Althans, zo heb ik me het ontstaan van het futurisme altijd graag voorgesteld, met een Batman-annex-‘Back to the Future'-professor op kop. De realiteit ontgoochelt: Marinetti was een kalend mannetje met een bolhoed en een strikje.

Het moet 1993 geweest zijn toen uitgerekend een instituut –de Nederlandse Raad voor de Kunst– twee schrijvers, Rob de Graaf en Cyriel Offermans, vroeg een lezing te houden over de status van de avant-garde. Nou moe! Daar zou Marinetti zo'n 85 jaar na dato mooi hebben staan blinken, met zijn pamflet in de ene hand en een aansteker in de andere. The times they are a-changing –wat de geschiedenis u ook probeert wijs te maken. De populariteit van de term is zowaar zijn betekenis voorbij gehold.

Avant-garde is een strijdterm die stamt uit de Franse Revolutie en betekent voorhoede. In eerste instantie impliceert dit dus een stellingname. Maar tegen wat of wie moet vandaag stelling genomen worden? Tegen de ‘traditionele' gevestigde waarden in de kunst? Dat zou nogal een schimmengevecht opleveren! Tegen wie zouden we ten strijde moeten trekken? ‘Instituten' als NTGent, Het Toneelhuis en de KVS? Zijn dat onze gevreesde Goliaths: Johan Simons van ZT/Hollandia die –naast gevestigde waarden– ook de jonge meute van Wunderbaum (vroeger, Jonghollandia) meebrengt naar het Gentse stadstheater? Guy Cassiers, de vernieuwer van het rotheater, plus de zes jonge honden die hij in de Bourla in huis neemt? En een multiculturele denktank waar jonge regisseurs als Raven Ruëll, de zwarte podiumkunstenaars van Green Light en voormalige leden van Dito'Dito, toch allerminst een instituut, in zitten? Laten we wel wezen: er staat maar weinig artistieke tegenstand op het podiumkunstenveld. Of het zou het Echt Antwaarps Teater moeten zijn. Lijkt me eerder een David dan een Goliath.

Maar zoals de Bijbel heeft onderwezen: David won. Daarom is het dat niet de avant-garde binnen de kunst maar wel de kunst als avant-garde vandaag een grotere relevantie heeft. Een voorhoedegevecht tegen de politieke en economische uitwassen van onze maatschappij. Alleen heeft dat spelletje Stratego tot nog toe weinig spanning op het middenveld opgeleverd. Of om het even bijzonder ongenuanceerd te stellen: het overgrote deel van de kunstenaars (én hun publiek) is links, de maatschappij wordt alsmaar rechtser. Vraag ik me dan af: is de avant-garde niet als denkwijze, maar als strijdvorm nog wel efficiënt? Of smokkelen we niet beter een paard in Troje binnen, gelijk de Grieken? Als Gerard Mortier Gent écht zo graag ziet en wil stelling nemen tegen rechts, moet hij dat dan doen door bommetjes te werpen naar de Vlaamse Opera vanuit zijn loopgraven aan de Krook? Alwaar hij, is het niet door het vijandige leger, nog eerder door zijn bondgenoten dreigt vergiftigd te worden wegens te ambitieus? Moet elke veteranenmedaille zoveel geld kosten? Of zou Mortier, los van grieven en persoonlijke vetes, op een andere manier kunnen anticiperen op zijn kritiek in verband met dat ‘traditionele' bastion? De Vlaamse Opera heeft een Antwerpse en Gentse pijler; waarom zou niet één van beide dat intercultureel alternatief muziekplatform kunnen zijn of mee bepalen?

De avant-garde is geen orakel met een glazen bol, maar houdt de vingers aan de pols en kan daarom, als een goede geneesheer, de symptomen interpreteren. Ze zegt wat we kunnen vrezen of hopen. En als ze dat niet doet, is er nog altijd Hollywood om ons daaraan te herinneren met een zoete komedie die als port op een luie zondag binnenloopt: de film Three Men and a Little Lady. Het dochtertje, dat bij haar mamma en mamma's drie mannen woont (een zelfs naar huidige normen behoorlijk vooruitstrevende gezinssituatie), moet pa Steve Guttenberg helpen kiezen tussen drie dassen. De eerste, met carreautjes, is te oubollig, de derde, met een hip abstract patroon à la Servranckx, draagt de voorkeur weg. De tweede das blijft in de kast wegens ‘too avant-garde': de das is geel, met palmboompjes op. Was het niet Ava Gardner die fijntjes opmerkte: ‘Deep down I'm very superficial'?

Liv Laveyne


Development and design by LETTERWERK