Archief Etcetera


Kunsteducatie, een nieuw Babel?: Een lezersbrief in antwoord op het artikel van Marleen Baeten in Etcetera 89, december 2003



Kunsteducatie, een nieuw Babel?: Een lezersbrief in antwoord op het artikel van Marleen Baeten in Etcetera 89, december 2003

Kunsteducatie, een nieuw Babel?...

EEN LEZERSBRIEF IN ANTWOORD OP HET ARTIKEL VAN MARLEEN BAETEN IN ETCETERA 89, DECEMBER 2003

De keuze van Etcetera om in te zoomen op kunsteducatie werd in het decembernummer (nr.89) afgerond met een kritische blik op de sector. Allereerst wil ik toejuichen dat Etcetera zo lang en uitvoerig stilstaat bij de kunsteducatie. Marleen Baeten wil in dit laatste artikel 'een palet schetsen van mogelijke benaderingen en het debat laten uitstijgen boven concrete initiatieven'.

In de kern van het artikel worden pertinente vaststellingen gedaan: kunsteducatie heeft baat bij trajectwerking, kunsteducatie heeft nood aan communicatie, exploratie, netwerking en vooral aan globale visieontwikkeling. Spijtig genoeg gaat de tekst voorbij aan de realiteit die zich vanuit de binnenkant van de kunsteducatie blijkbaar anders aandient dan daarbuiten. Sta me toe om daar even bij stil te staan.

Babylon

Het artikel getuigt, nog maar eens, van een steeds weerkerend pijnpunt: kunst en onderwijs verhouden zich tot mekaar als Nederlands en Chinees: het zijn totaal verschillende talen, met elk zijn apart jargon, zijn eigen structuren, wetmatigheden en regelgevingen. Tussen kunst en onderwijs bestaat een stevige spraakverwarring die communicatie babylonisch maakt.

Kunsteducatie wil de brug leggen tussen kunst en onderwijs en ontplooit zich als volwaardig autonome speler in het veld. De transparantie van begrippen, structuren, wetgeving wordt er bijgevolg niet beter op. Een heldere communicatie en empathie voor het 'andere'

werkveld zouden minder commotie en meer verstandhouding teweeg kunnen brengen...

Parameters

Marleen Baeten scheert in haar artikel projecten en werkingen qua doelen en doelgroep allemaal over één kam. Als er nu iets wezenlijk is voor de kwaliteit van kunsteducatie, dan is het wel dat initiatieven op maat van de specifieke doelgroep en volgens duidelijke doelen worden uitgezet. Een initiatief voor kinderen van de lagere school leggen naast een evenement voor kunstzinnige jongeren in de vrije tijd is als appelen met peren vergelijken.

De gehanteerde methodieken in schooltijd en vrije tijd zijn voor een deel dezelfde. Door de context, maar ook door de verschillen in beginsituatie en doelen, kunnen normering en beoordeling niet volgens dezelfde parameters gebeuren. Het is ook onzinnig en weinig opbouwend om dat te doen.

Kunsteducatie in schooltijd wil alle kinderen de kans geven om kennis te maken met kunst en hun persoonlijke kunstzinnige beleving. Het wil codes aanbrengen bij kinderen en jongeren die er anders, van thuis uit, niet of nauwelijks mee in aanraking komen. Het wil leraren aansporen om de creativiteit bij zichzelf en bij hun leerlingen te ontwikkelen. Kunsteducatie in de vrije tijd gaat er daarentegen van uit dat de kinderen en jongeren zélf kiezen of ze al dan niet deelnemen. Het wil kinderen en jongeren bekwamen en ondersteunen in hun kunstzinnige

of creatieve ontplooiing. Kunsteducatie in de vrije tijd kan de lat, zowel inhoudelijk als technisch, veel hoger leggen. Bij de meting van initiatieven is het wezenlijk om dat voor ogen te houden.

Diversiteit

We hebben allemaal zo de mond vol van diversiteit en doelgroepen. Wat de kunsteducatie, net als het onderwijs trouwens, ten goede kenmerkt, is dat vanuit pedagogisch/filosofisch/didactische hoek gerespecteerde modellen ontwikkeld zijn die toelaten om het publiek diverse én verantwoorde, op maat ontworpen programma's aan te bieden. Kunsteducatie erkent duidelijk de diversiteit van het publiek door bewust en gedifferentieerd om te gaan met leerstijlen, leerprocessen en leeftijdsgebonden ontwikkelingen. Het aanbrengen

ZOEKT:

ARTISTIEK

LEIDER

van codes staat er evenwaardig naast een actieve dramasessie, een receptieve lezing of een interactieve rondleiding.

Binnen de kunsten wordt vaak neergekeken op de methodes die de kunsteducatie hanteert. Het komt echter ook de kunsten ten goede als het publiek de kans krijgt om op individuele wijze kunst te beleven. Kan het de kunsteducatie gegund worden om van diversiteit een doel van te maken?

Informeel

Marleen Baeten houdt een pleidooi voor informele kunsteducatie in het onderwijs. Ze trekt in twijfel of de inbreng van actieve kunsteducatie vanuit buitenstaande organisaties in het onderwijs een oplossing is. Het spreekt vanzelf dat kinderen geïnspireerd zijn door een leraar die hen op informele en

Dogtroep is een multidisciplinair theatergezelschap dat vanuit de kracht van de verbeelding optreedt op vitale plekken in de samenleving, voor meer info: wvuw.dagtraep.nl

Brieven inclusief motivatie en cv vóór 16 april 2004 richten aan: Dogtroep, sollicitatiecommissie artistiek leider, postbus 15098, 1001 MB Amsterdam, Nederland

etcetera 91 ()()() 67



bevlogen wijze laat kennis maken met de kunsten en met kunstzinnige impulsen. Natuurlijk mogen we verwachten dat leraren zelf thuis zijn in de reflectieve, dramaturgische, kunsthistorische, pedagogische methodieken en de leerlingen daarin begeleiden. Maar het is net omdat we er intussen achter zijn dat leerprocessen via diverse leerstijlen gebeuren dat de actieve kunsteducatie haar plek hoort te krijgen in het onderwijs. Kunsteducatie heeft expliciet recht van spreken in het onderwijs sinds in 1997 de eindtermen muzische vorming voor het lager onderwijs werden ingevoerd, maar uit bevraging blijkt het als laatste item de leerplannen en agenda's van het onderwijs te vullen. Methodieken uit de actieve kunsteducatie worden in de lerarenopleidingen tot nu toe eerder stiefmoederlijk behandeld. Tijdens een initiatief als Ho'-Bo, van 1997 tot 2000 georganiseerd door Bronks en Kunst in

Zicht, bleek duidelijk dat er vraag was naar extra vorming voor lectoren van de lerarenopleiding op dat vlak. Hoe kunnen we verwachten dat leraren in de klas deze werkwijzen al hebben leren toepassen, als hun eigen lectoren daarin nog zoekende zijn? Organisaties die zich toespitsen op de actieve kunsteducatie doen dit niet om de leraren te wijzen op hun tekorten, maar doen dit in vele gevallen op vraag van de leraren die juist voelen dat ze met voorbeelden van buitenaf zelf verder komen en hun klasgroepen een meerwaarde aanbieden. Het negatief beoordelen van deze initiatieven gebeurt in het decembernummer van Etcetera, mijns inziens, vanuit een gebrek aan realiteitszin over het onderwijs. Tussen de lijnen valt te lezen dat Marleen Baeten vooropstelt dat elke leerkracht van kunsteducatie een prioriteit dient te maken. De realiteit is anders: leraren zijn door hun toenemende taakbelasting vragende par-

tij om kunstdocenten in de klas aan het werk te zetten. Zie hiervoor trouwens ook wat de CanonCultuurcel doet. Zou het Departement Onderwijs zoveel energie steken in de ondersteuning van leraren bij de realisatie van de muzische en kunstzinnige vorming als die leraren er geen nood aan hebben?

Overleg en empathie

In plaats van ervan uit te gaan dat elk kind en elke leerkracht tot de Kunsten bekeerd moeten worden, zou het als conclusie van een reeks over kunsteducatie realistischer en opbouwender zijn geweest om het debat over kunsteducatie te spijzen vanuit de meerwaarde van wat kunst, cultuur en onderwijs samenbrengt. Via het artikel in Etcetera is opnieuw schrijnend voelbaar hoe de sector van de kunsten de kunsteducatie nog niet au sérieux neemt. De grootste pijnpunten bevinden zich niet in de keuzes of kwalitei-

ten van bepaalde initiatieven. Ze laten zich voelen in het niet op gang komen van de communicatie tussen kunst, kunsteducatie en onderwijs. Ze worden zichtbaar in het gebrekkige overleg en in het naast mekaar blijven praten van de verschillende partners. Het debat over kunsteducatie, dat trouwens niet echt een plek heeft om gevoerd te worden, heeft nood aan opbouwend overleg, aan gezamenlijke doelen en aan ruime empathie. Sectoren die zichzelf au sérieux nemen zouden, met respect voor eigenheid en diversiteit, kunnen komen tot een gezamenlijke en onderbouwde visieontwikkeling, kwaliteitsbewaking en opbouwend kritische zin.

Een pijnlijke realiteit. Een gemiste kans.

Leen Thielemans februari 2004

HOLLHNDIH

RICHHRDII

Richard III van William Shakespeare is de incarnatie van het Kwaad. Regisseur Johan Simons verlegt het perspectief naar Richards moeder, die onontkoombaar van hem blijft houden.

In de bewerking van Peter Verhelst strijden Richards machtwellust en grenzeloze geweldadigheid met het streven naar een nieuwe, zuivere wereld en het verlangen naar liefde.

spel_Aus Greidanus Jr, Fedja van Huêt, Frank Lammers, Hadewych Minis, Frieda Pitloors e.a. muziek_Veenstudio

Mei 2004

ma 3 en di 4 Antwerpen^Hef Toneelhuis +32 3 2248844 do 6 en vr 7 Gent_Vooruit +32 9 2672828 di 25 Hasselt_Cultureel Centrum +32 11 229933

richard.zthollandia.nl

met repetitiedagboek en webcam


Development and design by LETTERWERK