The medium is not the message: Performance in de beeldende kunst
The medium is not the message
PERFORMANCE IN DE BEELDENDE KUNST
Jeroen Laureyns
Lichaam en beeld
Ze concentreert zich en herhaalt het eerste deel van de performance, terwijl ze dit op de tweede bandrecorder opneemt. Ze neemt de messen opnieuw in dezelfde volgorde vast, ze volgt hetzelfde ritme en snijdt zich op dezelfde plaatsen. Op het einde van de performance luistert ze naar de tweede opname en gaat weg. De performance
Bonn, 1999-2000. Louise Bourgeois 1911) maakt voor de tentoonstelling
De figuur houdt zich recht met een oude kruk. Het rechterbeen ontbreekt en is vervangen door een ouderwets, houten been. Het is een beeld dat Louise Bourgeois inzond voor een tentoonstelling die de overgang naar het derde millennium wou begeleiden. Een beeld van
Ik begin deze uiteenzetting over performance in de beeldende kunst opzettelijk met een juxtapositie van een klassieke performance en een klassiek beeldhouwwerk. Ik doe dit om meteen een misverstand uit de weg te ruimen: tus-
sen het medium performance en het medium beeldhouwkunst is het verschil minder relevant dan men op het eerste gezicht zou denken. Het is een vormverschil dat niet onbelangrijk is, maar waar men zich niet blind op mag staren.
Wie de beelden van lichamen liefheeft in plaats van de lichamen, komt in de ijswoestijnen van een zinnen- en zinloze wereld terecht. (
Datzelfde geldt voor de verschillende contexten waarin een performance kan plaatsvinden: op zoek gaan naar een wezenlijk verschil tussen een performance in een theater en een performance in een museum, lijkt mij onzinnig. Het verschil tussen beide wordt letterlijk over de hoofden van de performers heen vastgelegd. Een performance in een theater zou tot het domein van het theater behoren, een performance in een museum tot het domein van de beeldende kunsten. Dat is met andere woorden veeleer een institutioneel dan een ontologisch verschil. Ontologisch gezien loopt er geen scheidingslijn tussen een performance uit de theaterwereld en één uit de wereld van de beeldende kunst.
Ook de redenering die schuilgaat achter de uitspraak 'in performance wordt de beeldende kunst theater', zou ons op een dwaalspoor kunnen brengen. Het klopt dat er in het performance-medium eigenschappen worden overgenomen die eerder typerend zijn voor een theaterstuk. De beperkte duur van een performance bijvoorbeeld, staat in schril contrast met de eeuwigheidsaanspraak van de beeldende kunsten. Wie
de opvatting toegedaan is dat een kunstwerk de beperkte tijd van minstens een generatie moet overstijgen, kan performance dan ook gemakkelijk als 'dit is geen kunst' van de hand doen en zeggen 'dit is theater'. Dat doet echter niets af aan het feit dat het medium performance zich wel degelijk een plaats heeft opgeëist binnen de beeldende kunsten.
Terug naar
Geen van beide kunstenaressen slaagt er in om met de pijn die in haar leeft om te gaan. Zij voelen de noodzaak om die pijn opnieuw te belichamen. In het werk van Bourgeois speelt die belichaming zich op een figuurlijk niveau af. In het werk van Abramovic krijgt die belichaming vrij letterlijk vorm. Het dualisme dat echter in deze beeldspraak 'letterlijk-figuurlijk' opduikt is hinderlijk omdat het opnieuw een tegenstelling introduceert die we net hebben proberen te ver-
19
mijden. We hebben nood aan een ander vocabularium en een ander wereldbeeld om uit deze impasse te geraken.
Het boek
en ruimte tot ons lichaam verhouden; zij sturen tegelijkertijd onze lichaamservaring.
In de beeldantropologie van
Wat deze relatie lichamelijkheid-kunst betreft: op het verwijt dat veel postmoderne kunst
obsessief bezig is met het menselijk lichaam, zou men kunnen antwoorden dat, samen met het verdwijnen van het menselijke lichaam in de abstracte kunst, ook de obsessie voor het menselijk lichaam verdwenen is. Wanneer echter elk beeld een bepaalde lichaamservaring weerspiegelt, dan is dat ook in de abstracte kunst het geval. Vanuit beeldantropologische hoek bekeken, is alleen de verhouding van het menselijk lichaam tot het beeld veranderd. Het lichaam verdwijnt dus nooit uit beeld.
In de heersende opvatting over wat beelden zijn, wordt er doorgaans een scherpe grens getrokken tussen lichaam en beeld. Een beeld is dode materie, een ding zonder menselijke eigenschappen. Het ding kan dus ook niet tot ons spreken. Vanuit dit standpunt is het quasi onmogelijk om de wisselwerking die er tussen beelden en lichamen bestaat, te bespreken. Binnen deze opvatting maakt een menselijk lichaam beelden, maar kan een beeld geen menselijk lichaam maken. Nochtans valt dit laatste moeilijk te ontkennen. Het beeldverbod uit het jodendom en de islam en de strijd tussen iconofielen en iconoclasten, suggereert dat de mens allang weet dat beelden ook menselijke lichamen maken. Niet in de strikt fysieke zin, maar wel op het niveau van de ervaring en beleving van het menselijk lichaam.
Vanuit een pre-rationeel wereldbeeld is de relatie tussen lichaam en beeld wederkerig. In een animistische omgang met beelden, waar aan beelden menselijke eigenschappen worden toegedicht, is er geen sprake van een eenrichtingsverkeer tussen lichamen en beelden: de lichamen communiceren met de beelden en vice versa. Binnen een rationeel denkkader kunnen de beelden alleen tot de lichamen spreken door middel van een suspension of riisbelief.
Terug naar Bourgeois en Abramovic. Terug ook naar het vormelijk conflict. Het is duidelijk dat Bourgeois niet in haar eigen lichaam snijdt. Abramovic doet dat wel. Vanuit een beeldantro-pologisch perspectief bekeken, staan de pop van Bourgeois en het lichaam van Abramovic, als medium en drager van een beeld, echter op gelijke hoogte. Volgens de beeldantropologie is de idee dat beelden in de kunst vast verbonden zijn aan bepaalde media een achterhaalde stelling. Het inzicht dat na
De obsessieve vraag 'wat is kunst?' wordt hier niet gesteld. De vraag of de performance van Abramovic ook kunst kan zijn is hier evenmin relevant. Het is wel interessant om na te gaan welke verhouding er tussen de beelden en het men-
20
O O O etcetera 87
selijk lichaam in het werk van Abramovic en Bourgeois werkzaam is.
Op het moment dat wij ons identificeren met het werk van Bourgeois en Abramovic, vallen de meeste verschillen weg. De grenzen tussen lichaam en beelden worden in een identificatieproces met een kunstwerk overschreden. Men kan moeilijk het animistische karakter in het werk van Bourgeois ontkennen. Het zijn beelden die haar pijn belichamen en door bezieling tot leven worden gewekt in de meest primitieve betekenis van het woord. Vanuit animistisch standpunt is het snijden in het lichaam van liet beeld van Bourgeois even dramatisch als liet snijden van Abramovic in haar eigen lichaam. Het feit dat wij het snijden bij Abramovic als provocerend ervaren heeft vooral te maken met onze opvatting over het menselijk lichaam, dat wij op dit moment van de menselijke geschiedenis vaak meer als beeld dan als lichaam ervaren. Het snijden in een menselijk lichaam wordt maatschappelijk getolereerd en verder ontwikkeld onder de vorm van plastische chirurgie. Maar dit snijden heeft tot doel het lichaam als beeld 'mooier' te maken. Wanneer het snijden in een menselijk lichaam niét deze 'verbetering' tot doel heeft, zoals bij Abramovic, treedt het taboe op de voorgrond.
Diogenes als eerste performer
Performance is geen uitvinding van de moderne kunst. Performance is bijgevolg geen ziekte van de moderne tijd. Tussen wat Abramovic doet en wat flagellanten in de
Een dankbare figuur om het fenomeen van performance historische wortels te geven, is de
cynicus is grof wanneer men de opvatting hanteert dat een mens een beschaafd wezen dient te zijn. De heersende normen zijn dan ook liet eerste doelwit van de cynische filosoof.
Vandaar ook dat de performances van
Om de waarde van het cynisme te onderstrepen maken zowel
Het filosofisch cynisme is grof, maar in wezen onschuldig. Op een bepaald moment gaat Diogenes bij klaarlichte dag op stap met een lantaarn. Wanneer men hem vraagt wat hij doet, antwoordt hij op zoek te zijn naar mensen. Volgens nog een andere anekdote riep Diogenes ooit luidop: 'Mensen, mensen!' De mensen die op hem toe kwamen gesneld, onthaalde hij op een resem stokslagen, met de woorden: 'Mensen riep ik, geen dieren.'
Het karakter van de filosofie van Diogenes berust op performance-kwaliteiten. Het gaat om een niet-verfijnde, niet-talige, fysieke, tijdelijke en individualistische vorm die als drager van een boodschap gekozen wordt. Het individualistisch karakter ervan is belangrijk om het
onderscheid te kunnen handhaven met
Performance als uiting van een zintuiglijk bewustzijn
In het essay van de catalogus
Vanaf
In zijn analytisch-filosofische visie gaat de Duve niet zo ver dat hij het object animistische kwaliteiten toebedeelt. De kloof tussen het object en de toeschouwer blijft in wezen bestaan. Nochtans is het verleidelijk om in deze ommeslag een anti-rationalistische en anti-cartesiaanse ontwikkeling te zien. Van een rationalisme naar een moderne vorm van animisme.
In het boek Met open zinnen, natuur, landschap, aarde ontwikkelt de
21
menologie aan de kaak zal stellen: 'La science manipule les choses, mais renonce a les habiter.'
Een wezenlijk kenmerk van het fenomeen performance bestaat erin dat zij als kunstwerk enkel bestaat op het moment dat zij opgevoerd wordt. Een oordeel vellen over een performance zonder aanwezig te zijn geweest, komt op hetzelfde neer als oordelen over een kunstwerk dat men nooit gezien heeft (zelfs niet via een reproductie). Een performance is in principe niet-reproduceerbaar. Foto's, video's en andere hulpmiddelen zijn slechts documenten die getuigenis afleggen van wat er geweest is, maar niet met de performance zelf kunnen verwisseld worden, zoals
Een andere
In mijn definitie van een performance gaat het dus niet enkel en alleen om het feit dat het
een kunstvorm is die het menselijk lichaam als medium gebruikt; het gaat er vooral ook om dat het een vorm is die meestal manifest lijkt te ontkennen dat er ideeën, beelden of kunstwerken zouden kunnen bestaan los van het lichaam.
Er bestaan beelden die ons er toe aansporen om uit ons lichaam weg te vluchten en er bestaan beelden die het bestaan van ons lichaam willen bekrachtigen. De performances van
Zowel in het werk van Abramovic als in het werk van Bourgeois is een sterke hang merkbaar naar wat Lemaire een zintuiglijk bewustzijn noemt. Men zou het verhaal van de overgang van kunst in de derde persoon naar kunst in de tweede persoon ook kunnen beschrijven als een beweging die gestuurd is door deze drang naar zintuiglijk bewustzijn. Van daaruit is de stap naar de werken van bijvoorbeeld
zijn van de performances van Abramovic, die op haar beurt de voortzetting van een kunst in de tweede persoon vormt.
Om het met een boutade te zeggen: in de kunst van Schneider wordt de toeschouwer de performer. Net zo min als men kan oordelen over een performance van Abramovic zonder die gezien te hebben, kan men oordelen over het werk van
22
O O O etcetera 87
hebben, om zich een idee van liet kunstwerk te kunnen vormen.
Hetzelfde geldt voor het werk
Dit betekent niet dat elke vorm van de huidige installatiecultuur hetzelfde verhaal vertelt. Het werk van
Geraadpleegde literatuur:
Auteur Jeroen Laureyns
Publicatie Etcetera, 2003-06, jaargang 21, nummer 87, p. 19
Trefwoorden abramovic • bourgeois • lichaam • performance • diogenes • schneider • menselijk • cynisme • performances • beelden
Namen Abra-movic • Ambo • Amsterdam • Ausblick • Baarn • Belgische • Bild-Antltropologie • Bild-Antluopologie van Hans Bel-ting • Biënnale • Body • Cynismen • Delen van het Hans Ur • Destruction • Dieter Route • Dietmar Kamper • Dionysische • Duchamp • Duitse • Dumont • Entkörperlichung • Fink Verlag • Gallimard • Gregor Schneider • Grenzen • Griekse • Hans Behing • Hans Ur van Schneider • Hans-Ulrich Obrist • Haus Ui • Her-mann Nitsch • Hnns Ur • Jan de Cock • Joëlle Tuerlinckx • Kritiek van • Köln • Körper • Londen • Louise Bourgeois voor en van • Ludion • Manet • Marie-Laure Bernadac • Marina Abramovic • Maurice Merleau-Ponty • Michel Onfray • Middeleeuwen • Miinchen • Milano • Mit der Zeit • Museo d'Arte Contemporanea • Nederlandse • Oleg Kulik • Orgiën Mysterien Theater • Oudheid • Peter Sloterdijk • Phénomemologie de la • Portret van • Randschade • Reconstruction • Rheydt • Rhythm • Rnndschnde • Rome • Rudolf Schwarzkogler • Russische • Susan Kinoschita • Thierry de Duve • Ton Lemaire • Totes Haus Ur • Venetië • Verletzung der Trennung • Villa Borghese • Voici • Walter Smerling • Wiener Actionist • Wilhelm • Writings and Interviews • Wunden • Zeitwen-den • Zeitwenden
Development and design by LETTERWERK