Culturele competenties verhogen:
Culturele competenties verhogen
ANN OLAERTS OVER KUNSTEDUCATIE IN HET CULTUURBELEID
'Culturele competentie verruimen en cultuurparticipatie verhogen': het is één van de doelstellingen die het cultuurbeleid 2000-2004 vooropstelde. 'Die noodzakelijke verhoging en verruiming van cultuurparticipatie is slechts zinvol indien ze gepaard gaat met een verhoging van de kwaliteit van de culturele bemiddeling.' (
Lange tijd werd er ook gewerkt aan een 'koepeldecreet', maar dat werd in het najaar 2002 definitief aan de kant geschoven.
decreten. Concreet komen er geen overkoepelende decreten en dito structuren voor internationale werking, voor sociaal-artistieke projecten en werkingen en voor kunst- en cultuureducatie. Dit soort werkingen, evenals kwaliteitsbeoordeling en steunpunten, krijgen hun plaats binnen de vier sectorale decreten (kunsten, erfgoed, sociaal-cultureel volwassenen-werk en jeugd) en eventuele andere decreten (zoals het lokaal cultuurbeleid).
Culturele competentie is een breed begrip. Het heeft zowel een artistieke als een maatschappelijke component. Daarom werd ervoor gekozen om educatie in te schrijven in de verschillende sectorale decreten, zij het met verschillende accenten en invullingen. In de decreten jeugd en sociaal-cul-tureel volwassenenwerk staat de algemene persoonsontplooiing voorop; kunstbeleving kan hiertoe bijdragen. In het kunsten- en erfgoeddecreet staan de kunstenaar en zijn werk centraal. Hier staat de kunsteducatie in het teken van toeleiding naar de kunsten. Het kunstendecreet voorziet in drie ondersteuningsvormen voor kunsteducatieve initiatieven: a) structurele ondersteuning (twee of vier jaar) voor organisaties die kunsteducatie als kerntaak hebben, b) extra honorering voor structureel erkende artistieke organisaties (met als kerntaak het creëren of presenteren van artistieke producten) die kunsteducatie als optioneel doel in hun werking integreren, c) projectmatige, eenmalige ondersteuning voor kunsteducatieve activiteiten van niet-structureel gesubsidieerde organisaties. In het erfgoeddecreet wordt alleen de projectmatige ondersteuningsvorm weerhouden.
Tot hier het beleidskader dat de achtergrond vormt voor een gesprek over kunsteducatie met
etcetera 86 • 45
educatie werd ingeschreven in elk van de vier sectorale decreten
educatie werd ingeschreven in elk van de vier sectorale decreten
1. Jeugd —I alqemene persoonsontplooiinq
in functie van 1 r 3
2. Sociaal-cultureel volwassenenenwerk _| (kunstbeleving kan daartoe bijdragen)
3.
in functie van
4.
drie ondersteuningsvormen binnen het kunstendecreet
a. structurele ondersteuning voor organisaties met kunsteducatie als kerntaak
b. extra honorering voor structureel erkende artistieke organisaties die kunsteducatie als optioneel doel in hun werking integreren
c. projectmatige ondersteuning voor eenmalige kunsteducatieve activiteiten van niet-structureel gesubsidieerde organisaties
etcetera: Welke waren de vertrekpunten voor het beleidsdenken rond kunst- en cultuureducatie?
ann olaerts: Minister
Ons vertrekpunt was dat educatie een aspect is van het volledige cultuurbeleid, en dus een transversale benadering nodig heeft. Eén van de mogelijke opties was een sector educatie creëren en daar alles in onderbrengen wat met kunst- en cultuureducatie te maken heeft. We hebben dat niet gedaan omdat we er ten eerste van uitgaan dat educatie een belangrijk aandachtspunt is of zou moeten zijn in de vier beleidsvelden jeugd, sociaal-cultureel werk, erfgoed en kunsten. Ten tweede is het zo dat de educatieve omkadering in elk van die beleidsvelden toch een specifieke aanpak vergt. Ten derde gedijt een educatieve werking het best als deze dicht bij de praktijk zelf wordt ontwikkeld.. Dat heeft ons ertoe gebracht om per grote sector een invulling te geven aan educatie. Vandaar de drie invalshoeken voor educatie: jeugd, sociaal-cultu-reel volwassenenwerk, kunsten. In de kunsten is educatie op dit ogenblik het minst zichtbaar aanwezig. Alleen binnen het muziekdecreet - dat pas in 1999 in voege is
getreden - bestaat de mogelijkheid tot ondersteuning van muziekeducatieve organisaties (zoals
etcetera: Zal er een kwalitatieve beoordeling zijn van deze optionele doelen? olaerts:
etcetera: Zijn er initiatieven om de deskundigheid die her en der opgebouwd is door te geven en verder te ontwikkelen? olaerts: We willen stimuli geven om de
expertise verder te ontwikkelen. En - op een ander niveau - misschien ook te concentreren. In die zin zien we een belangrijke rol weggelegd voor de steunpunten. Die kunnen ideeën en methodes aanleveren. Anderzijds zijn we in het kader van het kerntakendebat ook met de provincies aan het praten. In de huidige theoretische oefening zouden de provincies een belangrijke regionale rol kunnen spelen op vlak van het in kaart brengen van de expertise. Het doel is om netwerken te creëren van mensen die bezig zijn met kunsteducatie, zodat ze beter inzetbaar worden.
etcetera: Loopt dat clan niet parallel met de coördinatietaak die de volkshogescholen zullen krijgen met betrekking tot het vormingsaanbod in hun regio?
olaerts: Het is de bedoeling om beide structuren op elkaar af te stemmen, maar ze kunnen naast elkaar bestaan. In onze denkoefeningen overwegen we verschillende modellen voor een voortdurende kwaliteitsverbetering. Op dit ogenblik vervult
etcetera: Stel dat heel wat artistieke organisaties zich met educatie gaan bezighouden. Houdt dat niet het gevaar in van een onoverzichtelijk aanbod aan ad hoc-initiatieven met een erg smalle focus, namelijk beperkt tot één specifieke voorstelling, tentoonstelling, of concert? olaerts: Vandaar dat wij denken aan een clustering op regionaal niveau. Daarnaast is
het de taak van de structureel gesubsidieerde kunsteducatieve organisaties om een kader en de nodige knowhow te bieden aan de mensen die het in de praktijk moeten waarmaken. Zij moeten de mensen die zich met kunsteducatie bezighouden voortdurend voeden.
ETCETERA: Ik denk dat nogal wat mensen behoefte hebben aan een kader (historisch, cultuurfilosofisch...) van waaruit ze aan diverse artistieke activiteiten kunnen deelnemen. Wie zal hen dat bieden? Kan je dat van de kunstproducerende organisaties verwachten? OLAERTS:
Als straks de decreten in werking treden, zullen we zien of we het bij het rechte eind hebben. We staan nog voor een heel grote uitdaging. Vóór juni 2004 moeten het decreet op het sociaal-cultureel volwassenenwerk, het erfgoeddecreet en het kunstendecreet goedgekeurd worden in het parlement. Pas wanneer het verhaal van de vier grote domeinen binnen cultuur zichtbaar wordt, zal je ook het verhaal van de educatie beginnen te zien. Want de functie educatie honoreren we binnen het geheel.
Wat mij betreft kunnen ook de sectorale steunpunten een actieve rol spelen op vlak van educatie. Ze hebben die opdracht niet expliciet gekregen, maar in de toekomst zou dat toch wat beter kunnen geformuleerd worden. Heel veel hangt ook af van hoe het zal lopen met het steunpunt Cultuur en
ETCETERA: In het onderwijs doet men toch steevast een beroep op de kunstensector voor de realisatie van zijn culturele projecten? OLAERTS: Een uitklaring van de relatie tussen cultuur en onderwijs is heel belangrijk. Eén van de huidige wrevels is dat kunsteducatieve projecten soms wel en dan weer niet in aan-
merking komen voor projectmatige ondersteuning vanwege
Pas wanneer het verhaal van de vier grote domeinen binnen cultuur zichtbaar wordt, zal je ook het verhaal van de educatie beginnen te zien. Want de functie educatie honoreren we binnen het geheel.
ETCETERA: Op 18 februari 2002 ondertekenden minister
OLAERTS:
het creëren van een structurele basis voor overleg tussen
ETCETERA: Tijdens het debat 'Wie slikt de pil?' over dit onderwerp, tijdens het jongste
Het is zeker geen gemakkelijke oefening. Je zit met verschillende culturen en geschiedenissen rond de tafel.
ETCETERA: Is liet de bedoeling om cultuur ook een plek te geven in de onderwijsprogramma's? OLAERTS: Ondanks alle goede bedoelingen en interessante praktijken die er in de loop der
jaren ontwikkeld zijn, met een heel grote inzet van leerkrachten en andere mensen, blijft het zo dat de inbedding van cultuur in het onderwijs grotendeels van projectmatige aard is. Dat brengt een grote afhankelijkheid van personen met zich mee. Het proces om cultuur ook een structurele inbedding in onderwijsprogramma's te geven is heel moeizaam, maar belangrijk. Het maakt deel uit van het protocol, maar het zal nog heel lang duren. Cultuur is intussen wel opgenomen in de eindtermen (lager onderwijs en de eerste graad secundair onderwijs), maar dan lees ik weer dat het vak esthetica op de helling staat. Dat zijn slechte signalen. Als je nadenkt over cultuurparticipatie en culturele vorming, kan je er niet omheen dat alle jongeren onderwijs lopen. Structurele samenwerking met het onderwijs is nodig om iedereen een culturele fond te geven. Als we in onze posities blijven steken, komen we er niet. Dan blijven we afhankelijk van de goodwill van het onderwijs om de knowhow uit de culturele sector al dan niet binnen te halen. In de lerarenopleidingen gebeurt dat al tamelijk systematisch, maar toch nog altijd op projectmatige basis. Men zou die samenwerking meer structureel moeten plannen. Misschien moeten we bescheidener zijn en meer stapsgewijs te werk gaan, maar we mogen het uiteindelijke doel niet uit het oog verliezen. Theoretisch gezien zijn beide ministers absoluut vragende partij voor een betere onderlinge afstemming tussen cultuur en onderwijs. Alleen, de implementatie ervan vraagt veel tijd. Het is ook een complexe materie. Door de ambities in het protocol hoog te stellen hebben we het onszelf niet gemakkelijk gemaakt. Je hebt niet alleen Cultuur en
ETC ET ER A: Welke positie krijgt het Steunpunt Cultuur en
tuur en onderwijs, maar een goed aanspreekpunt moet samengesteld worden uit beide kanten.
Als je nadenkt over cultuurparticipatie en culturele vorming, kan je er niet omheen dat alle jongeren school lopen. Structurele samenwerking met het onderwijs is nodig om iedereen een culturele fond te geven. Als we in onze posities blijven steken, komen we er niet.
ETCETERA: Zal ook het statuut analoog zijn aan dat van de sectorale steunpunten? OLAERTS: Dat is nog niet uitgeklaard. Waarschijnlijk zal het een onafhankelijk overheidsstatuut hebben, zoals
een basistekst opgesteld waarin wij de globale doelstelling voor dat steunpunt hebben neergeschreven. Die tekst is nu aangeboden aan de stuurgroep en de werkgroepen. In maart verwachten we hun advies.
ETCETERA: Betekent het wegvallen van het koepeldecreet een gemiste kans om de media bij kunst- en cultuureducatie te betrekken? OLAERTS:
ETCETERA: Wanneer heeft men binnen het kunstendecreet het doel van kunsteducatie bereikt? Moeten de publiekscijfers stijgen? OLAERTS: Neen, de kunstbeleving staat voorop. We moeten de mogelijkheden creëren om de weg naar de kunsten te vinden. Het is niet de bedoeling om dat af te meten aan een kwantitatief bereik. Kunsteducatie mag bijvoorbeeld geen veredelde kinderopvang zijn. Eén van de consequenties van de opname van educatie in het kunstendecreet is dat er zal moeten gewerkt worden aan de verhoging en verspreiding van expertise. Voorlopig is het echter wachten op de implementatie van de verschillende decreten. Voor de structureel gesubsidieerde organisaties zal dat ten vroegste in 2006 het geval zijn. Voor de organisaties die vandaag al aan het werk zijn, duurt dat dus nog heel lang.
Auteur Marleen Baeten
Publicatie Etcetera, 2003-04, jaargang 21, nummer 86, p. 45
Trefwoorden onderwijs • educatie • kunsteducatie • olaerts • sectorale • decreten • organisaties • ondersteuning • cultuur • werkgroepen
Namen Anciaux • Ann Olaerts • Antwerpen • Beleidsnota Cultuur • CANON Cultuurcel • Centrum voor cultuurcommunicatie • Cultuur van minister van Grembergen • Cultuurnet Vlaanderen • De • Erfgoed • Ibid • Ja • Jeugd en Muziek • Kunst in Zicht • Kunsten • Marleen Baeten • Musica • Onderwijs • Sport en Media • Theaterfestival • Vanderpoorten • Volksgezondheid en Cultuur • Welzijn
Development and design by LETTERWERK