Lichaamsexotisme
Lichaamsexotisme
Choreografe Sasha Waltz gaat tekeer tegen 'de kolonisering van het lichaam', maar antwoordt enkel met een banaal lichaamsexotisme.
I
We kunnen er net zo goed eerlijk voor uitkomen: het werk van de
Kop van jut zijn steevast de maatschappelijke tendensen die zich schuldig maken aan de zogenaamde 'kolonisatie van het lichaam'. Die curieuze uitdrukking wordt door een aantal filosofen en cultuurwatchers' gebruikt om praktijken aan te duiden die schijnbaar naar een volledige functionalisering van het menselijk lichaam streven: de reductie tot organenkweke-rij door de medische sector, onze onderwerping aan de collectieve fitness- en gezondheidsobsessie, of het al even obsessieve bewerken van het lichaam in de plastische chirurgie. In al die gevallen manipuleert de mens zijn biologische facticiteit in naam van bepaalde ideaaltypes: wat het gezonde lichaam betekent voor de medische sector, wordt in de schoonheidsindustrie verpersoonlijkt door de mannequin.
2
3
Mikpunt nummer één van Waltz' maatschappijkritische pijlen is allicht onze hedendaagse gezondheidsobsessie, bijvoorbeeld wanneer
Een echo van die anatomische deconstructie duikt op in S - in alle opzichten de sequelvan
Belangrijke betekenaars van het 'andere' lichaam zijn in
etcetera 8o O O O
25
krampachtige en onmenselijke bewegingen, alsof de lichamen weigeren te dansen. Zo is er de scène waarin een mannelijke danser zich paniekerig afvraagt of hij al dan niet kanker heeft. Alweer is het verband zoek tussen de ivoorden en de lichaamsdelen waar ze naar verwijzen. Uiteindelijk wordt het verhaal verder verteld door zijn spastische bewegingen. De schokkerige, ongecoördineerde bewegingen markeren nogmaals de tegenstelling tussen het maakbare en het 'andere', niet-geculturaliseerde lichaam.
4
Al die fanatieke pogingen om een 'andere' lichamelijkheid te tonen hebben een expliciet politieke inzet, aldus Waltz in een interview met
Waltz' boodschap wordt allengs duidelijk. Maar wie die boodschap en de bijhorende theoretische exegese ernstig neemt, krijgt al gauw de indruk dat er een emancipatorische strijd aan de gang is voor de erkenning van dit 'andere' lichaam dat 'weigert gebruikt te worden'.3 Het lichaam dat - zoals het dan heet - 'ouder' is dan het gekoloniseerde lichaam, wordt in zijn alte-riteit erkend, maar wel tegen de prijs 'geparkeerd' te worden in een reeks clichématige representaties. Het resultaat is een letterlijke uitbeelding van de fantasmatische voorstellingen
die toeschouwer en performer delen met betrekking tot 'echte' lichamelijkheid. En hoe duidelijker de positionering tegenover de eerder genoemde ideaaltypes, hoe hoger de artistieke marktwaarde van onze eventuele afkeer.
De iiiiheirnliche zijde van het lichaam, het lichaam als 'plaats van het onbewuste', het lichaam dat'onteigend'werd: het mag zich niet langer tonen, maar moet zich tonen. Tenminste voor zover het zich netjes houdt aan de voorgestelde criteria: het moet 'vlees' zijn, het moet lelijk zijn en verminkt en obsessief en neurotisch en impulsief. Kortom, het moet zo precies mogelijk beantwoorden aan wat de toeschouwer zich voorstelt bij 'een lichaam [... ] dat zijn plaats weer inneemt van vóór het werd gevangen genomen door de beschaving en haar eis tot zelfbeheersing'.4
Eén en ander wekt de verdenking dat er een ideaaltype van het 'andere' lichaam circuleert dat minstens evenveel macht en werkzaamheid heeft als de ideaaltypes waarop het zo makkelijk schieten is. Het belichamen van dit nieuwerwetse ideaaltype is zowat de drijfveer van elk lichaamsexotisme. Om dat te realiseren valt de choreografische praktijk veelal terug op twee betekenaars: roerloze naakte lichamen en nerveuze, schijnbaar ongecontroleerde bewegingen die er zo uitdrukkelijk mogelijk niet-dansant uitzien. Samen genereren ze een bewegingsvocabularium dat alvast in
5
Niettemin slaagt Sasha Waltz erin het lichaam op een verstaanbare manier voor te stellen. Een choreografie of een bewegingstaal kan kennelijk het menselijk lichaam portretteren. Wat als we dan niet langer uitsluitend naar de afbeelding kijken, maar ons interesseren voor de manier waarop ze geconstrueerd werd? Dan krijgen we misschien zicht op de methodes en conventies die de vlotte toegang verzekeren tot het beeld van het lichaam dat Waltz wil tonen.
In een duet helemaal vooraan in de voorstelling wordt
Het voelt in eerste instantie erg artificieel aan om het evidente onderscheid tussen bijvoorbeeld een voet en een gezicht straal te negeren. Maar pijn aan de ogen doet vooral het feit dat dit negeren zelf de hele tijd obstinaat genegeerd wordt, zeker in een voorstelling die zich expliciet met lichamelijkheid inlaat. Soortgelijke incidentjes knagen meermaals aan de geloofwaardigheid van
Het lichaam waarvan Waltz vertrekt, blijkt altijd al ontdaan van zijn dagdagelijkse betekenissen. Het is ook volkomen gedeseksueerd: het maakt geen enkel verschil of een beweging door een man dan wel door een vrouw wordt uitgevoerd. Vlees- en anderskleurige slips voorkomen overigens elke obsceniteit. Soms wordt het lichaam zelfs verondersteld gewichtloos te zijn, onder andere in een groepsscène waarin een danser boven de hoofden wordt doorgegeven. Maar onbedoeld is er een korte hapering. We zien hoe het gezicht van één van de performers vertrekt op het ogenblik dat hij daadwerkelijk het hele gewicht in zijn handen krijgt. Eventjes blijkt het lichaam minder gewichtloos dan gesuggereerd.
Waltz' choreograferen begint echter steevast bij een lichaam dat reeds een abstractie is van 'gewone' lichamelijkheid. Daarom slaagt bijvoorbeeld de openingsscène van S er niet in om erotisch over te komen, ondanks de naaktheid en ondanks de intimiteit van de getoonde handelingen. Hetzelfde probleem stelt zich met de scènes in
Het lichaam waarmee
26 9B® etcetera 80
een borst en een voet. Het wordt geacht te verschijnen zoals het voor de wetenschappelijke blik verschijnt: geneutraliseerd en gedeseksu-eerd. Als Waltz abstractie maakt van de verschillende betekenissen van sommige lichaamsdelen en lichamen, dan is dat in de eerste plaats om het lichaam zo restloos mogelijk te laten functioneren als drager van vlot toegankelijke betekenissen. Zo een transparante aanwending van het lichaam om een verhaal te vertellen, kan bezwaarlijk choreografisch genoemd worden en lijkt eerder thuis te horen in het theatrale dispositief. Temeer omdat verscheidene generaties van dans-avant-garde die transparantie ernstig in vraag hebben gesteld, bijvoorbeeld door de aandacht te vestigen op de materialiteit van liet lichaam of door de inclusie in de moderne dans-vocabularia van 'gewone' bewegingen en van de alledaagse, spontane beleving van het lichaam.
6
Is er nu ook een verband tussen deze twee vaststellingen? Met andere woorden: waarom leidt het overboord gooien van een 'choreografische' aanpak in de meer traditionele zin van het woord zo vaak tot een krampachtig ensceneren van een 'andere' lichamelijkheid? Gebrek aan inspiratie zou een voor de hand liggende uitleg kunnen zijn. Maar waarschijnlijk is er meer aan de hand. Misschien is
bewegingen afzondert van alle andere bewegingen? Zo bekeken is de poverheid van het dans-materiaal uit
Dan neemt men echter ongemerkt Waltz' simplistische redenering over. Want het medium dans denken als niets meer dan de som 'lichaam + bewegingen', kan slechts binnen dezelfde reductieve logica die Waltz toelaat te denken dat het ensceneren van zo weinig mogelijk beweging een 'pure' lichamelijkheid garandeert, die zonder meer in haar'naakte' of'rauwe' toestand getoond kan worden. Daarbij vergeet men dat het lichaam onvermijdelijk geobserveerd wordt doorheen de talrijke betekenissen die er altijd al opkleven. En of die etiketten nu veel- of weinigzeggend zijn, ze kunnen nooit zomaar omzeild, laat staan verwijderd worden. Ze verhinderen als dusdanig elke eenduidige identificatie van het lichaam met de afbeeldingen ervan. Precies daarom is het ook onmogelijk om het medium dans te laten samenvallen met zijn materiële drager. Choreografie, begrepen als een manier om het lichaam weer te geven, is altijd een complexe verzameling dragers (lichamen, bewegingen), methodes en conventies.5
'getoond' kan worden - gewone, echte, andere of imheimliche lichamelijkheid. (Dan hebben we het nog niet eens over de vraag waarom zoiets als 'lichamelijkheid' überhaupt getoond zou moeten worden...)
Eén van de meer geraffineerde manieren om het menselijk lichaam te 'tonen' is terug te vinden in wat de omgangstaal verstaat onder 'dans'. Ongetwijfeld wordt ook daarin de potentiële vreemdheid van de lichamelijke facticiteit deels verduisterd, net als door de ideaaltypes die ons worden aangereikt door onze beeldcultuur. Maar het omgekeerde is misschien net zo goed waar: deze ideaaltypes zijn zeer welkom, precies omdat ze ons van die vreemdheid verlossen. Hoe dan ook is al wie iets van die potentiële vreemdheid wil onthullen, aangewezen op een subtiel spel met de talrijke voorstellingen die het lichaam onvermijdelijk omhullen. (Vandaar dat de ogenschijnlijke verwantschap van sommige beelden uit
7
S sasha waltz, schaubühne am lehniner platz foto: bernd uhlic
daarmee de vervreemding van het lichaam door onze beeldcultuur simpelweg herhaalt en sluipt dus zonder het zelf te beseffen het kamp van de tegenstander binnen.
Waltz' manier van betekenis produceren is door en door beeldmatig en onderscheidt zich in niets van de strategieën van de ideaaltypes waar ze zo graag tegen fulmineert. Hetzelfde kan trouwens gezegd worden van bijvoorbeeld Fabres /U long as the world needs a warrior's soul. Net als Sasha Waltz weet Fabre tegen het aangeklaagde kolonialisme hooguit een banaal lichaamsexotisme in stelling te brengen. Ook in Fabres voorstelling wordt het lichaam transparant gemaakt om als teken te functioneren voor het onderliggende discours; het lichaam wordt gebruikt om theatraal te communiceren over lichamelijkheid. Maar daarmee is de kans verkeken om choreografisch een prikkelendere dialoog aan te gaan met die lichamelijkheid. 'Quant au corps, il se consume de vouloir devenir signe.'6
Een enscenering die een vlot toegankelijke boodschap wil brengen, kan blijkbaar niet buiten een louter instrumentele aanwending van het lichaam. En dat zelfs wanneer die boodschap toevallig iets te maken heeft met de weerstand of met de keerzijde van het lichaam, die aan elke eenduidige en restloze inschakeling ontsnappen.
8
De pasklare opvatting van lichamelijkheid die het lichaamsexotisme kenmerkt, blijkt dus erg nauw verbonden met een reductieve opvatting van het medium dans. Daardoor ontzegt dit discours in de praktijk elke ruimte aan mogelijke andere verhoudingen tussen de bewegingen en
het lichaam dat ze uitvoert. Dat werpt misschien ook licht op de choreografische armoede waar
9
Het bewegingsregister dat recursief een choreografie ontvouwt, vertelt een verhaal, 'gaat ergens over'. Veel hangt af van de specifieke verhouding die elke danstaal met haar drager - het uitvoerend lichaam - weet aan te gaan. Maar wie bij aanvang alle betrokken betekenissen het zwijgen oplegt, betaalt daarna een erg hoge prijs om datzelfde lichaam alsnog narratief te laten functioneren, laat staan het als metafoor voor iets gro-ters te gebruiken. Want zoals de filosoof
Er is een 'gaan over' dat op geen enkel ogenblik samenvalt met 'thematiseren', maar dat er onvermijdelijk aan voorafgaat. Voordat Waltz zelfs maar begint haar lichaamsexotisch verhaal te vertellen, heeft ze haar publiek al lang een ander verhaal verteld: één dat alles te maken heeft met de manier waarop haar vocabularium de lichamelijkheid van de dansers instrumenteel inzet en mobiliseert om in haar model van hysterisch geproduceerde alteriteit te doen passen. De potentiële alteriteit van die lichamen is op dat ogenblik al lang tot nul herleid. Ze kan dan nog hooguit worden gereconstrueerd met de figuratieve middelen eigen aan traditioneel
theater. Wanneer de niet-bewegende lichamen niet 'naakt' genoeg blijken, worden simpelweg referenties toegevoegd aan diverse niet-stan-daardrepresentaties van het lichaam. Veelal zijn het zodanig clichématige betekenaars dat het plaatje uiteindelijk 'voor zich' lijkt te spreken. Waltz' aanpak - en die van haar
In naam van een meer of minder bedekte vorm van lichaamsexotisme, wordt het lichaam telkens opnieuw ingeschakeld in een eindeloze reproductie van dezelfde, cultureel correcte en duidelijk aanwijsbare ander. Dit lijkt veel, zoniet alles te maken te hebben met het onvermogen om de interne diversiteit van het medium dans op een andere manier in te zetten.
Het andere is anders omdat het altijd nog iets anders kan verbergen; hetzelfde daarentegen verbergt slechts zichzelf,7 en lijkt dat bij voorkeur te doen achter een transparant gemaakte ander.
Over het werk van Sasha Waltz, zie ook
1. Bijvoorbeeld in H. DE DIJN, Hoe overleven we de vrijheid? Modernisme, postmodernisme en het mystiek lichaam,
2. '
3. Ik refereer hier aan een begeleidende tekst bij de voorstelling van
4.
5. Vergelijk met R. KRAUSS, '
6. I. ALMEIDA,
7. 'Or, si l'autre peut toujours en cacher un autre, le
J. BAUDRILLARD,
28
• •• etcetera 8o
Auteur Raf Geenens
Publicatie Etcetera, 2002-02, jaargang 20, nummer 80, p. 25
Trefwoorden waltz • körper • lichaam • lichamelijkheid • sasha • lichaamsexotisme • ideaaltypes • dansers
Namen Alibi van • An Essay • And Then Turn Away • Belgische • Claude Reichler • Claudia de Serpa • Cultureel Centrum Maasmechelen • DM • Der Kanzier • Der Tagesspiegel • Disneyficatie • Donald Davidson • Duitse • Equivalente • Etcetera 75 • Fabre op Klapstuk • G. • Grayson Millwood • Hollywood-films • James Coleman • Jan Fabre • Joakim NaBi Olsson • Kapellen • Körper • La Transparence du Mal • Laurie Young • Les Editions de Minuit • Leuven • Meg Stuart • Mind the gap • Modern Art • Même • Neiv Approaches • New York • October • Paris • Pfennig • Romeo • Sasha Waltz im Interview • Schaubühne • The Klapstuk • The Museum • Uil
Development and design by LETTERWERK