Theater verandert in je geheugen, dat is het schone eraan
'
Regisseur Guy Cassiers leidt sinds 1998 het ro theater in
Als we aan regisseur Guy Cassiers vragen welke theatermomenten in zijn geheugen zijn gegrift, dan vermeldt hij zowel het werk van
Etcetera: Als regisseur kijk je waarschijnlijk in de eerste plaats 'beroepshalve', doorheen de bril van je vak. Gebeurt het soms nog dat je écht, d.w.z. onbevangen kan kijken?
Guy Cassiers: Het is spijtig dat je zo weinig tijd hebt en je dus meestal naar voorstellingen gaat kijken vanuit andere motieven dan die van de 'gewone' toeschouwer: je wil een bepaald acteur aan het werk zien of een vormgever leren kennen of je wil beroepshalve iemands werk blijven volgen. Je kijkt gericht, niet vanuit het pure plezier. Je bent zelden een 'blanke' toeschouwer, zeker ook wanneer je je eigen voorstellingen blijft volgen. Er zijn wel momenten waarop je dat vergeet en je kan genieten van het moment an sich, maar die zijn zeldzaam, zowel bij je eigen voorstellingen als bij die van anderen. Het verschil tussen die twee is dat je bij je eigen werk constant vooruitdenkt: wat is het volgende moeilijke moment? Als de acteur dit doet en de technicus dat, welke gevolgen heeft dat later in de voorstelling? Je zit constant te denken aan wat mis kan gaan; je probeert constant te onthouden wat je achteraf moet zeggen. Door de hoeveelheid werk die er in het ro theater geproduceerd wordt, blijft er mij nog weinig tijd om andere dingen te gaan bekijken.
Etcetera: Ga je nog kijken als je op vakantie bent of kijk je dan liever niet?
Cassiers: Ik zou het anders formuleren: dikwijls is een festival een reden om in die buurt een vakantie te plannen. Deze zomer verbleef ik in
Etcetera: Waren het allemaal mannen?
Cassiers: Allemaal mannen, met vrouwelijke bewakers die mee op de scène stonden en het geheel in het oog hielden. Familieleden hebben geen toegang; er zitten enkel mensen die de gevangenen niet kennen. De gevangenis bevindt zich in een prachtige burcht die deel uitmaakt van de stadswallen. Je komt daar binnen, wordt gecontroleerd door metaaldetectoren en vraagt je meteen af: wat zit ik hier te doen, wat heeft dit nog met theater te maken? Je plaats als toeschouwer is van een extreme dubbelheid. Ik zat me in het publiek constant af te vragen: kan dit wel, deze extreme positie van 'aapjes kijken'? Nee, dat kan niet, maar je wordt meegenomen in het spel, je gaat door en door. De acteurs hebben hun eigen kartonnen burchtje gemaakt; daar kom je terecht en je merkt ook dat de acteurs de toeschouwers zitten te bekijken; al hun vragen werpen ze jou in de schoot. Het is één van de zwaarste gevangenissen van
Palet
Etcetera: Je hebt al vaak met kinderen of met niet-acteurs gewerkt: wil je ergens die grens tussen toeschouwer en speler wissen?
Cassiers: Ik ben steeds op zoek naar een altijd weer andere manier om een relatie met het publiek op te bouwen, om de toeschouwer te betrekken in het creëren van de avond. Wij bieden de theatervoorstelling aan, maar hij/zij kan daar zijn/haar eigen schilderij of boek of film uit maken: het 'vertaalwerk' moet door hen gebeuren. Onlangs nog zei iemand - of heb ik het gelezen? - 'theater is voor mij datgene vertellen wat iedereen al weet maar nog nooit heeft gehoord.' Dat vind ik heel mooi. Het gaat om het wakker maken in het publiek van wat ze reeds met zich meedragen, om het vinden van een invalshoek of een taal om wat ze in zich hebben op een andere manier te bekij-
ken, waardoor er klaarheid kan ontstaan. Het plezierige aan theater maken is voor mij dat je via verschillende disciplines de verschillende zintuigen apart kan aanspreken. Je werkt twee maanden binnenshuis aan een voorstelling die de brug is waarmee je de creativiteit van de toeschouwer aanspreekt: je reikt ingrediënten aan waarmee hij iets nieuws kan doen. Wat hij er precies mee doet heeft geen belang, maar in elk geval maakt hij een nieuwe, andere samenstelling. Ik ben niet bezig met het
Etcetera: Je hebt zelf geacteerd en kan je dus indenken in de positie van de speler. Maar als regisseur ben je vanaf je eerste repetitie een toeschouwer...
Cassiers: Voor mij is een regisseur een toeschouwer. Je probeert een repetitieproces zo zinvol mogelijk te laten verlopen, opdat de intensiteit van de dialoog die je gedurende twee maanden met je medewerkers gevoerd hebt, zich vertaalt in een eindresultaat waar het publiek bij betrokken kan worden. Dat is de taak van de regisseur. De premièredatum staat vast en motiveert je: er is immers de angst om af te gaan voor een publiek. Als die premièredatum er niet was, zou ik liever jaren doorrepeteren met de acteurs. Dat zou ook boeiend kunnen zijn. Als regisseur voel ik me vaak als iemand die een geboorte achter de rug heeft en zijn kind meteen moet afstaan: je voelt je bedrogen. Voor een regisseur is er niks zo schizofreens als een première: je acteurs gaan met het publiek aan de haal en jij staat daar.
Etcetera: Voel je dan een soort jaloezie t.o.v. het publiek of van de acteurs?
Cassiers:
Maar er zijn momenten dat het allemaal schoner en zaliger is dan je kon bedenken. Als je al eens zo'n moment hebt meegemaakt, blijf je daar altijd naar op zoek.
Applaudisseren
Etcetera: Kan je voorbeelden aanhalen van die intense momenten?
Cassiers: Na die voorstelling in die gevangenis heb ik een half uur geweend, terwijl je na afloop een boterham eet met die gevangenen en je met die mensen kunt praten - en niet met hen kunt praten, want ik ken geen Italiaans. Je zit naar mekaar te kijken en zelfs dat is een intense dialoog. En dan gaat plots de bel en wordt je gevraagd naar buiten te gaan, terwijl je weet dat die mensen daar voor eeuwig binnen blijven. Je staat dan buiten en dat is zo bizar...
Een ander voorbeeld. De openingsvoorstelling van deze zaal van het ro theater was Angels in
Heel intens was ook
Na de voorstellingen van
Etcetera: Als toeschouwer kijk je in de eerste plaats 'op het moment zelf'; maar je gaat daarna naar huis en neemt je herinneringen aan de voorstelling mee...
Cassiers: Er zijn voorstellingen waarnaar ik aangenaam zit te kijken en die ik daarna meteen vergeet; er zijn er andere waarvan je de dingen niet meteen een plaats kan geven, maar waarvan ik gaandeweg besef hoe belangrijk ze zijn. De belangrijkste voorstellingen die ik heb gezien zijn meestal voorstellingen waarvan ik maar de helft heb gesnapt. Maar het toeschouwen gaat alleszins verder nadat je de zaal verlaten hebt.
Etcetera: Is er een verschil voor jou tussen een jongerenpubliek en een publiek van volwassenen?
Cassiers: Het probleem bij het kijkgedrag van volwassenen is dat ze te zeer naar het theater komen om - bij manier van spreken -het sprookje van
nog maar eens bevestigd te weten wat het reeds kent. Een zoeken naar geborgenheid dus. Als ik voor jongeren of kinderen speel, is dat veel minder het geval: je speelt dan voor de ogen van mensen die benieuwd zijn naar wat ze nog niet weten, die open staan en toch kritisch blijven vanuit het besef 'ik weet nog niet alles; mijn wereld is nog niet afgelijnd; geef me voedsel, geef me informatie zodat ik verder geraak'.
Etcetera: Zijn er ook verschillen qua publiek tussen de diverse steden, tussen
Cassiers: Een Vlaams publiek is veel ingetogener, zal minder als individu reageren.
Etcetera: De jongste tijd werk je veel met beeldend materiaal, met audiovisuele middelen. Ben je via dit multimediale onderzoek ook op zoek naar een andere manier van (be)kijken?
Cassiers: Voor mij is het vooral een zoeken - De Wespenfabriek die in een kleine zaal speelt, is misschien een uitzondering - naar een taal die ook in een grote schouwburg tot zijn recht kan komen. Ik kom zelf uit de kleine vlakkevloertheatertjes, waarvan ik de mogelijkheden en de beperkingen ken. Wat mij - in het kader van mijn persoonlijke ontwikkeling - in het ro theater vooral intrigeert is een hedendaagse relevante taal te vinden die voor een zaal van 500 mensen haar geldigheid kan krijgen. Niet zozeer de techniek is daarbij voor mij het vertrekpunt dan wel het spelen en omgaan met de schaal: zowel het uitvergroten als het verkleinen. Een toeschouwer die langs de ene kant voyeur kan zijn t.a.v. iets dat ver weg gebeurt en die anderzijds a.h.w. in de acteur kan kruipen; van kleine zaal naar grote zaal, van microscopisch klein naar gigantisch groot moet je telkens andere verhoudingen zoeken tussen klank, licht, geluid, taal, enz. Dit lijkt mij een relevant traject voor de komende jaren: proberen voor de grote schouwburg een nieuwe taal te ontwikkelen, een relevante dialoog aan te gaan met 500 mensen. Zo'n tien jaar geleden leek dit voor mij en voor andere theatermakers een onmogelijke opdracht.
Etcetera: Heeft het ook iets te maken met de grote plaats die televisie de laatste decennia in het leven van de mensen heeft ingenomen, met de invloed daarvan op de manier waarop mensen kijken en luisteren in het theater?
Cassiers: Ik probeer die dagdagelijkse invloeden op het sociaal gedrag van mensen -hoe ze kijken, hoe ze luisteren - in de theaterzaal binnen te brengen en daar iets anders te doen met de vormelijkheden die eigen zijn aan radio, film, televisie enz. Opdat je bepaalde zaken in de theaterzaal erkent, maar er ook kanttekeningen bij plaatst. Vraagtekens zetten bij het manipuleren en verleiden waarop de televisie gebaseerd is door in het theater de gekende technieken op een andere manier te hanteren.
Auteur Marianne Van Kerkhoven
Publicatie Etcetera, 2000-12, jaargang 18, nummer 74, p. 34-36
Trefwoorden cassiers • publiek • toeschouwer • zaal • applaudisseren
Namen America • Antwerpen • Antwerpse • Bread and Puppet Theater • Brussel • Cogels-Osylei • Gent • Guyke • Italië • Jaloezie • Jan Decorte • Leuven • Maatschappij Discordia • Macbeth • Marianne Van Kerkhoven • Natuurgetrouw • Nederlander • Nederlandse • Rotterdam • Shakespeare • Sneeuwwitje • The Wooster Group • Theaterpromenade • Théâtre • Versmelten • Vlaamse • Vlaanderen • Volterra
Development and design by LETTERWERK