Voor jou, voor jou en voor ons
De gistingstank van de samenleving
Etcetera publiceert de integrale
Eerst de redelijkheid straks de kunst, opdat we het verschil ertussen blijven herkennen.
Ik doe niet mee aan het modieuze geroep dat meer toeschouwers en vooral meer jeugd en meer moslims aan en naar het theater wil krijgen. De
Er is allang een beweging gaande gestimuleerd door door de politiek beschikbaar gestelde nieuwe subsidiestromen om de verschillen tussen de culturen wat weg te poetsen. Grote internationale culturele manifestaties haasten zich kunstenaars uit niet-westerse culturen binnen te halen.
Ik doe ook niet mee aan het uittekenen van de fuik waarin het theater in
De groep mensen die zich met de kunstbeoefening bezighoudt groeit wel, maar omgekeerd evenredig de kwaliteit ervan niet. Het onderscheid tussen kunst en kunst die op kunst lijkt vervaagt. Kunstbeoefenaars worden hoe langer hoe meer een normale en maatschappelijk zelfs zeer gewaardeerde beroepsgroep. (Zoals men vroeger graag een pater of non in de familie had, zo staat het nu goed wanneer een gezin zich de luxe van een actrice, violist of schilder kan permitteren.) De gewaardeerde beroepsgroep heeft inmiddels ook fatsoenlijke ontslag- en pensioenregelingen in de wacht gesleept. Kunstbeoefening gaat dus erg op andere gesubsidieerde sectoren van de samenleving lijken. Geen wonder dat de overheid ze ook als zodanig gaat behandelen.
Een andere beweging is: meer groepen, maar de geldpot groeit niet in hetzelfde tempo, men wordt van collega's eikaars concurrenten. De gegroeide en elkaar beconcurrerende theatercoterie krijgt het druk met zichzelf. Inmiddels heeft ook met het stijgen van het aantal instituten een legertje niet-makers, de administrateurs, aan kunnen haken. Zij moeten voor de jonge en oude artiesten de hete kolen uit het maatschappelijke vuur halen, dat wil zeggen zij moeten de subsidie-, concurrentie-en publiciteitsproblemen oplossen. De makers raken daardoor hoe langer hoe meer buiten beeld. De overheid, de beleidsmakers, verwart de artiesten met hun vertegenwoordigers, krijgt versterkt de indruk dat ze met een normaal bedrijf te maken heeft en dan gebeurt wat er nu in
de makers door eisen aan de kwantiteit en de soort van de afname te stellen. Dat is een doodsklap. Het laboratorium hoort een vrijplaats te zijn, als tenminste verrassende uitkomsten tot de mogelijkheden moeten blijven behoren.
Langzame geschiedenis
Ik las eens over iemand die twee geschiedenissen onderscheidt: een geschiedenis dichtbij, die snel op ons afkomt, dat is de televisie, dat is de
Het is de bedoeling en het lijkt een niet te stuiten ontwikkeling dat de kunst deel moet gaan uitmaken van die snelle geschiedenis. Dat is een zeer somber perspectief. Beleidsmakers, jullie mogen van alles regelen, meer schouwburgen of minder, grotere of vooral meer kleinere, meer toneelgroepen of minder, meer geld naar beeldende kunst, minder naar theater, doe met de infrastructuur wat je goed dunkt, maar blijf met je handen van het maken af. Wegen mag je bouwen of je mag het laten maar blijf met je handen af door wie er wat over vervoerd wordt. De kunst is met de pers en de wetenschap deel van de gistingstank van de samenleving. Laat het gisten maar aan ons over en laat de uitkomst ervan vrij zijn. En als u met de kwaliteit van het gisten moeite hebt, hetzij vanwege het te hoge of te lage gehalte, hou dan het geld voor de kunst in uw zak en bouw er een park of een stadion voor, maar reken ons niet af op het kwantitatieve rendement, de mate van publieksbelangstelling. Het kunstbedrijf lijkt gelukkig soms wel op een pretpark maar het is het niet.
Als het ons makers blijkbaar niet lukt met de volle inzet van ons verstand en ons hart meer mensen naar het theater te lokken, dan kunnen die alleen met het verstand op nul zettende, makkelijk verteerbare ingrediënten zoals nog meer sentimentaliteit en nog meer spektakel de zalen ingeluisd worden. De spoeling moet blijkbaar net zo dun worden als die van de populaire media.
De tijd van de wereld is de tijd van de wanhoop, want hij wordt hoe langer hoe bekrompener, eenzijdiger en hoe langer hoe allener: de stoel is alleen, de appelaar in je hof is alleen, jij bent alleen. De liedjeszanger kan er mooie liedjes over zingen. De wanhoop moet blijkbaar draaglijk gemaakt worden, maar daar is de kunst niet voor, niet om het draaglijk te maken. De kunst is er om de pijn te onthullen. De mens heeft in zijn arme hart plekken die nog niet bestaan en waar de pijn binnengaat uit-
eindelijk, opdat ze er zijn, die plekken. Dat is alles. Dus laat de theaterkunst niet nog verder vallen in de guillotine van het gevoel en in de guillotine van het spectaculaire.
Met zachte stem
Maar over dit gekrakeel wilde ik het niet hebben. En ik had me al helemaal niet voorgenomen er in alle redelijkheid over te spreken. Ik wilde verder door de bodem van mijn ziel zakken. Om iets zinnigs te zeggen. Hier. Iets dat er toe zou doen. Iets dat verder zou gaan dan het politieke debat over de plaats en functie en de toekomst van het theater. Iets dat een nieuwe richting aan zou kunnen geven. Iets dat op het fenomeen theater nieuw licht zou doen schijnen. Aan het begin van een omkering wilde ik staan. Een nieuw millennium zou dit seizoen geboren worden, een nieuw geluid werd er verlangd.
Met zachte stem en zwak zou ik halfluid grote dingen zeggen, belangrijke ook, verbazingwekkend diepgaande en juiste dingen, met een zachte en zwakke stem, zo een als van een stokoude man; de dreiging van de donder, de aanwezigheid van het absolute met de stem van een roodborstje; de hele zon doen voorstellen door middel van een half lachje, oh halfluide stem, zou ik je eindelijk in het theater mogen laten klinken. In een soort murmelen, haperend, stotend, onzeker stotterend in een oneindig zuiver
Maar dat halfluide stotterende gemurmel, dat gissen, dat is toch geen theater, zeiden de goden. Maar dat is wel het leven, zei ik. So what, zeiden de goden. So what, so what, zei ik, laat het me uitleggen. Je hebt muziek, die doet het met violen en zo en je hebt film die doet het met de camera en zijn tweelingzusje de projector en je hebt de dans die doet het met het lichaam (over de beeldende kunst zullen we het maar niet hebben want die doen het met van alles), maar het theater dat doet het met niks, dat wil zeggen, dat doet het met het leven zelf. Dat heeft niks anders dan het leven zelf. Het hele pakket met alles erop en eraan. De betekenis van een woord leren we door de manier waarop het gebruikt wordt, een vork is om te prikken. Kun je van theater zeggen hoe het gebruikt wordt? Van muziek wel en van film ook, maar van theater niet: het is het leven zelf. Theater heeft ook nooit de vergeefse strijd aan hoeven gaan om een instrumentele techniek te overwinnen. Theater hoefde alleen maar het leven te overwinnen door het aan het leven terug te geven. Zo eenvoudig was het en zo eenvoudig is het nog steeds. Maar het is er alleen nooit van gekomen, integendeel, het heeft van het leven genomen, er selectief van geplukt zoals
Dus laat me naar je kijken, blikken doden niet, woorden wel, dus laat me naar je kijken en kijk jij naar mij. Met een blik die onaf is, met een verhaal dat onaf is, machteloos, onzeker, zwak, niets spectaculairs, want wij weten dat in onze tijd bijna alle macht georganiseerd spektakel is geworden, daarom, laten we de zachtheid herstellen om ons gezicht in te verbergen, laten we de glimlach herstellen waarin we vroeger genesteld lagen, laten we weer vragen de wacht gunnen over onze gedachten, laten we zelfs geen droom zijn, noch waken noch slapen. En dat alleen maar opdat je weer kunt geloven wat je ziet: de stoel, de appelaar, jij.
Eén seconde
Hoeft het theater dan over niks te gaan, vroegen mijn goden aarzelend. Ja, zei ik, zoals muziek of een schilderij ook nergens over gaan. Ja maar, wat zeg je dan, op het toneel zeg je iets, hielden ze aan. Alles en niets anders, zei ik, alles en alles tegelijk, de grote en de kleine dingen opdat het je het leven maar teruggeeft. Laat het me proberen uit te leggen. Vroeger, zei ik, vroeger wilde ik een god in het diepst van mijn gedachten zijn. Ik was alleen, verloren zoals men zegt in mijn gedachten. Dat leek het hoogst bereikbare. Toen had ik een boek in de hand,
Dat als jij naar het theater kijkt dat het terugblikt, naar jou, ook al ben je met duizend.
Maar ja, wanneer ik een theatervoorstelling bewonder, zegt men mij, ja het is heel mooi maar het is geen theater, dus heb ik me afgevraagd wat het dan wel was.
Mijn theater huilt niet over ons als wij onze tocht volgen naar de dood, op de bloedsporen die het markeren, het bevestigt ons niet, versterkt ons niet, maakt het leven niet draaglijker dan het al is, het is met ons, met alles zoals het is en zoals het er is, met jou en met mij, hier op deze plek in deze tijd. Zou het anders zijn, zou ik moeten vertellen over wat geweest is, ik zou een dag nodig hebben om het verhaal van één seconde te vertellen, en een jaar om het verhaal van één minuut te vertellen en een leven om het verhaal van één uur te maken, maar ik heb maar één seconde nodig om de seconde van jou en mij te maken en één minuut om onze minuut te maken. Geen andere kunst kan dat, daar kan men van alles maken met uitzondering van het verhaal dat men aan het maken is, men kan een film over gelijk wat maken, maar men kan niet de film maken die men aan het maken is, die men bezig is te voltooien. Maar wij hebben de voltooiing in eigen hand. Het leven hoeft ons niet door de vingers te glippen. Het enige grote probleem schijnt me te zijn: waarmee en wanneer beginnen en waarmee en wanneer eindigen. Maar we zullen wel zien, vind je niet?
En ik zal niet proberen me te verschuilen achter mezelf, ik zal niet proberen onze tijd al in te vullen, ik zal het niet vullen met mezelf, ik zal proberen niet onder dak te zijn, ik zal het niet over iets hebben, althans niet iets anders dan wat men nietsigheden zal noemen, ik zal zwak zijn en met zachte stem spreken, ik zal onzeker zijn, twijfelen, stotteren, maar ik zal met jou zijn en hoe meer ik met jou ben, des te meer ben ik met mezelf, ik ben daar als de wieg zich verlicht, ik ben daar als het jonge meisje aan ons verschijnt hangend uit het raam met van die ogen die niet weten en een parel tussen de borsten, ik ben daar als we haar uitgekleed hebben, als haar harde lichaam trilt op het kloppen van onze koorts, ik ben daarna ook, als zij zo oud is dat haar gezicht gekloofd is en haar handen verdroogd terwijl ze ons zegt dat ze niet meer het leven wil dat haar zoveel pijn gedaan heeft, ik ben daar als de vrouw ons haar knieën opent met hetzelfde moederlijke gevoel als wanneer zij haar armen opent voor het kind, ik ben daar als de vrucht van haar valt, een, twee, drie of zoveel keer ze maar wil in haar leven, ik ben daar ook nog als wij oud zijn en wij strak kijken vanuit de kant van de nacht die komt, en ik ben daar als wij dood zijn en als onze kadavers het doodskleed voelen in de armen van onze kinderen.
Dat zal mijn theater zijn. Ik ben daar als jij er bent. Voor jou, voor jou en voor ons.
Maar de goden, die grote vogels scheten me onder met hun goddelijke stront, want: Juffrouw, juffrouw, wat is er, wat kijkt u toch verschrikt? Wat is er? U, meneer, u hebt in alle haast de kortste weg genomen om mij een geheim te vertellen, weer een, maar wat is er, de lichten, doe de lichten uit...
(Met veel dank aan
ONDERDOMPELING IN
omkadering en workshops rond de voorstelling
"Het Aards Paradijs" van Tennessee Williams door
Naar aanleiding van de voorstelling "Het Aards Paradijs" van Tennessee Williams door
De voorstelling
Een verrassende interpretatie van een vergeten stuk van Tennessee Williams waarin een driehoeksverhouding met een bijbelse ondertoon van broedertwist, de dreigende zondvloed als straf voor ontucht, de zonde en het menselijk falen, centraal staan.
Omkadering en workshops
- Theater: verder kijken dan bekijken
een actieve invulling op de vragen van de theaterliefhebber m.b.t. het creatieve productieproces van een voorstelling.
- Scenario-schrijven
zelf de basis voor een theaterstuk creëren onder het wakende oog van een auteur
- Decorontwerp
een actieve exploratie van de verschillende stappen binnen het ontwerp-proces van een theaterdecor
Informatie en andere paradijselijke vragen
CC
CC
CC
Met steun van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
AFDELING DIENST
VOLKSONTWIKKELING & CULTUURSPREIDING & BIBLIOTHEKEN CULTURELE CENTRA
WORKSHOPS
drama-atelier decorontwerp toneelschrijven
Auteur Jan Ritsema
Publicatie Etcetera, 1999-10, jaargang 17, nummer 69, p. 47-50
Namen Alex van Warmerdam • Athena • Avignon • Beckett • België • Bernard Faivre • Berthe Morisot • Blanchot • Brusselse • CC Berchem • CC Hasselt • CC Heusden-Zolder • Cathérine David • Celan • Cultuur • Dilbeek • Documenta • Edinburgh • Folies-Bergère • Georges Bataille • Godard • Guinee • HET AARDS PARADIJS • Heist-o • Het Gevolg • Het Theaterfestival • Humo • Ignace Cornelissen • Jan Decorte • Jan Ritsema • Jantje van • Kassei • Kunsten • Malraux • Manet • Mondriaan • Nederland • Nietzsche • Olympia • Onderdompeling in Het Aards Paradijs • Pristina • Rimbaud • Sarajewo • Screbenica • State of the Union • Turnhout • Van Eyck • Vermeer • Voor Joden Verboden • Wittgenstein • d-Berg • da Vinci
Development and design by LETTERWERK