Juul en Peter, All for Love
Het jazzgevoel in het theater
Vier recensenten voeren een gesprek over muziek en theater, over vaders en zonen, over twee generaties critici. Een eenakter op schrift gesteld door Clara Van den Broek.
Personages
Clara Van den Broek, tweede interviewer.
In een gemeente op een berg in
Twee jongere en twee oudere recensenten zitten rond de tafel.
Jef: Juul, jij bent al met jazz bezig sinds 1941, van toen je tien jaar oud was. Dat is meer dan een halve eeuw. De jazz is in die periode geëvolueerd van amusements- naar kunstmuziek.
Juul: Ja, toen ik ermee begon, was jazz muziek om op te dansen. Maar vanaf 1950-1955 is het muziek geworden voor concertzalen en voor clubs, en niet meer voor danszalen. Vanaf 1955-1960 is jazz ook op de cultuurpagina van de kranten beginnen verschijnen. Ik heb de eer gehad als eerste in
Jef: Heeft ook de jazzkritiek in die periode een evolutie doorgemaakt?
Juul: Ja. Rond 1950 had je, internationaal gesproken, twee kampen: enerzijds degenen die hielden van de jazz van vóór de oorlog, de swingmuziek, en anderzijds degenen die het hielden bij de moderne jazz. Het ene kamp ging nooit naar een concert van het andere, en omgekeerd. Sinds 1950 is de jazz veel meer gedifferentieerd geworden. Vóór de oorlog prevaleerden de swingstijl en de
Liefhebber
Jef: Ik herinner mij dat jij je recensies vaak begon met encyclopedische kennis van de jazz en van de artiesten in kwestie - je hebt trouwens ook voor encyclopedieën geschreven. Wanneer die artiest vervolgens gesitueerd was, begon je het actuele concert te bespreken. Mij trof altijd jouw eigen, bijna onnavolgbare stijl, jouw eigen woordenschat - het woord 'orgiastisch', bijvoorbeeld, heb ik van jou geleerd (lacht). Ook trof me dat jouw pen de muziek, en vooral jouw gevoelens bij die muziek, volgde. Is dat juist?
Juul: Dat klopt helemaal, Jef. Als ik mij 'criticus' hoor noemen, moet ik altijd lachen. Ik voel mij gewoon een liefhebber die graag over jazz schrijft. Vandaar dat mijn gevoelens ook een belangrijke rol speelden. En het situeren van de muzikant was noodzakelijk omdat er zoveel verscheidenheid is in de jazz.
Jef: Jouw artikels waren altijd enthousiast, altijd opbouwend. Er sprak een grote mildheid uit.
Juul: Ik vind niet dat een recensent het recht heeft om iemand die het beste van zichzelf staat te geven, te kraken. Eén keer heb ik een goede les gehad. Ooit noemde ik in een van mijn artikels een
Peter en
ik nooit meer dergelijke dingen geschreven. Als ik het niet goed vond, sprak ik er gewoon niet over. Of ik zette er smalend bij: 'het orkest bestond verder nog uit die en die'. Dan konden ze best begrijpen dat ik het niet goed vond.
Jef: Peter, hoe pak jij een recensie aan?
Peter: Ik heb het nummer van
Generaties
Jef: Zie je een verschil tussen de mensen die theaterwetenschap gevolgd hebben en de anderen, tussen jouw generatie en een vorige generatie theatercritici?
Peter: Ik vind het interessant dat niet alle recensenten van nu theaterwetenschappers zijn. Mensen met een andere opleiding, zoals
Jef: Juul, wat vind jij van de jongere generatie?
Jool: Daar kent Peter mijn opinie over. Ik zou niet spreken van een generatieconflict, maar toch. Er bestaat geen opleiding jazzkritiek of jazzwetenschap. Er wordt wel jazzgeschiedenis gegeven, maar door wie! Ik heb vroeger les gegeven in de conservatoria van
kan zetten. Ik heb 18 jaar gewacht eer ik in 1959 met radiowerk begon en in 1960 mijn eerste artikel voor
Jef:
Juul: Ik denk het wel. De oudere generatie hield nog van de melodiciteit bij de improvisaties. Jonge muzikanten hechten echter veel meer belang aan de vorm dan aan de inhoud, aan de techniek meer dan aan de verhaaltrant. Een goede improvisatie is voor mij een verhaal dat verteld wordt, en dat gebaseerd is op het akkoordenschema van een bepaald thema. Dat eigen verhaal, dat is de individualiteit van de jazzmuzikant. En als hij geen verhaal te vertellen heeft, als hij gewoon notenreeksen na elkaar ligt te blazen, of een gamma dat hij vooraf ingeoefend heeft, dan haak ik al voor een stuk af. Men gebruikt ook steeds vaker elektronische instrumenten. Ik heb daar niets tegen als dat doelmatig gebeurt. Maar sommigen maken daar misbruik van. Ook wat de geluidssterkte betreft, begint de jazz de weg op te gaan van de rock: het staat allemaal veel te luid. In feite moet jazz niet versterkt worden. In onze club is de akoestiek zeer goed, en sommige muzikanten zijn heel blij dat ze hier zonder micro kunnen spelen. Maar onze club is bijna de enige in de wereld waar dat kan.
Peter: Voor mij is er nog een nuance wat die melodiciteit betreft. Zeker, ik erken het fenomeen van de overheersing van de techniek bij een aantal mensen. Maar ik vind ook dat de afbraak van melodiciteit een doel op zich kan zijn, zoals bij een
Juul: Dat klopt.
Peter: Je kan dat fenomeen doortrekken naar theater en theaterkritiek. Ik denk dat de mensen die een opleiding theaterwetenschap achter de rug hebben, met 'deconstructie' hebben leren omgaan. Dat geeft meteen een verschil in sensibiliteit. Maar ik vraag mij dan wel af - en dat geldt zowel voor muziek als voor theater - hoe groot de publieksgroep is die je aanspreekt. Dat is niet altijd evident, denk ik.
Jef: Zou je ook iets kunnen zeggen over de sensibiliteit van de oudere generatie?
Peter: In de jazzkritiek speelde, denk ik, de missionarisgedachte toen veel meer dan nu.
Juui: Natuurlijk.
Clara: Juul, beschouwt u zichzelf als een voorvechter, een missionaris van de jazz?
Juul: Ik heb natuurlijk geen enkele vernieuwing in de jazz teweeggebracht. Maar ik lig aan de basis van alles wat er in
Peter: Het was ook vechten, veronderstel ik, want jazz kreeg toen bijvoorbeeld bijna geen plaats op de radio.
Juul: En de reactie van mijn omgeving! Mijn familie heeft zich als het ware van mij afgekeerd omdat ik mij met onzedige', Vulgaire' muziek bezig hield. Gelukkig hadden mijn vader en moeder er niks tegen dat ik met jazz bezig was.
Clara: Van waar komt die passie voor jazz?
Juul: Die vraag intrigeert mij ook. Waarom begint iemand van
Clara: Platen in plaats van meisjes.
Juul: Ja (lacht), en dat is voor een flink stuk gebleven. Zo was ik op 17-18 jaar beginnen roken. Maar toen ik uitgerekend had dat ik per week een tweedehands plaatje oprookte, ben ik direct gestopt, voor altijd. Mijn geld heb ik alleen in die platen gestoken. Bij mij was de eenheidsmunt niet de frank maar de plaat: 'dat kost zoveel platen' en niet 'dat kost zoveel frank'. Die liefde voor de jazz is helemaal uit zichzelf gekomen. Het woord 'jazz' kende ik pas vanaf 1950, toen ik er platen over begon te kopen. In het begin stond ik totaal alleen, want ik wist niet dat er nog andere mensen met die muziek bezig waren. Het is pas vanaf halfweg de jaren '50, toen er in
Medeplichtigheid
Jef: Heeft het feit dat je zelf concerten organiseert, invloed gehad op je kritiek?
Juul: Ja, enorm.
Jef: Bestaat niet het gevaar dat zo'n vriendschap ook je oordeel beïnvloedt? Is er niet een betrokkenheid die zich willens nillens ontwikkelt?
Juul: Ja. Ik probeer het te vermijden, maar onbewust zal die betrokkenheid wel een rol gespeeld hebben. Ik wou echter geen contact met andere recensenten. Ik lees meestal niet wat de anderen schrijven. Ten eerste omdat ik niet wil beïnvloed worden. En ten tweede, omdat ik mij dikwijls kwaad maak in hetgeen ze schrijven. Ik denk trouwens dat je ook mijn betrokkenheid met de artiesten niet moet overdrijven. Ik heb altijd geschreven zoals het was, zelfs als het over concerten van bij ons ging.
Clara: Hoe sta jij tegenover betrokkenheid, Peter?
Peter: Ik houd daar een ander idee op na. Ik ga die betrokkenheid zoveel mogelijk uit de weg. Nu wordt dat deontologie genoemd, maar vroeger waarschijnlijk niet. Persoonlijk contact mag tot op zekere hoogte. Het valt mij op dat theaterrecensenten in
Jef: Ontstaat er toch niet een soort van medeplichtigheid? Er kunnen vriendschappen groeien tussen een recensent en bepaalde acteurs. Hoe ga je daarmee om? Is er op dat gebied een verschil tussen generaties? Het zou bijvoorbeeld kunnen dat er onder generatiegenoten gemakkelijker contacten ontstaan, terwijl je als jonge man allicht je hoed afneemt voor een
Peter: Die eerbied ken ik inderdaad. Ik heb
Jef: Peter, je bent opgegroeid bij een vader die 35.000 lp's heeft, 2000 cd's, duizenden boeken, een archief met 10.000 eigen artikels en 20.000 à 30.000 artikels van anderen, 20.000 tijdschriften, enzovoort.
Juul: Ze hebben hem verschillende keren gevraagd als jazzrecensent bij
Peter: Er hebben verschillende factoren gespeeld. Ik heb lang geaarzeld voor ik een bepaalde weg ben ingeslagen. Ik heb
gedaan. Op dat moment was het voor mij nog volstrekt onduidelijk welke weg ik uit moest. Ik zag die opleiding als een basis, om dan iets anders te gaan doen. Ik heb een tijdlang met de idee gespeeld om professioneel met muziek bezig te zijn. Niet noodzakelijk als recensent, maar als organisator, of als producer. Maar ik denk dat ik zo aan die jazz gebonden ben, dat ik mij moeilijk met andere muziekgenres bezig zie. En met jazz kom je professioneel niet ver in
Theater is eigenlijk vrij abrupt te voorschijn gekomen, want ook toen ik
Afgezien van het schrijven over muziek, lag echter ook het schrijven zelf niet voor de hand. En dan heb je nog het recenseren... Ik ben mij nog altijd bewust van de implicaties daarvan, want ik vind het absoluut geen eenvoudig bestaan. Sociaal zowel als financieel ligt het niet voor de hand. En ik heb dat als kind allemaal gekend. Ook papa combineerde verschillende jobs. We zagen elkaar toen ik klein was eerder 's nachts dan overdag of 's avonds. Dat zijn allemaal dingen die in mijn hoofd gespeeld hebben, en die daar nog altijd zijn. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan, waarschijnlijk.
Jef: Je zegt dat de muziek nog altijd aanwezig is. Hoe is die aanwezig in je theaterkritiek?
Peter: Ik denk dat ik naar het theater toe een bepaalde sensibiliteit heb die met muziek te maken heeft. Wat mij in het theater in elk geval zo aanspreekt, is het live-gebeuren, het unieke van één avond. Dat heb ik heel duidelijk meegekregen vanuit de jazz. Ondanks al die platen en cd's die je op eender welk moment van de dag of de nacht kan beluisteren, blijft jazz in de eerste plaats een podiumgebeuren. Binnen het theater dragen dan ook die voorstellingen mijn voorkeur weg, die niet reproduceerbaar zijn de dag nadien, en waarin je de persoonlijkheid voelt van de mensen die op de scène staan, de aanwezigheid van het publiek, en hoe die met elkaar in dialoog kunnen treden. Ik betrap mijzelf er wel eens op dat een voorstelling mij een echt 'jazzgevoel' kan geven, en dat is dan meteen positief.
Jef: Wat is dat, een 'jazzgevoel'?
Peter: Tja. Ik heb daar de laatste maanden een aantal oplossingen voor aangereikt gezien vanuit het theater. Om te beginnen is er een concept als dat van
lutie van acteurs nog niet ver genoeg is om dat ook in groep te kunnen bereiken. In jazz is het al zo moeilijk, met materiaal - muziek - dat zich daar gemakkelijker toe leent.
Clara: Bedoel je met die relatie van de acteur tot zichzelf en tot de tekst een soort expressie, een waarachtigheid?
Peter: Neen. Ik bedoel een manier om in een tekst en in een personage te stappen en er dan opnieuw uit. Ook in My dinner with
Ook voor mij gaat het vooral over de mensen zelf die met theater of muziek bezig zijn. Het is via de mens achter de artiest dat ik in de eerste plaats toegang heb gehad tot muziek. Ik kende de muzikanten die hier aan huis kwamen vóór ik hun muziek hoorde. Dat heeft ontheiligend gewerkt. Ik sta soms paf van wat ik bepaalde acteurs zie doen, maar ik zit niet met open mond te staren naar dé acteur, zoals ik vroeger ook dé jazzmuzikant nooit met een hoofdletter heb gezien.
Jef: Juul, wat betekent het voor jou dat Peter nu de theaterrichting uitgaat?
Juul: Ik heb er spijt van. Ik heb altijd gehoopt dat hij mijn werk ging voortzetten. Hij schrijft heel goed over jazz. Maar het is zijn goed recht een andere richting uit te gaan. We gaan wel vaak samen naar jazzconcerten.
Jef: Als je vanavond naar het theater kon, waar zou je dan naartoe willen?
Juul: Ik zou het echt niet weten, Jef. Ik hou nochtans veel van toneel. Ik heb jaren op het ministerie de 'kamers, kelders, zolders' gedaan, de subsidiëring van de kleine theatertjes. Ik ben vroeger heel veel naar het MMT en het
Peter: Het heeft niet alleen met beïnvloeding te maken, hoor pa. Het heeft te maken met deontologie en met een persoonlijke worsteling. Ik heb een serieuze dosis concentratie nodig als ik de theaterzaal binnenga, vooral bij premières. Concentratie op een voorstelling, professionele concentratie dus, is voor mij iets heel anders dan een persoonlijke concentratie voor wie er met mij meegaat naar het theater. Dat zijn bijna twee verschillende werelden, en ik heb moeite om die te combineren. Terwijl ik als kleine jongen wel meeging naar concerten! Ik begrijp nu absoluut niet hoe mijn pa erin slaagde om mijn gezeur naast zich te hebben, en dan toch nog een recensie te schrijven. Ik zou dat niet kunnen.
Juul: Jij was voor mij de stem van de derde man, de buitenstaander.
Jef: Betrouw je Peter als criticus?
Juul: Ja, ik betrouw hem. Stiekem, als hij er niet is en de krant ligt daar, lees ik veel dingen die hij schrijft.
ALIBI COLLECTIEF DRIE KONINGEN
In onmetelijke landschappen krijgen mensen rare verlangens. Koning worden is er daar een van. Er was de
(foto P.
werd verkozen tot koning van
ALIBI COLLECTIEF:
DRE1 PEREMANS (tekst) | PAT
PAT
(techniek & spel) | ELS MOMMAE RT S (kostuums) I in samenwerking met de
januari: 14 (
februari: 4
16 Oudenaarde de woeker i9uoo I 18
28 Tongeren de velinx i7uoo • maart: 3
7 Beveren ter vesten isuoo | 12 en 13
meer informatie: alibi collectief / de smaakmakerij, vooruitgangstraat 323, 1030 brussel. tel. (02) 201 03 69
Auteur Clara Van den Broek
Publicatie Etcetera, 1998-12, jaargang 16, nummer 66, p. 37-41
Trefwoorden jazz • juul • peter • muziek
Namen Aalst • Amerikaanse • André van Damiaan De Schrijver • Araucanië • België • Berchem • Berlare • Brasschaat • Brussel • Bruul • De Morgen • De Roovers en Stan • De Spiegelaere • De Standaard • De Vere • De Zeven Wereldzeeën • Dienst Muziek • Dilbeek • Dora • Duitse • EWT • Eeklo • Etcetera • Franse • FÜHDAÖIOM • Gent • Germaanse • Hans Jaeger • Heist-op-den-Berg • Het Belang Van Limburg • Het Theaterfestival • Hnita-club • Humo • IN PATAGONIË • Jazz • Jef De Roeck • John Zorn • Josse De Pauw • Julio Popper • Juul Anthonissen • LI JÜNTER • Le Soir • Leuven • MARC PEETERS • Mechelen • Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap • Nederland • New Orleans-stijl • Noorse • Orélie-Antoine de Tounens • PREMiÈEE • Patagonië • Peter Anthonissen • Peter van den Eede • Pieter T'Jonck • RICK RIGUELLE • Roemeense • Roger Guenveur Smith • Romaanse • Schriek • Senne • Steven Heene • Torhout • Turnhout • Tweede Wereldoorlog • VAN HEMELRIJCK • Van der Groen • Verschillen • Vlaanderen • Vuurland • Wim Van Gansbeke
Development and design by LETTERWERK