Waar zijn we mee bezig?
Waar zijn we mee bezig?
Hoe zou je vandaag nog kunnen overtuigen met een of ander kritisch betoog als je in die kritiek jezelf buiten schot laat?
Enkele knelpunten in de podiumsector
1.
Het is er al een hele tijd: dat gevoel dat de podiumsector, - ondanks het feit dat er onmiskenbaar nog heel wat artistieke én professionele kwaliteit in wordt voortgebracht -, een echt elan mist, dat het theaterbedrijf dichtgeslibd is en dat er door al dat slijk geen beweging kan ontstaan. De uittekening van het landschap zoals die te voorschijn kwam na de recente subsidiebeslissingen van minister Martens heeft dat gevoel niet doen wegebben, integendeel: in die nieuwe subsidieronde werd veel 'ouds' geconsolideerd en weinig 'nieuws' gehonoreerd en bovendien werden de genomen beslissingen door heel wat politieke belangen doorkruist.
In het debat waarin minister Martens en de sector op 3 september 1996 tijdens het
2.
In feite worden de belangrijkste hangijzers door
rioriseren van beleidsnormen, de organisator/producent die de plaats inneemt van de artiest, de dwang tot gezelschapsvorming waardoor individuele artiesten uit de boot vallen, de problematische situatie van repertoiregezelschappen en kunstencentra, enz.
Het is wellicht een gevaarlijke - want tot automatisch denken aansporende - stelling de theatergeschiedenis te beschouwen als een aaneenschakeling van op- en neergaande cycli en vandaaruit de huidige periode te interpreteren als een neergaande fase na het artistieke elan dat begon in de jaren '80; toch is vandaag het gevoel aanwezig dat een vorige periode is
I
afgesloten en dat een nieuwe begint of zou moeten beginnen.
Op zulke momenten manifesteert zich, meer dan op andere, de nood aan het opmaken van een bilan, alsof men de net voorbije periode wil vasthaken aan zijn voorgeschiedenis.
Na het wegebben van de beweging van het politieke theater in de jaren '70, konden we in
Als we de geschiedenis van het
6 ETCETERA
Kamertheaters bleven klein of verdwenen; het mmt - deze afkorting staat oorspronkelijk voor
Vandaag doet zich echter het fenomeen voor dat gezelschappen als
In deze context kan men ook stellen dat de inspanningen van
3.
Een structuur dient om werk te 'regelen', om een praktijk in werkbare, herkenbare, herhaalbare banen te leiden. Een structuur ontstaat als de behoeften voortkomend uit die praktijk - in dit geval de artistieke creatie -een organisatievorm noodzakelijk maken. Het gebeurt echter maar al te vaak dat zo'n structuur na een tijd 'vastloopt', d.w.z. dat ze datgene waartoe ze was opgericht uit het oog verliest, dat ze zich niet meer opstelt als middel, maar zich zelf tot doel proclameert, zich verzelfstandigt. Zoiets noemt men dan bureaucratisering of institutionalisering of het-in-standhouden-van-de-structuur-omwille-van-de-structuur. Men kan zich vandaag terecht
de vraag stellen of dat soort sclerosering niet volop bezig is een aantal van onze theaterstructuren, waaronder de kunstencentra, aan te tasten. Of niet langzaamaan en daardoor haast onmerkbaar het 'doen draaien van het eigen huis' - mede onder druk van de zorg om tewerkstelling en de zorg om een infrastructuur - tot de eerste prioriteit is geworden. Structuren zijn sterker dan mensen. Als men voelt dat een structuur 'wegglipt', dat haar interne logica het werk gaat bepalen i.p.v. die prioritaire opties waarvoor ze in het leven werd geroepen, dan stelt zich de vraag hoe daaraan verholpen kan worden: zijn er fundamentele ingrepen mogelijk die dergelijke beweging kunnen 'omkeren'? Kunnen nieuwe, vanuit andere intenties denkende krachten die structuur van een andere dynamiek voorzien? of
Beseffen wanneer men ophouden moet, is een zeldzaam maar duidelijk bewijs van oprechtheid als onderdeel van ware menselijke grootheid. Van tevéél culturele ambities of idealen uit het verleden of die zichzelf hebben overleefd dwalen de krachteloze spookgestalten nog rond. Precies dan wanneer ze wel nog floreert, wanneer de kaartenverkoop wel nog vlot, zou een instelling het risico moeten nemen even stil te staan en zich af te vragen: 'Beantwoord ik in mijn huidige en verdere werking nog aan mijn oorspronkelijke doelstellingen? Kunnen de huidige prestaties nog opwegen tegen die van de beginperiode?'
moet de structuur zelf verdwijnen? Is in die zin de daad die
Een structuur is ook een middel om de werkelijkheid te ordenen en hanteerbaar te maken; in een creatief proces behoren chaos, onregelmatigheid, wanorde echter tot 'de natuurlijke ingrediënten'. Meer dan van organisaties in welk ander maatschappelijk terrein dan ook wordt van structuren die het creatieve werk ondersteunen gevraagd dat ze flexibel zijn, dat ze ruimte laten voor het 'onvoorziene', voor datgene wat zich in de loop van het werk als organische gegevens aandient. In scleroserende structuren hebben dat soort 'vrije' ruimtes echter de neiging te verdwijnen of dicht te slibben.
4.
Maar er is meer dan dat. Sinds het verdwijnen van de communistische wereld heeft het 'wilde kapitalisme' zijn ongebreidelde, niet meer te controleren, mondiale vlucht nog ge-ïntensifieerd. Het wordt moeilijker en moeilijker om in de maatschappij kleine non-profiteilandjes in stand te houden. De kunstensector is er steeds prat op gegaan op dit vlak weerwerk te bieden en zijn niet-nuttige, niet-commerciële uitgangspunten te vrijwaren. Maar hoe staat het vandaag met deze strijd? In het juli-augustusnummer 1996 van Kunst &
Hoezeer hij in zijn tekst ook stelt dat 'het kernproduct (waarmee hij de artistieke creatie bedoelt) 'onaantastbaar' is, want 'het resultaat van het autonome parcours van de kunstenaar', toch is zijn hele betoog erop gericht dit product in te schrijven in een cultureel bedrijf dat zo goed mogelijk tracht te beantwoorden aan de wetten van de markteconomie. In zijn poging om kunst en management op elkaar af te stemmen voert hij een opsplitsing door in een 'kernproduct en een totaalproduct.
Mijns inziens is één van de verworvenheden van de jaren '80 precies het besef geweest dat een integer kunstenaar kon opleggen in welke omstandigheden hij zijn werk wilde maken, hoe hij voor zijn publiek wou treden, op welke manier hij met zijn (co)producenten wou onderhandelen enz.. Het dóórdringen van de premissen van het kunstwerk in alle geledingen van het theaterbedrijf: ik heb altijd ge-
4
ETCETERA
dacht dat dat de werkelijke inhoud van professionalisering was, dat het begrip 'eigen organisatie' stond voor een structuur die uitgaat van/beantwoordt aan de noden van het creatieve werk.
Het woord professionalisme wordt vandaag t.a.v. de Vlaams podiumkunsten te pas en te onpas gebruikt, ook door de overheid; het wordt tijd dat dit begrip verduidelijkt wordt, dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen een efficiënt management enerzijds en een artistiek professionalisme zoals hierboven beschreven anderzijds. De economische terminologie neemt al te zeer bezit van het taalgebruik m.b.t. culturele materies en woordenschat is geen onschuldig iets. In zijn artikel De strategie van het vertrouwen opgenomen in Bewakers van betekenis. Beschouwingen over theater en maatschappij (tin 1996) schrijft
5.
Er zijn nog andere aanwijzingen dat vandaag in de podiumsector een economisch denken zich in de dagelijkse praktijk nestelt en dat de artistieke overdracht al te zeer als culturele consumptie wordt benaderd. Collega's van de
Deze houding speelt in de kaart van de gehele 'managementsfeer' die de
heeft is in de openbare omroep volop aan de gang. Kunstprogramma's, zoals bijvoorbeeld
Voor die vragen mag men niet terugschrikken. Juist als de moed ontbreekt om ze te stellen kan dat wijzen op stagnatie of zelfs nakende ondergang. (
cultureel geëngageerde omroep, ontstaat er hier weinig of geen solidariteit. Alleen de bup, de overkoepelende federatie van kunstgalerijen, drukte in een schrijven aan de
En wij, in de theatersector? Wij stonden erbij en keken ernaar.
6.
Zoals we er ook bijstonden en toekeken bij 'de gebeurtenissen van de laatste maanden in
een meer-affiniteit met een soort van subversieve opstelling inzake politiek? Of om een misplaatste pretentie omtrent het 'als kunstenaar altijd al wel bezigzijn met niet-materiële vraagstukken'? Ik heb er vandaag (nog) geen antwoord op, te meer daar er zich globaal genomen wél een hernieuwde politieke belangstelling in het theater manifesteert. Deze vragen en andere mogen ons echter in de komende periode niet loslaten.
7.
'Je cherche en vain un adulte qui me dise la politique en me regardant dans les yeux' zegt de revolterende adolescente
En dan is er die geschiedenis van die
Epiloog
In een interview in
Maar wat zij in dit interview vooral doet is niet meer of niet minder dan zichzelf met de rug tegen de muur zetten. Dat roept de vraag op of we dat niet allemaal moeten doen. Keer op keer. Waar we ons in de maatschappij ook bevinden.
ETCETERA
5
Auteur Marianne Van Kerkhoven
Publicatie Etcetera, 1996-12, jaargang 14, nummer 58, p. 3
Trefwoorden podiumsector • structuur • sector • culturele • vandaag • artistieke • kernproduct
Namen België • Blauwe Maandag Compagnie • Cate • Cultuur • De Morgen • De Zevende • Eenhoorn • Eric Temmerman • Festival van Edinburgh • George Steiner • Guy Cassiers • Japanse • Jean Louvets L'homtnequi • Jozef Deleu • Kernproduct • Kunstencentrum Vooruit • Marianne Van Kerkhoven • Mechels Miniatuurtheatei • Nederlands Toneel Gent • Paul Kuypers • Paula Dhondt • Ritsaert • Theater Instituut Naar • Theaterfestival • Tweede Wereldoorlog • Vinciane • Vlaamse • Vlaanderen • Vooruit of Kaaitheater • Witte Beweging • XIV I • Ziggurat • brtn
Development and design by LETTERWERK