Archief Etcetera


Het mooiste en het vreselijkste theatermoment van...



Het mooiste en het vreselijkste theatermoment van...

Adinda De Wit, 10 jaar, Potloodbijtster. (De Potloodbijters zijn de jonge theaterrecensenten van het Cultureel Centrum van Hasselt. Een tiental kinderen tussen 7 en 12 jaar volgt zoveel mogelijk de vrije kindervoorstellingen in dat centrum en schrijft daarover dan kritiek.)

Tijdens het voorbije seizoen zag ik een 25-tal produkties, die niet allemaal specifiek voor mijn leefdtijdsgroep gemaakt waren, maar dat stoorde mij niet. Heel slechte stukken heb ik niet gezien, wel veel gewone. Heel goed vond ik Don Quichote door Stella Den Haag, Erik of het kleine insectenboek door Paardenkathedraal. De opera Repelsteel van Teneeter was ook mooi, ik hoor graag muziek. Een fijne voorstelling was Mijnheer Bach, eigenlijk voor kleuters, maar ik vond ze heel leuk, en de grappige dansvoorstelling De Ondergang van de Titanic door Bijzondere Zaken. Ik zat toen op de eerste rij en was nat geworden. Dat vond ik wel leuk.

De mooiste voorstelling vond ik Geheime vrienden door Teater 42 onder leiding van Rudy Meuws. Daarin spelen ook kinderen jongeren mee. Het was een rare voorstelling, met in het begin een jongen die heel stil op een radio stond. Heel mooi om te zien vond ik dat een hele berg papier in snippers werd gescheurd!

Het vreselijkste vind ik als kinderen in het publiek blijven praten. Bij de voorstelling In het spoor van Miles bleef zo'n kind maar praten en praten, en die mama zei daar niets van! Dat kan toch niet! Als er zo mensen en kinderen om mij heen zitten te praten, dan kan ik niet goed opletten. Dat is heel vervelend.

Luc Dhooghe, architect en scenograaf

Je kunt niet in absolute termen spreken over theater. Theater is een moment dat niet herhaalbaar is. Een voorstelling is niet goed of slecht, maar een veranderend gegeven dat zijn betekenis ontleent aan zijn context. Als architect en scenograaf ben ik me steeds bewust van hoe zo'n omgeving inwerkt op de perceptie. Ik vind het dan ook moeilijk om mijn ervaring te verabsoluteren.

De optimale voorstelling bestaat dus niet. Maar natuurlijk zijn er gradaties. Als je een voorstelling kunt gaan zien in het theater waarvoor ze gemaakt is, waar ze in première is gegaan, dan is de kans al groter dat de omstandigheden goed zullen zijn. Op reizende voorstellingen heb ik het niet zo begrepen: ze moeten zich willens nillens aanpassen aan zalen, en vaak wringt dat, zijn de proporties tussen toeschouwers- en speelruimte vertekend. Het is beter dat de toeschouwer het theater tegemoet komt, dan omgekeerd.

Maar ik zou over mijn mooiste theaterervaring vertellen. Over de slechtste heb ik het liever niet, ik wil me op een positieve manier tot het theater verhouden.

Een groot idool van me is Bob Wilson. Bij Wilson is het theater een onophoudelijk 'formaliseren van de dingen', zodat de toeschouwer op een andere manier tegen de werkelijkheid aankijkt, dit in tegenstelling tot ons doorsnee-theater dat veelal een rechtlijnige kopie van de realiteit is. Wilson vertelt een verhaal, maar op een volstrekt andere manier: het is de ruimte die vertelt.

The Meek Girl, het voorbije seizoen in deSingel, vind ik Wilsons beste stuk. Tekst, ruimte en personages zijn er op een anologe manier geformaliseerd en staan in een ritmisch verband tot elkaar. De hoge kolommen (de verticaliteit suggereert bij Wilson de tijd), de objecten, de afwisseling van open en gesloten ruimten: de verhouding tussen al deze componenten is het hele verhaal, waar alles mee staat of valt. Dat is een esthetiek, maar gaat verder dan dat: het is een ervaring die in je hoofd de ruimte creëert om te zien wat je voorheen niet zag.

Roos Werckx, binnenhuisarchitect en scenograaf

Mijn mooiste theaterervaring van de voorbije jaren heb ik te danken aan Lulu van Hollandia. Ik zag het stuk tijdens de eerste editie van het Kunstenfestival, in een oud arsenaal in Etterbeek. Een vervallen, langwerpig complex. Het kan er binnen regenen, duiven vliegen er rond.

Hollandia heeft de ruimte goed aangewend. Het publiek is van de speelruimte gescheiden door een kloof. In het eerste deel van het stuk spelen de acteurs vlak voor het publiek, met de kloof achter hen. Hun nabijheid, die bijna lijflijk voelbaar is, installeert meteen een contact. In het tweede deel spelen ze verderaf.

In de kloof zijn loopbruggen aangebracht. De acteurs komen uit de put en dat is een mooie metafoor voor Lulu: zij komt uit de goot en keert er weer naar terug. De toeschouwers zitten in fauteuils, teken van rijkdom en comfort - je bent een beetje gezeten', 'snob', en in die zin ook medeplichtig aan een ingewikkeld spel, waarin je op de duur niet meer weet wie wie manipuleert. Is het Lulu die de mannen misbruikt of omgekeerd? Wat is macht, wat is onmacht?

Lulu is het verhaal van een noodlot. 'Ik kan toch niet anders zijn, dan ik ben. Ik kan toch niet anders zijn dan vrouw', zegt Lulu. Betty Schuurman speelde haar met een ongelooflijke energie - niet als de femme fatale, maar in een soort corset, waardoor je je afvroeg 'gaat ze er nu uit barsten of niet?'. Net als de andere acteurs wist ze telkens dat accent te vinden waardoor de tekst in een nieuw daglicht kwam te staan.

Ik heb al veel versies van Lulu gezien, maar hier in deze enscenering - Hollandia koos ervoor de integrale tekst te spelen voelde ik een grote zuiverheid, een respect voor de tekst. Hollandia illustreert het woord niet, maar geeft andere beelden, zodat de fantasie zich kan openen. Zelden heeft het expressionisme me op die manier getroffen: dat hoekige, het dwarsliggen. En dat is wat ik ook van het theater verwacht: een andere of verhevigder kijk op het reeds vertrouwde.


Development and design by LETTERWERK