Archief Etcetera


Het mooiste en het vreselijkste theatermoment van...



Het mooiste en het vreselijkste theatermoment van...

Adel Salem, acteur/artistiek leider toneelgroep De Sphinx

Eigenlijk ben ik geen danser, maar beweging heeft me altijd gefascineerd, vooral van mensen die mooi kunnen bewegen en dansen. Als ik op een feest ben, of in de disco, kan ik soms uren blijven kijken. Steeds dezelfde vraag duikt dan op: wat bezielt de mensen om zo te bewegen zodra ze muziek horen? Ik geloof sterk in de wetenschap dat mensen van dieren afstammen - paarden kunnen ook zo mooi dansen op muziek. In een dansvoorstelling is het toch anders. Wanneer je als danser de bewegingen van een choreograaf overneemt en instudeert, vervalt immers de spontaniteit.

Maar wat doe je als je blind bent, en geen bewegingen van een choreograaf kunt overnemen? Dan werk je alleen via het gehoor, en dat is een wonder. Dat is wat mij overkwam, toen ik in de Amsterdamse schouwburg een dansvoorstelling zag, waarin een blinde danser de hoofdrol had (waarschijnlijk Mountains made of barking van Wim Vandekeybus & Ultima Vez, MB). Tot de laatste minuut bleef ik mezelf afvragen of hij nu écht blind was, of dat speelde. Ik dacht: hij communiceert toch met zijn collega-dansers, hij beweegt, hij springt, hij rent. Pas na afloop, toen hij wilde buigen, pakte een collega zijn hand om hem de weg te wijzen. En toen geloofde ik het: een blinde danser! Applaus, een ontroerend moment, ik bijna in tranen. Dat moment beschouw ik als de mooiste ervaring in het theater van het afgelopen seizoen.

Daar staan momenten tegenover waar ik als acteur liever niet aan terugdenk. Zoals die dag in april, toen ik met mijn produktie De Elfstedentocht optrad in de schouwburg van Roozendaal. Het was een Open Dag, dus iedereen mocht naar binnen. Behalve moeders met babies en kinderen. Dat was afgesproken. We speelden immers ook geen jeugdvoorstelling. De eerste tien minuten verliepen vlekkeloos. Iedereen luisterde aandachtig, iedereen lachte. Opeens hoorde ik een jengelend kind. Er is er eentje tussendoor geglipt, dacht ik. Wat nu: stoppen of doorgaan? Niks stoppen, gewoon doorgaan! De moeder deed haar best het kind rustig te krijgen. De vader zat ernaast of er niks aan de hand was. Ik kookte van woede. Ik moest me ook heel goed concentreren, het is niet voor niks een solo. Aangeland op pagina vijf (er waren nog twintig pagina's te gaan) begon ik harder te praten, teneinde over het gejengel heen te komen. Gelukkig, het kind werd even rustig. Maar de ellende herhaalde zich, wel zo'n vier of vijf keer. Toen viel het doek. Na afloop was ik doodmoe.

Een paar weken later zag ik op de televisie een optreden van Freek de Jonge. Hij speelde in een tent. En kijk aan: ook hij had last van een jengelend kind. Hij vroeg meteen aan de moeder of ze met het kind wilde weggaan. Even later bleek er ook een hond in de tent te zitten. Hij jengelde niet, hij liep heen en weer. Freek de Jonge zette opnieuw zijn voorstelling stop: 'Jongens, er zijn twee dingen die echt niet kunnen in het theater: kinderen en honden.' Ik heb er erg om moeten lachen.

Paul Sochacki, beeldend kunstenaar, en Mieke Dus, permanent verantwoordelijke van Jeugdhuis 't Lont, Maasmechelen, ook free-lance tolk in de gesprekken van de Poolse componisten waarmee Jan Fabre samenwerkt

Regen (Studio Hinderik)

We lieten ons (ver)leiden door recensies en de fascinatie voor de enscenering: zoveel (100 liter) water wordt gebruikt tijdens de voorstelling. Dit was op zich al een uitdaging om het evenement te zien: pure elementen als water en lichamelijkheid (een hoop naakten op elkaar).

In eerste instantie was het decor ook wel fascinerend, maar al gauw bleek dat dit een heel stuk niet kan dragen. Er schortte duidelijk iets aan de inhoud van het stuk, waardoor het niet overkwam. Onbegrijpelijk, we raakten al snel uitgekeken op het 'gespeel'. Een zeer irriterend aspect van het geheel was de rol van de zanger, die nota bene begeleid werd door muziek op band en telkens opkwam om liedjes te zingen over 'kontjes' en 'kutjes'. Van de rest verstonden we niet al te veel. Zijn optreden stond volledig los van het gebeuren, hij speelde op zich. Technisch werden steeds opnieuw enkele hoogstandjes getoond die elke dramatiek, poëzie of theater uitsloten.

Goed, we zijn blijven zitten, maar dan uit respect voor de acteurs. Het heeft echter veel moeite gekost. We waren zeer ontgoocheld: een leeg gevoel heeft ons naar huis begeleid.

Rijkemanshuis (Zuidelijk Toneel) Vier uur durend gesproken theater! Iets om schoorvoetend naartoe te gaan. Alras wisten alle acteurs ons te betoveren, te overtuigen, ook al vereiste het stuk concentratie (lange monologen) en ging het helemaal niet om een 'luchtig' thema (familiedrama).

Een indrukwekkende wisselwerking tussen taalvaardigheid van de acteurs, gebruik van de scène, enscenering en decor (sober, zuiver) zorgde ervoor dat we ons geen seconde verveelden. De harmonie tussen al deze componenten liet een overheersende dialogenregen toe. Een geënsceneerde vrijpartij tussen man en vrouw - kunstig, ludiek en toch herkenbaar - leek uit het leven gegrepen. De opgebouwde spanning was zo bijzonder, dat we (en vele andere toeschouwers) in onze stoel gekneld bleven, ook na de voorstelling.


Development and design by LETTERWERK