Redactioneel
1.
Sinds zwarte zondag (24 nov. 1991) heeft
Binnenkort zijn er weer verkiezingen. Er wordt weer volop gepraat over multiculturaliteit, nu ook in de theaterwereld. '"
Terwijl het politiek theater van de jaren '70 vooral op naam te schrijven valt van de kunstenaars, manifesteert de belangstelling voor maatschappelijke thema's zich nu minstens even sterk op het niveau van de organisatoren. Dit eerder nieuwe fenomeen maakt deel uit van de tendens om zich als kunstencentrum, schouwburg of festival te profileren met een eigen identiteit, die de eigenheid van de uitgenodigde produkties overstijgt. Soms lijkt de analyse van het 'discours' echter meer aandacht te krijgen dan de multiculturele samenleving zelf, en wat het theater daar dan mee te maken kan hebben.
2.
Ook al in maart organiseerde het theatertijdschrift
De vraag naar een op flexibiliteit gericht beleid vormde zowat de rode draad doorheen de statements van de sprekers (
Een eerste domein betreft de samenwerkingsverbanden die een kunstenaar aangaat bij het maken van zijn produkt. Dat samenwerking tussen
De kunstenaar die kiest om in te gaan op onvoorziene samenwerkingsmogelijkheden, met mensen van buiten het gekende circuit, krijgt te maken met hetzelfde probleem waarmee elk niet erkend gezelschap geconfronteerd wordt: de veel te kleine projectenpot. Hiermee raken we het tweede domein waarop tijdens het debat een flexibel beleid werd gevraagd: dat van de produkties. Het podiumkunstendecreet subsidieert een beperkt aantal gezelschappen gedurende vier jaar. Heel die tijd lang zit de rest muurvast, enkele gelukkigen die een project erkend kregen niet te na gesproken. Tijdens het debat werd terecht opgemerkt dat de theatersector hier niet, mag nalaten de hand in eigen boezem te steken: het decreet is het resultaat van een vraag om meer zekerheid vanuit de sector.
3.
Het volstaat niet om de projectenpot groter te maken, wanneer er geen podium is waarop deze produkties kunnen gepresenteerd worden. De agenda's voor volgend seizoen zijn reeds goed gevuld; die
van twee seizoenen verder worden ook al bovengehaald. Wie de aandacht van pers en publiek — en in het zog daarvan ook de welwillendheid van de overheid — wil krijgen, moet immers vooruit denken.
Flexibiliteit in de planning zal meer dan waarschijnlijk samengaan met diversiteit in het aanbod, met produkties waarin de artistieke en/of maatschappelijke noodzaak primeert op een organisatorische noodzaak. Dergelijke aanpak schept kansen voor onvermoede kwaliteit, maar brengt ook risico's met zich mee, ontoetsbaarheid aan vooraf geformuleerde criteria, verlies van herkenbaarheid. Misschien is het opgeven van een vooropgestelde, duidelijk herkenbare identiteit wel de meest politieke daad die een organisator kan stellen...?
Auteur Marleen Baeten
Publicatie Etcetera, 1995-04, jaargang 13, nummer 49, p. 5-6
Trefwoorden debat • flexibiliteit • theaterwereld • multiculturele • onvoorziene • beleid • samenwerkingsverbanden • projectenpot • hancké • overkomt
Namen België • Beursschouwburg • Daniel Defoe's Robinson Crusoe • De Nacht • De Scène • Dito'Dito • Figuur Vrijdag • Franstalige • Geert Opsomer • Gent • Guido Minne • Herwig De Weerdt • La Nuit • Leuven • Mark Deputter • Marleen Baeten • Multicultureel • Rik Hancké • Salonfähig • Stuc-programma • Time-festival • Vlaamse • Vlaanderen
Development and design by LETTERWERK