Een respectvolle worsteling
Bach, Gould, Paxton, Verdin: Goldberg Variations
Choreograaf
De muziek van Bach zit er ongetwijfeld voor iets tussen. Maar ook de stijl van de danser en de sobere enscenering van de voorstelling werkt het vermoeden in de hand. De choreografie Goldberg Variations, waarmee
Deze geïmproviseerde solovoorstelling lijkt wel een ongebreidelde semi-religieuze ervaring voor performer én toeschouwer. Beiden ogen zij vol ontzag voor de vleesgeworden creativiteit in deze schijnbaar ongemedieerde boodschap van transcendentie. Goldberg Variations is de perfect transparante performance; ça va de soi: de bewegingen schijnen de danser eigen en bijna aangeboren, ongedwongen en ongekunsteld. Deze choreografie is natuurlijk, dat wil zeggen tegengesteld aan kunstmatig, ze is en wellicht daarom, net als het bestaan, zo begrijpelijk en verklaarbaar dat er wel een metafysische dimensie moet achter schuilen.
Paxtons vocabularium staat — al bijna dertig jaar lang — bewust mijlenver van de klassieke danstraditie. Het traditionele ballet favoriseert zonder schroom het bovenmenselijke lichaam, een lichaam dat enkel en alleen op de bühne optimaal tot zijn recht komt en zijn verheven kwaliteiten juist ontleent aan het jarenlang misbruiken ervan, maar Paxton kiest resoluut voor het alledaagse lichaam. 'Anything goes' vat zijn esthetiek en zijn ethiek het best samen: de gevestigde technieken worden grotendeels genegeerd, ordinaire en natuurlijke bewegingen gaan deel uitmaken van de grotendeels geïmproviseerde choreografie, dansers kunnen van alle bouw en leeftijd zijn en hoeven niet per se een dansopleiding achter de rug te hebben.
Conversatie tussen lichamen
Paxtons bijdrage tot de dansgeschiedenis heet de contactimprovisatie en is bedoeld als
Goldberg Variations,
een conversatie tussen lichamen. De deelnemers eraan werken (meestal) in paren van dansers van zowat dezelfde grootte en hetzelfde gewicht. Ze rollen over mekaars rug en heupen, verstrengelen hun ledematen, tasten mekaars evenwicht af, spelen een woordeloos spel van aantrekken en afstoten. Spontaneïteit (onverwachte patronen tekenen zich af) en vertrouwen (het lichaam wordt aan de ander toevertrouwd) vormen de sleutelwoorden in een choreografie die voor iedereen is weggelegd en als het ware als vanzelfsprekend uit zichzelf ontstaat. De contactimprovisatie is de doe-het-zelf discipline uit de danswereld en haar therapeutische dimensie is dan ook belangrijker dan de esthetische effecten die ze voortbrengt. Ontspanning, balans, harmonie zijn de kernbegrippen in deze dansleer ten dienste van de dictatuur van de lichamelijke en mentale gezondheid.
Aan de einder van Paxtons microcosmos lonkt natuurlijk de utopie van de ecologie. De zelfexpressie (een solo van Paxton zorgt soms voor plaatsvervangende schaamte bij de toeschouwer, zozeer doet Paxton zijn lichaam onvermoede bewegingen bekennen) beoogt een heilzame werking: het lichaam van deze danser wil de geest exposeren via een amalgaam van bewegingen, via een schetsboek van encyclopedische omvang vol met anatomische mogelijkheden. Als Paxton de grenzen van het lichaam al wil aftasten, dan gaat het om die limieten die in dat lichaam zijn ingeschreven en voor iedereen (min of meer) binnen handbereik liggen. In tegenstelling tot die van het gekunstelde lichaam van de balletdanser (van
In Goldberg Variations danst Paxton een contactimprovisatie met zichzelf en demonstreert hij zijn biologische stijl als nooit tevoren: waar en werkelijk als die is, strookt hij volledig met het voorbeeldige imago dat Paxton in al die jaren heeft weten op te bouwen. Kleinschalige en persoonlijke projecten, weinig of geen vertoon qua decor en kleding, kleine theaters of 'gevonden' ruimtes en minimale budgetten zijn z'n merknaam geworden. Zijn 'carrière' is een schoolvoorbeeld van integriteit, en doet meteen de vraag rijzen: kan 'het integere' niet evengoed tot een instituut verworden? Meer nog: wat is dat, 'het integere'? Raakt niet iedereen die de kunst instapt, in de marge of in het centrum ervan, bezoedeld? Net zoals elk lichaam dat op deze aardbol rondstapt en ronddanst?
Bach & Gould
Bach dus. Een bezoedeld kunstenaar als geen ander: hij was niet enkel de componist van verschillende meesterlijke muziekstukken, maar evenzeer een werknemer met behoorlijke financiële problemen. Ook de
Zoals zoveel barokmuziek willen ook de
We zullen nooit te horen krijgen hoe Bach zijn compositie speelde. De vele hedendaagse uitvoeringen en opnames van het werk bieden ons evenwel even zovele improvisaties, adaptaties en interpretaties. De opnames hebben iets tegenstrijdigs, het zijn gefixeerde improvisaties. Ze zijn het bestudeerde resultaat van de mogelijkheden van de multitrack opname-apparatuur, van de interventie van de technologie.
Het 'onnatuurlijke' knip- en plakwerk hield in zijn ogen van meet af aan een ethiek in. Hij schrijft (in 1974, in het artikel
BV 9000
Van een bezoedeld artiest gesproken:
De nieuwste videotape van Verdin bestaat wel degelijk uit twee delen: Goldberg Variations 1 — 15 en Goldberg Variations 16 — 30. Dat is niet onbelangrijk, want beide delen vullen elkaar aan (ook al zullen ze omwille van tv-redenen wellicht niet altijd samen worden uitgezonden of getoond). In Goldberg Variations 1-15 wordt de opzet van de videast meteen duidelijk: zijn 'verfilming' is een meditatie over de afstand. Hoewel overduidelijk opgenomen in de
Felix
In het openingsbeeld, een monumentaal aandoend totaalplan, baadt zij in stilte. De muziek zet in en tijdens een pan van 360° laat de camera ons de danser nogmaals in overdruk zien. Twee figuren tekenen zich af. Het licht wordt helderder, de dansbewegingen heftiger, een paar bruuske inzooms sleuren onze blik tot tegen het lichaam van de danser. Een reeks van cuts herschept voortdurend de verwijdering tussen kijker/camera en performer. De visuele improvisatie krijgt gestalte: de variaties op afstand en beweging (inzoomen en pans) stapelen zich op, de strenge beeldcomposities, gefilmd met een vaste camera, veranderen bijwijlen in beweeglijke shots gefilmd met de camera in de losse hand, kleur maakt af en toe plaats voor zwart-wit. Zoals Paxton kiest voor de sobere essentie — hij danst in ontbloot bovenlijf en in een simpele zwarte broek — zoekt ook Verdin de abstractie op in de meest concrete dingen. Zijn elegante en strakke versieringen lopen uit op een extreme close-up van de hand van de danser tegen de witte muur: een aangrijpend moment waarop de architectuur van het lichaam face à face met de architectuur van de ruimte staat.
Goldberg Variations 1-15 speelt een subtiel spel. De filmer beukt op elegante wijze op de esthetiek van de danser in. Want wat is het ontdubbelen, het 'splitsen' van het beeld van Paxton anders dan een regelrecht indruisen tegen diens bekommernissen om natuurlijkheid en innerlijke harmonie? Danser en muziek zijn in tegenstelling tot bij de voorstelling niet langer één. Hoe anders het onophoudelijke verwijderen en naderen zien als brute aanvallen op de serene, innerlijke ruimte van de danser? De technologische beeldmanipulaties vestigen de aandacht op de zinnelijkheid van de choreografie, niet op de metafysica ervan.
De rust die Goldberg Variations 1-15 zeer zeker uitstraalt, is er geen van organische, spirituele maar van 'onnatuurlijke', esthetische aard. Wanneer aan het eind de camera traag uitzoomt en overgaat in een terugwijkend vogelperspectief blijft Paxton onooglijk klein (niet verslagen of overweldigd: deze confrontatie is geen uitputtingsslag maar een respectvolle worsteling) in de arena achter. Zoals op het toneel fade het licht langzaam uit, maar zoals alleen op video kan, verandert ook de kleur langzaam en definitief in zwart-wit.
Muzikant
In Goldberg Variations 16 - 30 gaat Verdin er harder tegenaan. De dans is het ruwe materiaal waarmee hij een eigen choreografie bedenkt. Paxtons bewegingen raken onderhevig aan herhaling, vertraging, freeze frames. Een kubistische constructie ontspringt in de versmelting van verscheidene perspectieven en in razendsnelle cuts binnen één dansbeweging. De camera tolt rond zijn eigen as doorheen de lege ruimte en creëert een heuse action painting: voorbijflitsende vegen en strepen overschilderen de danser. Bruuske kleur- en ritme-overgangen verbrokkelen de oorspronkelijke chronologie van de voorstelling tot zelfs Paxton een duo met zichzelf aanvangt. Deze bezwerende maalstroom van kleuren en klanken moet wel een uitweg uit de ruimte vinden: voor een ogenblik ontsnapt de blik aan de dans en zien we uit op de daken van Amsterdam. De etherische roes van de technologische losbandigheid, deze triomf van de montagestudio wordt heel even met de werkelijkheid geconfonteerd. Niet voor niets zullen tijdens de eindgeneriek de straatgeluiden op de klankband binnensijpelen. Voordien kondigde een heel mooi stuk reeds die afstand-name aan wanneer de danser lang en rustig door de ruimte stapt, één en al contemplatie, terwijl ook de camera op de tonen van het muziekstuk lijkt weg te mijmeren en de danser uit het oog verliest.
Wie het nog niet doorhad, kan er dan niet meer naast: Goldberg Variations 1 - 15 en Goldberg Variations 16 - 30 is het werk van een muzikant. De complexe visuele structuur ervan weerspiegelt die van het muziekstuk en verraadt een zelfde aandacht voor de virtuoze mathematische opdeling van de tijd. Dat ene moment verplicht ons naar de muziek te luisteren, maar het hele werk doet de vraag rijzen 'hoe we naar muziek kijken?'. En het is daar dat Verdin en Paxton, ondanks of dankzij hun verschillen, mekaar vinden en aanvullen.
Zoals Paxton vragen stelt naar hoe muziek te dansen, gaat Verdin na hoe dans (meer bepaald die van
Goldberg Variations,
Auteur Herman Asselberghs
Publicatie Etcetera, 1993-06, jaargang 11, nummer 42, p. 19-21
Trefwoorden goldberg • variations • paxton • verdin • gould • bach • danser • superieure • paxtons • choreografie
Namen Amerikaanse • Amsterdamse • Anne Teresa De Keersmaeker • Balanchine • Cunningham • Deborah Jowitt • Forsythe • Glenn Gould • Goldberg-Variationen • Herman Asselberghs • Johann Gottlieb Goldberg • Kaiserling • Margaret Mead • Meritis Concertzaal • Moraliteit • Muziek en Technologie • Ottone • Russische • Saksische • Steve Paxton • Ultima Vez • Van Gould • Walter Verdin
Development and design by LETTERWERK