Archief Etcetera


Dollen met ons cultuurgoed



Dollen met ons cultuurgoed

Dora Van der Groen ensceneert de Abele Spelen

Dora van der Groens enscenering Thyestes was een schot in de roos, maar haar Abele Spelen schoten vooral de Nederlandse critici in het verkeerde keelgat. Bart Van den Eynde las de commentaren van onze Noorderburen.

"Je neemt een klassieker, om het even welke, en verklaart vervolgens dat die irrelevant is. Als het maar de verbeelding van de speler op gang brengt, heb je zelfs aan een telefoonboek genoeg."

Peter Claessens/de Telegraaf, naar Dora van der Groen.

Met Thyestes scoorde Dora Van der Groen bij het groot publiek en bij de critici. De voorstelling werd genomineerd voor het Theaterfestival. De Abele Spelen nu lijkt bij laatstgenoemden heel wat minder enthousiasme op te wekken. Daarbij is het opvallend dat vooral de Nederlandse pers zeer negatief reageert. De Vlaamse pers heeft voor de voorstelling niet dezelfde prijzende bewoordingen over die Thyestes wel te beurt vielen, maar is in het algemeen toch beduidend positiever in zijn beoordeling dan de Nederlandse confraters.

Sotternie

Een aantal van die Nederlandse negatieve recensies zijn erg vreemd als je ze wat nader bekijkt. Een viertal argumenten spelen een rol in de beoordeling. Primo, de Abele Spelen zijn als literair erfgoed door van der Groen niet gerespecteerd. In bijna al de negatieve recensies komt dit punt van kritiek terug. Niet zelden gaat dit gepaard met morele verontwaardiging omdat deze ernstige stukken tot een sotternie verhaspeld zijn waarin vooral het onderlijf een centrale rol speelt. Ten derde mist de enscenering elke structuur en kan dus niet geanalyseerd worden. Merkwaardig genoeg wordt in enkele artikels ook de inzet en overgave van de acteurs gelaakt.

De argumentatie wordt gelardeerd met veel citaten en parafrasen uit interviews, door van der Groen toegestaan voor de première. Ze hebben blijkbaar veel kwaad bloed gezet en worden met graagte geciteerd. Deze 'éminence grise'- zo wordt ze ironisch genoemd in een van de kwaadste artikels- blinkt dan ook niet bepaald uit in het maken van genuanceerde uitspraken en van rationeel opgebouwde betogen. In combinatie met haar overvloedige talent en haar totaal gebrek aan matigheid, maakt dat haar in Nederland natuurlijk tot een ideaal doelwit. De bewuste provocatie van de diva, ook in de voorstelling een constante, doet de rest. Belgen zijn luier (of onverschilliger ?): ook Jan Hoet wordt in Nederland met respectvol onbegrip tegemoet getreden of men lust hem er rauw. In België getroost alleen Frans Boenders zich die moeite.

"Esmoreit, Lanseloet, Gloriant en Vanden

Abele Spelen, Het Zuidelijk Toneel / Jean Pierre Stoop



winter en vanden somer zijn (die) vier pronkstukjes van onze middeleeuwen." De critici zijn duidelijk trots op de Abele Spelen, de oudste (gekende,) wereldlijke toneelteksten in de Europese letteren. Ze maken deel uit van "onze literaire trots", "de Cultuur" (let op de hoofdletter), "ons cultuurgoed" (her en der geplukt uit de artikels). Deze erfenis heeft van der Groen duidelijk niet gerespecteerd of - om in de sfeer van de voorstelling èn de artikels te blijven - verkracht: Terwijl ze "gelegenheid geven tot een nieuw inzicht in een bijna vergeten cultuurbezit, komt Het Zuidelijk Toneel niet verder dan proestend te concluderen: (...) het is één pot nat."

Een pot nat

Waaruit bestaat nu dat disrespect ? De critici geven twee redenen: 1) de tekst als literatuur is niet gerespecteerd want herleid tot tekstflarden; 2) de inhoud van de tekst is niet gerespecteerd. De tekst is inderdaad niet gerespecteerd als respecteren betekent dat hij onverknipt in de voorstelling gebruikt wordt. "Had van der Groen de mooie vertaling van Komrij gebruikt, hadden we de tekst tenminste kunnen volgen", jammert één criticus. Een andere stelt: "Van een theatergezelschap mag men verwachten dat het vervolgens uitstijgt boven een dergelijke hovaardige instelling (i.e. proestend concluderen dat het één pot nat is, BvdE). Dat minstens de poëzie van de taal even opklinkt en de symboliek uit de plat avontuurlijke inhoud wordt meegenomen"

Maar je kan het ook anders bekijken: je neemt een tekst en die tekst is je inspiratiebron of je hulpmiddel om een voorstelling te maken. De uiteindelijke voorstelling staat op een aantal citaten na los van de tekst, Abele Spelen los van de Abele Spelen. Of zoals de regisseuse het zelf uitlegt: "De anekdote van de abele spelen is niet interessant. Je hoeft er dus niet naar te luisteren . Dat is fantastisch want het schept de ruimte die je moet hebben om aan de slag te kunnen." Is de tekst dan verkracht? Is Des Passions van Thierry Salmon een verkrachting van Demonen van Dostojevski en zijn de Shakespeare's van Discordia dat niet omdat ze de hele tekst spelen?

De essentie van de Abele Spelen is volgens één van de critici: "Het innerlijke conflict tussen ridderlijke plichten aan de heer, aan de geliefde en aan henzelf. (...), ieder moet in Abele Spelen een krachttoer leveren om het lot te overwinnen." En in een andere kritiek: "Die interpretatie (i.e. "een klimaat van waanzin van de veertiende eeuw", Dora van der Groen) is uitermate betwistbaar. Er is, om bij Esmoreit te blijven, wel degelijk sprake van bijvoorbeeld een grote tederheid tussen Esmoreit en Damiët. In Abele Spelen wordt zulks uitgedrukt in een groepsverkrachting. En niet alleen onjuist, ook buitengewoon clichématig."

Hoofse ideologie

Dit citaat is onjuist omdat in de voorstelling Sandrijn het slachtoffer is van de groepsverkrachting en niet Damiët. Het is betwistbaar omdat het afscheid tussen Esmoreit en Damiët, voor mij, even plots als radicaal omslaat van een ostentatief disco-balletje in een van elke ironie gespeende en ontroerende afscheidsscène tussen twee geliefden. Maar het klopt dan weer wel dat de voorstelling clichématig is, want ze gaat over het grote cliché dat hoofse literatuur heet. Tegenover de negatieve aspecten van de middeleeuwse werkelijkheid stellen de hoofse dichters een uiterst onrealistisch maatschappijbeeld, een tegenontwerp van de werkelijkheid waarin iedereen enkel bezig is met het streven naar zedelijke en maatschappelijke volmaaktheid. Dit genre kent vooral een bloei in de twaalfde en de dertiende eeuw en is een ideologisch instrument van een klasse: de feodale adel. Een techniek die van alle tijden is.

Die discrepantie en die spanning tussen wat men wil en wat men doet, is het uitgangspunt van de voorstelling. "De tekst als vervoermiddel op een zoektocht naar de waardes die ze beschrijft", benoemt Henk Havens dat zeer mooi in Eindhovens Dagblad. Je kan die benadering appreciëren of niet, geslaagd vinden of niet, maar daarom de voorstelling afdoen als "een voorstelling vol zijpaden die nergens naar leiden, behalve dat er in de vijftiende eeuw alleen verkracht werd" of stellen dat Dora van der Groen "geen tekst kan analyseren, (of dat) zij geen regie-concept kan ontwikkelen" is nogal unfair.

Het is ook raar om te lezen dat een voorstelling zo bol van geweld af gedaan wordt als "cabaret" of "voor de grap".... Ik van mijn kant heb zelden zo sterk de gruwel van een verkrachting gesuggereerd gezien en dit zonder gemakkelijke sensatie; heb zelden het constante geweld tegen vrouwen zo gevoeld (in een voorstelling zonder actrices).

Straaljager

Tenslotte is het merkwaardig dat een aantal critici weigeren de link met het heden te zien zelfs al zijn in onze eeuw de voorbeelden legio en wordt er naar verwezen, zelfs al jaagt er op het eind van de voorstelling een straaljager over hun hoofd. Neen, voor deze critici is de voorstelling "tienervertier", wier boodschap is dat "de middeleeuwen toch wel erg donker waren."

De afwijzing van de voorstelling hangt ook nauw samen met de morele verontwaardiging die ze opwekt. En daarmee bewijst Dora van der Groen dat haar constante wil tot provocatie, die mij zo irriteerde omdat ik ze beschouwde als het inslaan van open deuren, wèl terecht is. Immers, er zijn nog steeds theatercritici die vinden: "In het theater bestaat het leven vooral uit grote gevoelens, je gaat er heen om het alledaagse te overstijgen." En wat geeft van der Groen hen :"(...)een soort schaamte-experiment. Hij (i.e. de toeschouwer) geneert zich en vraagt zich vervolgens af waarom alledaagse dingen plotseling de schandestatus aannemen als ze op het toneel worden gepraktiseerd." Omdat de acteurs extreem ver gaan in hun vertoon, is het bovendien moeilijk om al dat onfatsoen te negeren: "En: "(...) de spelers verliezen zich in bezeten acteren.(...) Dat is soms komisch, vaak angstwekkend." En: "Bart Slegers - ook al een eersterangs acteur - slaat telkens volkomen krankzinnig op tilt, zodat het haast gênant wordt."

Het is natuurlijk niet zo dat alle artikels even extreem zijn in hun besluit: "Als er ooit een voorstelling door een artistieke leiding moet worden teruggenomen, dan is het deze wel.".

Er zijn enkele positieve recensies en enkele negatieve die hun twijfels over de voorstelling beargumenteren. Maar de meeste Nederlandse recenten lijken vooral erg kwaad. In Vlaanderen luidt een andere bel. Luie Vlamingen?

Bart Van den Eynde


Development and design by LETTERWERK