Geen getto's voor het jeugdtheater
De 'kinderkunstencentra' doorgelicht
In vorige Etcetera's doken ze op als vage schimmen: de 'kinderkunstencentra'. Schimmen kunnen alleen maar misverstanden opwekken. Johan de Feyter brengt ze in het daglicht.
In de bijdragen over jeugdtheater, die tot mijn vreugde met enige regelmaat in de recentste nummers van Etcetera verschenen, werd af en toe uitgehaald naar het spook van de zgn. 'kinderkunstencentra'. Een spook dat, met het nieuwe theaterdecreet in het verschiet, het afgelopen jaar voor enige onrust bleek te zorgen. Getuige daarvan een bijna verdacht grote aandacht voor dergelijke plannen in de pers - alleszins een grotere aandacht dan voor de
Over dit spook doen helaas nogal wat misverstanden en kwakkels de ronde. Dat duidt gewoonlijk op angst uit onwetendheid. Zijn de plannen eigenlijk bekend? En waarvoor is men zo bang? Vier misverstanden over kinderkunstencentra rechtgezet.
1.
'Hét kinderkunstencentrum' bestaat niet, en het zal, als het van mij afhangt, ook nooit bestaan. Tenminste niet als een voor iedereen op dezelfde wijze uit te bouwen, netjes in reglementen omschreven, door de overheid in decreten ingebakken apart instellingsmodel. Hier zit een eerste groot misverstand: dat er zoiets zou bestaan als een nieuw, groots ('en duur, mannen !') globaal theoretisch model voor
De verantwoordelijken voor dit misverstand zijn de initiatiefnemers van de 'kinderkunstencentra' zelf (
Wie echter de plannen voor jeugdtheaterhuizen, zoals die vorig jaar op tafel lagen voor
2.
De term 'kinderkunstencentrum' is bijzonder ongelukkig gekozen. Hij suggereert dat die huizen de werking van kunstencentra nog eens dunnetjes zouden overdoen, met minder geld en alleen voor kinderen. Een hardnekkig misverstand. Zoals al gesteld werden de initiatieven juist opgezet vanuit de vaststelling dat het jeugdtheater heel specifieke eisen stelt aan een organisatie, en dat de kunstencentra zoals ze nu bestaan daaraan onmogelijk kunnen voldoen. Laten we leren uit de voorbeelden van
Om kort te gaan: het simultaan organiseren van dag- en avondvoorstellingen vereist meer en anders gekwalificeerd personeel en meer en andere infrastructuur dan nu voorhanden is. En dat kan je niet oplossen door meer geld in die instellingen te pompen, want het is niet enkel en alleen een kwantitatief probleem veroorzaakt door de omvang van het publiek in de grote steden. Dat van de nu bestaande kunstencentra zich maar twee zijdelings met jeugdtheater hebben beziggehouden, zegt toch al genoeg. Zij vinden eigenlijk - terecht - dat het niet ook nog eens hun taak is om een ruim aanbod voor veel
kinderen en jongeren aan te bieden. Schoolvoorstellingen, familievoorstellingen, pro-dukties met kinderen, workshops of opleidingen voor kinderen en jongeren, pedagogische begeleiding... allemaal dingen die over het algemeen buiten hun verlanglijstje vallen.
Dat organisatoren vanuit deze vaststellingen aparte jeugdtheaterhuizen met een aangepaste sfeer, een eigen werkwijze en andere accenten in artistieke keuzes willen opzetten, hoeft toch geen verwondering te wekken?
3.
Het professionele jeugdtheater in
En dit is het derde grote misverstand: de angst dat met de uitbouw van de kinderkunstencentra, die zich precies in die grote stadscentra situeren, de culturele centra het moeilijk zouden krijgen om een goed programma op te zetten. Professionele theatermakers verkiezen immers begrijpelijkerwijs om reeksen (vrije) voorstellingen te spelen voor een theaterminnend publiek, in daarop berekende zalen waar ook af en toe pers komt opdagen. En die voorwaarden zijn makkelijker te vervullen in een grote stad. Willen (internationale) jeugdtheatermakers nog wel de boer op eens ze zulke goede stallen in de steden geroken hebben? Zal het zo hard bevochten spreidingscircuit daardoor ook niet vlug zonder publiek zitten? Vooral in de buurt van
Deze vrees van de culturele centra markeert natuurlijk ook hun besef dat er één en ander moet veranderen in hun jeugdtheaterwerkingen.
Omgekeerd hebben ook de culturele centra belang bij het ontstaan van die jeugdtheaterhuizen: de risico's van het blind boeken van produkties kunnen verminderd worden, door ze eerst uit te testen op een of twee van die grote plateaus. Theatermakers kunnen produkties dan in optimale omstandigheden voor een gevarieerd publiek bijsturen, en daarna beslissen of een produktie het seizoen daarna nog gespreid wordt of niet, en voor welk publiek. Ook pedagogische begeleidingsprojecten kunnen hier in goede omstandigheden ontwikkeld worden.
En dan is er nog het voorbeeld van het TJP in
Weg met het enggeestig concurrentie-denken dus, samenwerken is de boodschap. En er is nog heel veel werk: een extrapolatie van publiekscijfers uit een recente studie van
4.
Telkens de zgn. 'kinderkunstencentra' ter sprake komen, springt er wel iemand op tafel met de slogan 'geen ghetto's voor kindertheater'. Zelfs
En niemand heeft ooit gezegd dat er in die huizen alleen maar activiteiten voor kinderen en jongeren het programma mogen komen. Daar ligt weliswaar het zwaartepunt, maar dingen over, met of door kinderen en jongeren voor volwassenen kan m.i. net zo goed. Of gewoon 'volwassenentheater' (wat een woord) voor jongeren. Juist een doorstroming realiseren van het jonge publiek en jonge artiesten naar latere theaterliefhebbers en theatermakers: dat lijkt me één van de belangrijkste opdrachten van zulke huizen. Bijvoorbeeld het moeilijke bruggetje leggen tussen twaalf en zestien jaar, de leeftijd waarop het publiek traditioneel afhaakt. En het klopt dat dat niet kan door artistieke ghetto's voor het kindertheater te creëren. Maar dat is niemands bedoeling.
Overigens: moeten we ons met de relatief lage publiekscijfers uit de recente studie van Daan Bauwens over de kunstencentra (Huizen van kommer en kunst. De groei en werking van de kunstencentra) niet eens gaan afvragen of er geen gevaarlijker kloven en ghetto's te bevechten zijn? In deze optiek lijken die jeugdtheaterhuizen op lange termijn helemaal niet zo'n slecht idee.
Auteur Johan De Feyter
Publicatie Etcetera, 1993-04, jaargang 11, nummer 41, p. 26-27
Trefwoorden jeugdtheaterhuizen • jeugdtheater • centra • plannen • misverstand • kunstencentra • spreidingscircuit • steden • feyter • jeugdtheatermakers
Namen Administratie voor Kunst • Antwerpen • Assitej • Barbara Wijckmans • Brussel • Culturele • Cultuur • De Weerdt • Dirk Vanhaute van Het Gevolg • Etcetera 38 • Etcetera 40 • Europa • Eva Bal • Fevecc • Geen Kaas • Geen Theater • Gent • Hasselt • Johan De Feyter • Koen Kwanten • Kristel • Kunst- • Marianne Van Kerkhoven • Oda Van Neygen • Signaalforum • Straatsburg • Theaterfestival in deSingel • Vlaamse • Vlaanderen • deSingel en de Beursschouwburg
Development and design by LETTERWERK