Hoezo repertoire?
De
Het maandenlang kleinzielig politiek getouwtrek rond de nieuwe directeur van de
Begrippen als repertoire, repertoiregezelschap, repertoirehuis zijn sedert geruime tijd onderhevig aan metaalmoeheid. 'Er is behoefte aan een nieuw begrippenapparaat dat ons in staat stelt de veranderende realiteit van het globale theaterveld te omschrijven', noteerde
Nu vier jaar later is en blijft het onzinnig om de theaterrealiteit anno 1992 te willen blijven inventariseren en catalogeren met deze 'leeggelopen woorden' (Van Kerkhoven). Maar hoe leeggelopen is het woord 'repertoire' eigenlijk? Zijn wij niet allen bezig met 'repertoire', zoals
Toch is het heimwee naar 'together again' groter dan het wispelturige ego. Lees ik niet in de inleiding van het
Samen
Enerzijds tekent dus het gebruik van het begrip 'repertoire' noch duidelijke, noch zingevende scheidslijnen op de topografische kaart van het theaterlandschap en is het als criterium te verwaarlozen, anderzijds wordt de zin en de waarde van het begrip 'ensemble' (
tisch en selectief opstellen, vallen de meest kwetsbare ensembles, zij die begeleiding en steun het hardst nodig hebben, volledig uit de boot of worden hoogstens als artistieke bootvluchtelingen behandeld: een droge broek en oprotten! De subsidies van de centra verhogen zou een oplossing kunnen zijn, op voorwaarde dat zij met een alternatief beleidsplan uitpakken waarin bescheiden maar efficiënt aan begeleiding, ondersteuning en promotie van jonge theatermakers wordt gewerkt, en dat zij andere criteria hanteren dan dat verwerpelijke 'profilering'.
Er ligt mogelijk een andere, meer doortastende oplossing voor de hand die meteen komaf zou maken met het steriele gehannes van de bestaande 'grote' repertoirehuizen (KNS,
Ensembles ontwikkelen zich meestal rond één opmerkelijke artistieke persoonlijkheid met een eigenzinnige artistieke visie:
En om de boel inderdaad spannend en uitdagend te houden zou men bij de aanstelling van die ensembles een aantal voorwaarden kunnen stellen:
1. De 'benoeming' is in de tijd beperkt. Je wordt met je ensemble aangezocht om gedurende een aantal jaren het huis te bespelen. Loopt die termijn af dan vertrekt de artistieke leider met zijn team. In het beste geval wordt de termijn éénmaal verlengd. Een artistiek leider werkt dus met zijn ensemble gedurende een welomschreven periode met een vooraf vastgelegd budget/subsidie.
2. Het ensemble wordt verplicht om binnen het huis een 'tweede plateau' (een labo, een broedcel, een shuttle...) op te bouwen waar aankomend talent (van buitenaf aangetrokken en komend uit verschillende kunstdisciplines) zich kan ontwikkelen. Risico's nemen is hier het paswoord, doorstroming en voortdurende vernieuwing het resultaat.
3. Er moet aansluiting worden gezocht bij de (grondig te hervormen) theaterscholen. Desnoods vinden die scholen onderdak in de huizen en poogt men een symbiotische levensvorm te creëren tussen scholing en praktijk, tussen wetenschap, pedagogiek en theater.
4. De theatermaker is verantwoordelijk voor zijn beleid. Niet de politicus, de syndicalist of de lobbyist. Bemoeienissen van buitenaf of hogerhand zijn dus totaal uitgesloten.
5. De receptieve functie van een repertoirehuis zou hierin kunnen bestaan om werkrelaties aan te gaan met buitenlandse regisseurs en gezelschappen. Dit hoeft niet a priori te betekenen dat men in het programmatorisch vaarwater van de kunstencentra terecht komt. In de context van deze denkoefening betekent dat dat de regisseur of het gezelschap voor een langere periode in het huis werkt (in résidence dus) en daardoor een grotere artistieke uitstraling op het inwonende gezelschap regenereert.
6. Het repertoirehuis moet openstaan voor en plaats bieden aan een aantal denk- en werkcellen opgezet rond auteurs, scenografen, vertalers, videasten, cineasten, musici, choreografen... Repertoire theaters moeten (opnieuw?) open universiteiten worden, geen gesloten, drempelhoge cocons maar publieksvriendelijke broeikassen waar interessante, gekke, waanzinnige, waardevolle dingen gebeuren. Het repertoirehuis moet zich ontwikkelen tot kweekvijver en mediator van jong talent. Jong talent dat begeleid, maar complexloos en in alle vrijheid zijn artistiekpotentieel kan ontwikkelen en tonen.
7. ...
Stel dat deze (utopische?) denkoefening ooit getoetst zou kunnen worden op haar haalbaarheid - stel ! ? - dan nog zou dé vraag blijven of genoemde theatermakers en hun ensembles de zin en de moed zouden opbrengen om zulk een uitdagend avontuur met al zijn consequenties aan te gaan. Maar nogmaals, stel dat Jan Joris Lamers en zijn
Auteur Gommer van Rousselt
Publicatie Etcetera, 1992-12, jaargang 10, nummer 39, p. 11-12
Trefwoorden ensembles • repertoirehuis • ensemble • repertoire • denkoefening • gommer • rousselt • uitdagend • stel • ontwikkelen
Namen A-gezelschappen • Antwerpen • Arca • BMCie • Blauwe Maandag Compagnie • Bourla • De Tijd • Ensemble KNS-Raamtheater • Etcetera • Frans Strijards • Gerardjan Rijnders • Gommer van Rousselt • Het Nationaal Toneel • Ivo Van Hove • Jan Lauwers • Janine Brogt • KVS • Kaaitheaterjaarboek • Lucas Vandervost • Luk Perceval • Maatschappij Discordia de KNS • Marianne Van Kerkhoven • Matthias de Koning • Monty • NTG • Nederlandse • Needcompany • Samen Met Elkaar Een Geheel • Stan • Tom Jansen • Toneelgroep Amsterdam • Vlaamse • Vlaanderens • Zuidpool-theater
Development and design by LETTERWERK