'De duidelijke visie dat er niets duidelijk is, kortom.'
Met Het is nieuwe maan en het wordt aanzienlijk frisser bracht
En een megamix als resultaat
Vercruyssen: Ik kan niet zo goed de scheiding tussen theater en politiek aangeven, en bepalen wat die al dan niet met elkaar te maken hebben, omdat ik juist daaruit vertrek. Ik heb mij bij het maken van Nieuwe maan ook wel afgevraagd of een dergelijke expliciete politieke thesis binnen het theater nu nog kon, in de naweeën van de jaren '70 en de kater die een generatie daaraan heeft overgehouden. Maar eigenlijk heb ik daar niets mee te maken: ik merk bij mezelf een soort van kwaadheid over hoe het er in de wereld aan toe gaat. En dan maak ik gewoon een voorstelling. Ik sta dus op het recht om te spelen met alternatieve gedachten ten aanzien van de politieke actualiteit. Ik besef wel dat als ik bepaalde woorden gebruik, of bepaalde wendingen, of bepaalde klemtonen leg, dat daar door een generatie meewarig op gereageerd wordt. Het kan zijn dat van zodra ik iemand als
Het consevatisme waar toen tegen gevochten werd, is nu nog veel sterker geworden. Ik reageer daartegen door een alternatieve gedachte te formuleren, zonder vorming of belering. Zonder de illusie dat die gedachte te verwezenlijken is in een soort maatschappij-model. Het is aan anderen om dat als een teken van de tijd te duiden of als een stroming of een beweging tegenover het theater van de jaren '80. Of om dat als politieke voorstelling te verbinden met wat er zich voordien afspeelde.
Daar ben ik niet mee bezig. Ik kan mij wel voorstellen dat ik en andere mensen iets vertegenwoordigen dat in jonge gasten van nu zit, dat weet ik niet. Ik kan mij ook voorstellen dat er een soort nieuwe onvrede is met wat er zich voordoet, maar los van een
Lijfelijke aanwezigheid
Etcetera : Maar je kent dat politiek theaterverleden natuurlijk wel. En misschien zoek je nu naar een andere vorm om op de maatschappelijke realiteit van vandaag in te gaan, zonder in de valkuil van de vorige generatie te vallen?
Vercruyssen: Dat zijn evoluties die apart verlopen. Als je het hebt over de wil om een politiek item te vertalen in een voorstelling, dan is dat voor mij een andere evolutie dan de vraag naar de sociale functie van theater. De vorm van het theater vandaag is een discussie op zich. De essentiële vraag is hoe toneel, na het opkomen van film en televisie, gebruik kan maken van datgene waar het nu sterk in is opdat het zijn noodzaak zou behouden. Dat blijft voor mij de lijfelijke aanwezigheid van de speler tegenover het publiek en de mogelijke interactie die daaruit volgt. Het moment, als mogelijkheid om het nü voor de speler en de kijker te realiseren.
Etcetera: Wat is dan die noodzaak van toneel? Voor jou is het noodzaak, maar dat is het voor de meerderheid niet. Het is een zeer kleine, nog meer gemarginaliseerde groep dan het al was, zeker binnen de sector waar jullie in werken. Neem je vanuit de kennis dat je maar in zo'n kleine groep opereert een andere positie in als theatermaker?
Vercruyssen: Er zijn een aantal gevoelens die botsen. Een produktie als Nieuwe maan wordt bekeken door een klein aantal mensen en blijft binnen dat zeer kleine kringetje. Maar ik heb niet de illusie dat ik of wij dat in groep op dit moment volledig kunnen veranderen. Misschien ben je één schakeltje in een proces dat toneel in zijn functie rehabiliteert. Iedereen kijkt wel naar film en televisie, die veel functies van het toneel overgenomen hebben.
Ik vind de sociale noodzaak van toneel heel groot. In een film geef je een verhaal, en dat zit op een heel technische manier in mekaar. Je kan wel genieten van wat een acteur op het doek doet, maar een lijf dat op een meter of twee afstand staat, kan door de continuïteit en de gemeenschappelijkheid van het moment op een veel acutere, hevigere manier je de zo noodzakelijke spiegel voorhouden en je aan het wankelen brengen. De kracht van toneel is dat het veel meer dan het door de commercie gecompromitteerde filmmedium in staat is mensen te kijk te zetten ten aanzien van zichzelf, direct, en vragen te stellen over hun situatie. En dan heb ik het niet over een verhaaltje dat verteld wordt, maar over mensen die samen met een publiek een tekst onder handen nemen, daaraan vragen stellen en de boodschappen die erin zitten aanbieden.
Individuele woede
Etcetera:Het theater stelt vragen, maar biedt zelf geen antwoorden. Dat wordt overgelaten aan het publiek. Dat is zo'n beetje de strekking geweest van het theater van het laatste decennium. Is er vandaag misschien een andere manier van antwoorden, een andere vraagstelling mogelijk geworden?
Vercruyssen: Ik heb het vooral over het individu. Met
Het individu censureert zichzelf dus niet meer ten aanzien van het verleden, maar neemt stelling. Het is een louter individueel standpunt dat geconfronteerd wordt met het standpunt van de mensen die daar tegenover zitten. En daar gaat het op dat moment om. Ik geloof niet in een groep. Ik geloof alleen maar in individuen die door een optelsom een groep vormen. Alleen het individueelste standpunt heeft volgens mij een sociale gemeenschappelijkheid. Je moet je standpunt helemaal individueel laten worden, opdat de stelling 'dit is de waarheid' volledig ondermijnd wordt. Als ik zeg 'ik vind dit of dat', dan is dat zonder de pretentie van een algemeen geldend waarheidsbeginsel.
Het gaat er om als individu te reageren in het besef van de relativiteit van je positie. Dat laat je toe gewoon te zeggen watje zegt. En dat is bij elke voorstelling anders. Ik heb voorstellingen van 'Nieuwe maan' gespeeld waar ik absoluut veel te veel een opgeheven vingertje had, veel te veel de les spelde. Op andere momenten vond ik een veel juistere balans en bleef het belerende achterwege. En die mix werd dan ook veel meer een allegorie.
Cynische taalkunstenaars
Etcetera : Wat is de rol van de taal daarbij?
Vercruyssen: Taal speelt op verschillende niveaus een rol. Algemeen is er een onvrede met de taal die ons in vertalingen aangeboden wordt. Die staat te ver van ons af. We willen namelijk reageren tegen iets dat ons ingelepeld werd: nl. dat je eigen taal maar half zijn gat is, datje je taalgebruik moet optillen door v.b. de 'g' wat meer aan te blazen. Aan een stuk werken is voor ons in de eerste plaats zoeken naar de juiste woorden en zinnen. Woorden waar we niets mee hebben, zoals hartstikke, gaan er dan ook uit.
Ik ben ook geïntrigreerd door woorden die qua gevoel volledig overeenkomen met hun inhoud: de fysieke beleving van het zeggen deelt de inhoud mee. Bijvoorbeeld 'Familienvater' van
De eerste versie van
De bijna fascistische propaganda is het vertrekpunt geweest. Ik ben nog nooit zo kwaad geweest op de media. Wansmakelijk. De euforie die uit de radio spatte: "It was the biggest 4th. of
Day after-gevoel
Etcetera: Bij je commentaar op de
Vercruyssen: Nee, zeker niet. Ik ben zeer opgewekt, maar gebruik daar de meest wild om zich heen schoppende teksten voor.
moment en de mededeling daarvan juist heel belangrijk vind. En dat is absoluut niet nihilistisch. Het betekent genieten van wat er zich zou kunnen voordoen, en wat er zich op het moment aanbiedt.
Je kan een 'day after'-gevoel hebben, en als er dan iets naar boven komt, kan je dat ook weer dood duwen, zodanig dat die 'day after' gewoon blijft: het nihilisme van een visie die geboren is uit de generatie van 'alles plat', na '77, van mensen die opgegroeid zijn met het woord 'dop'. Dat is vandaag helemaal anders: de meest walgelijke en negatieve dingen bespreek ik met een grote frisheid en opgewektheid. Maar het besef van hoe walgelijk het wel is, blijft aanwezig. Dat trekt mij ook bij
Etcetera: Ga je je dan niet nog meer afgrenzen met een groep van gelijkgezinden, zodat dat er nog een grotere kloof ontstaat?
Vercruyssen: Dat is een evolutie die het publiek in handen heeft. Het is absoluut niet mijn bedoeling om toneel te maken voor een klein aantal mensen. Het kan zijn dat we er niet in slagen, maar wij maken gewoon toneel voor 'het' theaterpubliek op dit moment. De evolutie die je beschrijft is mogelijk, maar ik denk niet dat we grenzen verstevigen.
Wanhopige tederheid
Etcetera: Na de politieke gebeurtenissen van 24 november zie je opnieuw een aantal initiatieven ontstaan die terug op het collectief aansturen en eenbundeling van krachtennastreven. Heeft het theater daarin een functie?
Vercruyssen: Ik weet niet of theater een taak heeft. Ik vind, op dit ogenblik, al die initiatieven goed, maar er is een verschil tussen een echt verlangen om iets te doen en ons geweten sussen voor wat we de voorbije jaren dan wel gedaan hebben.
Etcetera: In
Vercruyssen: Voor mij is
Maar het is evenzeer ingebed in het politieke landschap als
Etceterafe plaatst de personages van
Vercruyssen: We zijn zowiezo niet echt bezig met personages an sich, maar wel met de textuur ervan. Ik vind dat
Bruno Koninckx
Auteur Luk Van den Dries, Bruno Koninckx
Publicatie Etcetera, 1992-04, jaargang 10, nummer 37, p. 30-32
Trefwoorden vercruyssen • maan • ivanov • individu • absoluut
Namen American Forces Network • Amerikaanse • Belang • Bernhard • Büchner • CBS • Engelsen • Eurovisiesongfestival • Frank Vercruyssen • Golfoorlog • Ivanov • Iwanov • July • Koen De Waal • Liz Lecompte • Luk Van den Dries • Michael Kirby • Moskou • Neal • Nieuwe Maan • STAN • Scène • Tentakel • Toneel • Trotsky • Tsaristische • Tsjechov • Vlaanderen
Development and design by LETTERWERK