Heeft de verkiezingsuitslag van 24 november de
Indien Aristoteles gelijk heeft met zijn bewering dat de mens een politiek beest is, dan is kunst, als menselijk communicatiemiddel, vanzelfsprekend ook politiek. Maar wat betekent dat? Dat een schrijver wil gelezen worden en een toneelauteur zijn werk op de scène wil zien. Dat regisseurs, intendanten en acteurs liever een volle zaal hebben dan een lege. Kortom, dat kunst te maken heeft met de polis, van welke aard ook.
De vraag is echter, hoe die verhouding er uitziet. Kan men de smeedijzeren versieringen ('Jedem das seine') op de poorten van
Ik denk van wel: we hebben gemerkt dat kunst en kunstenaars voor propagandadoeleinden kunnen worden ingezet, of het nu gaat om de godsdienst of de glorie van een vorst, en we moeten toegeven dat sommige van de grootste kunstwerken onder deze categorie vallen. We hebben heel goed begrepen, waarom men ruim een eeuw geleden kunst tot een religie verabsoluteerd heeft (l'art pour l'art) en we hebben ook gemerkt dat deze nobele bedoeling niet altijd een garantie was voor artistieke kwaliteit. We zijn, in versneld tempo, door fasen gerend die namen droegen als dada, agitprop, surrealisme, socialistisch realisme en vormingstheater en die elk afzonderlijk beweerden, iets aan de verbetering van de wereld te kunnen bijdragen, in tegenstelling tot de rivaliserende stromingen, die keer op keer in de mythische afvalemmer van de geschiedenis werden gegooid. Tot we buiten adem geraakt zijn, moe van het wereldverbeteren, ontgoocheld over een mensheid die zich duidelijk niet meer voor ons alavondlijke enthousiasme interesseerde en van binnen een tikkeltje blij dat we ons opnieuw konden en mochten wijden aan datgene wat we het liefst doen: in alle vrijheid (en gesubsidieerd/gesponsord) creatief en experimenteel bezig zijn, zonder de lasten van de maatschappij op ons te moeten nemen.
Daar we te weinig zelfkritisch zijn, blijven we onszelf en onze intieme kring wijsmaken dat we nostalgisch terugverlangen naar de contestatair opgewonden tijden, maar is dat ook zo? Trouwens, als bij mirakel past ons werk ook in het paradigma van de briljante eighties, waar kwaliteit en no nonsense geëist wordt en waar, opnieuw, een duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen high en popular culture, zoals het hoort in een, opnieuw, duaal wordende maatschappij. We zijn te professioneel om ons te laten inpakken door de goocheltruuks van het postmodernisme dat beweert dat er geen echte kloof tussen high en pop meer zou bestaan (kijk maar naar het gebruik van alle mogelijke bouwmaterialen, zeggen ze), maar we weten beter: kunst is kunst, en het theater is geen 'moralische
Ongedierte
Zo zeilden we, als figuranten in een reclamespot, rimpelloos de nieuwe decade binnen. De eerste maanden leken ons gevoel van welbehagen nog te versterken, want overal vielen de oude ideologieën als Potemkingevels om, en wat erachter te voorschijn kwam bevestigde onze afkeer van sociaal en politiek activisme . Jongens, wat hadden we ons in solidariteits-en vredescomités toch grof laten belazeren; al die paradijsbewoners wilden eigenlijk niets liever dan met ons mee te mogen genieten van het systeem dat we zo vaak ondankbaar (op papier en op de scène) verworpen en verdomd hadden. Het einde van de ideologie was een feit, en het einde van de geschiedenis was in zicht. De artistieke contestatie was a. totaal irrelevant gebleken en b. verkeerd geïnformeerd.
Maar de collectieve euforie duurde niet lang. Uit Oost-
Kunst als profetie
Daar de kunst niet alleen decoratief-apologetisch werkt (dat ook), maar vaak tegelijkertijd utopisch-subversief, is het normaal dat de kunstenaars anders op deze gebeurtenissen reageren dan bijvoorbeeld de politici, van wie we ten onrechte te veel verwachten: waar de politiek de kunst is van het mogelijke, kan de kunst de politiek zijn van het onmogelijke. Het onmogelijke dat we toch moeten nastreven als we uit de gevaarlijke banaliteit willen ontsnappen, de banaliteit die er onder meer in bestaat, dat we de intolerantie stilaan als normaal gaan opvatten. Tot ze inderdaad de norm wordt waaraan een bevolking zichzelf gaat meten.
Daarom moeten we dringend naar nieuwe definities zoeken van de uitgebeende verhouding tussen kunst en maatschappij. Het gaat niet op dat we naar de hogergenoemde staalkaart van experimenten teruggrijpen om dezelfde fouten van toen te herhalen. Indien het waar is dat vele kunstenaars, wellicht vanwege hun rauwe zenuwen, als gevoelige seismografen de komende aardbevingen en katastrofen kunnen registreren (
Humanistisch erfgoed
We zijn begonnen met Aristoteles, maar was hij niet de theoreticus waartegen Brecht zich met handen en voeten verzet heeft?
Gaan we, zoals de oude
Puinlandschap
Willen we de mensen, vooral de jongeren, meer direct bereiken door morele (niet moralistische) oproepen die ze ook in hun popmuziek horen en aanvaarden? Waarom zou dat op zich slecht theater moeten zijn, ook al is het, toegegeven, bijzonder moeilijk om altijd de lijn tussen edele verontwaardiging en prekerigheid te blijven trekken? Ik denk dat dit vandaag een echte uitdaging is: kan theater efficiënter en 'blijvender' werken dan een reusachtig rockfestival met artiesten en participanten van alle huidkleuren zonder aan spectaculair opbod te moeten doen?
Of moet het moderne theater ons psychisch ontroeren door ons binnen te leiden in het puinlandschap van een door racisme en onverdraagzaamheid getroffen mensheid, door ons, Brecht vergeve het mij, zo hard te doen lachen en schreien met de gevolgen van bijvoorbeeld de apartheid (
De discussie rond de verschillende genres lijkt me nuttig maar niet oplosbaar, en vooral niet eenzijdig te beantwoorden. Want goed theater is vanzelfsprekend 'politiek', en slecht politiek theater is geen van beide. Artiesten moeten de statistieken, de pamfletten, charta's en manifesten aan andere vaklui overlaten en dankbaar van hun werk gebruik maken, zonder in hun plaats te willen gaan staan, want dat kunnen ze uiteindelijk toch niet.
Daar die artiesten echter zelf deel uitmaken van de polis, en ze daarom voortdurend zullen gedwongen worden, keuzes te maken (
Auteur Ludo Abicht
Publicatie Etcetera, 1992-04, jaargang 10, nummer 37, p. 24-25
Trefwoorden intolerantie • kunst • ongedierte • polis • politiek • brecht • neruda • puinlandschap
Namen Anstalt • Beethoven • Bonds-republiek • Buchenwald • Denemarken • Europa • Europese • Fransen • Fugard • Grieken • Hallsteinzeit • Herbert von Karajan • John Fuegi • Kaapstad • Kroaten • Kunst als Vor-schau • La Muette de Portici • Ludo Abicht • Mephisto • Moe van • NS Frauenschaft Gau Oberbayern • Nelsonsnaam • Neruda • Ode aan Stalin • Over • Schiller • Ulbricht-knecht Brecht • Vlaamse • Volksgenosse • Wagner • Weltanschauung
Development and design by LETTERWERK