Kijken naar elkaar
Ben je direct van start gegaan met de tekst van Wedekind of ben je daar pas later aan toe gekomen ?
"Nee, die was er vanaf het begin. Vanaf het moment dat ik auditie doe, weet ik welk stuk ik zal doen. Casten gebeurt dan niet zozeer naar een bepaalde rol toe maar wel vanuit hoe iemand uit zijn ogen kijkt, vanuit zijn hele manier van zijn, zijn humor."
Hoe ga je dan precies te werk ?
"Ik werk meteen vanaf de eerste repetitie gericht naar het stuk. De allereerste keer lezen we het hele stuk door. Iedereen schrikt dan aardig van die hele lappen tekst; voor scholieren zijn die ook vaak oninteressant. Dan begin ik met drie weekends improvisatie, waarna ik met mijn 'gekapte' versie aankom. De rolverdeling heb ik ondertussen al een beetje in mijn hoofd. Toch moet je het als regisseur altijd doen met het materiaal dat de mensen je in het werkproces aandragen. Ik merk vaak al van bij de audities wat iemand kan en wat ie niet kan; ik boor in eerste instantie niet aan wat iemand niet kan. Het is dus een wisselwerking. Alleen heb je op een zeker moment zo veel materiaal uit de improvisaties en ook uit het werken met de tekst; ik ben het dan die dat aangeboden materiaal ordent en selecteert."
Wat voor soort acteren staat je voor als je begint te werken met zo een groep jongeren ? Wat zijn de stappen in het traject die leiden tot dat heldere, eenvoudige acteren dat ver weg staat van conventionele theatraliteit ?
"In het begin vond ik dit stuk heel erg ouderwets; het is van het begin van deze eeuw en de vraag is nu niet meer hoe je aan een kind komt maar wel b.v. hoe je ervan af komt. Daarom heb ik voor mezelf heel lang zitten zoeken naar datgene wat dit stuk nu interessant maakt om te spelen. Ik heb me dan heel lange tijd afgezet tegen het stuk: ik werkte dan met de jongeren aan heel overdreven types,
Die open blik waarmee de mensen naar het publiek toe spelen, werk je daar bewust naar toe ?
"Nee, dat ben ik. Dat komt omdat ik hou van openheid en actualiteit. In
Ruiken
"Belangrijk voor mij is dat ze de betekenis van de tekst tegenspelen en niet nog eens de betekenis spelen van de tekst die uit hun mond komt. De speler moet innerlijk voortdurend bezig zijn, maar het spel mag niet meegaan met de emotie of met wat die tekst zegt. De tekst vertelt die emotie al. Dat is een stijl waar ik van hou. Daardoor komen die teksten er ook zo nuchter, zonder die of die invulling, uit. Ik haat ook geschreeuw op toneel: je moet als acteur van binnen heel veel doen en er dan een minimum uit laten komen, juist omdat je nog moet kunnen werken op de fantasie van het publiek. "
An-Marie Lambrechts
VOORJAARSONTWAKEN
auteur:
Auteur Hildegard De Vuyst, An-Marie Lambrechts
Publicatie Etcetera, 1989-06, jaargang 7, nummer 26, p. 15
Trefwoorden boor • zandwijk • scholieren • wedekind • jongeren • begin
Namen Aietta Smits • Alize Zandwijk • Carlo Scheldwaeht • Casino • Crazy Love • De Beer van Tsjechov • De Blauwe Zebra • Den Bosch • Dirk Zeel-enberg • Frans Wedekind • Hildegard De Vuyst • Howard Ralph Sidney Komproe • Ingrid Wender • Iphigenia • Iphiginea • Jan van den Berg • Jeugdthea-terfestival • Jolanta Zalews-ka • Joost Buitenweg • King Lear • Moritz • Nathalie van der Klugt • Nelleke Zandwijk • Piek • Roos Ouwehand • Sabruia van Halderen • Stadsschouwburg • Toneelgroep Amsterdam • Utrecht • Voorjaars-ontwaken van Wedekind
Development and design by LETTERWERK