Over het marionettentheater
"Ik zei hem dat ik zeer goed wist, welke wanorde het bewustzijn sticht in de natuurlijke bevalligheid van de mens.
Een jonge man, een kennis van mij, had namelijk, door een doodgewone bemerking, als het ware voor mijn ogen, zijn onschuld prijsgegeven en het paradijs van die onschuld, ondanks alle denkbare bemoeiingen, achteraf nooit teruggevonden. (...) Hij vroeg mij welk voorval ik bedoelde. Ik baadde mij, vertelde ik, zowat drie jaar geleden in het gezelschap van een jonge man, wiens beschavingspeil door een wonderbare bevalligheid gekenmerkt was. Hij moet ongeveer in zijn zestiende levensjaar zijn geweest en slechts van heel nabij kon men de eerste sporen van ijdelheid, welke door de gunst der vrouwen was opgewekt, waarnemen. Het toeval wou , dat wij kort daarvoor te Parijs de jongeling hadden gezien, die een splinter uit zijn voet trekt; het afgietsel van dit beeld is bekend en bevindt zich in de meeste
"De beer stond, toen ik verbaasd op hem toetrad, op zijn achterpoten, met de rug geleund tegen een paal, waar hij aan vastgemaakt was, de rechterklauw slagvaardig opgeheven, en hij blikte mij in de ogen; dat was zijn vechterspostuur. Ik wist niet of ik droomde, toen ik mij tegenover zulk een tegenstander bevond; maar:
"Wij zien, dat naarmate in de organische wereld, de reflex donkerder en zwakker wordt, de bevalligheid daarin steeds stralender en overompelender naar voor treedt, (Maar zoals de kruising van twee lijnen, aan de ene zijde van een punt, na een tocht door het oneindige, plots weer opduikt aan de andere zijde, eigen vertaling) of evenals het beeld in de holle spiegel, nadat het zich in het oneindige verwijderd heeft, plots weer dicht voor ons staat, zo vertoont zich ook, wanneer het inzicht als het ware door een oneindigheid is gegaan, de gratie opnieuw en wel op een wijze, dat zij tegelijkertijd in die menselijke lichaamsbouw het zuiverst aan de dag treedt, welke, ofwel helemaal geen, ofwel een oneindig bewustzijn heeft, namelijk in de ledepop of in de god."
Uit: Uber das
Auteur Heinrich von Kleist
Publicatie Etcetera, 1989-06, jaargang 7, nummer 26, p. 13
Trefwoorden beer • stoot • klauw • pareerde • bevalligheid • doch • voet • stoten • welke • viel
Namen Duitse • Heinrich von Kleist • Marionettentheater • Nu • Stoot
Development and design by LETTERWERK