Het beeld van
Foto
Eerst een vrije produktie,
Boven:
Ik denk dat ik decorateur geworden ben omdat ik altijd al bezeten ben geweest door licht. Tijdens de jaren van mijn opleiding in Sint-Lucas te
Naarmate ik stilaan meer met toneel bezig was, verminderde ook mijn interesse in de academie. Liever dan alleen te zitten achter een leeg doek op een schildersezel, werkte ik in een groep mensen, ik voelde me daar meer op mijn plaats. Ik heb mijn studies dan wel afgemaakt, maar ondertussen had ik dat gevonden waar ik mee bezig wilde zijn: licht maken voor toneelvoorstellingen.
Ik was tot dan helemaal geen liefhebber geweest van theater. Ik werd wel behoorlijk gegrepen toen ik als 18-jarige bijna toevallig in een voorstelling van het
Een jaar na
Beeldende kunsten
Er is geen vastomlijnde manier van werken. In het algemeen is het Ivo die het stuk kiest. Samen met de dramaturg lezen wij dat dan heel grondig. Informatie wordt uitgewisseld. De eerste opties ontstaan uit gesprekken, die soms zeer vaag zijn, soms ook over kleine, concrete details gaan. We hebben het dan over een bepaalde atmosfeer, het al dan niet gebruiken van decorwisselingen en zo. Het zijn vrij abstracte lijnen die worden uitgezet en stilaan tracht ik een terrein af te bakenen. Meestal is het dan zo dat ik zes à zeven maanden voor een première de eerste tastbare ideeën formuleer. Ik zou kunnen zeggen dat die concrete ontwerpen resultanten zijn van tientallen kleine ideeën die we tegenkomen op dat terrein.
Als we tevreden zijn met een idee, dan zoek ik naar de beste manier om een ontwerp zo duidelijk mogelijk voor te stellen. Soms is dat een schets, een maquette of een foto, of een schilderij. Het gebeurt dat ik dagen of weken zoek naar de juiste manier om een idee om te zetten in een tastbaar beeld en een foto kan dan plots een juiste invalshoek geven.
Bij
Ik grijp in mijn ontwerpen bijna altijd terug naar de beeldende kunsten. Dat geeft me een hovast. In
Meestal is het verband tussen een scènebeeld en een kunstwerk niet zo duidelijk voor een publiek.
Het juiste timbre voor de kopergroen kleur in
Licht
Licht is een heel rijk medium, tientallen factoren moeten samenvloeien
in een harmonieus geheel. Verschillende soorten lampen die ook nog eens allemaal een kleur kunnen krijgen, lichtsterktes, de plaatsing van lampen in de ruimte, de tijdsfactor om licht in en uit te faden, de onderlinge werking van verschillend gekleurd licht.
In tegenstelling tot wat je meestal ziet in
Ik heb een voorliefde voor tegenlicht omdat het de expressieve kracht van een beeld verhoogt. De klassieke driepuntsbelichting -- een gelijke verdeling van tegenlicht en frontlicht en een zijdelingse invulling -- vermindert de ruimtelijke kracht van een mise-en-scène. Het licht van
Ik vermijd dus zoveel mogelijk licht vanuit de zaal, tenzij het een speciaal doel heeft, zoals bij In de eenzaamheid van de katoenvelden. Daar had ik een laboratoriumachtige duidelijkheid op de gezichten van de acteurs nodig, terwijl het stuk vereist dat het zich afspeelt in de nachtelijke duisternis.
Het is bijna ondoenbaar een evenwicht te vinden tussen wat een publiek een duidelijk leesbaar beeld" vindt -- nl. dat de gelaatsuitdrukking van de acteurs gedurende de hele tijd van de voorstelling zonder moeite te bekijken is -- en een scènebeeld dat een dramatische kracht heeft.
Ik probeer altijd bij het bedenken van een lichtontwerp uit te gaan van zo groot mogelijke contrasten, lijnen, omdat later het lichtconcept sowieso afgesteld moet worden op de voorstelling. De belichting zal dan, na alle gelegde nuances, toch nog genoeg frisheid overhouden. Een belichter moet zichzelf pijn kunnen doen, moet bereid zijn ten koste van zijn concept toegevingen te doen ten gunste van de voorstelling. Een belichting kan wel zo sterk aanwezig zijn dat zij als het ware het decor wordt, het scènebeeld helemaal bepaalt, de voorstelling in tijdsblokken indeelt, het ritme van de voorstelling vastlegt.
Het probleem met
Links en rechts op de scène stond allerlei apparatuur opgestapeld om rook, wind, bliksem, geluid te maken, in het midden een lege vlakte. Al die apparaten samen vormden een merkwaardig geladen beeld -- een soort dreigend industrieel complex. Via een ingewikkeld lichtplan is het dan mogelijk geworden verschillende atmosferen heel snel af te wisselen. Binnen één seconde konden we overschakelen van de woeste heide naar een groot koud vertrek in het kasteel van
Ik vorm met
Al komt het basisidee voor een belichting meestal samen met dat van het decor, het lichtplan tekenen moet
Wonderen der mensheid:
noodgedwongen in een laat stadium plaatsvinden, nadat ik een heel goed zicht heb op de regie in het deocr, alle handelingen van de acteurs en het in mekaar passen van overgangen.
Het lichtplan maken vind ik het moeilijkste moment van een heel pro-duktieproces. Het moet dan lukken. Gaat het met de belichting fout, dan kost dat veel kostbare tijd. Het is de laatste toevoeging aan een voorstelling die het scènebeeld samen met de acteurs tot een geheel moet maken. De verantwoordlijkheid en de druk is dan ook heel groot, zeker in grote zalen als
Ik denk trouwens dat iedereen die aan een voorstelling meewerkt, het een echte stap vooruit vindt als een belichting lukt, zowel de acteurs als de regisseur, wanneer hij merkt dat bij voorbeeld een monoloog nèt iets meer impact krijgt, door heel zachtjes en onmerkbaar licht bij te sturen naar de acteurs.
Ik weet niet of het mogelijk is om belichting aan te leren. Later op het jaar geef ik les aan de
Dat we een reizende troep zijn, heeft willens nillens een invloed op mijn werk. Wat ik ontwerp, mag geen te grote belasting zijn voor de technische ploeg, die dag aan dag de decors opbouwt en afbreekt. Het grootste deel van de tijd die ik besteed aan ontwerpen, gaat naar praktische beslommeringen. Zoals de verpakking, de constructie, het zorgen dat alles in de vrachtwagen kan. Al die problemen los ik op samen met de hoofdtechnici, die gelukkig altijd met nieuwe, nog betere oplossingen komen. Toch is het zo dat ik door de veeleisendheid van een reisvoorstelling steeds gedwongen ben een gezonde soberheid in acht te nemen, die soms ook leidt naar betere oplossingen. Aan de andere kant mag ik me dan ook weer niet al te veel laten beperken tijdens het ontwerpen.
Don Carlos
Don Carlos wordt gekenmerkt door een ongelooflijke vormelijkheid. Het leven aan het hof was vastgelegd in strikte regels en protocols, normale omgangsvormen waren quasi onmogelijk, zeker tussen de leden van de
Dit is voor mij een van de belangrijkste redenen geweest om voor Don Carlos een muur te ontwerpen, een muur van tien meter hoog en tien meter breed. Hij beheerst constant het scènebeeld, is altijd aanwezig en maakt de mensen onder hem klein, en nietig, gevangenen van hun cultuur. De muur staat los in de ruimte, is niet afgestopt, zodat het lijkt alsof hij elk moment kan omvallen en iedereen verpletteren.
Dit decor verschilt van andere
Geen donkere drukkende ruimtes dus, maar temperamentvolle contrasten, felle kleuren die we zowel terugvinden in de
Mijn grote bekommernis zoveel mogelijk kleur te gebruiken, is ook bedoeld om de vormgeving zo toegankelijk mogelijk te maken, zo dicht mogelijk bij ons te brengen, zodat de toeschouwer al zeker geen visuele barrières moet doorbreken, de tekst is in alle opzichten hoogdravend genoeg. Vandaar in het decor zelfs een vleugje oppervlakkigheid, een beetje vriendelijk bedoelde naïviteit.
We zullen met Don Carlos geen grote, statige, klassieke tekstvoorstelling maken, maar een spannend verhaal, een thriller. Geen grote dramatische vormgeving dus, zoals bij
Het accent in de vormgeving van Don Carlos ligt op de kostuums; ik ben altijd bang om in een vormgeving alle theatrale middelen evenveel waarde toe te kennen. Uit angst waarschijnlijk om diè opening dicht te decoreren, die moet maken dat alles blijft ademen, dat alles de ruimte krijgt om op verschillende manieren geïnterpreteerd te kunnen worden.
De kostuums dus, omdat een kostuum het meest tijdgebonden is, het meest de tijd bepaalt, terwijl ik net een boog wil spannen van midden zestiende eeuw over einde achttiende eeuw -- toen Schiller Don Carlos schreef -- naar nu. Ik probeer nu, samen met
Nu is het wel zo dat er, hoewel ik de rol van dit decor wat minimaliseer, toch altijd een lange zoektocht voorafgaat aan een scènebeeld dat al met al de bedoeling heeft er vanzelfsprekend uit te zien. De moeilijkheid die ik altijd ondervind, is alle stukjes van de puzzel op een logische manier in elkaar te doen vallen, alle tientallen ideeën voortgekomen uit gesprekken te verwerken tot één groot en duidelijk beeld dat zich goed voelt in zijn vel.
Dat is, denk ik, eigenlijk de belangrijkste evolutie in mijn werk, terwijl ik vroeger altijd gezocht heb naar een logisch samengaan tussen verschillende kunstvormen om die dan toe te passen op een tekst, denk ik nu meer vanuit de tekst zelf, groeit een decor uit de noden van een stuk, groeit een kostuum uit de noden van acteurs.
Mijn rol in het toneel is door de jaren dus misschien iets bescheidener geworden. Het toneelmaken is bij
Interview afgenomen door Johan Thielemans en herzien door
Links:
Rechts:
Auteur Johan Thielemans, Jan Versweyveld
Publicatie Etcetera, 1988-09, jaargang 6, nummer 23, p. 11-15
Trefwoorden carlos • licht • ontwerpen • bacchanten • decor • belichting
Namen Antwerpen • Antwerpse • Bacchanten • Bacon • Bart Slegers • Ben van Duin • Bode • Brideshead Revisited • Brussel • De Singel • De Tijd • Don Carlos-ensceneringen • Duncan • Engelse • Etcetera • Filips II • Geruchten • Guy Cassiers • Inspiratiebron voor Don Carlos • Ivo Van Hove • Jan Versweyveld • Ka-Theater • Keoon • Luc Peeters Onder • Macbeth • Nieuw • Ontwerp • Queen • R.I.T.C.S. • Rietveldacademie • Rose • Rothko • Russische Openbaring • Schotse • Spaanse • Spanje • The Drama Review • Theater Vertikaal in Gent • Valentine Kempynck • Vlaamse • Wonderen der Mensheid • Ziektekiemen
Development and design by LETTERWERK