Sehnsucht
Een scenario van
Personages
Bruno haar man, de vader; 30 j aar
Stefan hun zoon, het kind; ± 13 jaar
Francisca vriendin des huizes, lerares van Stefan; 30 jaar
De bekende schrijver
De traiteur
De postbode oude mannen De chauffeur
EERSTE BEDRIJF
Eerste scène: moeder en kind I
De vrouw, 30 jaar oud. Ze woont in een terrasvormige bungalowwijk. Een late wintermiddag. Geel, oranjeachtig licht schijnt zwak de ruime woonkamer binnen. Waarschijnlijk is het licht afkomstig van een straatlantaarn. Ze zit aan een tafel en naait, naait niet. Naast haar zit haar twaalfjarig zoontje, hij schrijft een opstel. Soms stopt het kind met schrijven, kijkt door de glazen schuifdeur die uitgeeft op de tuin naar buiten en schrijft daarna ijverig verder. Zij kijkt naar hem. Als ze hem aankijkt wendt hij zijn hoofd af. Soms kijkt het kind naar haar en hoewel ze afgewend zit merkt ze het, kijkt terzij en glimlacht. Het kind is klaar met schrijven en leest voor.
Ik zou willen dat het niet koud en niet heet is. Er moet altijd een lauwe wind waaien, soms een storm waarin de mensen op hun hurken moeten gaan zitten. De auto's verdwijnen. De huizen zouden rood zijn. De struiken zouden van goud zijn. De mensen zouden alles weten en niet meer hoeven te leren. De mensen zouden op eilanden wonen. Op de straten staan de auto's open en de mensen kunnen erin als ze moe zijn. De mensen zijn helemaal niet meer moe. De auto's zijn van niemand, s' Avonds blijven de mensen altijd op en vallen in slaap waar ze toevallig op dat moment zijn. Het regent nooit. Het waait ook nooit. Elke vriend bestaat vier keer, en de mensen waar je niet van houdt verdwijnen. Alles wat de mensen niet kennen verdwijnt.
De vrouw staat op en kijkt door het smalle raam. In de verte een vliegtuig. Het kind komt naast haar staan maar kan niet door het raam kijken. Waar kijk je naar?
De vrouw geeft geen antwoord. Het kind begint aan haar te
schudden,
Wakker worden!
De vrouw legt haar arm om de schouder van het kind. Het kind rukt zich los maar komt even later met een voetbankje teruggelopen.
Nu heb ik mij ook verkeken, net als jij.
Ze beginnen allebei te lachen en kunnen niet meer ophouden.
Als ze stil worden begint één van beide opnieuw te lachen. Ze
omarmen elkaar en vallen samen op de grond. De vrouw wil
hem koesteren. Hij rukt zich meteen los.
Mag ik de
Marianne We gaan toch
Ze maakt van haar handen een toeter. Stefan!
Het kind blijft naar het toestel staren. De vrouw beweegt haar hand voor zijn ogen heen en weer. Het kind legt zijn hoofd opzij en kijkt met wijd open mond. De vrouw doet haar bontjas aan.
Tweede scène: thuiskomst.
De bel gaat net als Marianne hei huis wil verlaten. Bruno siaai voor deur met een koffer en een tas in zijn handen. Hij is jonger dan zij. Hij is moe. Ze kijken elkaar lang aan. Dan legt hij zijn hoofd op haar schouder alsof hij ter plekke wil inslapen. Ze neemt de tas en de koffer van hem over. Nu kan hij haar omarmen.
Bruno Het was de hele tijd alleen maar donker in
Ik begeer je, Marianne. Ik heb al vaak gezegd dat ik van je hou, maar pas nu voel ik me met jou verbonden, ja, op leven en dood.
Bruno Er komen steeds meer bestellingen bij. Als de mensen
uit het noorden dan al slecht eten, dan doen ze dat tenminste
van ons porselein.
Hij lacht.
Tegen Stefan. Ah, cadeautje.
Ze spreken daar niet eens Engels. We moesten via een tolk met elkaar praten, een alleenstaande vrouw met een kind die hier heeft gestudeerd, geloof ik.
Marianne merkt dat ze nog steeds de koffer en de draagtas in
haar handen heeft. Ze gaat naar de slaapkamer.
nog altijd graag hier? Ik heradem in elk geval als ik hier
terugkom.
Marianne glimlacht. Bruno gaat naar de fauteuil waarin Stefan zit te lezen. Het kind leest verder. Slaat slechts na een tijd het boek dicht en loopt naar de kapstok om in alle zakken van Bruno's jas te zoeken of die iets heeft meegebracht. Marianne komt uit de keuken met een zilveren dienblad met daarop een glas wodka. Bruno pakt het glas van het blad.
En bovendien ben je een vrouw voor wie niemand zich anders wil voordoen dan hij is.
Bruno geeft Stefan een tik op zijn achterwerk. Het kind blijft tussen hen instaan. Dan haalt Bruno een pakje uit zijn
binnenzak en geeft het aan het kind. Het kind loopt weg. Hij grijpt Marianne vast. Overdreven. Ze laat hem begaan.
Bruno geeft telefonisch de bestelling door. Als hij inhaakt wordt er gebeld. De traiteur is er.
Derde scène: tafelscène
Bruno en Marianne zitten aan tafel. De traiteur staat te wachten in de gang.
Hij zit met zijn voet tussen haar benen. De vrouw ontwijkt hem.
Ze kijkt zonder hem aan te kijken. Bruno wenkt de traiteur.
gaan slapen. Onmiddellijk.
Traiteur Ik wens u een prettige nacht.
Waarom is die man zo groot?
Onsmakelijk om zo groot te zijn. En het idee dat hij zijn belachelijk zaad in de scharminkelijke buik van zijn vrouw spuit. Lachwekkend.
Marianne kijkt hem lang aan.
Vanavond heb ik een gevoel alsof alles in vervulling zal gaan wat ik ooit heb gewenst. Alsof ik me van de ene geluksplek naar de andere kan toveren zonder daartussen een afstand te moeten overbruggen. Ik voel een toverkracht, Marianne. En ik heb je nodig, nu. En ik voel me gelukkig. Alles in mij gonst van puur geluk. Beiden ontkleden zich. Ik verlang naar je, Marianne, ik begeer je... Verdomme, Marianne...
Marianne blijft schijnbaar onbewogen. Ze schudt haar hoofd. Bruno
Marianne 't Is niets... Vrouwen voelen niet zo snel walging.
Ze kleden zich aan.
Ze wil weggaan. Bruno houdt haar tegen.
Na enige tijd.
Ik rooster intussen je brood. Ze loopt naar de spiegel in de gang.
Vierde scène: Francisca
De bel gaat. Marianne doet open. Francisca en Stefan staan voor de deur. Het kind holt binnen.
heb tegen hem gezegd: 'Eindelijk is die Marianne van jou wakker geworden.' Bedoel je het zo? Meen je het überhaupt serieus?
opgewonden.
Marianne glimlacht. Stefan komt tussen de beide vrouwen instaan. Hij leest een stripverhaal.
uitgeverij is altijd tevreden geweest over mijn werk. Zij hebben
mij nog regelmatig dingen aangeboden.
Francisca Romans? Gedichten? En zoiets dan voor 400 fr. per
pagina, uurloon 60 fr.
Marianne 300 fr. per pagina, geloof ik.
groep komt, Je zult zien: We zijn een gemeenschap waar elk
van ons opbloeit. En we wisselen geen kookrecepten uit. Je
weet niet hoeveel paradijselijks er onder vrouwen mogelijk is.
Heb je eigenlijk ooit alleen geleefd.
Marianne schudt haar hoofd.
Vijfde scène: Het vertrek
Marianne gaat naar de slaapkamer. Ze begint Bruno's kleren uit te zoeken. Ze pakt de koffers. Als ze één van de koffers opendoet springt Stefan eruit. Uit de andere komt
Ze komt uit de keuken. Hij wijst naar de koffers.
Ze geven elkaar de hand.
Bruno Waar is Stefan?
Marianne wijst naar het grote raam waar de kinderen gezichten staan te trekken.
Jij hebt nog nooit alleen geleefd.
Hij vertrekt. Zij sluit de deur achter hem en steekt haar hoofd tussen de kledingstukken in de vestiaire. Ze gaat T. V. kijken.
TWEEDE BEDRIJF
Eerste scène: moeder en kind II
Marianne en Stefan zitten aan tafel. Marianne heeft geen trek. Stefan slurpt en smakt. Hij zit terwijl te schilderen. Ze kijkt naar hem.
Ze wrijft door zijn haren. Hij duwt haar weg. Ze buigt zich
opnieuw naar hem toe.
Ze wil hem kussen. Het kind holt de woonkamer uit. Marianne blijft alleen achter. Even later komt het kind terug en zwiert zijn boekentas op tafel.
snel waren we vandaag ook al geweest als de dikke
Het kind loopt weg. Marianne alleen. Ze neemt de typmachine en ze typt een brief verder af.
Marianne .. .op uw herhaalde aanbiedingen om vertalingen uit het frans te maken, deelt u mij mee wat uw condities zijn. Op het ogenblik zou ik mij liever met populair-wetenschappelijke teksten bezighouden. Ik wacht op een telefoontje van u. Ze stopt de brief in een omslag, doet haar bontjas aan en gaat naar buiten, naast de brievenbus staat een telefooncel. Ze staat vóór de cel. Ze wordt bij haar arm gegrepen. Bruno. Hij duwt haar de cel in. Ook hij gaat erin.
Tweede scène: Bruno op bezoek I
Bruno Francisca meent dat je helemaal niet weet wat je doet. Ze zegt dat bij jou het bewustzijn van de historische voorwaarden voor je handelswijze ontbreekt. Hij lacht.
Weet je hoe ze jou noemen? Privé-mystica. Ja, een mystica ben je. Mystica. Foei, je bent ziek. Ik heb tegen Francisca gezegd dat een paar electro-shocks je weer tot rede zouden brengen.
Ze zwijgen.
Ze onderbrak hem door zich voorover te buigen naar haar bloes alsof ze daar iets ontdekt had.
Heb je geld nodig? kom neem het maar, ook als je niet nodig hebt. Alsjeblieft. Ze neemt het geld.
En groet Stefan van mij. Francisca vindt dat Stefan opvallend gesloten is. Bovendien wast hij zich volgens haar ook niet meer. Hij schijnt erg wanordelijk te zijn. Naar mijn mening wijst...
Bruno lacht. Marianne lacht. Hij steekt zijn hand naar haar
uit. Zij schrikt.
Daar is namelijk een knoop af. Verzorg je, schat.
Hij gaat weg. Van ver roept hij nog eens.
Denk erom dat je niet te veel alleen bent. Anders sterf je daar
op een dag aan.
Ze rent binnen.
Derde scène: moeder en kind III
Marianne Het wordt tijd dat ik eens over mezelf begin na te denken. Alleen hoe? Mijn vader was, mijn man is... Bestaat er
dan geen mogelijkheid dan enkel door anderen over mezelf na te denken?
Denken jullie maar wat jullie willen. Hoe meer jullie over mij menen te kunnen zeggen, hoe meer ik van jullie bevrijd raak. Als iemand in de toekomst verklaart hoe ik ben, ook als hij me wil vleien of een hart onder de riem wil steken, dan zal ik hem zeggen dat ik van die brutaliteit niet gediend ben.
En als ik mezelf nu eens van kant zou maken?
Ze kijkt rond. Denkt na. Stefan en
Dan zal er enkel nog maar orde worden achtergelaten. Wat is
alles hier, buiten mezelf, hopeloos ordelijk.
Wat is alles definitief in verval geraakt. Zelfs de dingen
worden onomkeerbaar uit hun verband gerukt. Die klootorde
trekt de bezieling uit het bestaan van de dingen.
Ze loopt naar de stereo-installatie, zet een plaat op, gooit de
hoes door het huis. Ze begint willekeurig meubels te verzetten.
Stefan en
met een kruiwagen zand terug die ze in de living omkipt. Ook
de kinderen komen met speelgoedkruiwagens vol zand naar binnen. Ze begint witte schoenen zwart te blinken. Stefan
komt met een kruiwagen schoenen binnen.
schoenen uit en gooit ze bij de hoop. Ze hebben plezier. Na
een tijd vallen ze alle drie in de zandberg. Ze slapen samen in.
DERDE BEDRIJF
Eerste scène: de bekende schrijver
De bel gaat. Marianne doet open. De schrijver Ben je alleen?
De schrijver Ik ben ook alleen, het is een heldere nacht. Ik kan
omhoogkijken tot aan de heuvels waar jij woont.
Lange pauze...
Werk jij ook flink aan mijn vertaling, Marianne? Of zit je alleen maar te kijken in de eenzaamheid?
De schrijver
nog niet kan zien. Ik hou ook van de stad.
En na een pauze...
Wat ga je nu doen, Marianne?
Ze haalt haar schouders op.
Slik je tabletten?
Marianne Soms, om wakker te blijven.
De schrijver Ik wil daar liever niets over zeggen omdat je toch
elke waarschuwing als een inmenging in je privé-leven
beschouwt. Pas alleen op dat je niet ook die milde, verdrietige
blik krijgt die zo veel van mijn vriendinnen vertaalsters
hebben.
Ze glimlacht.
Marianne Ben je weer aan het schrijven? De schrijver Soms. Het komt me soms voor alsof het schrijven een uitvlucht is, een verkeerd gekozen levensdoel. Soms natuurlijk ook weer niet. Ik ben zozeer alleen. En hoe moet je schrijven als je niemand hebt om over na te denken? Na een pauze.
Je moet me helpen, Marianne.
Hij grijpt haar vast, zij blijft onbeweeglijk... En na een tijd. En jij zult ook zo eindigen als ik, Marianne. Hij laat haar los.
Een opmerking trouwens waarmee het doel van mijn missie hier is vervuld. Ze glimlachen.
Marianne Het wordt koud hier.
Ze gaat verder naar binnen, hij echter draait zich om en gaat naar buiten.
Tweede scène: Francisca op bezoek II
Marianne draait zich om. Francisca. Ze gaat naar Marianne
toe en omhelst haar.
Ik ben gisteren tijdens de vooravondsessie van onze praatgroep tot een merkwaardige ervaring gekomen, namelijk dat het mij vroeger ook zo ging als jij nu. Ik kon bijvoorbeeld op een dag niet meer praten. Ik slikte tabletten. Ik communiceerde door op briefjes te schrijven. Ik werd erg dronken. Of ik stond urenlang voor de open kast te huilen omdat ik niet wist wat ik moest aantrekken. Ik was zo
afhankelijk... Onwaarschijnlijk... Destijds was ik natuurlijk nog veel jonger... Verlang jij nog niet naar geluk samen met anderen?
allemaal ook moeten doormaken, schat. Ik ben volledig op de
hoogte van deze identiteitscrisis. Ik ...
te zeggen. Wat heb ik met je ontwikkelingsgang te maken? En
als ik ernaar zou vragen dan zou het enkel zijn om er later mee
te spotten. Ik heb genoeg van jouw belevenissen!
Francisca Marianne, je bent overstuur, liefste. Het wordt de
hoogste tijd dat je je aansluit bij onze vereniging. De hoogste
tijd!
Ze gaat naar buiten. Bruno komt binnen.
Ze is over haar toeren. Francisca gaat weg.
Derde scène: Bruno op bezoek II
Marianne zit ineengedoken op een stoel.
gemerkt dat ik gestopt ben de dagen te tellen die ik nu zonder
jou doorbreng.
Hij glimlacht.
Hoe is het eigenlijk met je? Ik heb gedroomd dat je gek geworden was. Na een korte pauze.
Je laat trouwens 's nachts het licht aan. Weet je dat? Hij kijkt om zich heen.
Een mooi boeltje. En de meubels heb je ook anders gezet. Hij neemt een muziekcassette. Andere cassettes zijn dat. Hij loopt terug naar haar.
Jij hebt waarschijnlijk ook niet meer die parfum die ik uit
Na een pauze.
En jij? Heb je al kanker?
Hij loopt rond. Hij schenkt zich een wodka in.
Is roken hier toegestaan.
Hij gaat zitten.
Jij neemt het er dus goed van, alleen met JOUW zoon, in een mooi warm huis met tuin en garage.
Hoe oud ben je eigenlijk? Je zult spoedig een rimpelige hals hebben en haren op je levervlekken. Dunne spillebenen en hangborsten en tussen je benen enkel wat uitgerokken vodden. Ouder en ouder zul je worden. Je zal wel zeggen dat het je
niets kan schelen en op een dag hang je je op. Je zult even onnozel ten grave worden gedragen als je hebt geleefd. Hoe vergaat eigenlijk je tijd op dit moment? Vingernagels bijten zeker? Masturberen dat het niet meer netjes is!
Wat zie je er verdrietig uit, Bruno.
Ze zwijgen. Na een tijd gaat hij naar haar toe.
nader inzien...
Hij grijpt haar wild vast. Ze tracht te ontkomen. Hij bespringt haar. Geen verweer meer. Het licht dooft langzaam uit en gaat dan langzaam weer aan. Marianne alleen.
Vierde scène: Marianne alleen
Marianne zit nog op de grond. Stefan komt over gelopen ziet zijn moeder zitten. Stopt even. En loopt dan lachend verder. Marianne staat op en loopt vermoeid, uitgeput met gesloten ogen kriskras door het vertrek. Heen en weer. Ze zet de radio aan. Ochtendmuziek. Ze krabt met haar hand haar voorhoofd open. Ze raapt één papiersnipper op en brengt die naar de keuken. Ze herhaalt die handeling enkele malen. Ze gaat naar de
Vijfde scène:
Marianne en Stefan zitten in bad. Stefan gooit met een
emmertje het water uit het bad. Marianne leunt achterover.
Het kind stoort zich niet.
Stefan stopt ermee maar begint dan met een krijtje op de muur
te tekenen. Marianne merkt het na een tijd en duwt het kind
met zijn hoofd onder water. Het kind spartelt, rukt zich los,
spuwt en holt de badkamer uit.
Marianne als ik hem tenminste een verhaal kon vertellen over de onvoorwaardelijke gehoorzaamheid. Stefan staat in de deuropening en lacht. Ga toch weg!
Ze staat op, doet haar kamerjas aan en gaat naar het toilet. Ze laat de deur openstaan.
Ik wil niet alleen in
Maar misschien zou ik juist van het kind een andere manier van nadenken kunnen leren. God. Wat zit ik hier onsmakelijk alleen.
Stefan slaat de deur dicht.
hem. Uitgeput.
Vóór dat er in het zakenleven iets tot stilstand komt vindt men een nieuwe formule. Waarom dus ook niet voor mezelf. Mijzelf opnieuw uitvinden. Opwindend, spannend. Mensen uitnodigen om geduldig te bekijken, om mezelf aan de hand daarvan opnieuw samen te stellen. Ze loopt naar de telefoon. Licht uit/aan
Zesde scène: het feest I
De deurbel. Stefan doet open.
De schrijver Wat is klein, heeft vermoeide ogen en is na het kinderprogramma nog niet in bed?
De schrijver haalt een fles champagne uit de zak van zijn overjas.
De schrijver En in de auto liggen er nog meer.
De schrijver U wordt uitgenodigd om een glaasje met ons te drinken.
De schrijver
De chauffeur knipt begrijpend. De deurbel. De chauffeur doet
open.
dicht. De telefoon. Marianne loopt er snel naartoe.
bent in de telefooncel om de hoek, ik hoor het!
De deurbel. De chauffeur wil opendoen. Stefan is vlugger.
Bruno en Francisca.
Francisca En wij dachten hier de eenzaamste vrouw op aarde aan te treffen.
Vanavond ben ik niet 'juffrouw' maar Francisca.
Stefan lacht en loopt naar Bruno. Hij zoekt in diens jaszakken.
De schrijver Ik wil vanavond ook niet steeds de bekende schrijver heten, maar
Marianne kust Bruno. De schrijver gaat naar Francisca. De schrijver Laten we elkaar toch ook kussen.
Bruno U bent de vriend? U slaapt met mijn vrouw, hé?
Tenminste, daar ben u op uit, nietwaar? U bent zeker één van
die mensen die in een kleine oude auto rijdt en op de
achterbank van die seksbladen heeft liggen.
De schrijver Dit is mijn chauffeur, Wolfgang. Wolfgang, de
chauffeur.
Stefan is tussen hen in op de grond aan het spelen. Bruno hurkt naast hem neer en bekijkt hem.
Op die manier kun jij van mij niets meer te weten komen. De chauffeur komt met verschillende flessen champagne van de auto terug.
Bruno We hebben het over jou gehad voordat je binnenkwam.
De chauffeur Welk sterrenbeeld hebt U? Iedereen behalve de schrijver begint te lachen.
Zevende scène: Het feest II
Iedereen zit te eten. Francisca laat haar mes vallen. De schrijver grijpt naar haar hand en kust haar vingertoppen.
De chauffeur Tegen Stefan. Een servet leg je op je ... knie. Stefan lacht hem uit en loopt weg.
De chauffeur knikt energiek. Francisca kijkt de schrijver aan.
De schrijver Ik heb dat niet tegengesproken.
maar beleeft als vreemde geluiden in je woning. Wil je dan je
hele leven zo alleen blijven? Verlang je niet naar een mens die
met hart en ziel je vriend zou zijn?
Francisca Bruno is geschapen om gelukkig te zijn. Daarom is hij nu zo verbijsterd. En zo theatraal. Hij werkt op mijn zenuwen. Ik zet hem het huis uit.
Bruno zoent haar. De schrijver die zijn arm rond haar heeft gelegd wil dat verhinderen. Speels. Bruno slaat hem impulsief De schrijver staat op, ontdoet zich van zijn stropdas. De chauffeur wil tussenbeide komen.
De schrijver Bemoei je er niet mee.
Zij staan tegenover elkaar en beginnen elkaar af te ranselen,
langzaam, slag na slag. Systematisch en taai.
vandaag in een slecht humeur is. Jammer want ik heb zo graag
harmonie om me heen, want tenslotte laat ik ook niet merken
hoe het met mij gaat. Trouwens, hoe gaat het met jou? Nog
niet rijp voor de verzoening?
Marianne glimlacht. De chauffeur komt met een verbandkist uit zijn wagen binnengelopen, kipt ze om en loopt terug naar buiten.
Ach, waarom niet eigenlijk. Ze glimlacht.
Marianne glimlacht.
De schrijver Bijna had hij jou te pakken gehad. Ook hij glimlacht.
Het moet een triomfantelijk gevoel zijn om zo om anderen te kunnen lachen.
Marianne Het lucht vooral de anderen op. Beiden lachen.
De schrijver
Ze staan voor het raam, kijken elkaar aan, betasten elkaar. Als ik een mooie man tegenkom denk ik: daar heb je er weer één. En als ik dan toch iemand bestudeer dan vraag ik mij plotseling af: Hoe is het met mijzelf? Ik vind het gruwelijk om naar links of rechts te kijken: Overal is er wel iets dat om aandacht schreeuwt. Een ordelijke woonkamer, een volgepropte diepvries.
De schrijver kijkt over haar schouder naar buiten.
De schrijver Ik verbaas me hoe mensen in sterrenbeelden
kunnen zien.
Er zijn zoveel ver verwijderende melkwegstelsels. Merkwaardig.
wakker met het gevoel dat er ineens geen banden meer
bestaan.
Na een pauze.
De schrijver
Ik zou graag op jouw vraag antwoorden met 'ja, mij gaat het ook zo', want ik weet datje daarnaar verlangt. Maar ik kan het mij niet veroorloven om wat ik doe zinloos te vinden.
Marianne
Ik ben echt gekrenkt als het iemand anders anders gaat dan mij.
De schrijver
Dat is merkwaardig. Marianne rukt zich van hem los.
Dat kan je toch niet van mij verwachten dat ik jou nu nog de
zin van je leven geef.
Marianne slaat hem.
Hij kust haar en gaat weg.
Hij is mij voor geweest. Nu kan IK niet meer weggaan. Voor
iemand anders zou er nu iets kunnen beginnen.
EINDE
Auteur Guy Joosten
Publicatie Etcetera, 1987-12, jaargang 5, nummer 20, p. 41-53
Trefwoorden marianne • bruno • francisca • stefan • schrijver • chauffeur • glimlacht
Namen Black Out • Bruno Alstublieft • Bruno Drink • Bruno Goed • Bruno Het alleen-zijn Marianne • Bruno Ik • Bruno Je • Bruno Jouw • Bruno Maar • Bruno Marianne • Bruno Merkwaardig • Bruno Mijn • Bruno Moet • Bruno Naar • Bruno Neen • Bruno Oh • Bruno Om • Bruno Tegen Francisca • Bruno Tegen Marianne • Bruno Toen Wolfgang • Bruno Tracht • Bruno Trek • Bruno Vandaag • Bruno Voor • Bruno Weet • Bruno Zo • Bruno van • Chauffeur Messieurs • Ernst • Finland • Francisca Die • Francisca Heb • Francisca Hoe • Francisca Hou • Francisca Ik • Francisca Ja • Francisca Je • Francisca Tegen Marianne • Francisca Tegen Stefan • Francisca Wat • Francisca Zou • Godsnaam • Guy Joosten • Jürgen • Londen • Marianne Bent • Marianne Bol • Marianne Daarom • Marianne Dat • Marianne De • Marianne En • Marianne Er • Marianne Gaat • Marianne Geloof • Marianne Het kind • Marianne Hoe • Marianne Hou • Marianne Ik • Marianne In • Marianne Ja • Marianne Je • Marianne Jij • Marianne Kleed • Marianne Laat • Marianne Lafaard • Marianne Mijn God • Marianne Naar • Marianne Neem • Marianne Neen • Marianne Nu • Marianne Of • Marianne Ophouden • Marianne Raak • Marianne Schreeuw • Marianne Toen Bruno • Marianne Wat • Marianne Wee • Marianne Wil • Marianne Zal • Marianne de vrouw • Marianne en aan Stefan • Misschien • Moeder • Oh God • Pardon • Peter Handke • Sorry • Stefan Ah • Stefan Dank • Stefan Er • Stefan Hoe • Stefan Ik • Stefan Je • Stefan Lach • Stefan Maar • Stefan Speel • Stefan Wat • Stefan We • T.V. • W.C.
Development and design by LETTERWERK