Een stuk van twee dagen
Een scenario van
BEDRIJF 1.
Ik zou willen dat het niet koud en niet heet is. Er moet altijd een lauwe wind waaien. Soms een storm waarin de mensen op hun hurken moeten gaan zitten. De auto's verdwijnen. De huizen zouden rood zijn. De struiken zouden van goud zijn. De mensen zouden alles weten en niet meer hoeven te leren. De mensen zouden op eilanden wonen. Op de straten staan de auto's open en de mensen kunnen erin als ze moe zijn. De mensen zijn helemaal niet meer moe. De auto's zijn van niemand, s' Avonds blijven de mensen altijd op en vallen in slaap waar ze toevallig op dat moment zijn. Het regent nooit. Het waait ook nooit. Elke vriend bestaat vier keer, en de mensen waar je niet van houdt, verdwijnen. Alles wat de mensen niet kennen verdwijnt.
Qu'est ce que tu vois?
La tévélisation.
Scène 2
Bruno En met uw papa?
Jürgen Ja.
Bruno Er komen steeds meer bestellingen bij. Als de mensen uit het noorden dan aï slecht eten, dan doen ze dat tenminste van ons porselein.
Tegen Stefan. Ah, cadeautje.
Ze spreken daar niet eens Engels. We moesten via een tolk met elkaar praten - een alleenstaande vrouw met een kind die hier heeft gestudeerd, geloof ik.
Trek de jurk met het decolleté aan, alsjeblieft. Ben je nog altijd graag hier? Ik heradem in ieder geval, als ik hier terugkom.
Stefan zet de televisie uit.
Ben ik anders dan anders? Bruno Anders dan altijd.
Mijn oren zoemen nog van het vliegtuig. Laten we heel
feestelijk eten. Ik bestel wel iets.
Vlug, vlug, snel, snel, gauw, gauw.
Scène 3
Wat een geborgenheid! Wat een kleine eeuwigheid! Betoverend!
Marianne! Marianne!
Weet u, meneer; mijn vrouw en ik, wij zouden graag met elkaar gaan slapen. Nu. Onmiddellijk!
Ik verlang naar je, Marianne, ik begeer je.
Ik hou zoveel van je dat zelfs de toren van
genoeg is om mijn liefde voor jou... te... recht te trekken. Oh
God.
Bruno
Marianne 'T is niets. Vrouwen voelen niet zo snel walging.
Bruno af. Komt terug met bord beschuit. Eet en kijkt t. v.
Bruno af.
Jezus Christus.
Scène 5
Licht aan. Francisca omhelst Marianne. Stefan zit met stripboek naast hen op de grond.
Francisca Ik weet alles. Bruno heeft me meteen opgebeld. Ik heb tegen hem gezegd: 'Eindelijk is die Marianne van jou wakker geworden.' Bedoel je het zo? Meen je het überhaupt serieus?
Ik ben helemaal opgewonden.
En wat ga je nu doen, alleen?
Francisca Romans? Gedichten? En zoiets dan voor 20 gulden per pagina, drie gulden per uur.
Ik wel. En ik veracht het alleen zijn. Ik veracht mezelf als ik alleen ben. Bruno zal trouwens voorlopig bij mij komen wonen. Tenminste, als jij hem niet, zoals ik vermoed, vanavond weer terug wilt hebben. Ik kan het allemaal nog niet geloven. Absoluut niet. En toch ben ik enthousiast, Marianne, en merkwaardig genoeg, trots op jou.
Hou je taai liefste.
Francisca af.
\
Scène 6
Licht aan. Marianne zit op stoel voor t. v.
Marianne Soms, om wakker te blijven.
elke waarschuwing als een inmenging in je privé-leven
beschouwt. Pas alleen op dat je niet ook die milde verdrietige blik krijgt die zo veel van mijn vriendinnen vertaalsters hebben.
Schrijver Soms. Het komt me soms voor alsof het schrijven
een uitvlucht is, een verkeerd gekozen levensdoel. Soms
natuurlijk ook weer niet. Ik ben zozeer alleen. En hoe moet je
schrijven als je niemand hebt om over na te denken? Je moet
me helpen, Marianne.
Hij wil haar handen kussen. Tevergeefs.
opmerking trouwens waarmee het doel van mijn missie hier is
voltooid.
Schrijver af. Op de achtergrond staat Bruno, buiten, met achter zijn rug een boeket plastic tulpen. Marianne gaat een zijkamer in.
TWEEDE BEDRIJF Scène 1.
Bruno komt binnen, en bekijkt de kamer. Marianne komt vanuit de rechterzij kamer op met de twee koffers. Ze zet deze tussen hen beide in.
Heb je ook al mijn foto van het nachtkastje verwijderd? Waar is Stefan?
Merkwaardig wat ons vanmorgen is overkomen, nietwaar? En dat, terwijl we toch helemaal niet dronken waren. Nu vind ik mezelf een beetje belachelijk. Jij niet?
Bruno pakt koffers, opent deur.
Bruno loopt naar buiten. Daar gooit hij de koffers weg, en
komt weer in de deuropening staan.
Bruno af.
Ze komt uit de keuken. Hij wijst naar de koffers.
Ze geven elkaar de hand.
Bruno Waar is Stefan?
Marianne wijst naar het grote raam waar de kinderen gezichten staan te trekken.
Jij hebt nog nooit alleen geleefd.
Hij vertrekt. Zij sluit de deur achter hem en steekt haar hoofd tussen de kledingstukken in de vestiaire. Ze gaat T. V. kijken.
Scène 2.
Licht aan. Links voor de televisie zit Stefan. Hij kijkt t. v. Ondertussen strijkt Marianne die achter hem staat, door zijn haar.
Hij staat op, loopt door de kamer.
waren we vandaag ook al geweest als de dikke Jürgen niet zo met de knopen van zijn jas had zitten prutsen. En toen heeft hij de hele morgen zitten huilen. In de pauze heeft hij zich tussen de jassen verstopt en in zijn broek gedaan. Weet je hoe we de drie minuten zullen halen? Marianne Nee.
Stefan loopt de rechterkamer in. Jürgen loopt achter hem aan. Marianne staat op, en loopt de rechterkamer in. Ze komt terug terwijl ze haar jas aantrekt, en een enveloppe dicht plakt. Buiten staat Bruno in de telefooncel. Zijn stem is hoorbaar als hij in de hoorn praat. Binnen gaat de telefoon herhaalde malen. Marianne slaat er geen acht op. Als ze buiten de deur staat, hangt Bruno in de cel op. Hij opent de deur van de cel. Als Marianne aarzelt om binnen te komen, trekt hij haar naar binnen.
Scène 3
Bruno Francisca meent dat je helemaal niet weet wat je doet. Ze zegt dat bij jou het bewustzijn van de historische voorwaarden voor je handelswijze ontbreekt. Hij lacht.
Weet je hoe ze jou noemen? Privé-mystica. Ja, een mystica ben je. Mystica. Foei, je bent ziek. Ik heb tegen Francisca gezegd dat een paar electro-shocks je weer tot rede zouden brengen. Ze zwijgen.
Bruno haalt een biljet van 50 gulden uit zijn broekzak. Heb je geld nodig? Kom neem het maar, ook als je niet nodig hebt. Alsjeblieft. Ze neemt het geld.
En groet Stefan van mij. Francisca vindt dat Stefan opvallend gesloten is. Bovendien wast hij zich volgens haar ook niet meer. Hij schijnt erg wanordelijk te zijn. Naar mijn mening wijst...
Bruno lacht. Marianne lacht. Hij steekt zijn hand naar haar
uit. Zij schrikt.
Daar is namelijk een knoop af. Verzorg je, schat.
Hij gaat weg. Van ver roept hij nog eens.
Denk erom dat je niet te veel alleen bent. Anders sterf je daar
op een dag aan.
Ze rent binnen.
Je hoort binnenshuis nog steeds de stem van Bruno.
Dan zal er enkel nog maar orde worden achtergelaten. Wat is
alles hier, buiten mezelf, hopeloos ordelijk.
Ze neemt een stapel grammofoonplaten en werpt deze de
woonkamer in.
Er valt zand naar beneden. De twee kinderen verschijnen in de deurposten.
De kinderen duiken in de zandberg.
DERDE BEDRIJF. Scène 1
Francisca Nee serieus, hoe gaat het nu met jou, lieverd. Hoe gaat het nu met jou lieverd. Hoe gaat het nu met jou lieverd.
Ik ben vanavond tijdens de vooravondsessie van onze praatgroep tot een merkwaardige ontdekking gekomen, namelijk dat het mij vroeger ook zo ging als jij nu. Ik kon bijvoorbeeld op een dag niet meer praten. Ik slikte tabletten. Ik communiceerde door op briefjes te schrijven. Ik werd erg dronken. Of ik stond urenlang voor de open kast te huilen omdat ik niet wist wat ik moest aantrekken. Ik was zo
afhankelijk... Onwaarschijnlijk. Destijds was ik natuurlijk nog veel jonger dan jij nu. Verlang jij nog niet naar geluk samen met anderen?
Marianne Nee, gelukkig niet. Hoogstens tevredenheid. Ik ben bang voor geluk, ik zou het niet uithouden, hier in mijn hoofd. Gek!
Francisca loopt naar buiten, en passeert Bruno.
Francisca af. Bruno komt in deuropening staan.
Marianne staat op, en gooit de deur voor hem dicht. Ze gaat zitten. Francisca komt op en gaat naast haar zitten. Francisca Nee; serieus; hoe gaat het nu met jou lieverd. Hoe gaat het nu met jou lieverd. Ik kon bijvoorbeeld op een dag niet meer praten. Ik slikte tabletten. Ik communiceerde door op briefjes te schrijven. Ik werd erg dronken. Of ik stond urenlang voor de open kast te huilen, omdat ik niet wist wat ik moest aantrekken. Ik was zo afhankelijk... Onwaarschijnlijk...
Francisca loopt naar buiten, en passeert Bruno.
Marianne staat op, en gooit de deur voor hem dicht. Ze gaat zitten. Francisca komt op en gaat naar haar zitten. Nogmaals zoals tevoren, maar nu onderbreekt
Scène 2
Marianne zit ineengedoken op een stoel.
gemerkt dat ik gestopt ben de dagen te tellen die ik nu zonder
jou ben.
Hij glimlacht.
Hoe is het eigenlijk met je? Ik heb gedroomd dat je gek geworden was. Na een korte pauze.
Je laat trouwens 's nachts het licht aan. Weet je dat? Hij kijkt om zich heen.
Een mooi boeltje. En de meubels heb je ook anders gezet.
Hij loopt terug naar haar.
Jij hebt waarschijnlijk ook niet meer die parfum die ik uit
En jij? Heb je al kanker?
Hij loopt rond. Hij schenkt zich een wodka in. Hij rookt. Is roken hier toegestaan? Hij gaat zitten.
Jij neemt het er dus goed van, alleen met JOUW zoon, in een mooi warm huis met tuin en garage. Sauna, zandbak.
Hoe oud ven je eigenlijk? Je zult spoedig een rimpelige hals hebben en haren op je levervlekken. Dunne spillebenen en hangborsten en tussen je benen enkel wat uitgerokken vodden. Ouder en ouder zul je worden. Je zal wel zeggen dat het je
niets kan schelen en op een dag hang je je op. Je zult even onnozel ten grave worden gedragen als je hebt geleefd. Hoe vergaat eigenlijk je tijd op dit moment? Vingernagels bijten zeker? Masturberen dat het niet meer netjes is!
Scène 3
Marianne zit verdwaasd op de grond. Stefan loopt door de kamer. Ze gilt. Gooit schoenen naar Stefan. Er wordt twee maal gebeld. Postbode aan de deur. Marianne doet open en kust de postbode die onmiddellijk zijn jas uittrekkend naar binnen stapt. Ze duwt hem de deur uit en gooit de brieven de kamer in.
Mijzelf opnieuw uitvinden. Opwindend. Spannend. Mensen uitnodigen om geduldig te bekijken, om mezelf aan de hand daarvan opnieuw samen te stellen.
Ze neemt de telefoon van de haak.
Scène 4
De schrijver Ben je alleen?
De schrijver Ik ben ook alleen.
De schrijver Wat is klein, heeft vermoeide ogen en is na
De chauffeur brengt een fles champagne binnen.
De schrijver En in de auto liggen er nog meer.
De schrijver U wordt uitgenodigd om een glaasje met ons te drinken.
De schrijver
Francisca En wij dachten hier de eenzaamste vrouw op aarde aan te treffen.
Vanavond ben ik niet Francisca maar heet ik de juffrouw...
goed? O, andersom natuurlijk.
Stefan lacht en loopt naar Bruno. Hij zoekt in diens
jaszakken. Bruno geeft hem een biljet van 5 gulden.
De schrijver Ik wil vanavond ook niet steeds de bekende schrijver heten, maar Ernst.
Marianne kust Bruno. De schrijver gaat naar Francisca.
De schrijver Laten we elkaar toch ook kussen.
Bruno En ik ben vanavond de bekende Bruno.
Zullen we elkaar ook kussen, Ernst.
Bruno U bent de vriend? U slaapt met mijn vrouw, hé?
Tenminste, daar bent u op uit, nietwaar? U bent zeker één van
die mensen die in een kleine oude auto rijdt en op de
achterbank van die seksbladen heeft liggen.
De schrijver Dit is mijn chauffeur,
chauffeur.
Stefan is tussen hen in op de grond aan het spelen. Bruno
hurkt naast hem neer en bekijkt hem.
Francisca komt naast Stefan zitten en dobbelt met hem mee.
Bruno knijpt in haar wang en zij steekt haar vinger in zijn oor.
De schrijver Tegen Marianne. Ik heb je vanochtend in de stad
gezien. Je was veranderd. Dat was een fijn gevoel. Als ik je
anders van tijd tot tijd ontmoette dan zag je er altijd hetzelfde
uit. Maar vandaag was je veranderd, omdat je er wanhopig net
als vroeger wilde uitzien, dat ik geschrokken ben als van
iemand die gestorven is en waarvan je plotseling op straat het
evenbeeld van tegenkomt. Het heeft trouwens geen zin als je
mij nu extra in mijn ogen kijkt.
Op die manier kun jij mij niet meer misleiden.
De chauffeur komt met verschillende flessen champagne van
de auto terug.
De chauffeur komt met verschillende flessen champagne van de auto terug.
De schrijver Dit is
Bruno We hebben het over jou gehad voordat je binnenkwam.
De chauffeur
Scène 5.
Bruno We zetten de stoelen, het is feest. Licht aan.
De schrijver danst met Francisca. Bruno danst met hen mee.
Gevecht tussen Bruno en de schrijver. Stefan rookt. Francisca Het ziet er naar uit dat jouw parel in een slecht humeur is. Jammer, want ik heb zo graag harmonie om me heen, want tenslotte laat ik ook niet merken hoe het met mij gaat.
De schrijver trekt de chauffeur tussen hen in. De schrijver Dit is
Francisca Ik heb de indruk dat jij andere mensen alleen nog maar beleeft als vreemde geluiden in je woning. Wil je dan je hele leven zo alleen blijven? Verlang je niet naar een mens die met hart en ziel je vriend zou zijn?
Francisca Bruno is geschapen om gelukkig te zijn. Daarom is hij nu zo verbijsterd. En zo theatraal. Hij werkt op mijn zenuwen. Ik zet hem het huis uit.
'm maar 'ns 't huis uit te krijgen enz. enz.
het enige waar jij in geïnteresseerd bent is mijn lui. Iedere
avond weer: Bruno fokke mie, fokke mie, enz.
waarom Marianne je de deur uit zette. Jouw lui?? Ha
ha - alsof jij de enige lui hier op aarde bent, zeg! Ik ben van
jouw lui niet afhankelijk, enz.
Ernst De eerstvolgende keer Marianne neem ik voor jou vierentwintig rode rozen mee. Beloofd, Marianne. Beloofd. Stilte.
bent vandaag zo stil schat.
De schrijver Ernst. Ode aan Marianne. Met Marianne aan
mijn zij loop ik over de lei o, kon ik u maar verlokken voor
een wandeling aan het strand van
een mateloos verlangen ode aan Marianne.
ins Scharzwald.
Ze was ongeveer zo groot.
Francisca loopt weg. Bruno waggelt haar achterna. De schrijver en Marianne blijven over.
Scène 6
De schrijver Bijna had hij jou te pakken gehad. Ook hij glimlacht.
Het moet een triomfantelijk gevoel zijn om zo om anderen te kunnen lachen.
Marianne Het lucht vooral de anderen op. Beiden lachen.
De schrijver Misschien ruil ik nog eens een keertje met je.
Ze staan voor het raam, kijken elkaar aan, de schrijver: een poging tot handtastelijkheid. Marianne gaat ongestoord verder.
Als ik een mooie man tegenkom denk ik: daar heb je er weer één. En als ik dan toch iemand bestudeer dan vraag ik mij plotseling af: Hoe is het met mijzelf? Ik vind het gruwelijk om naar links of rechts te kijken: Overal is er wel iets dat om aandacht schreeuwt. Een ordelijke woonkamer, een volgepropte diepvries.
De schrijver kijkt over haar schouder naar buiten.
jou. Alles in mij hunkert naar een eenheid met jou. Help mij Marianne. Ik ben zo alleen. Zo gruwelijk alleen. Laat ons samen sterk zijn. Werkelijk, ik verlang naar jou en weet geen blijf met mezelf. Toen ik vanochtend de waserette verliet sprak een vrouw mij toe: 'De redding is nabij' zei ze. Ik ben toen als een bezetene hierheen gerend wetende dat jij mijn verlossing bent. Pauze.
Hoewel ik evenzeer besef dat ik ook jou kan redden.
Hij grijpt haar handen vast en kust haar vingertoppen. Na een
tijd...
Waarachtig er bestaat nog liefde. Toen ik gisteren op een onbewaakt moment aan een toekomst zonder jou dacht, werd ik ijskoud van binnen. Ik ben toen stampvoetend op de houten vloer van mijn woning heen en weer gerend, luid meezingend met een schlager uit vervlogen tijden. Ik hoopte dat jij onder mij woonde en medelijden met mij zou krijgen. Ik hoorde je de trap opkomen. Tergend langzaam. Trede na trede... Ze houdt van mij, ze houdt niet van mij, ze houdt van mij... Ik hou ook van jou, Marianne. Als maar opnieuw zie ik jou beeld voor mij. De groeven in je voorhoofd die mijn levenslijn tekenen.
Plotseling kijkt hij naar buiten.
Ja, Marianne.
Gaat het jou ook zo ongeveer, Marianne? Na een pauze.
Marianne
Ik zou graag op jouw vraag antwoorden met 'ja, mij gaat het ook zo', want ik weet dat je daarnaar verlangt. Maar ik kan het mij niet veroorloven om wat ik zeg en doe zinloos te vinden.
De schrijver
Ik ben echt gekrenkt als het iemand anders anders gaat dan mij.
Marianne
Dat is merkwaardig.
Dat kan je toch niet van mij verwachten dat ik jou nu nog de zin van je leven geef.
Er valt een ontzettend lange stilte. Marianne is heel ontspannen. Ze kijkt hem aan. De schrijver: onwennig. Hij geeft haar nog vluchtig een handkus en verlaat dan de woning.
EINDE
Auteur Guy Joosten
Publicatie Etcetera, 1987-12, jaargang 5, nummer 20, p. 41-53
Trefwoorden bruno • marianne • francisca • stefan • schrijver • chauffeur
Namen Achter • Allen Hoofd • Black Out • Bruno Ah • Bruno Alsjeblieft • Bruno Alstublieft • Bruno Dan • Bruno De Heer • Bruno Enchantez • Bruno Goed • Bruno Het • Bruno Ik • Bruno In • Bruno Je • Bruno Jij • Bruno Jouw • Bruno Kan • Bruno Laten • Bruno Liefste • Bruno Maar • Bruno Marianne • Bruno Merkwaardig • Bruno Moet • Bruno Neen • Bruno Oh • Bruno Om • Bruno Speelt • Bruno Tegen Francisca • Bruno Tegen Marianne • Bruno Toch • Bruno Und • Bruno Vanavond • Bruno Vanmiddag • Bruno Voor • Bruno Waarom • Bruno Zo • Chauffeur Een pet • Dag Ernst • Donald Duck • Excuseer • Fancisca Ze • Finland • Francisca Ben • Francisca Ja • Francisca Je • Francisca Neen • Francisca Tegen Marianne • Francisca Tegen Stefan • Francisca Ze • Francisca Zou • Guy Joosten • Horst • Jürgen Goed • Jürgen Ook • Knokke • Marianne Ben • Marianne Bol • Marianne Daarom • Marianne Dat • Marianne De • Marianne Een • Marianne En • Marianne Er • Marianne Francisca • Marianne Geloof • Marianne Heb • Marianne Het kind • Marianne Hoe • Marianne Ik • Marianne In • Marianne Ja • Marianne Je • Marianne Jij • Marianne Kleed • Marianne Klootorde • Marianne Laat • Marianne Maar • Marianne Neem • Marianne Nu • Marianne Of • Marianne Schreeuw • Marianne Toen Bruno • Marianne Wat • Marianne We • Marianne Wil • Marianne Zal • Marinanne Wee • Nummer • Olut • Opkomst Bruno • Opkomst Stefan • Opkomst Traiteur • Pardon • Peter Handke • Pisa • Schrijver En • Schrijver Ik • Schrijver Misschien • Schrijver Sind Sie • Schrijver Slik • Scène I Stefan • Sei Sola • Sorry • Stefan Ah • Stefan Dank • Stefan Er • Stefan Ik • Stefan Je • Stefan Lach • Stefan Maar • Stefan Speel • Stefan Wat • Stefan We • Stefan Whaw Jürgen • Stefan Zondag • Stop-Watch • Suske • Tip-Top van de nonkel Bob • Traiteur Dan • W.C. • Wolfgang • Wolfie
Development and design by LETTERWERK