Archief Etcetera


Een stuk van twee dagen



Een stuk van twee dagen

Een scenario van Guy Joosten naar een idee van Peter Handke.

BEDRIJF 1. Scène I Stefan

Ik zou willen dat het niet koud en niet heet is. Er moet altijd een lauwe wind waaien. Soms een storm waarin de mensen op hun hurken moeten gaan zitten. De auto's verdwijnen. De huizen zouden rood zijn. De struiken zouden van goud zijn. De mensen zouden alles weten en niet meer hoeven te leren. De mensen zouden op eilanden wonen. Op de straten staan de auto's open en de mensen kunnen erin als ze moe zijn. De mensen zijn helemaal niet meer moe. De auto's zijn van niemand, s' Avonds blijven de mensen altijd op en vallen in slaap waar ze toevallig op dat moment zijn. Het regent nooit. Het waait ook nooit. Elke vriend bestaat vier keer, en de mensen waar je niet van houdt, verdwijnen. Alles wat de mensen niet kennen verdwijnt.

Qu'est ce que tu vois?

La tévélisation.

Marianne We gaan Bruno toch van 't vliegveld afhalen?



Scène 2

Opkomst Bruno

Bruno Het was de hele tijd alleen maar donker in Finland. Dag en nacht. En van de taal die ze daar spreken, heb ik geen woord begrepen. In elk land heb je toch tenminste een paar woorden die enigszins herkenbaar zijn, maar er zat niets internationaals meer bij. Het enige woord dat ik onthouden heb, is het woord 'bier': 'Olut. Ik ben tamelijk veel dronken geweest. Op een namiddag, toen het net een beetje licht was geworden, zat ik in zo'n zelfbedieningsrestaurant en ben ik plotseling de tafel stuk gaan krabben. De duisternis, de kou in m'n neusgaten, en ik kon met niemand praten. Dat ik zo nu en dan in een W.C. pot met de initialen van onze firma piste, was al bijna een troost. Ik heb vaak aan je gedacht, Marianne. En aan Stefan. En ik had na al die jaren wat wij nu bij elkaar zijn, voor het eerst het gevoel dat wij bij elkaar horen. Ik werd daar gek van het alleen zijn, gek op een gruwelijke, pijnlijke manier. Jürgen op.

Bruno Ah, dag Jürgen, hoe is 't?

Jürgen Goed.

Bruno En met uw papa?

Jürgen Ook goed.

Bruno Speelt hij nog altijd toneel?

Jürgen Ja.

Bruno Kan hij daar zijne kost mee verdienen? Jürgen k' Weet nie.

Bruno Je moet hem zeggen dat hij boterkoeken voor u koopt, dan moet je ze niet altijd hier komen opeten, zunne? Ik begeer je, Marianne. Ik heb al zo vaak gezegd dat ik van je hou, maar pas nu voel ik me met jou verbonden, ja, op leven en dood.

Marianne En de onderhandelingen?

Bruno Er komen steeds meer bestellingen bij. Als de mensen uit het noorden dan aï slecht eten, dan doen ze dat tenminste van ons porselein.

Tegen Stefan. Ah, cadeautje. Stefan Dank u papa. Bruno Alstublieft, jongen.

Ze spreken daar niet eens Engels. We moesten via een tolk met elkaar praten - een alleenstaande vrouw met een kind die hier heeft gestudeerd, geloof ik. Marianne Geloof je?

Bruno Neen, ik weet het zeker natuurlijk. Ze heeft het mij verteld.

Trek de jurk met het decolleté aan, alsjeblieft. Ben je nog altijd graag hier? Ik heradem in ieder geval, als ik hier terugkom.

Stefan zet de televisie uit.

Ben ik anders dan anders? Bruno Anders dan altijd. Marianne Hoe bedoel je?

Bruno Je behoort tot een van de weinige mensen van wie je niet bang hoeft te zijn.



Mijn oren zoemen nog van het vliegtuig. Laten we heel

feestelijk eten. Ik bestel wel iets.

Vlug, vlug, snel, snel, gauw, gauw.

Opkomst Traiteur.

Bruno Ah, u bent er al!

Black Out.

Scène 3

Bruno Vanavond was ik er echt aan toe om zo bediend te worden.

Wat een geborgenheid! Wat een kleine eeuwigheid! Betoverend!

Marianne! Marianne!

Bruno Waarom was die man zo groot? Onsmakelijk om zo groot te zijn. En het idee alleen dat hij z'n belachelijk zaad in de scharminkelijke buik van z'n vrouw spuit. Lachwekkend.

Weet u, meneer; mijn vrouw en ik, wij zouden graag met elkaar gaan slapen. Nu. Onmiddellijk! Traiteur Dan wens ik u een prettige nacht. Bruno Dan dank ik u zeer. Traiteur af.

Bruno Vanavond heb ik een gevoel alsof alles in vervulling zal gaan wat ik ooit heb gewenst. Alsof ik me van de ene geluksplek naar de andere kan toveren, zonder daartussen een afstand te moeten overbruggen. Ik voel een toverkracht Marianne. En ik heb je nodig, nu. En ik voel me gelukkig. Alles in mij gonst van puur geluk.

Ik verlang naar je, Marianne, ik begeer je.

Ik hou zoveel van je dat zelfs de toren van Pisa niet scheef

genoeg is om mijn liefde voor jou... te... recht te trekken. Oh

God.

Black Out. Scène 4

Bruno Sorry liefste.

Marianne 'T is niets. Vrouwen voelen niet zo snel walging.

Bruno af. Komt terug met bord beschuit. Eet en kijkt t. v. Marianne Er is een merkwaardig idee bij mij opgekomen, eigenlijk geen idee, maar een soort openbaring. Bruno De Heer is verschenen. Marianne Maar ik wil er niet over praten. Bruno Oh wee, als je het niet zegt. Marinanne Wee jou, als ik het wel zeg.

Bruno Zo, vertel het nu.

Marianne Ik had ineens de openbaring dat je bij mij weggaat, dat je mij alleen laat. Ja, dat is het: Ga weg, Bruno. Laat mij alleen.

Bruno Voor altijd?

Marianne Ik weet het niet. Je zult alleen maar weggaan en mij alleen laten.

Bruno Om te beginnen ga ik in het cafetaria om de hoek een kop hete koffie drinken; en vanmiddag kom ik mijn spullen halen.

Marianne De eerste dagen kun je zeker bij Francisca intrekken. Haar collega, die leraar heeft haar net verlaten. Bruno Ik zal er onder het koffie drinken over nadenken.

Bruno af. Opkomst Stefan.

Stefan Wat ben je nu aan het doen?

Marianne Ik ben opgelucht bedrukt..., geloof ik

Stefan Ah, zo.



Marianne Kleed je aan, Stefan. Het is tijd om naar school te gaan.

Jezus Christus.

Scène 5

Licht aan. Francisca omhelst Marianne. Stefan zit met stripboek naast hen op de grond.

Francisca Ik weet alles. Bruno heeft me meteen opgebeld. Ik heb tegen hem gezegd: 'Eindelijk is die Marianne van jou wakker geworden.' Bedoel je het zo? Meen je het überhaupt serieus?

Marianne Ik kan nu niet praten, Francisca. Francisca Ik zie hem vanavond in het theater.

Ik ben helemaal opgewonden.

Donald Duck is de enige stripfiguur die ik in mijn klas toelaat. Ik stimuleer zelfs dat zijn verdrietige avonturen worden gelezen. De kinderen komen aan de hand van dit altijd te kort komende dier meer aan de weet over de bestaansvormen, dan hen hier anders ooit zal lukken, in deze goed gesitueerde sfeer van huizen, en grondbezitters, waar het leven alleen bestaat uit het naspelen van televisie.

En wat ga je nu doen, alleen?

Marianne In de kamer zitten en raad noch daad weten. Francisca Neen, serieus. Is er iemand anders? Heb je erover nagedacht waar jullie tweeën van gaan leven? Marianne Nee. Maar ik wil graag weer gaan vertalen. De uitgeverij is altijd tevreden geweest over mijn werk. Zij hebben mij nog regelmatig werk aangeboden.

Francisca Romans? Gedichten? En zoiets dan voor 20 gulden per pagina, drie gulden per uur. Marianne Een gulden per uur, geloof ik. Francisca Ik zou graag willen dat je zo gauw mogelijk bij onze groep komt. Je zult zien; We zijn een gemeenschap waar elk van ons opbloeit. En we wisselen geen kookrecepten uit. Je weet niet half hoeveel paradijselijks er onder vrouwen mogelijk is. Heb je eigenlijk ooit alleen geleefd?

Ik wel. En ik veracht het alleen zijn. Ik veracht mezelf als ik alleen ben. Bruno zal trouwens voorlopig bij mij komen wonen. Tenminste, als jij hem niet, zoals ik vermoed, vanavond weer terug wilt hebben. Ik kan het allemaal nog niet geloven. Absoluut niet. En toch ben ik enthousiast, Marianne, en merkwaardig genoeg, trots op jou.

Hou je taai liefste.

Francisca af.

Stefan Jezus Christus.

Black Out.

\

Scène 6

Licht aan. Marianne zit op stoel voor t. v. Achter haar opent de schrijver behoedzaam de voordeur. Schrijver Sind Sie alein? Sei Sola? Ben je alleen? Marianne Het kind is bij mij, zoals altijd. Het slaapt. Schrijver Ik ben ook alleen. Het is een heldere nacht. Ik kan omhoog kijken tot aan de heuvels waar jij woont. Werk jij ook flink aan mijn vertaling, Marianne? Of zit je alleen maar te kijken in de eenzaamheid?

Marianne Ik ben vanmiddag met Stefan naar de stad geweest. Hij is zo merkwaardig. Hij houdt van de buildings, de metro's, de tankstations.

Schrijver Misschien is dat wel de nieuwe schoonheid die je nog niet kan zien. Ik hou ook van de stad. Wat ga je nu doen, Marianne?

Marianne In de kamer zitten en raad noch daad weten.

Schrijver Slik je tabletten?

Marianne Soms, om wakker te blijven.

Schrijver Ik wil daar liever niets over zeggen omdat je toch

elke waarschuwing als een inmenging in je privé-leven



beschouwt. Pas alleen op dat je niet ook die milde verdrietige blik krijgt die zo veel van mijn vriendinnen vertaalsters hebben.

Marianne Ben je weer aan het schrijven?

Schrijver Soms. Het komt me soms voor alsof het schrijven

een uitvlucht is, een verkeerd gekozen levensdoel. Soms

natuurlijk ook weer niet. Ik ben zozeer alleen. En hoe moet je

schrijven als je niemand hebt om over na te denken? Je moet

me helpen, Marianne.

Hij wil haar handen kussen. Tevergeefs.

Schrijver En jij zult ook zo eindigen als ik, Marianne. Een

opmerking trouwens waarmee het doel van mijn missie hier is

voltooid.

Schrijver af. Op de achtergrond staat Bruno, buiten, met achter zijn rug een boeket plastic tulpen. Marianne gaat een zijkamer in.

TWEEDE BEDRIJF Scène 1.

Bruno komt binnen, en bekijkt de kamer. Marianne komt vanuit de rechterzij kamer op met de twee koffers. Ze zet deze tussen hen beide in.

Bruno Marianne. Marianne. Marianne. Marianne.

Heb je ook al mijn foto van het nachtkastje verwijderd? Waar is Stefan?

Merkwaardig wat ons vanmorgen is overkomen, nietwaar? En dat, terwijl we toch helemaal niet dronken waren. Nu vind ik mezelf een beetje belachelijk. Jij niet? Marianne Ja, ook wel. Nee, eigenlijk niet.

Bruno pakt koffers, opent deur.

Bruno Goed dat ik morgen weer naar de zaak moet.

Marianne Ja, goed dat je morgen weer naar de zaak moet.

Bruno Jij hebt nog nooit alleen geleefd.

Marianne En jij komt dus van Francisca?

Bruno loopt naar buiten. Daar gooit hij de koffers weg, en

komt weer in de deuropening staan.

Bruno Jouw zorgeloosheid. Herinner jij je eigenlijk nog wel dat er tussen ons eens een innigheid heeft bestaan die uitsteeg boven het feit dat wij man en vrouw waren en die er toch door werd bepaald dat we dat waren.

Bruno af. Black Out.

Bruno Marianne! Marianne!

Ze komt uit de keuken. Hij wijst naar de koffers.

Ze geven elkaar de hand.

Bruno Waar is Stefan?

Marianne wijst naar het grote raam waar de kinderen gezichten staan te trekken.

Bruno Merkwaardig wat ons vanmorgen is overkomen, nietwaar? En dat terwijl we toch helemaal niet dronken waren. Nu vind ik mezelf een beetje belachelijk. Jij niet? Marianne Ja, ook wel. Neen, eigenlijk niet. Bruno pakt de koffer.

Bruno Goed dat ik morgen weer naar het kantoor moet.

Jij hebt nog nooit alleen geleefd. Marianne En jij komt dus van Francisca?

Bruno Jouw zorgeloosheid... Herinner jij je eigenlijk nog wel dat er tussen ons eens een innigheid heeft bestaan die inging boven het feit dat wij man en vrouw waren en die er toch door werd bepaald dat we dat waren?

Hij vertrekt. Zij sluit de deur achter hem en steekt haar hoofd tussen de kledingstukken in de vestiaire. Ze gaat T. V. kijken. Black Out.

Scène 2.

Licht aan. Links voor de televisie zit Stefan. Hij kijkt t. v. Ondertussen strijkt Marianne die achter hem staat, door zijn haar.

Marianne Zal ik je naar bed brengen? Stefan Ik ga toch altijd alleen naar bed?

Marianne Laat mij dan met je meegaan.

Stefan Je stinkt naar uien.

Hij staat op, loopt door de kamer.

Stefan Er is nieuws van de school. Onze klas heeft nu nog maar vier minuten nodig om de jassen en de schoenen uit te trekken en de pantoffels en de schooljasjes aan te trekken. De directeur heeft de tijd opgenomen met een echte Stop-Watch! En hij zei dat we voor het einde van het schooljaar het record met gemak tot drie minuten kunnen terug brengen. Zo snel



waren we vandaag ook al geweest als de dikke Jürgen niet zo met de knopen van zijn jas had zitten prutsen. En toen heeft hij de hele morgen zitten huilen. In de pauze heeft hij zich tussen de jassen verstopt en in zijn broek gedaan. Weet je hoe we de drie minuten zullen halen? Marianne Nee.

Stefan We beginnen meteen in het trappenhuis te hollen en trekken onder het hollen alles uit.

Marianne Daarom wil je ondanks de kou altijd je dunste jas aan. Omdat je daar de knopen makkelijker van kunt losmaken.

Stefan Lach niet zo. Je lacht net als de dikke Jürgen: die doet altijd zijn best te lachen om maar te kunnen lachen. Nooit ben jij echt blij. Je bent maar een keer blij om mij beweest: dat was toen ik bij het zwemmen plotseling zonder band naar je toe ben gezwommen. Je stond echt te jubelen toen je me opving. Marianne Dat weet ik echt niet meer. Stefan Maar ik wel. Ik wel! Ik wel!

Stefan loopt de rechterkamer in. Jürgen loopt achter hem aan. Marianne staat op, en loopt de rechterkamer in. Ze komt terug terwijl ze haar jas aantrekt, en een enveloppe dicht plakt. Buiten staat Bruno in de telefooncel. Zijn stem is hoorbaar als hij in de hoorn praat. Binnen gaat de telefoon herhaalde malen. Marianne slaat er geen acht op. Als ze buiten de deur staat, hangt Bruno in de cel op. Hij opent de deur van de cel. Als Marianne aarzelt om binnen te komen, trekt hij haar naar binnen.

Scène 3

Bruno Moet dit spel dan altijd blijven doorgaan, Marianne? Ik heb in elk geval geen zin meer om mee te spelen. Marianne En begin nu alsjeblieft niet over het kind. Hij slaat haar.

Bruno Francisca meent dat je helemaal niet weet wat je doet. Ze zegt dat bij jou het bewustzijn van de historische voorwaarden voor je handelswijze ontbreekt. Hij lacht.

Weet je hoe ze jou noemen? Privé-mystica. Ja, een mystica ben je. Mystica. Foei, je bent ziek. Ik heb tegen Francisca gezegd dat een paar electro-shocks je weer tot rede zouden brengen. Ze zwijgen.

Marianne Je kunt het kind in het weekeinde komen halen om met hem naar de dierentuin, of het historisch museum te gaan. Bruno En ik? Geloof je dat ik niet besta? Jouw ziekelijk verlangen naar je kind en jezelf! Verbeeld jij je dat jij van alle mensen de enige bent die in leven is? Ik leef ook, Marianne. Ik verlang ook, Marianne.

Bruno haalt een biljet van 50 gulden uit zijn broekzak. Heb je geld nodig? Kom neem het maar, ook als je niet nodig hebt. Alsjeblieft. Ze neemt het geld.

En groet Stefan van mij. Francisca vindt dat Stefan opvallend gesloten is. Bovendien wast hij zich volgens haar ook niet meer. Hij schijnt erg wanordelijk te zijn. Naar mijn mening wijst...

Marianne En wat vindt Francisca nog meer?

Bruno lacht. Marianne lacht. Hij steekt zijn hand naar haar

uit. Zij schrikt.

Bruno Ik wilde toch alleen maar wat beter naar je jas kijken.

Daar is namelijk een knoop af. Verzorg je, schat.

Hij gaat weg. Van ver roept hij nog eens.

Denk erom dat je niet te veel alleen bent. Anders sterf je daar

op een dag aan.

Ze rent binnen.

Je hoort binnenshuis nog steeds de stem van Bruno.

Bruno Liefste, liefste, liefste



Marianne En als ik mezelf nu eens van kant zou maken?

Dan zal er enkel nog maar orde worden achtergelaten. Wat is

alles hier, buiten mezelf, hopeloos ordelijk.

Ze neemt een stapel grammofoonplaten en werpt deze de

woonkamer in.

Marianne Klootorde!

Er valt zand naar beneden. De twee kinderen verschijnen in de deurposten.

Stefan Whaw Jürgen! Zand!

De kinderen duiken in de zandberg.

DERDE BEDRIJF. Scène 1

Francisca Nee serieus, hoe gaat het nu met jou, lieverd. Hoe gaat het nu met jou lieverd. Hoe gaat het nu met jou lieverd.

Ik ben vanavond tijdens de vooravondsessie van onze praatgroep tot een merkwaardige ontdekking gekomen, namelijk dat het mij vroeger ook zo ging als jij nu. Ik kon bijvoorbeeld op een dag niet meer praten. Ik slikte tabletten. Ik communiceerde door op briefjes te schrijven. Ik werd erg dronken. Of ik stond urenlang voor de open kast te huilen omdat ik niet wist wat ik moest aantrekken. Ik was zo



afhankelijk... Onwaarschijnlijk. Destijds was ik natuurlijk nog veel jonger dan jij nu. Verlang jij nog niet naar geluk samen met anderen?

Marianne Nee, gelukkig niet. Hoogstens tevredenheid. Ik ben bang voor geluk, ik zou het niet uithouden, hier in mijn hoofd. Gek!

Francisca Ja, maar daar heb ik een verklaring voor. Ik heb het allemaal ook moeten doormaken schat. Ik ben volledig op de hoogte van deze identiteitscrisis. Het is namelijk zo, dat... Marianne Wat heb jij met je kindergezicht voor recht om 'ik' te zeggen. Wat heb ik met jouw ontwikkelingsgang te maken? En als ik ernaar zou vragen dan zou het enkel zijn om er later mee te spotten. Ik heb genoeg van jouw belevenissen! Francisca Marianne, je bent overstuur, liefste. Het wordt hoog tijd dat je je aansluit bij onze vereniging. De hoogste tijd.

Marianne Bol het af! Francisca Je bent over je toeren. Marianne Bol het af!!

Francisca loopt naar buiten, en passeert Bruno. Francisca Ze is over haar toeren.

Francisca af. Bruno komt in deuropening staan. Bruno Maar je leeft dus nog.

Marianne staat op, en gooit de deur voor hem dicht. Ze gaat zitten. Francisca komt op en gaat naast haar zitten. Francisca Nee; serieus; hoe gaat het nu met jou lieverd. Hoe gaat het nu met jou lieverd. Ik kon bijvoorbeeld op een dag niet meer praten. Ik slikte tabletten. Ik communiceerde door op briefjes te schrijven. Ik werd erg dronken. Of ik stond urenlang voor de open kast te huilen, omdat ik niet wist wat ik moest aantrekken. Ik was zo afhankelijk... Onwaarschijnlijk...

Marianne Wat heb jij met je kindergezicht voor recht om 'ik' te zeggen? Wat heb ik met je ontwikkelingsgang te maken? En als ik ernaar zou vragen dan zou het enkel zijn om er later mee te spotten. Ik heb genoeg van jouw belevenissen! Francisca Marianne, je bent overstuur, liefste! Marianne Bol het af! Francisca Je bent over je toeren. Marianne Bol het af!!

Francisca loopt naar buiten, en passeert Bruno. Fancisca Ze is over haar toeren. Francisca af. Bruno komt in deuropening staan. Bruno Maar je leeft dus nog.

Marianne staat op, en gooit de deur voor hem dicht. Ze gaat zitten. Francisca komt op en gaat naar haar zitten. Nogmaals zoals tevoren, maar nu onderbreekt Marianne Francisca nog eerder. Francisca af. Bruno staat in de deuropening.

Scène 2

Marianne zit ineengedoken op een stoel.

Bruno Maar je leeft dus nog. Ik heb trouwens vanmorgen

gemerkt dat ik gestopt ben de dagen te tellen die ik nu zonder

jou ben.

Hij glimlacht.

Hoe is het eigenlijk met je? Ik heb gedroomd dat je gek geworden was. Na een korte pauze.

Je laat trouwens 's nachts het licht aan. Weet je dat? Hij kijkt om zich heen.

Een mooi boeltje. En de meubels heb je ook anders gezet.

Hij loopt terug naar haar.

Jij hebt waarschijnlijk ook niet meer die parfum die ik uit Finland voor je heb meegebracht. Vraagt Stefan naar mij? Marianne Wil je iets drinken? Bruno Maar zeg toch meteen 'U' tegen me.

En jij? Heb je al kanker?

Hij loopt rond. Hij schenkt zich een wodka in. Hij rookt. Is roken hier toegestaan? Hij gaat zitten.

Jij neemt het er dus goed van, alleen met JOUW zoon, in een mooi warm huis met tuin en garage. Sauna, zandbak.

Hoe oud ven je eigenlijk? Je zult spoedig een rimpelige hals hebben en haren op je levervlekken. Dunne spillebenen en hangborsten en tussen je benen enkel wat uitgerokken vodden. Ouder en ouder zul je worden. Je zal wel zeggen dat het je



niets kan schelen en op een dag hang je je op. Je zult even onnozel ten grave worden gedragen als je hebt geleefd. Hoe vergaat eigenlijk je tijd op dit moment? Vingernagels bijten zeker? Masturberen dat het niet meer netjes is! Marianne Schreeuw niet zo, het kind slaapt. Bruno HET kind! Wie? HET kind! Alsof het voor mij geen naam meer mag hebben. Verstandig! Jullie vrouwen met jullie armtierige verstandigheid! Met jullie brute begrip voor alles en iedereen! En nooit vervelen jullie je. Stelletje nietsnutten! Heel entousiast de tijd laten verstrijken. Piepend van nietigheid. Kriskras langs de grond, snuffelend kruip je maar wat rond tot de dood je bakkes openscheurt! Je zou eens goed zat moeten zijn. Jij en je nieuwe leven!

Scène 3

Marianne zit verdwaasd op de grond. Stefan loopt door de kamer. Ze gilt. Gooit schoenen naar Stefan. Er wordt twee maal gebeld. Postbode aan de deur. Marianne doet open en kust de postbode die onmiddellijk zijn jas uittrekkend naar binnen stapt. Ze duwt hem de deur uit en gooit de brieven de kamer in.



Marianne Nu helpt alleen nog maar een plan. Alles vooruit berekenen. Zakelijk correct.

Mijzelf opnieuw uitvinden. Opwindend. Spannend. Mensen uitnodigen om geduldig te bekijken, om mezelf aan de hand daarvan opnieuw samen te stellen.

Ze neemt de telefoon van de haak. Black Out.

Scène 4

De schrijver Ben je alleen?

Marianne Het kind is bij me, zoals altijd.

De schrijver Ik ben ook alleen.

De schrijver Wat is klein, heeft vermoeide ogen en is na Tip-Top van de nonkel Bob nog niet in bed?

De chauffeur brengt een fles champagne binnen.

De schrijver En in de auto liggen er nog meer. Marianne Laat u de chauffeur toch ook binnenkomen! De schrijver aarzelt, draait zich om en wenkt de chauffeur. Deze komt, nadat hij lang zijn voeten heeft staan vegen, aarzelend binnen.

De schrijver U wordt uitgenodigd om een glaasje met ons te drinken.

Marianne Of twee.

De schrijver Pardon?

Marianne Of twee... een glaasje of twee.

Marianne Jij bent het, nietwaar? Je stem is zo dichtbij. Je bent in de telefooncel om de hoek, ik hoor het! De deurbel. De chauffeur wil opendoen. Stefan is vlugger. Bruno en Francisca.

Francisca En wij dachten hier de eenzaamste vrouw op aarde aan te treffen.

Marianne Neem me niet kwalijk.

Francisca Tegen Stefan. Ik heb ook een naam.

Vanavond ben ik niet Francisca maar heet ik de juffrouw...

goed? O, andersom natuurlijk.

Stefan lacht en loopt naar Bruno. Hij zoekt in diens

jaszakken. Bruno geeft hem een biljet van 5 gulden.

Stefan Zondag. Dank u, papa.

Bruno Alsjeblieft, jongen.

De schrijver Ik wil vanavond ook niet steeds de bekende schrijver heten, maar Ernst.

Marianne kust Bruno. De schrijver gaat naar Francisca.

De schrijver Laten we elkaar toch ook kussen.

Bruno En ik ben vanavond de bekende Bruno. Dag Ernst.

Zullen we elkaar ook kussen, Ernst.

Bruno U bent de vriend? U slaapt met mijn vrouw, hé?

Tenminste, daar bent u op uit, nietwaar? U bent zeker één van

die mensen die in een kleine oude auto rijdt en op de

achterbank van die seksbladen heeft liggen.

De schrijver Dit is mijn chauffeur, Wolfgang. Wolfgang, de

chauffeur.

Stefan is tussen hen in op de grond aan het spelen. Bruno

hurkt naast hem neer en bekijkt hem.

Stefan Speel je mee?

Bruno Ik kan vanavond echt niet spelen.

Francisca komt naast Stefan zitten en dobbelt met hem mee.

Bruno knijpt in haar wang en zij steekt haar vinger in zijn oor.

De schrijver Tegen Marianne. Ik heb je vanochtend in de stad

gezien. Je was veranderd. Dat was een fijn gevoel. Als ik je

anders van tijd tot tijd ontmoette dan zag je er altijd hetzelfde

uit. Maar vandaag was je veranderd, omdat je er wanhopig net

als vroeger wilde uitzien, dat ik geschrokken ben als van

iemand die gestorven is en waarvan je plotseling op straat het

evenbeeld van tegenkomt. Het heeft trouwens geen zin als je

mij nu extra in mijn ogen kijkt.

Op die manier kun jij mij niet meer misleiden.

De chauffeur komt met verschillende flessen champagne van

de auto terug.

Bruno Ik denk dat ze niets van andere mensen wilt weten omdat het opvallend bijzondere dat zij overal onmiddellijk in wil ontdekken uitgeput is. Het enige dat nu nog te ontdekken valt is het onuitputtelijke, het alledaagse, dat zij vol walging over het hoofd ziet.



Marianne Ik ben sinds een paar minuten weer geïnteresseerd in iemand. Bruno In wie?

Marianne In jou, mijn beste Bruno.

De chauffeur komt met verschillende flessen champagne van de auto terug.

De schrijver Dit is Wolfgang mijn chauffeur. Bruno Tegen chauffeur. Hé Wolfie. Marianne is sinds enkele minuten weer geïnteresseerd in mij, Wolfie. Attentie, attentie Wolfie. Marianne is sinds enkele minuten weer geïnteresseerd in mij.

Bruno We hebben het over jou gehad voordat je binnenkwam. Marianne Er valt helemaal niets over mij te zeggen, Bruno. Bruno Toch wel, toch wel. Toen Wolfgang net je glas volschonk, heb je bijvoorbeeld onmiddellijk daarna achter je hand de nootjes opgepakt die naast het bakje waren gevallen. Na elke slok heb je de afdrukken van je lippen en van je vingers van het glas geveegd. Je wil ook niet dat iemand iets voor je doet, Marianne. We mogen niet eens jou de chips aanreiken, alsof je bang bent dat iemand je, door iets voor je te doen, zo dicht kan benaderen dat je doorzien wordt. Francisca Zou je toch geen lid worden van onze vereniging. Marianne?

De chauffeur Excuseer mevrouw, welk sterrenbeeld hebt U? Iedereen behalve de schrijver begint te lachten.

Black Out.

Scène 5.

Bruno We zetten de stoelen, het is feest. Licht aan.

Chauffeur Een pet zet je op je... Allen Hoofd!

De schrijver danst met Francisca. Bruno danst met hen mee. Schrijver Ik ben op t.v.

Gevecht tussen Bruno en de schrijver. Stefan rookt. Francisca Het ziet er naar uit dat jouw parel in een slecht humeur is. Jammer, want ik heb zo graag harmonie om me heen, want tenslotte laat ik ook niet merken hoe het met mij gaat.

De schrijver trekt de chauffeur tussen hen in. De schrijver Dit is Wolfgang mijn chauffeur. Bruno Enchantez! Black Out.

Bruno Tegen Francisca. Suske. Donne moi une cigarette. Francisca Tegen Marianne. Trouwens, hoe gaat het met jou? Nog niet rijp voor de verzoening? Marianne Er ligt nog zoveel stof bij mij. Bruno Tegen Marianne. Het alleen zijn veroorzaakt de meest ijselijke, walgelijke pijn, die van de wezenloosheid. De schrijver Francisca, ik heb dat niet tegengesproken. Bruno Ik heb u niets gevraagd.

Bruno Tegen Marianne. Het alleen-zijn veroorzaakt de meest ijselijke, walgelijke pijn: die van de wezenloosheid. Dan heb je mensen nodig die je duidelijk maken dat je helemaal niet zo beroerd bent.

Francisca Ik heb de indruk dat jij andere mensen alleen nog maar beleeft als vreemde geluiden in je woning. Wil je dan je hele leven zo alleen blijven? Verlang je niet naar een mens die met hart en ziel je vriend zou zijn? Marianne Hoe gaat het trouwens met jou en Bruno? Bruno Het paar van het jaar.

Francisca Bruno is geschapen om gelukkig te zijn. Daarom is hij nu zo verbijsterd. En zo theatraal. Hij werkt op mijn zenuwen. Ik zet hem het huis uit.



Marianne Heb je dat op je praatgroep geleerd. Nou, probeer

'm maar 'ns 't huis uit te krijgen enz. enz.

Bruno Jij mij 't huis uitzetten? Zal ik jou eens wat vertellen:

het enige waar jij in geïnteresseerd bent is mijn lui. Iedere

avond weer: Bruno fokke mie, fokke mie, enz.

Francisca Ja, ik ben je nu al meer dan zat! Ik begrijp nu

waarom Marianne je de deur uit zette. Jouw lui?? Ha

ha - alsof jij de enige lui hier op aarde bent, zeg! Ik ben van

jouw lui niet afhankelijk, enz.

Ernst De eerstvolgende keer Marianne neem ik voor jou vierentwintig rode rozen mee. Beloofd, Marianne. Beloofd. Stilte.

Bruno Laten we ieder een nummer doen. Francisca, Suske, je

bent vandaag zo stil schat. Horst, ein Nummer bitte.

De schrijver Ernst. Ode aan Marianne. Met Marianne aan

mijn zij loop ik over de lei o, kon ik u maar verlokken voor

een wandeling aan het strand van Knokke naar vriendschap zo

een mateloos verlangen ode aan Marianne.

Bruno Und jetzt die Marianne. Horst mit Marianne. Bumsen

ins Scharzwald.

Marianne Wat een zootje. Wat een zootje. Ze loopt naar de schrijver en trekt haar broek omlaag. Bruno begint de cancan te zingen. Francisca huilt. Bruno loopt naar Francisca en troost haar. Dan loopt hij naar Marianne en legt zijn hoofd in haar schoot.

Bruno Vanmiddag heb ik op mijn bureau een meisje geneukt waarvan ik daarvoor niet eens de naam wist.

Ze was ongeveer zo groot.

Francisca Ben jij dan nergens kwetsbaar?

Francisca loopt weg. Bruno waggelt haar achterna. De schrijver en Marianne blijven over.

Scène 6

De schrijver Bijna had hij jou te pakken gehad. Ook hij glimlacht.

Het moet een triomfantelijk gevoel zijn om zo om anderen te kunnen lachen.

Marianne Het lucht vooral de anderen op. Beiden lachen.

De schrijver Misschien ruil ik nog eens een keertje met je. Marianne Ik wil niemand meer bestuderen. Vanmiddag vroeg ik mij bij te zien van de mensen op straat af: zou ik hen misschien bij hun werk of thuis in hun woning moeten zien? Maar toen wist ik al dat ze daar nog veel voorspelbaarder zouden optreden dan buiten op straat. Als iemand over zijn leven bij mij komt klagen dan kijk ik liever televisie.

Ze staan voor het raam, kijken elkaar aan, de schrijver: een poging tot handtastelijkheid. Marianne gaat ongestoord verder.

Als ik een mooie man tegenkom denk ik: daar heb je er weer één. En als ik dan toch iemand bestudeer dan vraag ik mij plotseling af: Hoe is het met mijzelf? Ik vind het gruwelijk om naar links of rechts te kijken: Overal is er wel iets dat om aandacht schreeuwt. Een ordelijke woonkamer, een volgepropte diepvries.

De schrijver kijkt over haar schouder naar buiten. Marianne Toen Bruno terug kwam uit Finland nam ik me voor om hem alle aandacht te schenken. Maar toen ik daarna voor hem stond dacht ik: Waarom eigenlijk? Ik keek lange tijd vol afkeer in zijn vervelende gezicht. De schrijver Ja, ik begrijp je Marianne. En nu zal jij je natuurlijk afvragen waarom IK de laatste tijd zo onrustig ben... God... Marianne ik heb zo'n brandend verlangen naar



jou. Alles in mij hunkert naar een eenheid met jou. Help mij Marianne. Ik ben zo alleen. Zo gruwelijk alleen. Laat ons samen sterk zijn. Werkelijk, ik verlang naar jou en weet geen blijf met mezelf. Toen ik vanochtend de waserette verliet sprak een vrouw mij toe: 'De redding is nabij' zei ze. Ik ben toen als een bezetene hierheen gerend wetende dat jij mijn verlossing bent. Pauze.

Hoewel ik evenzeer besef dat ik ook jou kan redden.

Hij grijpt haar handen vast en kust haar vingertoppen. Na een

tijd...

Waarachtig er bestaat nog liefde. Toen ik gisteren op een onbewaakt moment aan een toekomst zonder jou dacht, werd ik ijskoud van binnen. Ik ben toen stampvoetend op de houten vloer van mijn woning heen en weer gerend, luid meezingend met een schlager uit vervlogen tijden. Ik hoopte dat jij onder mij woonde en medelijden met mij zou krijgen. Ik hoorde je de trap opkomen. Tergend langzaam. Trede na trede... Ze houdt van mij, ze houdt niet van mij, ze houdt van mij... Ik hou ook van jou, Marianne. Als maar opnieuw zie ik jou beeld voor mij. De groeven in je voorhoofd die mijn levenslijn tekenen.

Plotseling kijkt hij naar buiten.

Ja, Marianne. Achter die sterrenhemel gaan nog ontelbare melkwegstelsels verscholen. Ik weet dat wij nu samen elders vertoeven. Ik hou van je. Ik hou van je. Ik hou van je. Hij merkt dat hij nog steeds haar handen vastheeft. Hij nijpt in haar handen.

Gaat het jou ook zo ongeveer, Marianne? Na een pauze.

Marianne

Ik zou graag op jouw vraag antwoorden met 'ja, mij gaat het ook zo', want ik weet dat je daarnaar verlangt. Maar ik kan het mij niet veroorloven om wat ik zeg en doe zinloos te vinden.

De schrijver

Ik ben echt gekrenkt als het iemand anders anders gaat dan mij.

Marianne

Dat is merkwaardig.

Dat kan je toch niet van mij verwachten dat ik jou nu nog de zin van je leven geef.

Er valt een ontzettend lange stilte. Marianne is heel ontspannen. Ze kijkt hem aan. De schrijver: onwennig. Hij geeft haar nog vluchtig een handkus en verlaat dan de woning. Marianne Jezus Christus. A!

EINDE

Volledig artikel als PDF

Auteur Guy Joosten

Publicatie Etcetera, 1987-12, jaargang 5, nummer 20, p. 41-53

Trefwoorden brunomariannefranciscastefanschrijverchauffeur

Namen AchterAllen HoofdBlack OutBruno AhBruno AlsjeblieftBruno AlstublieftBruno DanBruno De HeerBruno EnchantezBruno GoedBruno HetBruno IkBruno InBruno JeBruno JijBruno JouwBruno KanBruno LatenBruno LiefsteBruno MaarBruno MarianneBruno MerkwaardigBruno MoetBruno NeenBruno OhBruno OmBruno SpeeltBruno Tegen FranciscaBruno Tegen MarianneBruno TochBruno UndBruno VanavondBruno VanmiddagBruno VoorBruno WaaromBruno ZoChauffeur Een petDag ErnstDonald DuckExcuseerFancisca ZeFinlandFrancisca BenFrancisca JaFrancisca JeFrancisca NeenFrancisca Tegen MarianneFrancisca Tegen StefanFrancisca ZeFrancisca ZouGuy JoostenHorstJürgen GoedJürgen OokKnokkeMarianne BenMarianne BolMarianne DaaromMarianne DatMarianne DeMarianne EenMarianne EnMarianne ErMarianne FranciscaMarianne GeloofMarianne HebMarianne Het kindMarianne HoeMarianne IkMarianne InMarianne JaMarianne JeMarianne JijMarianne KleedMarianne KlootordeMarianne LaatMarianne MaarMarianne NeemMarianne NuMarianne OfMarianne SchreeuwMarianne Toen BrunoMarianne WatMarianne WeMarianne WilMarianne ZalMarinanne WeeNummerOlutOpkomst BrunoOpkomst StefanOpkomst TraiteurPardonPeter HandkePisaSchrijver EnSchrijver IkSchrijver MisschienSchrijver Sind SieSchrijver SlikScène I StefanSei SolaSorryStefan AhStefan DankStefan ErStefan IkStefan JeStefan LachStefan MaarStefan SpeelStefan WatStefan WeStefan Whaw JürgenStefan ZondagStop-WatchSuskeTip-Top van de nonkel BobTraiteur DanW.C.WolfgangWolfie


Development and design by LETTERWERK