Archief Etcetera


Wiener Festwochen 1987



Wiener Festwochen 1987

Twee handen op één buik

Elk jaar in mei lijkt Wenen het welwillende slachtoffer van een culturele dambreuk. De bressen die Ursula Pasterk nu al enkele jaren in opdracht van het stadsbestuur voor haar Wiener Festwochen slaat, laten dan stromen van buitenlandse gastoptredens en grote en kleine Fest-wochen-initiatieven over de stad gaan: theatervoorstellingen, concerten, tentoonstellingen, roek-optredens, symposia, filmretrospectie-ves,... Een ware overstroming, elk voorjaar, want in hun overweldigende aanwezigheid sleuren ze de plaatselijke cultuurscène onverbiddelijk met zich mee: theaters plannen een Festwochenpremière, kunstgalerijen houden opendeurdag, musea openen nieuwe tentoonstellingen, kerken organiseren orgelconcerten. De argeloze voorjaarstoerist voelt zich hulpeloos verdrinken, want zelfs zonder Festwochen is het aanbod al nauwelijks te overzien, en de cultuurminnende Wener dient zich te reppen om niet te veel van al dat moois aan zich te zien voorbijgaan.

Boegbeeld van de Wiener Festwochen anno 1987 was de tentoonstelling Zauber der Medusa, een intrigerende en controversiële kijk op vijf eeuwen maniërismen in Europese kunst en geestesleven, van barok tot post-modernisme. Zo een onmiddellijk succes werd deze tentoonstelling dat het begrip "maniërisme" in minder dan geen tijd werd binnengehaald als het nieuwe artistieke modewoord: een kunstwerk is niet langer "fantasievol", "eigenzinnig" of "bizar", maar maniëristisch.

De hoofdbrok van het programma bleef echter het theater: meer dan dertig produkties uit elf ver-

Troilus und Cressida -Münchner Kammerspiele - Foto Oda Sternberg



La grande magia (Renato De Carmine en Rosalina Neri) - Piccolo Teatro di Milano - Foto Luigi Ciminaghi

schillende landen, verspreid over negen schouwburgen in de stad. Zoals alle grote theaterfestivals konden ook de Wiener Festwochen prat gaan op een aantal grote namen uit de "niet-te-missen"-categorie. De openingspremière bracht meteen een exemplaar van niveau: Dieter Dorns enscenering van Troilus en Cressida aan de Müncher Kammer-spiele, door Theater Heute uitgeroepen tot de beste Duitstalige produktie van 1986.

Troilus en Cressida is de wereld uit zijn voegen. Oorlog en vernieling liggen zwartgeblakerd over de bijna vijf uur theater. Daarin de personages, de helden van Griekenland en Troje, scherp getekend in hun angst en geldingsdrang, meeslepend tot leven gebracht door een schitterend ensemble. Aan de ene kant de Grieken, na zeven jaar belegering besmeurd, gecorrumpeerd, getekend door de dagelijks groeiende frustratie en onrust. Ze zijn waakzaam, de helden, in concurrentie om de protagonistenstatus, voortdurend op hun hoede. Er is geen centrale held, maar een hele reeks kandidaten. Agamemnon, de leider, die zijn machteloosheid nauwelijks kan verbergen en liefst de anderen de kastanjes uit het vuur laat halen; Achilles die zich hooghartig terugtrekt met zijn lustknaap Patrocles; de opgeblazen spierbundel Ajax die zich als een kind laat manipuleren; de sluwe cynicus Ulys-ses. Aan de andere kant de Trojanen, Hector, Paris, Troilus..., als "nobles sauvages" erop uit op het slagveld hun dapperheid te bewijzen, op zoek naar een gelegenheid om elkaar te overklassen in durf en zelfopoffering. Aan deze onophoudelijke machtsstrijd verhoeren zich allen, elk op zijn manier, maar zonder uitzondering met (een gevoel van) tekortkoming en mislukking tot gevolg. Een voorstelling die in zijn fysieke "drive" en overtuigingskracht de toeschouwer moeiteloos in zijn ban houdt; opwindend theater tot op het puntje van de stoel.

Ook uitgenodigd was het haast legendarische Piccolo Teatro di Mi-lano van Giorgio Strehler met E. de Filippo's La Grande Magia, een melodramatische volkskomedie met verwarrende diepgang. Theater als een feest vol verrassingen, fijnzinnig spelend op wat doorgaans wordt afgedaan als "goedkope emoties". Als in de beste Italiaanse films word je bewogen door de goedgelovige trouwhartigheid van de bedrogen echtgenoot of de dood van een jonge hartpatiënte, zie je met genoeglijke spanning hoe de charlatan zich met grootspraak en heftige gebaren uit elke penibele situatie weet te redden, heb je het vleugje romantiek van de echtgenote die met haar minnaar naar Venetië vlucht, de landerige adel op het strand van Hotel Metropole, de tragische ondergang van het hoofdpersonage in Sehnsucht en zelfbedrog. Uit het leven gegrepen, zoals dat heet, en met Italiaanse "gusto" en een trefzeker gebruik van verschillende theatertradities door Strehler op de scène gebracht. Theater naar het/mijn hart.

Ook te gast: uit de Verenigde Staten de Martha Graham Dance Company en Peter Seilars' Ajax, beide dit jaar ook in Brussel op doortocht, de Opera van Peking en de nieuwe intendant van het Berlijnse Theater der Freien Volksbühne, Hans Neuenfels, rond wie een kleine "Personale" was opgezet met vertoning van zijn films en twee theatervoorstellingen: Elektra (Eu-ripides) en, als "Festwochen-Eigenproduktion", Trauer zu früh (E. Bond).

De "Eigenproduktionen" vormen een soort tegengewicht voor de grote gastoptredens. Hier wordt



vooral plaats ingeruimd voor probeersels en inheems talent. Vorig jaar was een dgl. creatie-opdracht voor het Serapionstheater een regelrechte revelatie geworden. Dat heeft dit keer niet mogen zijn. Mathias Rüegg en zijn Vienna Art Orchestra kregen de kans om vanuit de mu-ziek-avant-garde de sprong naar de scène te maken. Het werd een multi-mediaproject, op zoek naar een visualisering van muzikale structuren. Bewegende podiumstukken, lichteffecten, specifieke groepsopstellin-gen van muzikanten en daar doorheen improvisaties van drie dansers. Het bleef bij een verdienstelijke poging. Een ander project-eveneens in regie van een jonge inheemse kracht - bestond uit het terug opduiken van het vergeten, maar erg knappe theaterstuk Donauwellen van Fritz Kortner, over de zgn. "Stunde Null" bij de, ook zgn., "bevrijding" van Wenen door de geallieerden. De Oostenrijkse regisseur Horst Zankl ten slotte, kreeg na langjarige arbeid in het buitenland en slechts enkele Burgtheaterensceneringen, nog eens de kans om zijn werk aan het thuisfront te vertonen. In samenwerking met de schilder Christian Ludwig Attersee ensceneerde hij voor het Schauspiel Bonn, in co-produktie met de Festwochen, drie stukken omtrent "heldendom": Sieben gegen Theben (Aischylos), Mauser (H. Müller) en Philotas (G.E. Lessing).

Traditioneel richt het programma van de Wiener Festwochen zich naar alle lagen van de bevolking, steunend op het principe van verscheidenheid in het aanbod. Om dat te benadrukken werd het onderdeel "Junge Festwochen" opgezet, dat naast popconcerten en het experiment van het Vienna Art Orchestra, kleine alternatieve ensembles uit het buitenland voorstelde: het Teatro Due uit Parma met een verregaande Hamlet-bewerking, het Berlijnse Grips-theater in de musicale "U-bahn"-revue Linie 1 en de experimentele Bacchanten-enscenering van theatergroep Atis uit Delphi. Vanuit dezelfde optiek ook een dansaanbod, zij het beperkt, omdat Wenen al enkele jaren zijn dansfes-tival hééft. Naast de Martha Graham Dance Company waren enkel uitgenodigd Kazuo Ohno, de in Japanse dansmiddens hoogvereerde tachtigjarige "vader van de Butoh" en de Franse Compagnie Maguy Marin met Eden.

Nieuw programma- onderdeel van de Wiener Festwochen 1987 ten slotte, was een internationaal kindertheaterfestival, met deelnemers uit Nederland (Toneelwerkgroep Wederzijds en Maccus), Zweden, Italië, BRD, Zwitserland en Oostenrijk. Twee weken lang elke avond kindertheater in het Künstlerhaus. De bedoeling daarbij was een overzicht te bieden van verschillende tendensen en ontwikkelingen binnen het Europese kindertheater; vandaar éénmansvoor stellingen, stadstheaters en groepen uit de "alternatieve" scène. Kwaliteit stond bij de keuze voorop, voor de kinderen van Wenen, maar ook met de stille hoop op vruchtbare impulsen voor het ingeslapen Weense kindertheater.

En tot slot: in één maand tijd bezochten 48.221 theaterliefhebbers de voorstellingen van de Wiener Festwochen. Wenen en theater blijven twee handen op één buik.

Mark Deputter

Elektra - Freie Volksbühne, Berlin - Foto Ilse Buhs/ Jürgen Remmler

Volledig artikel als PDF

Auteur Mark Deputter

Publicatie Etcetera, 1987-09, jaargang 5, nummer 19, p. 11-13

Trefwoorden festwochenwienertroiluswenencressidagastoptredensmagiateatropiccolovienna

Namen AjaxBacchanten-ensceneringBerlijnseBerlinBondBrusselBurgtheaterensceneringenButohChristian Ludwig AtterseeCompagnie Maguy Marin met EdenCressidaDelphiDonauwellen van Fritz KortnerDuitstaligeEigenproduktionenElektraEuropeseFestwochen-EigenproduktionFestwochenpremièreFranseFreie VolksbühneGraham Dance CompanyGriekenlandGrips-theater in de musicaleHamlet-bewerkingHectorHorst ZanklHotel MetropoleItaliaanseItaliëJapanseJunge FestwochenKazuo OhnoLuigi CiminaghiMark DeputterMarthaMauserMüllerMüncher Kammer-spieleMünchner KammerspieleNederlandOda SternbergOostenrijkseOpera van PekingParmaPersonalePiccolo TeatroRenato De CarmineRosalina NeriRüeggSchauspiel BonnSehnsuchtSerapionstheaterStrehlerStunde NullTeatro DueTeatro di MilanoTheater HeuteTheater der Freien VolksbühneThebenToneelwerkgroep Wederzijds en MaccusTrauerTrojanenTrojeU-bahn"-revue Linie 1Ursula PasterkVenetiëVerenigde StatenVienna Art OrchestraWeenseWenenWenerWiener FestwochenZauber der MedusaZwedenZwitserland


Development and design by LETTERWERK