Kinderen hebben recht op theater
Op zoek naar het "tweede genre"
Het kindertheater kampt met heel wat problemen.
Luc Frans en
In zijn in 1980 verschenen boek Het geminachte kind schreef de
In de loop der tijden heeft de wereldliteratuur enkele pareltjes voortgebracht, die zich - óók - naar kinderen richten en die zelfs aan de mythologie aller tijden een aantal basisfiguren hebben toegevoegd; denken we maar aan
Kloof
Men kan stellen dat het Vlaamse kinder- en jeugdtheater al een hele tijd op zoek is naar dit "tweede genre" en dat er vandaag in hun rangen een intense inspanning geleverd wordt om, tegen alle obstakels in, volwaardige artistieke produkten af te leveren. In deze strijd staan zij echter alleen, zonder hulp ook vanwege het volwassenentheater, van waaruit een stuk traditie en ervaring doorgegeven zou kunnen worden. De meest levende delen van het kin-der- en jeugdtheater zijn erg jong en lijken wel afgesloten van hun theatrale voorgeschiedenis. Welke band is er b.v. tussen het "jonge" Stekelbees en het "oude"
De kloof tussen het volwassenenen kindertheater weerspiegelt uiteraard de maatschappelijke kloof tussen de grote en de kleine mensen. Het bestaan ervan wordt in hoge mate bestendigd door een algemeen verspreide mentaliteit waarin het kind niet au sérieux wordt genomen, waarin het maatschappelijk eigenlijk van geen tel is. Het kind wordt in de maatschappij, zoals Kuijer zegt, meestal beschouwd als "onpersoon": als iets dat op dit moment nog niets is, maar het eventueel "later" (dat magische woord!) wel kan worden.
De maatschappelijke onderwaardering van het kind is ook binnen het theater terug te vinden, op alle niveaus:
- bij het tekortschieten van de overheid die te weinig middelen voor kindertheater ter beschikking stelt en daardoor de vicieuze cirkel van "minder geld, dus minder kwaliteit, dus minder waardering" bestendigt;
- bij de derderangsbelangstelling van vele organisatoren die aan de artistieke en technische eisen van het kindertheater - die niet anders zijn dan voor volwassenenproduk-ties-voorbijgaan. De "duw er nog maar een klasje bij" mentaliteit getuigt van een diepe minachting voor het kind én voor de artiesten die voor kinderen spelen.
- bij sommige theatermakers zelf die hun produkten wel eens durven verkopen op basis van het principe "twee volwassenenvoorstellingen betalen en één kindervoorstelling gratis";
- bij vele leerkrachten voor wie het bijwonen van een toneelopvoering als een leuk moment van bezighouden wordt beschouwd binnen die zee-van-verveling-die-school-heet;
- bij de theaterkritiek - en we steken hiermee de hand in eigen boezem-die de jeugdtheatermakers nog vaak benadert met "dat wantrouwen voor mensen die onder hun intellectuele niveau bezig zijn" (
In onze maatschappij is het voor het kind allemaal "snel goed genoeg", een houding die opvoedt tot middelmatigheid. Kind zijn is een soort ziekte, een overgangsstadium dat voorbij is wanneer het laatste greintje kinderlijkheid verbannen is, wanneer het kind "aangepast" is om zijn plaats in het produktiepro-ces in te nemen. Voor het dwingende karakter van de kinderfantasie, voor zijn compromisloos gedrag, voor dat absolute willen in het vormgeven van zijn eigen leven is geen plaats in onze volwassenenmaatschappij .
Precies in die koppigheid en consequentie is er een parallel te trekken tussen de wereld van de kinderen en die van de kunstenaars. Kinderlijkheid betekent immers ook: engagement, creativiteit, contrast, enthousiasme en een oneindige behoefte aan spelen.
Vanuit die optiek zou het kindertheater potentieel een gepriviligieer-de plaats in de gemeenschap kunnen bekleden: precies door het non-con-formisme van zijn publiek (van de dwang tot realisme b.v. heeft het kind hoegenaamd geen last) ligt het binnen de mogelijkheden van het kindertheater om zich tot een artistieke avant-garde te ontwikkelen, ware het niet dat die kwalijke artistieke en maatschappelijke kloof het
afscheidt van evoluties en middelen binnen de theaterkunst.
Professionalisering
Ondanks de inspanningen die vandaag gedaan worden, lijkt het toch alsof de geschiedenis van het theater aan het kindertoneel voorbijgaat. En niets is minder waar: de ontwikkelingsgeschiedenis en de daarmee gepaard gaande professionalisering van het kindertheater lopen alleen ver achter in vergelijking met de rest van de theaterrealiteit. Nochtans is er in een nog niet zo ver verleden een ontmoetingspunt geweest waarop de twee mekaar benaderden: de relatieve voorsprong van het
Behalve het
Het paradoxale van de werking van het politieke theater ligt enerzijds in het feit dat deze bevrijding van het kindertheater van een knellend ideologisch verleden, gepaard ging met een nieuwe uiterst "pedagogisch verantwoorde" ingesteldheid; en anderzijds in het feit dat de democratische functioneringswijze (b.v. stukken maken in collectief verband) die aan deze bevrijdende werking beantwoordde, tot een rem werd binnen de evolutie van het kindertheater. In Nederland, waar de puur didactische dimensie van het politieke theater (cfr. o.a. het werk van
In
Stilaan zien we hoe gesteund door het voorbeeld van het
- de gekozen scenario's worden meer en meer gebaseerd op bestaande werken uit de jeugdliteratuur, of op bestaande toneelteksten voor volwassenen; men waagt zich zelfs aan het bewerken van klassieken;
- in de uitwerking van die scenario's worden realistische verhaalstructuren meer en meer ontwricht en vervangen door een associatieve, minder grijpbare aanpak. Pedagogie en moraal verdwijnen; suggestie
en sfeer komen in de plaats en geven een grotere vrijheid aan de interpretatie van de toeschouwer; - ook de scenografie krijgt meer aandacht; naast de woorden verwerven de beelden meer bestaansrecht; net zoals in het volwassenentheater worden ook hier verworvenheden uit de plastische kunst aangewend.
De kentering was dit jaar voelbaar in het werk van het
Arbeidsintensief
Behalve de jeugdvoorstellingen die binnen de structuur van een gesubsidieerde volwassenentheatergroep georganiseerd worden, hebben we hiermee alle groepen opgenoemd - te weten drie! - die van het
Door de beperkte subsidiëring, de lage uitkoopsommen én de grote vraag naar kinderprodukties werken deze kleine groepen vaak tegen het moordende tempo van 180 à 200 voorstellingen per jaar. Van een repertoiregezelschap, voorzien van een uitgebreid technisch en administratief apparaat, met een acteurs-potentieel dat opgedeeld kan worden in verschillende produktieker-nen, vraagt het decreet om jaarlijks 160 voorstellingen te spelen. De kindertheatermakers zijn daarbij verplicht om precies die taken van technische en administratieve aard (zoals het versjouwen van decors of het verkopen van voorstellingen) er nog eens bovenop te nemen. Bovendien zijn de meeste van hun produkties creaties, wat uiteraard een langere produktietijd vergt. Veel binnen deze structuren moet bijgevolg opgelost worden via voluntariaat en enthousiasme; maar een dergelijk elan heeft zijn grenzen en wordt pas vruchtbaar indien het ingebed is in een professioneel en artistiek gemotiveerd kader op alle niveaus. De nu functionerende jeugdtheaters zullen hierop wellicht antwoorden, dat precies gezien hun economische situatie en gezien de algemene onderwaardering van de kinderwereld slechts weinig professionele theatermakers zich aangetrokken voelen tot het werk in kindertheaters... De cirkel wordt hiermee opnieuw gesloten...
Naast de inspanningen van de theatermakers om uit deze situatie te geraken, wordt ook bij een aantal organisatoren een grotere interesse voelbaar. De
Kring doorbreken
Er wordt dus wel gesleuteld aan het kindertheater, maar de kring waarin het zich bevindt, kan pas voorgoed doorbroken worden, indien er gelijktijdig aan verschillende zijden aan getrokken wordt:
- indien de kindertheaters zelf erin slagen om de aanzetten tot professionalisering een stabiele basis te geven en de bereidheid blijven tonen om hun isolement te doorbreken;
- indien alle organisatoren in hun werk dezelfde kwalitatieve normen gaan hanteren als voor het volwassenentheater;
- indien de overheid de specifieke problemen-en er zijn er meer dan wij hier hebben opgesomd - onderkent en stappen onderneemt om die kloof tussen volwassenen- en kindertheater te dichten;
- indien ook de theaterkritiek de kindervoorstellingen bespreekt op dezelfde wijze als de volwassenen-produkties: de kwaliteit van gekozen theatrale oplossingen kan immers steeds op haar waarde beoordeeld worden, tot welk publiek de voorstelling zich ook richt;
- indien algemeen gesproken, het kind als maatschappelijk wezen uit zijn derderangspositie gehaald wordt en opnieuw het besef ontstaat dat wij van de kinderlijkheid heel wat kunnen leren.
Dit artikel bevat slechts een summiere schets van een aantal van de problemen waarmee het kindertheater vandaag geconfronteerd wordt en is zeker onvolledig wat het panorama betreft van nu werkende jeugdtheatergroepen. Bovendien willen wij niet de indruk wekken dat ons volwassenentheater in perfecte gezondheid verkeert en dat als het kindertheater zijn grote broer heeft bij gebeend, alle problemen van de baan zullen zijn. Het gaat om een algemene kwalitatieve drempel die overschreden moet worden om verdere ontwikkelingen mogelijk te maken. Het gaat óók om onze verantwoordelijkheid: de verantwoordelijkheid van elke volwassene die met theater begaan is, is groot in deze materie. De criticus
Auteur Marianne Van Kerkhoven
Publicatie Etcetera, 1987-06, jaargang 5, nummer 18, p. 18-20
Trefwoorden kindertheater • jeugdtheater • volwassenentheater • professionalisering • indien • kloof • kuijer • vooruitgeschoven
Namen Adri-aan Mole • Adriaan Mole • Alice • André Rutten • Assitej • Beursschouwburg • Brialmonttheater • Brussel • Cultureel Centrum Gildhof • Culturele Centra • Dewael • Erich Kästner • Etcetera 14 • Etcetera 17 • Eugène Ionesco • Eva Bal • Fata Morgana • FeVeCC • Februari • Federatie van Vlaamse • Frans Ver-reyt • Froe Froe • Guus Kuijer • Ineke Nijssen • Jeugd en Theater • Joris Jozef • K.J.T. • Kleutertheaterfestival • Marianne Van Kerkhoven • Merksems Kamertheater • Mieke Krik • Minister Coens-eerder • Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap • Nederlandse • Niels Holgerson • Omicron • Paul Eluard • Peter Pan • Proloog • Roald Dahl • Speelteater • Speelthea-ter • Speeltheater • Teater Poëzien • Tentakel • Tie-3 • Tielt • Van Campen of Toone • Vlaanderen • Waalse • Wallonië • Walter Merhottein • Werk in Uitvoering • Winnie the Pooh • Wonderland • Zweedse
Development and design by LETTERWERK