Tie3 zonder Tone
Met Ali op verschillende sporen
Ali, de 1001 nachtmerrie is de eerste voorstelling van
De meeste theatergezelschappen hebben een trouw publiek. Het gezellige geroezemoes van bekenden onder elkaar tijdens de pauze, het gekeuvel bij de laving, het hoort onafscheidelijk bij de sociale consumptie van theater. Dat eenheidsgevoel moet vroeger nog sterker geweest zijn, toen theater een zaak was van bepaalde sociale groepen, maatschappelijk ook strakker gedifferentieerd. Ook vandaag, gezeten tussen de gezellige abonnees van NTG of
Vandaag wordt de aanhorigheid aan een gezelschap nog door een aantal extra-middelen aangemoedigd. De promotie van de theatermiddenstand is gericht op de kweek van een vaste klandizie: de ene werft voor leden en steunende leden, de andere biedt je aan een stoel te kopen, bij nog een ander gezelschap kun je toetreden tot de vriendenkring, weer een ander roept op tot het belastingsaftrekbaar storten op een speciaal fonds waardoor je van anoniem toeschouwer opklimt tot symphatiserend lid. Het resultaat is nog meer gezelligheid, nog meer gekeuvel, meer samenhorigheid.
Nu variëren die verschillende publieken nogal ten opzichte van elkaar. Het publiek van het
De oorzaken van de publieksvast-heid zijn veelsoortig. De antropolo-gisch-sedentaire aard van het beest zit er voor iets tussen en het regionale stamverband maakt dat je van een Brussels, Antwerps, Gents publiek kan spreken. De grove mediumselectie mobiliseert het typisch chique operapubliek of het mooie modieuze danspubliek. Het economische voordeel van een abonnement zorgt voor een kanalisering van het beperkte budget dat aan cultuur wordt besteed, maar lijkt minder een oorzaak: ook bij groepen zonder abonnementensysteem als de
Deze lange aanloop om maar te melden dat het vertrouwen wekkende handje afwezig bleef bij de voorstelling van Ali, de 1001 nachtmerrie van Tie3 in de Beurs. De
Perron
Beurs, 28 maart 1987. Een paar recensenten, enkele vrienden van de spelers, een enkele ongeïdentificeerde toeschouwer, verspreiden zich over de zaal. Ali, de 1001 nachtmerrie is al begonnen. Helemaal zonder houvast ben je niet. Het zou over
Van bij de aanvang spoort de voorstelling op verschillende sporen. Je probeert een eindje mee te rijden, merkt dan ineens een ander traject, tracht dat alsnog in te halen, voor je het weet zit je in een donkere tunnel. Dan toch maar op het perron blijven staan, daar heb je een beter overzicht op de verschillende lijnen en richtingen. Het aanvankelijke gevoel van ontreddering (waar gaat dit over?) gaat over in plezier: je neemt genoegen met de mooie beeldjes die gepresenteerd worden. Het scènebeeld b.v.: een immense hoge kooi die fysiek ingepalmd wordt door de blanke (gekleed in modieus zwart) en de zwarte (heel zwart) acteur. Er wordt geklauterd, geklommen, getrokken, bewogen, gedanst; volgt een balletgevecht met twee borstelstelen. Allemaal heel fraai op een goeie beat. Allengs worden de verhoudingen tussen de twee figuren duidelijk: de blanke leidt het spel, domineert, hitst de ander op tot steeds snellere ritmes. De ruimte wordt metafoor voor een leeuwekooi met de blanke als dompteur. Tot de zwarte die fysiek domineert, het niet meer pikt en reageert. De ruimte krijgt dan de allure van een boksring, de figuren verwerven representatiekarakter: dé blanke staat tegenover dé zwarte. En hier knoopt de voorstelling, ondanks het gebruik van een totaal andere esthetiek, toch weer aan bij het
Terug op het perron. Want zo lineair spoort de voorstelling niet met de gedachten. Intussen hebben we ook
Nu klinkt dat op de scène allemaal minder moeizaam. De verschillende eindjes die afgewikkeld worden, maar nooit tot één draad verweven, geven aanleiding tot heel wat amusante kwesties. Zo b.v. de discussie "Wie is Ali?": de zwarte, zwart en onderdrukt, of de derde "acteur" de man die alle rekwisieten aangeeft, blank en arbeider (met casque en kiel). Het theater-als-theater niveau met de zwarte die ge-
Gene
Gene
durig om vertaling vraagt van
terwijl je nog bezig bent ze aan mekaar te knopen, werpt men steeds nieuwe vragen op, over werkelijkheid en ideologie, taal en cliché, blank vs. zwart, etc. Zo blijf je als toeschouwer in beweging.
Overvloed
Ali, de 1001 nachtmerrie releveert een theaterploeg met veel feeling voor een hedendaags theateridioom. Zowel tekstueel als scenisch heerst aanvankelijk een schijnbaar ongestructureerde overvloed. Er zijn (te) veel verwijzingen, men speelt op (te) veel registers, er is (te) veel om volgen, je moet je aandacht versnipperen over vernaaieindjes, gebeur stukjes, TV-fragmentjes, kromme verhoudingen. Niek Korte-kaas (decor) legt echter de "te" aan banden, met een dominante vormgeving die het hele gebeuren inkadert, het verbale en fysieke geweld in een strakke structuur dwingt. Bovendien bespelen auteur en regie zeer handig het eigentijdse koppel repetitie-variatie: een aantal elementen (tekst, geluid, gebeuren) wordt herhaald, krijgt motief status, zinnen krijgen visuele echo's, verhoudingen tekstuele grond. Er ontstaan patronen die gevarieerd worden en, daardoor, steeds nieuwe betekenis. Het ongestructureerde wordt structurele gelaagdheid, met de vele dubbele bodems, die er ook een plezierige en mooie voorstelling van maken. Ook door de klemtoon op de fysieke presentatie van handeling, houding en verhouding knoopt deze produktie aan bij wat er elders in het
Luk Van den Dries
ALI, DE 1001 NACHTMERRIE
Groep: Tie3; auteur:
Gezien in de
Auteur Luk Van den Dries
Publicatie Etcetera, 1987-06, jaargang 5, nummer 18, p. 10-12
Trefwoorden blanke • bervoets • gene • nachtmerrie • zwarte • neslo • brulin • ndiaye • perron
Namen 's Ariette Stubbe • AU • Akt • Alida Neslo • Amerikaanse • Ariadne • Bervoets en Ken Kélountang Ndiaye • Beursorganisatie • Beursschouwburg • Brulin • Brusselse • De • Echt Antwerps Theater-getrouwen • KNS • KVS • Kelountang Ndiaye • Kollek-tief-INS • Kongo • Kuifje • Meirtheater • Muller • Nieuwe Scène • Nieuwpoorttheater • Pami • Paul Pourveur • Prince • Robin Hood • Singel • Stuc • Tie3 sinds Tone • Tie3-goed • Tie3-toeschouwer • Vertikaal • Vlaamse • Walraffs Ik • Witte Kraai
Development and design by LETTERWERK