Vuile Mong en de Vieze Gasten - (Werkgroep voor Vormingsteater) - Foto Guido De Leeuw
Het circus van Vuile Mong is een bedrijfje geworden. Daan Bauwens vertelt het verhaal van de enige groep die altijd consequent voor jan met de pet heeft gewerkt. "Op de jaarlijkse bijeenkomst van de anarchisten in Appelscha zijn ze nog steeds de helden."
Begin '86 loop ik in Gent Karolien tegen het lijf: Vuile Mong en de Vieze Gasten gaan hun vijftienjarig bestaan vieren en net als vijf jaar terug een groot feest organiseren op De Boer in Zomergem. En of ik met mijn ervaring in het organiseren misschien zou willen meehelpen? Mong is enthousiast. Er wordt afgesproken dat het feest zijn uitstraling moet halen uit de optredende groepen want dat de strijdcultuur het niet meer zo goed doet. Het feest zou doorgaan in een zaal en in een grote tent. Ik begin contacten te leggen om twee onderscheiden feestprogramma's op te starten. Twee maand later vindt Mong dat het toch één programma moet worden. Iemand zit bijna in de wagen om in Parijs Coluche te strikken als over de radio het bericht komt dat de man zich te pletter reed. Karolien en ik leggen alle contacten voor het feest maar op tournee heeft Mong al het Krisiskabaret uitgenodigd en een paar kandidaat-presentators. Nog twee maanden later oordeelt Mong het toch beter twee programma's te maken. Het ziet er naar uit dat het feest een prettige chaos wordt. Maar niet getreurd.
Karolien en ik lopen wat bankinstellingen af maar botsen op het grootste wantrouwen. Een voortvarende nieuwe filiaalhouder van het Gemeentekrediet krijgt een njet vanuit Brussel als het om sponsoring gaat. Jan Rachels - van de Wereldwinkels, daarna van de Roese-laarse Comedie en nu van Green-peace en de Brugse stadskrant-vindt ondanks al zijn overtuigingskracht geen gehoor. Het linkse karretje Lada wil wel de Belgische markt veroveren na het succes op het laatste Autosalon maar ziet daarvoor andere wegen dan het feest van de Vieze Gasten.
Van de oorspronkelijke ideeën blijft ondertussen nauwelijks wat
over: stilaan wordt Vijftien Jaar Vuile Mong weer het feest van de vrienden zowel op als voor het podium. Ik hou mijn hart vast voor de Aalsterse Mensen Blaffen, Vlaande-rens meest excentrieke stemgeweld op funk-jazz en stoorgeluiden. Het anarcho-imago van de Aalstenaars moet hen maar redden...
We zoeken maanden achter podia, tribunes, reizende keukens. Zonder resultaat. Dan komen de vrijwilligers met relaties in actie en binnen de week zijn er voorzieningen voor 15 jaar Vieze Gasten, 50 jaar Romain Deconinck en Gentse Feesten tot ongeveer het jaar 2000. Zo gaat dat nu eenmaal. Waar de logica en ratio alle hoop verliezen, slaagt Mong erin stralend te komen vertellen dat het geregeld is. De Vieze Gasten hebben een eigenaardig trekje: hoe meer ze het oneens zijn, hoe meer ze chaotisch bakkeleien en er andere meningen op na houden, hoe meer ze tegengestelde beslissingen uitvoeren, hoe sneller de klus geklaard is. Voor de vooruitziende, op planning en rust gestelde mens is de groep de meest onmogelijke en onhandelbare bende om mee samen te werken. En toch is er die aantrekkelijke dynamiek die altijd weer slachtoffers maakt: wie met de groep meedraait wordt onweerstaanbaar opgenomen in de charme van het oneens zijn en het a l'impro-viste toch weer tot een goed einde brengen.
De dag voor het feest moet ik wegens ziekte afhaken. Karolien stuurt een kaartje dat ze wel eens afkomt. Van Vuile Mong en de Vieze Gasten hoor ik niets meer. Je kan hen moeilijk kwalijk nemen dat ze alweer nieuwe avonturen aan het beleven zijn...
Een tijdsgeest
De veelbesproken jaren zestig waren in Vlaanderen eerder de jaren zeventig. Ik herinner mij bezettingen van de universiteit bij elke nieuwe legeraankoop en benefietavonden voor Angola, Mozambique, Zimbabwe, Namibië, de Kaapverdische Eilanden en tegen dictators met lijk-geur zoals Franco en nog al te alerte smeerlappen als een Pinochet. Ik herinner mij posters met Baskische gevangenen aan de wurgpaal (!) en beelden van massa's Chilenen, onder wie Victor Jara, gevangen in een voetbalstadion. Begin de jaren zeventig bloeiden de "linkse splinterpartijen" omdat de SP nog niet doorhad dat de jongste generatie kiezers eraan kwam. De emotionaliteit ten aanzien van de Derde Wereld was groot. De leef- en wooncul-tuur werd gecontesteerd.
In die tijd werden maatschappij-analyses geschreven door Marianne Van Kerkhoven. Als lid van Het Trojaanse Paard, agit-prop-groep avant-la-lettre, was ze de drijvende kracht achter het Kultureel Front, een organisatie die de strijdcultuur voorstond. De Internationale Nieuwe Scène vormde voor de goegemeente het artistieke boegbeeld en was dé grote pleitbezorger voor de Kultureel-Front-groepen naar de overheid toe. Toenmalig Minister van Cultuur Rika De Backer bracht nogal wat warme gevoelens op voor deze jonge theaterturken en daar profiteerden de anderen mee van. In het theaterdecreet werd niet alleen het experimenteel theater (hoe bedoelt u?) maar ook het vormingstheater ingeschreven. Bij Vuile Mong en de Vieze Gasten, jongens die zich weinig van de lange gang door de instellingen aan het hart lieten komen, moet het feest geweest zijn toen ze in '76 een half miljoen subsidie toegewezen kregen.
Een geschiedenis
Hoe dat zo kwam? Mong Rosseel liep een paar jaar sociale school in Gent. In Veurne had hij al in een rock-bandje gespeeld en naar aanleiding van een universitaire bezetting werd in Gent een groepje gevormd dat zich aan rock 'n roll begaf op teksten van Guido Van Meir. Mong ging in de Gentse Sleepstraat aan buurtwerk doen en daar startte in '71 de officiële geschiedenis van het Circus van Vuile Mong en de Vieze Gasten. Want het was om de lol te doen en de zich tot het anarchisme bekennende groep kon niets misdoen in de ogen van de eigen achterban: men kon nauwelijks in de maat spelen en theaterambities was het laatste waar de Vieze Gasten mee bezig waren. In die tijd ondernam Walter De Buck nog welgemeende pogingen de stad weer aan het volk te schenken. Rond het Gentse St.-Jacobs organiseerde hij de Gentse Feesten waar in Indische kleding gewikkelde meisjes en langharige jongens de flower-power ten afscheid kusten. Alleen al hun vrijpostigheid waren stad en raadsheren een doorn in het oog. Daar beleefde het Circus van Vuile Mong en de Vieze Gasten zijn doorbraak in 1972. Een liedjesprogramma-met als grootste hits het Van Meir-werk - afgewisseld met politieke sketches vormde het stramien van de voorstellingen waarmee de groep tot '77 rondtrok.
Onder druk van het decreet - één nieuwe produktie per seizoen-maakte de groep een volledig nieuw programma: Ademar, het Vlaamse wonderkind. Stefaan van den Bremt tekende voor de tekst en had grijs haar bij het beëindigen van zijn opdracht. De groep had tot dusver kollektief aan programma's gewerkt en klaargeschreven teksten waren voor hen een nieuw fenomeen waarbij iedereen zo zijn bedenkingen had. Toch kwam er elk jaar een nieuw programma: Bommerskonten (1978), De Wild West Revue (1979), De Stomme van... (1980, 150 jaar België), Alle hens aan dek (1981), Zoo is yt (1982), Dextrum praecedit (1983), Werk zat (1984), Soep zonder ballen (1985) en L'amour médecin (1986). Vanaf '78 komt daar elk jaar een nieuw kinderprogramma bij.
Een eigen gezicht
Een evaluatie maken van de artistieke evolutie van Vuile Mong en de Vieze Gasten is naast de kwestie. De groep is een fenomeen met vooral sociale impact en dat is ook altijd de ambitie geweest.
Uiteraard sloot de groep vormelijk aan bij de eclectische stijl van de op een bepaald moment bloeiende Kultureel-Front-groepen. Discussies over de ideologische consequenties van het vorm- en inhoudsprobleem in het theater liet de groep over aan de theoretici van de linkse beweging. De Vieze Gasten zochten geen wetenschappelijke onderbouw voor hun activiteiten. Het vrijzinnige, anarchiserende zit ingebakken in de Vieze Gasten. Voor Mong Rosseel was Savary en Le Grand Magic Circus het grote voorbeeld: provoceren, de draak steken met de burgerlijke moraal. Daarnaast zorgde het brede veld van sociale actie voor de impuls om maatschappijkritiek scherp te formuleren en het publiek aan te zetten tot solidariseren of tot sociaal verzet.
Vormelijk werd geredeneerd: wat kent de massa?, dat zullen we aanpassen met behoud van de populaire elementen. De show van de groep toonde geschminkte acteurs, grote poppen of karikaturen van politici, populaire muziek (o.a. Will Tura) met gewijzigde teksten, improvisatie die elke onverwachte situatie (niet enkel gecreëerd door het publiek maar ook door de medespelers) kan opvangen, grapjasserij, danspasjes en theatertrucs. De eerste vereiste is een onderhoudend programma met een "bevrijdende lach". Wat is er leuker dan de paus op te voeren, Martens of Van den Boeynants, of zelfs iemand uit het publiek te laten verdwijnen? De muziek speelt een essentiële rol en veel nummers van de groep zijn herkenbare meezingers geworden voor het publiek: Apekot, Solidariseren, Drof Motor Company en niet te vergeten Marianne.
Mong Rosseel-L'amour médecin -(Werkgroep voor Vormingsteater)
Soep zonder ballen, de produktie uit '85, week bewust van dat herkenbare stramien af: Mong nam eens niet de hoofdrol voor zich, geen maskers, geen uitbundig gechargeerde cabotinage, sobere witte kostuums voor iedereen. Het publiek leek daarmee wat op het verkeerde been gezet, want wie naar Mong komt weet van oudsher waaraan zich te verwachten.
De Vieze Gasten zijn ondertussen echter hun wilde haren kwijt en bezinnen zich volop over hun (artistieke) toekomst. Hun laatste produktie, L'amour médecin, baseerden ze op Molière en voor het eerst werd met een "echte" regie gewerkt: Mien Augustijnen van het Raam-theater werd aangetrokken. Stukken Molière worden afgewisseld met sketches volgens oud recept. De Vieze Gasten raken tussen twee stoelen: de keuze voor theater tegenover de bekende succesformule. Het is zeer de vraag of die keuze kan gemaakt worden: de groep kan de opdracht maatschappij-kritisch amusement te brengen uitstekend aan maar heeft niet het talent in huis theater te brengen dat het lokale amateurisme overschrijdt. De knoop is echter al doorgehakt. Pier-re Plateau schrijft Schemerstad voor de Vieze Gasten en Rik Hanc-ké zal regisseren. Of Mong het alweer klaarspeelt daar de juiste mensen voor aan te trekken?
De mensen
In het vijftienjarig bestaan van de groep hebben een reeks mensen steeds weer een impuls betekend voor de werking van de groep. Het begon met Van Meir, later Humo-redacteur. Daarna Walter De Buck, het anarchistisch collectief Agitat dat de eerste LP van de groep uitgaf en tekenaar Karlos die nog steeds de affiches voor de groep ontwerpt. De groep kreeg contacten met het Groot Arbeiders Komitee van Mol en later schonken de arbeiders van "Vieille Montagne" een eigenhandig gemaakt podium aan de groep. Wim Meuwissen, huidig artistiek directeur van F Act in Nederland, installeerde vanaf '77 de gewoonte naar Zomergem af te zakken als het spektakel ver klaar was. Zijn regieervaringen goten elk nieuw programma in een definitieve vorm. Herwig De Weerdt sprong niet enkel de groep bij maar tekent ook voor de kinderprogramma's. Vanaf '82 werkte Arlette Veys als dramaturge en regisseuse mee. Dan kwam Mien Augustijnen en nu Rik Hancké.
... en de politiek
Waar het Kollektief INS altijd respect heeft afgedwongen, hebben de Vieze Gasten daar langer over gedaan. En waar het Kollektief INS op officiële partij-feesten gevraagd werd en vakbondstournees in het buitenland doet, spelen de Vieze Gasten voor de plaatselijke afdelingen van culturele organisaties. Zo beschouwd zijn ze misschien de enigen die altijd consequent naar Jan met de pet toegewerkt hebben. Vanaf '78 trekken ze met een tent rond die tot in het kleinste dorp kan opgeslagen worden en waar men nog wel eens te maken krijgt met pastoors die het dorpsplein beschouwen als het kerkplein. De groep heeft ook altijd vastgehouden aan lage uitkoopsommen om te vermijden dat plaatselijke verenigingen zouden moeten afhaken uit financiële overwegingen.
Een hoofdstuk apart vormen de ontelbare benefiet-voorstellingen van de groep, hun aanwezigheid aan de poorten van bedrijven lamgelegd door stakende arbeiders, hun optredens voor gehandicapten en voor gevangenen en hun animerende rol in nationale betogingen (cfr. de vre-desbetogingen). Na vijftien jaar volstaat nog steeds een telefoon om de Vieze Gasten te mobiliseren. De groep houdt er ontelbare vriendschappen aan over. De weerklank in Brussel is natuurlijk nihil. Daarom ook zijn de Vieze Gasten te bewonderen: ze doen al jaren basiswerk in de sociale sector zonder daar enig voordeel uit te kunnen of willen halen.
Appelscha
In Vlaanderen is de populariteit van de groep ongetwijfeld mee gefluctueerd met opgang en neergang van de basisgroeperingen die in de jaren zeventig groeiden rond Derde Wereld, ecologie, buurtwerking, gezondheidszorg, opvoeding, enz. Misschien zijn Vuile Mong en de Vieze Gasten op dit ogenblik populairder in Nederland dan in Vlaanderen. Op de jaarlijkse bijeenkomst van de anarchisten in Appelscha zijn ze nog steeds de helden. En verder zijn de Nederlanders tuk op alles wat Vlaams en excentriek is: vroeger Ivan Heylen, daarna Urbanus, Bart Peeters, het Kollektief INS en natuurlijk de Vieze Gasten.
Maar tussen de bezetting van de Nieuwmarkt en vandaag ligt alweer een generatie. De grote dagen van de groep behoren tot de nostalgische herinnering. Daarbij komt dat de lage lonen (wegens de te lage subsidiëring) en telkens weer het gesleur met tent en caravans hun charme beginnen te verliezen. Het circus van Vuile Mong uit de begindagen is ondertussen het kleine bedrijfje van Mong Rosseel, met verantwoordelijkheid voor tewerkstelling en leningen bij de bank als de subsidies weer eens laattijdig worden uitbetaald. Dat overtreft Mongs "stoutste" dromen en het maakt hem niet gelukkiger. Eens op het podium is Mong echter weer de clown die niets liever doet dan snierend het publiek aan het lachen brengen. Ook na vijftien jaar zijn dat soms nog onvergetelijke momenten.
Daan Bauwens