Archief Etcetera


Werner Van den Mooter



Warner Van den Mooter

Geknakt door weinig slaap en boze dromen, geldt des morgens mijn eerste gang de platendraaier. Op het plateau bevindt zich nog de troostrijke plaat van voor het slapengaan. Altijd dezelfde. Begeleid door zacht ruisend klavier glijdt weinige sekonden later een warme alt de kamer in.

Denn es gehet dem Menschen wie dem Vieh, wie dies stirbt, so stirbt er auch

Als een klontje suiker in de ochtendkoffie, zo smeltend zoet stroomt het boek Prediker, par voie auriculaire, uit haar lijf in het mijne.

Moet u horen, enige tijd geleden heb ik mij zowaar verzoend met de galmende Liederstem. Toen ik klein was, bliefde ik alleen instrumentaal of, als het perse moest, opera met oorverdovend orkest. Tegenwoordig laat ik mij, soms in de koncertzetel, meestal echter in mijn Habitatfauteuil, steeds vaker willoos opnemen in de theatraliteit van wat ik gemakshalve maar de Grote Zangkunst dopen zal. Zelfs de mierzoete liederen van Schubert heb ik leren appreciëren, in de klaterende voordracht van Elly Ameling. Ja, alles wat de menselijke stem in een beetje menswaardig huiskamerperspectief plaatst, zonder artificiële echokamers of modderige 48-sporen mixen. Hoog halen ze uit, tot tegen het plafond, Baker en Schwarzkopf en Fassbaender en Fitzgerald en Holiday en ik... ga mee, omhoog.

Bij deze fascinatie kan het haast niet anders of er komen je vréémde dingen ter ore. Zangers en zangeressen die zich buiten het vertrouwde boekje begeven. Ronstadts rochelplaten met Nelson Riddle Strings, waarop de Southern belle schrikkelijk vals en in uitvaarttempo het "grote" repertoire naar het leven staat. Of haar statische contributie op de wriemelende wemelende waterplaat van de liederlijke Philip Glass. Kiri Te Kanawa die, niets vals maar ook niets zeggend, met klassieke musical standards solt. Slagroom zonder koffie: hoewel de tempo's op haar plaat met Nelson Riddle Strings intrinsiek niet trager zijn dan bijvoorbeeld Sinatra ze neemt, lijkt alles zich tot in der eeuwigheid voort te slepen zonder dat je één woord tekst opneemt. Dezelfde mevrouw Te Kanawa maakte zich onlangs samen met klatergouden collega Carreras ook schuldig aan de opgeklopte operette die de nieuwe opname van West Side Story, onder Bernstein, geworden is. Lost in the stars, een plaat waarop bekende pop-sterren zich vertillen aan het blijkbaar toch niet zó erg lichte Kurt Weill-repertoire.

Maar er zijn ook vocalisten die volgens de regelen der kunst vreemd gaan. Wijlen Cathy Berberian, blonde kameleon, die met evenveel meesterschap Luciano Berio aanpakte als Surabaya Johnny of Lennon en McCartney. De onvergetelijke versie van Somewhere door jack of all trades Tom Waits. En de mooiste van allemaal: de Griekse operazangeres Teresa Stratas die, op een flonkerende plaat gewijd aan onbekend werk van Weill, nu eens Lotte Lenya's vuilbekkerij in de schaduw stelt, dan weer, één adembenemende sekonde later, met cherubijnenstem demonstreert wat er toch zo pakkend geweest moet zijn aan de welbekende vocale damesgroep De Sirenen. Zij zingt als een nette mevrouw die de brutaalste liefdesdaad aan zich voltrekken laat zonder dat er iets van haar mevrouwendom verloren gaat.

Warum, nur warum?

Hoe kan het nu, dat de ene vocalist moeiteloos van het ene genre naar het andere slalomt en de ander zich maar beter goed vasthoudt aan zijn muziekstaander?

Lulu (Théâtre National de l'Opéra, Parijs), Teresa Stratas - Foto Colette Masson

Het antwoord ligt mijns inziens besloten in een aantal technische facetten, zeker, maar eerst en vooral in de dosis lef waarover een zanger beschikt. Heeft hij of zij de euvele moed zich tot de strot in het nieuwe genre vast te bijten, dan is het goed. Zingen is nu eenmaal niets lichamelijks vreemd. Hoe lelijker en valser Stratas "Shell, Shell, Shell" uitspuwt in de Petroleum Song hoe mooier. En Berberian bakt Ticket to ride zo ongelooflijk bruin dan zelfs de Rolling Stones er geen brood van zouden lusten.

De hoeveelheid lef is relatief en lef is natuurlijk niet alleenzaligmakend. Naast durf en voortvarendheid speelt ook déze buitenmuzikale factor mee: kleur. Vinden songs en aria's op de Bühne ook geen extra reliëf in sprekende mimiek, een kokette split, een zwoegend decolleté of... goed acteren? Bij zang in blik wordt dit visuele aspect op de een of andere manier overgenomen door de stemkleur. Hoort u hoe Elizabeth Schwarzkopf haar stem daadwerkelijk zwart maakt op het woord dämmerig in het eerste van Richard Strauss' Vier letzte Liederl Terwijl ik mij bij Linda Ronstadts zang nooit iets anders voor kan stellen dan lichtgeel met witte spetters, in plaats van het begeerde donkerblauw. Een laatste belangrijk verschil zit hem, denk ik, ook in de tekstbehandeling (of voordracht, of interpretatie). Als Marianne Faithfull fel van wal steekt in Kurt Weills Soldierys Wife, maar al na een halve minuut de spanning laat verslappen, komt dat niet door gebrek aan lef of stem of kleur, maar door te weinig tekstnuances. Wanneer Frank Sinatra, de koning van het juist geaccentueerde woord, daarentegen She dances overhead / On the ceiling near my bed zingt, zie je haar voor zijn gesloten ogen door het duister walsen - hoewel ze helemaal niet danst, alleen rusteloos schemert voor des zangers geestesoog. Van Frank Sinatra's befaamde frasering -- elke song is bij hem altijd van a tot z verstaanbaar - zouden vele doorgaans onverstaanbare operazangers misschien nog wel iets kunnen leren. In the weesmall hours spint zijn laatste rondjes. De regels I love my ceiling more and more / Since it is a dancing floor / For my love toveren een hele Bertolucci-balzaal tegen het plafond, kompleet met lampions en ruisende japonnen.

Nu, nog eentje dan. Mensen en vee wacht pas morgen weer, ondraaglijk en vroeg, de dag.

SELECTIEVE DISCOGRAFIE

J. Brahms, Vier ernste Gesänge, Janet Baker; EMI

R. Strauss, Vier letzte Lieder, Schwarzkopf/Szell; EMI

The unknown Kurt Weill, Teresa Stratas; Nonesuch

Tom Waits, Blue Valentine', Asylum

Frank Sinatra, In the wee small hours; Capitol

Lotte Lenya singt Kurt Weill; CBS

Schubertiade, Elly Ameling; Harmonia Mundi

Cathy Berberian, MagnifiCathy; Wergo


Development and design by LETTERWERK