HET NIEUWE GLOBE
Een theater zoekt zijn (licht)zinnigheid
Gerardjan Rijnders gaat weg: Globe komt in nieuwe handen. Een gesprek met artistiek leider Paul De Bruyne.
Zeven jaar lang was Gerardjan Rijnders artistiek leider van
Over dit alles, over zijn theateropvattingen en zijn plannen met Globe hadden wij een gesprek-vooraf met Paul De Bruyne.
Een artistiek centrum zoeken
Welk gevoel geeft je dat: overstappen van kritiek naar praktijk? Je komt van 'buiten': is dat een voor- of een nadeel?
Paul De Bruyne: Ik denk dat het geen kwaad kan dat een groep wordt geleid door iemand die niet zelf het artistieke zwaargewicht van het gezelschap is. In sommige groepen is de organisatorische structuur erg simpel: diegene met het grootste artistieke gezag is ook artistiek leider. In het geval van Globe ligt het ingewikkelder: daar is geen artistiek centrum; dat moet gemaakt of gezocht worden. In zo'n geval is het geen nadeel iemand te hebben die relatief onpartijdig is ten opzichte van de afzonderlijke produkties en geëngageerd ten opzichte van de kwaliteit van het hele pakket. Maar ik stel me wel de vraag hoe het überhaupt mogelijk is dat ik als artistiek leider uit die sollicitatieprocedure gekomen ben. De interessantste invalshoek om de wisseling van de artistieke leiding bij Globe te benaderen is het constateren van afwezigheid: waarom hebben mensen die je daar evident zou verwachten, zoals Jan Joris Lamers, geen interesse gehad voor Globe?
Heeft dat niet iets te maken met de culturele concentratie in
Dat is een deel van het probleem. Het is merkwaardig hoe
Dat 'haaks staan' was toch in het Globe van Rijnders ook aanwezig?
Ja, dat is de eerste conclusie. Dat heeft Globe verworven, nl. dat er één repertoiretheater in Nederland is waar 'het anders mag'. Globe zat ergens tussen die twee polen van margetheater en repertoiretheater. Het repertoiretheater kenmerkt zich door het aanpakken van grote thematieken, maar in een taal die voorbij is. Het margetheater heeft een goede taal gevonden, maar wil vooral dingen 'niet meer zeggen'. Zonder het begrip 'repertoiretheater' te willen dumpen, denk ik dat het mogelijk is een combinatie te maken van de twee: enerzijds de thematieken behouden, vertellingen vertellen, synthetisch bezig zijn in plaats van betekenis af te breken; en anderzijds daar een taal voor gebruiken die wérkt, die de afgesloten, de door film en televisie achtergelaten to-neeltaal op de helling zet. Ik wil het humanisme, het verhaal dus niet verlaten. Het goede margetheater heeft grotendeels zijn betekenis als tegentaal: je moet al eerst de vertelling kennen om dan de tegen-vertelling te kunnen begrijpen. In de praktijk blijkt de synthese van repertoire- en margetheater overigens ook moeilijkheden op te leveren.
Overgangsjaar
In jullie programmatie wordt er een onderscheid gemaakt tussen kleine-en-grote-zaalprodukties. Is dat een middel om verschillende publieken aan te spreken?
Dat is een erfenis. Dit seizoen is in alle opzichten een overgangsjaar. We hebben de structuren van Globe geërfd (functionering van de technische diensten, aantal reisvoorstellingen, aantal produkties enz.) We werken ook met drie regisseurs die een faire kans moeten krijgen: de programmatie is daar een typisch uitvloeisel van. In 86-87 willen we twee produkties maken; al wat we méér doen zal dan uit noodzaak geboren zijn. Nu worden er
twee, drie produkties tegelijkertijd gerepeteerd en daarna gespeeld: dan zijn er in feite twee, drie sub-Globetjes aan het werk. We willen die verschillende clubjes terugbrengen tot één club waarin iedereen samenwerkt.
Dat heeft implicaties op de omvang van het gezelschap...
Dat zou inderdaad kunnen betekenen dat Globe kleiner wordt. De omvang van de groep kan variëren van produktie tot produktie. Globe heeft op dit moment maar zes vaste spelers in dienst. De meeste mensen uit het vroegere Globe zijn weggegaan en we hebben hen niet tegen gehouden. In tegendeel. Een aantal hadden de kans naar
Mid-Nederlands
In de huidige vaste groep zitten zowel
Ik zou het idioot vinden om een half
Eksteroog
Je bent vroeger ook met politiek theater bezig geweest o.m. bij
Da's moeilijk. Het heeft te maken met mijn behoeften om op het toneel een uitspraak te zien. In een aantal recente marge-voorstellingen zie je tegenopmer-kingen, ontkenningen. Ik heb meer aan een uitspraak waarvan ik gemakkelijk de grenzen kan zien of waar ik het niet mee eens ben dan aan een uitspraak die veel absoluter is, maar die halfweg stopt: vóór de uitspraak geleverd wordt. Veel margetoneel - pak nu 'Scènes-Sprookjes' van Decorte - creëert een tegenwereld: je krijgt daarin zoveel dialectiek ten opzichte van de werkelijkheid; dat is interessant en onthullend. Maar persoonlijk heb ik meer aan de tegen-stelling dan aan die tegen-wereld. Er zijn vele manieren om het woord 'verhaal' te begrijpen. Ook '
Maar dat probleem is voor mij verre van opgelost. Ik kom daar moeilijk uit. Ik moet zeggen dat ik me eigenlijk zelden prettig voel in een toneelzaal. De toeschouwers verbazen mij zo weinig. Ik heb een heel defensieve houding t.o. kunst. Ik ben er steeds verwonderd over dat theater voor bepaalde mensen - zoals nu in Globe - zo vanzelfsprekend kan zijn. Voor mij is het dat hoegenaamd niet en die clash vind ik wel prettig. Die vanzelfsprekendheid is mij erg vreemd.
Waarom ben je dan met theater bezig? Er staat dit seizoen zelfs een door jou geschreven stuk op het programma, nl. F/
Schrijven is iets anders: dat doe je alleen. Ik voel nauwelijks een verschil tussen artikels of iets creatiefs schrijven. Maar het echte toneelwerk dat doe je met mensen in een repetitiezaal. Dat schrijven dat doe ik enerzijds uit ambitie, uit een soort van baldadigheid; anderzijds speelde ook mee dat we met z'n vieren gingen beginnen en we mekaar niet kenden: ik had toen zo iets van 'ik wil méé beginnen'. Los van die persoonlijke motieven vind ik het eigenlijk heel natuurlijk dat een groep die levend toneel wil brengen ook zelf haar stukken schrijft. Dat lijkt me zó vanzelfsprekend dat ik er weinig argumenten voor heb. We zitten misschien daar bij Globe toch binnen een relatief strikte toneeldefinitie. Het theater wordt elders opengetroken naar dans- en performance-achtige dingen, maar in een repertoiretheater verwacht men toch een tekst als vertrekpunt. Alhoewel ook dat, wat Globe betreft, op de helling staat. Binnen een groep een tekst creëren is veel logischer dan iemand die het ergens zit te
Boven:
schrijven en het dan opstuurt, zoals je zo vaak meemaakt. Er wordt nl. ontzettend veel geschreven. Het feit dat het om uitgewerkte teksten gaat die je dan met de post toegestuurd krijgt, maakt het heel moeilijk. Eigenlijk zoek je scripts om een toneelvoorstelling van te maken: binnen een groep kan dat zijn logica krijgen; buiten een groep is dat zeer problematisch. Maar dat schrijven is slechts een deel van het probleem; daarnaast heb je de regisseur en de acteurs. In de regie wordt de tekst vandaag vaak gebruikt om hem belachelijk te maken: het is toch heel moeilijk om zó te schrijven. Maar als teksten niet ontkracht of verkracht of belachelijk gemaakt worden, zijn ze vaak zo evident. Bovendien is acteren binnen Globe een zeer onzekere bezigheid geworden: we zijn ontevreden met de acteeroplossingen die er nu zijn, maar nieuwe wegen hebben we nog niet gevonden. Dat maakt van de tekst nog eens een schot in het ijle: want hoe breekt hij impliciet met acteer-wijzen die al niet meer bevredigen? Dat is het probleem zoals ik het nu zie: een soort van eksteroog waarmee je blijft zitten.
Grensgevallen
Theu Boermans
'Grensgevallen. Over lijdzaamheid, verzet en de onbruikbaarheid van ethiek in gespannen situaties. Wij registreren met de kunst van de koppigheid. (A la bonheur).'
Onder dit motto presenteert Globe zijn seizoen 1985-86. Wat is de betekenis van zó'n motto?
Dat motto is een moment uit het discussieproces dat we met z'n vieren hadden. Het is de conclusie van een aantal maanden serieuse discussie waarin we mekaars preoccupaties leerden begrijpen. Het logische slot van een verbale bezigheid bij gebrek aan een theaterpraktijk als con-frontatiepunt. Aan die discussie moest een punt gedraaid worden: dat is dan dat motto geworden. De nadelen ervan zijn evident, maar in een discussie gevoerd met woorden i.p.v. met voorstellingen onvermijdelijk. Dit motto is een redelijke beschrijving van de argumenten aangevoerd om die stukken te kiezen die uiteindelijk op het programma staan. Wat in het motto veel te weinig aan bod komt is het samengaan van de ernst met een grote mate van lichtzinnigheid. Het kiezen zelf van zo'n motto ontkracht op zich al de sterk aanwezige lichtheid. Dat motto is een gevolg van onze wil tot synthese, tot duidelijkheid, tot vertellen.
Het programma
Laat ons dat rijtje van gekozen stukken dan even doorlopen.
1.
Dat wat tijdens de repetitie zal groeien: we spelen
Wordt het dan een voorstelling over het theatermaken zelf?
Dat is een discussie waar we absoluut niet uit zijn gekomen, nl. hoeveel reflectie op het theater er in de voorstellingen zelf moet zitten. Ik heb nog steeds de neiging dat volledig af te wijzen, maar dat is wellicht een té simplistische manier om het probleem op te lossen. We hebben er zelfs lang over gediscussieerd of je nog überhaupt wel theater kan maken.
Maar je zit bij mekaar om theater te maken: is dat dan geen vals probleem?
Het is inderdaad geen échte vraag; het is wel het type van probleem dat opkomt als je alleen maar spréékt over je werk i.p.v. het te doen.
Dat was voor niemand een probleem; ook niet voor organisatoren of publiek. We zitten in Globe in een redelijk vrije groep: we willen alleen de structuur nóg méér openbreken dan voorheen. Maar de preoccupaties van vroeger zijn de onze niet. De meeste voorstellingen van vroeger waren trouwens zo uitgekristalliseerd, dat je er verder niks mee kon doen. Ik bedoel: ze waren klaar en lieten geen slijm achter waarover je nog kunt slippen.
2.
Dat stuk is een drietal jaar oud en verwekte bij zijn opvoering zowel in
3. De man die de zon in zijn zak had van
Er zijn twee redenen om iets te doen: ofwel ben je vrij zeker; je hebt iets te vertellen; ofwel zit je met splinters van kennis waaraan je vorm wil geven omdat je er anders maar mee blijft zitten.
4.
Het enige wat ik daarop kan antwoorden is dat dit stuk eigenlijk tegen mijn zin op het programma staat. Ik vind wel dat ik dit kan zeggen, omdat het iets vertelt over hoe het programma samengesteld is. Ik heb 'veto' geroepen en dat 'veto' niet gehaald, dus was het geen veto. Ik vind het zo'n 'sterren worden mensen' verhaal. Maar het is zó goed geschreven. Wellicht, wanneer ik het
5.
Met die revolutie heeft het niks te maken. Het is een heel simpele maar heel prettige tekst over een driehoeksverhouding. Ze wordt scherp verteld, zonder blabla: zoals iemand dat nu zou doen, denk ik. Fascinerend in zijn simpelheid en toch eindigt het heel raar: er zitten een aantal
bizarre dramaturgische keuzen in en bovendien - maar in feite is dat een onein-gelijk argument - is het hier zo goed als onbekend.
Ik vind het wel moeilijk om in mijn naam over al die stukken te spreken. Het is immers een 'verdeeld' seizoen: ik voel me méér verantwoordelijk voor
6.
Ik ben eigenlijk heel nieuwsgierig hoe dramaturgie zich in Globe zal ontwikkelen. Ik ga
7. En ten slotte F/Het peleton der Favorieten van Paul De Bruyne in een regie van
Het is begonnen als een
Hoe betrek je
Ik had zin om
Een ander repertoiretheater. . .
Weet je dat ik de enige was die de acteurs van Proloog kende? Theu Boermans en
Aan welke wettelijke bepalingen moeten jullie dan voldoen in vergelijking met een repertoiretheater in
'Globe is een reisgezelschap en gevestigd in
Wij willen naar een organisatiestructuur toe waarin we geen bepaald aantal produkties meer beloven, waarin we maken wat we moeten maken met de belofte om ernstig te werken, om niet lichtzinnig (!) met het geld van de belastingbetaler om te springen enz. Met het voorstel tot twee produkties volgend seizoen benaderen wij die ideale structuur zo dicht mogelijk. Ik denk dat je daarmee ook automatisch op je schouders pakt: als het twee keer mislukt, stop dan maar. Twee keer in ideale omstandigheden kunnen werken, dat is serieus, dat is als kans meer dan redelijk.
... en andere kritiek
Wat verwacht jij nu van de kritiek?
(lange stilte) Niets speciaals denk ik. Ik verwacht dat ik zelf een aantal dingen ga leren, opmerken, begrijpen; dat mijn opvattingen over theater duidelijker zullen worden, dat er in Globe iets van een alternatief tot stand komt. Want men merkt toch dat de kritiek eigenlijk te modieus is: je zit te ver van de dingen om bepaalde beslissingen te begrijpen en dan ben je gauw slachtoffer van het modieuze. Ik vond wat
Marianne Van Kerkhoven
Auteur Marianne Van Kerkhoven
Publicatie Etcetera, 1985-10, jaargang 3, nummer 12, p. 42-45
Trefwoorden globe • yvonne • motto • bruyne • hulst • theu
Namen ADM • Amsterdam • Aron • Cultuur • De Man • De Toneelmaker van Thomas Bernhard • Duitsland • Egofiel • Eindhoven • Etcetera-redactie • Foucault • Gerard Thoolen • Ghetto • Globe-rangen • Hamletmachine • Heiner Müller • Het Peleton der Favorieten • Hugo De Greef • Israël • Ivo Van Hove • Jan Decorte • Jan Versweyveld • Jean Louvet • Julien Lahaut • Jurg Molenaar • Kees Hulst • Koning Boudewijn • Nederlanden • Nederlander • Njoe van Ossip Dymov • Oostende • Paul De Bruyne Onder • Peter De Baan • Peter Zadek • Pornografie van Gombrowicz • Proloog Kommer 't Mannetje • Proloog van • Publiekstheater • Raad van Bestuur van Globe • Riezenkamp • Rusland • Sam Bogaerts-verwijzingen • Sartre • Toneel Globe • Vieze Gasten • Vive la République • Vlaamse • Vlaanderen • Vlamingen • Vuile Mong • Wallonië • Witte Kraai • Wolf-son • Wolfson • Yvonne • Zuidelijk
Development and design by LETTERWERK