Archief Etcetera


BERLIN BRUSSEL 84



BERLIN BRUSSEL 84

De Berlin-Brüssel manifestatie, georganiseerd door het Goethe Institut, is een breed opgezet festival met tentoonstellingen, film, theater, muziek. Een kennismaking met de cultuur van de aparte stad Berlijn, uitstalraam van het Westen en trendsetter op gebied van de kunst. Onderstaande artikels geven een overzicht van het theateraanbod.

Uit talloos veel miljoenen

De Westberlijnse theaterscène

Berlijn huisvest een zeer drukke theaterscène. Pol Arias bezorgt hierbij een plattegrond. Voor uw volgend bezoek aan Berlijn.

In vergelijking met andere hoofdsteden van Europa wordt West-Ber-lijn een nouveau riche genoemd. Eerst in 1244 duikt voor het eerst officieel de naam Berlijn op, geleidelijk aan zullen een aantal landelijke gemeenten samengroeien tot Berlijn. In de negentiende eeuw werd nog geschreven over "die stad waar in het centrum stofwolken veroorzaakt worden door opwaaiend zand." In 1987 wordt de 750ste verjaardag gevierd van de stad, maar op de keper beschouwd is West-Berlijn dit jaar 39 jaar oud, of, als men rekening houdt met de oprichting van de Muur, 27 jaar. Sinds de tweede wereldoorlog is Berlijn niet alleen de titel kwijt van Theatermetropol maar tevens van culturele hoofdstad van Duitsland. Toch valt de culturele situatie van West-Berlijn meer dan gunstig op: 14,4% van het budget wordt aan cultuur besteed, als tweede stad van de Bondsrepubliek volgt München met 3,1%. Wanneer men het aanbod bekijkt van wat er zoal op theatergebied in West-Berlijn te beleven valt dan springt meteen het aantal plaatsen in het oog waar toneel kan beoefend worden. Het tweewekelijks blad Tip, een must samen met Zity voor wie wil weten waar hij heen moet in West-Berlijn, somt zowat 49 adressen op, daar komen er nog eens 19 bij onder de hoofding Kindertheater en 13 waar cabaret gebracht wordt. Het aantal gezelschappen opnoemen of zelfs maar opspeuren is onbegonnen werk, naast de staatstheaters zijn er de privé-theaters en de off-theaters of Freien Gruppen, die om de haverklap verdwijnen en verrijzen, maar allemaal recht hebben op hun deel van de subsidiekoek.

Theatertrust

Het hoofdaandeel daarvan gaat naar de Deutsche Oper, goed voor zowat 55 miljoen DM. Directeur is Götz Friedrich, ooit begonnen als regieassistent van Walter Felsenstein, de betreurde leider van de Komische Oper in Oost-Berlijn en grondlegger van het begrip Musiktheater. Aan die Deutsche Oper is ook een balletgezelschap verbonden waar Valery Panov gewerkt heeft (zie p. 42). Gezongen en gedanst wordt er in een nieuw gebouw, opgericht in 1961, het oude operagebouw aan Unter den Linden ligt immers in Oost-Berlijn.

De Staatliche Schauspielbühnen vormen niet alleen het grootste theatergezelschap van West-Berlijn maar tevens van de hele Bondsrepubliek. Ze beschikken over drie schouwburger waarvan de belangrijkste het Schiller theater is, vandaar wordt dat consor-. tium ook wel de Schillertrust genoemd. In het Schillertheater, in de wijk Charlottenburg, is ooit Leopold Jessner, dè man van het expressionistische theater, directeur geweest. Naast dat Schillertheater ligt de Werkstatt, het experimentele plateau; de derde schouwburg, het Schloszpark-theater, ligt in een andere wijk, in Steglitz. De Staatliche Schauspiel-



bühnen worden geleid door Boy Gobert, zijn vijfjarig contract werd door de nieuwe cultuursenator van West-Berlijn, Volker Hassemer, (CDU) niet verlengd en vanaf 1985 maakt hij plaats voor Heribert Sasse, die op dit ogenblik nog het Renais-sance-Theater leidt. Op die benoeming kwam veel kritiek, zowel van de oppositie als van de eigen partij, omdat er grote namen in de running waren voor de directie van dat mammoettheater en Hassemer de voorkeur gaf aan een vrijwel onbekende in het Duitse theaterlandschap. Heribert Sasse is evenwel geen onbekende voor Franz Marijnen, want hij was een meer dan aandachtig toeschouwer op de première van het Jules-Verneproject (zie p. 30) deze zomer in Groningen. Marijnen gaat bij dat Schillertheater in 1985 Richard II regisseren en is aan het onderhandelen over het huisregisseurschap. De Staatliche Schauspielbühnen zijn 27 miljoen DM subsidies waard, stellen 650 mensen te werk, waaronder bijna 100 acteurs en actrices van wie Minetti de meest bekende is.

Zoals men vroeger, tussen 1950 en 1960, op theaterbedevaart ging naar het Berliner Ensemble van Bertolt Brecht in Oost-Berlijn, heeft zich vanaf 1970 een soortgelijke trend ontwikkeld met de Schauspielbühne van Peter Stein in West-Berlijn. In dat jaar vestigde Stein zich in een voormalige bioscoop aan de rand van de arbeiderswijk Kreuzberg, naast een rivier, vandaar de naam Schaubühne am Halleschen Ufer. Met steun van zijn jong gezelschap en van Theater Heute, werd hij de nieuwe theaterpaus. De bekroning kwam toen er in 1980 werd verhuisd naar een gebouw op de Kurfürstendamm. Daar stond immers ook nog een vroegere bioscoop, het Ufa-gebouw dat in 1927 ontworpen werd door de avant-garde architect Mendelsohn. De aanvankelijke verbouwingswerken werden geschat op 30 miljoen DM, die liepen uiteindelijk op tot 81 miljoen DM en nu wordt wat smalend gesproken over de Peter-Steintempel en over het Steinmausoleum. De Schaubühne am Lehninerplatz is goed voor 13 miljoen DM subsidies.

Naast die drukke Kurfürstendamm ligt er eveneens een nieuwe schouwburg, de Freie Volksbühne. De naam komt van een toeschouwersorganisatie, opgericht in 1889 al, met als doel kunst voor het volk te brengen, maar dat moest dan wel theater zijn dat "de werkelijkheid zou tonen zoals ze is en naar de waarheid zou zoeken." Meteen vierde het naturalisme hoogtij. Het oorspronkelijke gebouw staat nu in Oost-Berlijn, maar nu nog profiteren kleine ambtenaren en gepensioneerden van de vele voordelen die een theaterabonnement hen biedt dank zij die toeschouwersorganisaties. De Westberlijnse Volksbühne heeft als directeur Kurt Hübner en dat is wel een man met enig gezag. In de jaren zestig was hij directeur in Bremen en heeft daar kansen gegeven aan toen nog jonge regisseurs als Zadek, Palitzsch, Minks, Grüber en Stein. In West-Berlijn krijgt zijn theater 'slechts' 5 miljoen DM, daarom laat hij het gedeeltelijk functioneren als receptief theater, maar brengt toch nog elk seizoen enkele opmerkelijke produkties uit waarvoor de beste regisseurs uit het Duitse theater komen tekenen.

Puur volkstheater vindt men o.a. in het Hansa Theater. De Komödie en het Theater am Kudamm brengen allebei erg verzorgd boulevardtheater én zonder subsidies. In het Theater des Westens staat de musical op het programma en krijgt daarvoor bijna 12 miljoen subsidies. Verder zijn er nog de Vaganten Bühne --waar vroeger, tussen 1960 en 1970, vooral jonge mensen hun eerste kansen kregen-- en de Tribune, in diezelfde jaren aan de top van het avant-gardetheater en politiek geïnspireerd, maar nu erg vervlakt.

Het Renaissance-Theater (3 miljoen DM) heeft grootse plannen. De huidige dramaturg Knut Boeser neemt daar in 1985 de leiding in handen, regisseur Hansgünther Hey-me komt er werken, er wordt gedacht aan een tweede spelplateau in het Media-Center in Kreuzberg en men denkt aan samenwerking met het Schillertheater. Er is contact gezocht met Oostduitse regisseurs. Tot nog toe kregen zij verbod van hun regering om in West-Berlijn te gaan regisseren, dat verbod geldt niet voor andere West-duitse steden.

Het Grips Theater, een van de meest toonaangevende kindertheaters in West-Europa, waarvan de leider, Volker Ludwig, nu ook een cabaretgroep 'Institut für Lebensmut' begonnen is, krijgt zowat 10 miljoen DM. De Freien Gruppen zijn samen goed voor zo'n 2,5 miljoen DM.

Uit het Berlijnse Book of Records

Alles samen is dat enorm veel geld, maar daar kijkt men in West-Berlijn niet onmiddellijk van op. Want al is West-Berlijn ingesloten als een eiland, toch telt het het grootste aantal plezierboten per inwoner van de Bondsrepubliek. Een ander record is het aantal politieagenten per inwoner en het aantal dienstweigeraars. Daarnaast staat West-Berlijn dan weer aan de zelfmoordtop van alle Europese steden. Het absolute record is evenwel het geld dat aan cultuur wordt besteed. Het budget van de stad bedraagt 20 miljard DM, de helft daarvan komt vanuit Bonn, 500 mil-

Foto boven: Gripstheater

Foto onder: Bethanienhaus Foto Landesbildstelle Berlin



Wie es euch gefällt (Schaubühne) - Foto Ruth Walz

joen gaat naar cultuur. Daarover Jurg Hengo Weber, ambtenaar bij de cultuursenaat van de stad. Hij houdt zich bezig met de internationale culturele betrekkingen en dus ook met het festival Berlijn-Brussel: "Dat West-Berlijn een dergelijk intensief cultureel leven heeft, komt in de eerste plaats door de historische achtergrond van de stad. De samenstelling van de bevolking staat borg voor een zeer open sfeer. Er zijn geen vastgeroeste structuren, het aantal actieve jongeren is bijzonder groot, er zijn zowat duizend rockgroepjes, er wonen duizend kunstschilders, er is een goede basis, humus. Waar veel is kan ook veel groeien. West-Berlijn werkt voor vele jongeren attractief omdat ze, door hier te komen wonen, ontslagen zijn van legerdienst. De voornaamste reden is de aantrekkingskracht van de alternatieve scène. Van de 2 miljoen inwoners zijn er bijna honderdduizend die zich bewegen in een erg gesloten kring en autonoom in leven blijven, de alternatieven. Er zijn politieke groeperingen die actief zijn, er zijn de krakers, verschillende topics die invloed uitstralen. Men komt en gaat, dat houdt West-Berlijn in beweging."

"Het cultuuraanbod van deze ingesloten stad vormt de hoofdattracti-viteit. Het half miljard dat we geven is veel geld, maar eigenlijk nog te weinig om iedereen tevreden te stellen. De sommen die aan de officiële theaters gegeven worden liggen min of meer vast, zelfs indien dat privé-theaters zijn. (De meeste gesubsidieerde West-Berlijnse theaters zijn privé-theaters, dat houdt in dat de cultuursenaat niet kan tussenbeide komen wat artistieke werking en benoemingen betreft en dat de inkomsten niet aan de stad moeten worden afgedragen maar direct kunnen worden aangewend in de werking. De Schaubühne bijvoorbeeld is zulk een privé-theater.) De 'Freien Gruppen' worden gesubsidieerd per project. De senator voor cultuur neemt daarbij zelf de beslissingen maar laat zich voorlichten door vakkundige commissies."

"Op dit ogenblik heerst er wat spanning rond enkele gezelschappen, zoals het vertrek van Peter Stein als artistiek leider bij de Schaubühne en de komst van een nieuwe directeur bij de Staatliche Schauspielbühnen. Toch zijn dat normale processen. Kunst betekent beweging, kunst leeft van vernieuwingsprocessen. Daarom wil ik niet meedoen aan speculaties. Wat wel gevaarlijk kan werken op langere termijn is de subsidiementaliteit. Alternatieve initiatieven hebben na één succesproduktie al vlug de neiging om zich te institutionaliseren."

De 'Freien'

Michael Heardter is leider van het Künstlerhaus Bethanien: een cultureel centrum, gelegen midden in Kreuzberg, in de Turkenbuurt, direct tegen de Muur aan. Vroeger was het een ziekenhuis, sinds begin van de jaren zeventig functioneert het als een 'Internationale Projektwerkstatt'. Er vinden tentoonstellingen plaats, waarbij zowel de meest extreme avant-garde als de meest consequente socio-culturele thema's hun beurt krijgen. Performances wisselen af met theatervoorstellingen van minderheidsgroepen. Michael Haerdter is één van de hevigste verdedigers van de Freien Gruppen: "Veel van hun theaterprodukten halen niet zo'n bijzondere kwaliteit, maar dat heeft in de eerste plaats met geld te maken. Wij kijken vooral naar het Hollands model, waar die wanverhouding qua subsidiëring zoals bij ons niet bestaat. Wij hebben daar trouwens samen met het Nederlands Theaterinstituut een brochure over uitgegeven met als titel Hoe overleeft het theater. Toch moeten we toegeven dat de situatie in West-Berlijn in vergelijking met andere Duitse steden uitermate gunstig is. De 'Freien' hebben hier een even talrijk publiek gevonden als de grote gezelschappen, de subsidies zijn reeds gestegen maar het blijft een peulschil, nog geen 2,5 miljoen. Wij hebben nu zelf een cultuurpolitieke denkgroep opgericht om zoveel mogelijk nieuwe initiatieven te kunnen ondersteunen. We zijn trouwens van mening dat men de U en de E, U van Unterhaltung en E van Ernst, in de cultuur niet langer mag gescheiden houden. Anderzijds is er nog altijd weinig doorstroming vanuit de officiële theaters naar de 'Freien'. Toch is de invloed van die kleine groepen op het officiële theater groter dan men vermoedt. Stein en Peymann komen bijvoorbeeld uit het studententheater. De progressieve theaterkunst van de jaren zestig en zeventig was hier ondenkbaar zonder de invloed qua speelstijl van die kleine groepen en de ervaring die sommige, nu grote regisseurs, daar hebben opgedaan. Op dit ogenblik hoort men grote namen hun beklag doen over de logge structuur en de bureaucratie van de gerenommeerde theaterhuizen, dat zou hun creativiteit afremmen."



Theatertreffen

Dr. Ulrich Eckhardt is de baas van de Berliner Festspiele. Hij beheert daar 14 miljoen subsidies om het ene festival na het andere te organiseren, waaronder het jaarlijkse Theatertreffen. Tijdens de maand mei worden de tien beste duitstalige theaterproduk-ties van het voorbije seizoen in West-Berlijn getoond. Produkties uit de Bondsrepubliek, Oostenrijk en Zwitserland. De DDR doet-- nog altijd-- niet mee. Een zevental critici vormen een jury en hun keuze wordt niet altijd in dank afgenomen: "Al jaren zoekt men naar alternatieven voor het werk van die jury dat inderdaad functioneert volgens het meerderheidsbeginsel. Zo kunnen produkties die wel interessant zijn wegvallen en is er uiteraard gevaar tot compromissen. Maar het Theatertreffen heeft drie aspecten. Het wil een ontmoeting zijn van theatermensen en publiek. Maar we moeten toegeven dat te weinig Westberlijners aan kaarten komen. Ten tweede moet het een vorm van documentatie zijn over wat er tijdens het voorbije seizoen in het duitstalige theater te beleven viel. Ten slotte moet het ook de nieuwe tendensen tonen. En dat vergt moed vanwege de jury." Het Theatertreffen is inderdaad een unieke gelegenheid om het beste van het allerbeste op vrij korte tijd te kunnen zien. Voor de theatermakers zelf, vooral voor de regisseurs is een uitnodiging van hun produktie de bekroning bij uitstek, hun naam wordt gevestigd of bevestigd, meteen ook hun financieel voordeel, want hun marktwaarde stijgt dan naar de top.

Theater Heute

Trendmaker van nieuwe theaternamen is evenwel het maandblad Theater Heute. Voorheen in Hanno-ver gevestigd, sinds een paar jaar naar West-Berlijn verhuisd. Toen het blad in 1980 zijn twintigste verjaardag vierde kon men daarover leuke titels lezen in de kranten. Het woord maffia viel daarbij niet zomaar uit de lucht. Jarenlang heeft het blad een consequente oppositie gevoerd tegen bepaalde gezelschappen en namen, nu wordt het het regeringsblad genoemd van het gevestigde theater. Nochtans wordt het blad, waarop Etcetera zich enigszins heeft geïnspireerd, gemaakt door een bijzonder kleine ploeg, drie redacteurs en één secretaresse. Michael Merschmeier, jongste redactielid: "Theater Heute is bijna 25 jaar geleden ontstaan op initiatief van Henning Rischbieter, die nog in de redactie zit, van Siegfried Melchinger en van de uitgever Friedrich. Hun programma was dat theater een esthetisch instrument is waarmee men de werkelijkheid, de maatschappij en de geschiedenis kan waarnemen en verklaren."

"Wij vormen inderdaad een kleine redactie, dat verplicht ons hard te werken, maar we hebben wel meer dan honderd medewerkers. Wijzelf proberen naar alles te gaan kijken wat ons interessant lijkt, dat kan men dikwijls al op voorhand plannen, verrassingen worden ons dan door plaatselijke medewerkers gesignaleerd. Eigen fotografen hebben we niet en inhoudelijk zijn we totaal onafhankelijk van de uitgeverij. De normale verkoop is zowat 12.000 nummers, twee derde abonnementen. Dat we ook in het buitenland worden gelezen komt omdat we hoe langer hoe meer over buitenlands theater schrijven en omdat het Duitse theater nog altijd een exemplarische functie heeft en Theater Heute daarover veel informatie verstrekt. Wij staan heel dicht bij de theatermakers, daardoor kunnen we meer nieuws doorgeven dan de dagbladkritiek en worden we zelf om de haverklap gevraagd om bij een gezelschap te gaan werken, bijvoorbeeld als dramaturg. In de jaren zeventig was onze invloed wel sterker omdat we toen veel steun hebben gegeven aan bepaalde groepen, maar die relatie kan ook uit mekaar groeien zoals nu bijvoorbeeld gebeurt met Peter Stein en zijn Schaubühne."

"Ik geef toe dat wij, critici, veel te weinig het werk van de 'Freien Gruppen' gaan bekijken. Maar die term zelf is al zo rekbaar. Sommige groepen volg ik wel van dichtbij, zoals de Tanzfabrik, die ook in Brussel is uitgenodigd. Buitenlandse critici die dikwijls ontgoocheld zijn over de artistieke prestaties van die 'Freien' in West-Berlijn mogen niet vergeten dat die groepen zich bij gebrek aan geld vooral met inhoud bezig houden, minder met de esthetische afwerking. Tot een esthetische kwaliteit komt men slechts op lange termijn, daarvoor is de wisseling van medewerkers bij hen te groot. Wanneer ze dan op de koop toe dezelfde stukken willen spelen als de grote gezelschappen, dan kan men zelfs niet meer spreken van concurrentie, de financiële discrepantie is al te opvallend. Maar men kan ook in andere uitersten vervallen, zoals nu met Peter Stein gebeurt, in een te perfect geoutilleerd theater is hij zijn eigen stijl kwijt geraakt."

Pol Arias

Die drei Schwestern (Schaubühne) - Foto Ruth Walz

Volledig artikel als PDF

Auteur Pol Arias

Publicatie Etcetera, 1984-09, jaargang 2, nummer 8 , p. 10-13

Trefwoorden miljoensteinschillertheaterstaatlicheheuteschaubühnebondsrepubliektheatertreffenfreien

Namen Berlijn-BrusselBerlin-BrüsselBerliner Ensemble van Bertolt BrechtBerliner FestspieleBethanienhaus Foto Landesbildstelle BerlinBondsrepubliekBonnBoy GobertBremenCharlottenburgDeutsche OperDuitseDuitslandEtceteraEuropeseFranz MarijnenFreie VolksbühneFreien GruppenGoethe InstitutGrips TheaterGroningenGrüberGötz FriedrichHalleschen UferHanno-verHansa TheaterHansgünther Hey-meHenning RischbieterHoeInstitut für LebensmutInternationale ProjektwerkstattJules-VerneprojectJurg Hengo WeberKindertheaterKnut BoeserKomische OperKomödieKreuzbergKurfürstendammKurt HübnerLeopold JessnerMedia-CenterMendelsohnMichael HaerdterMichael HeardterMichael MerschmeierMinettiMusiktheaterMuurMünchenNederlands TheaterinstituutOost-BerlijnOostduitseOostenrijkPalitzschPeter SteinPeter-SteintempelPeymannRenais-sance-TheaterRenaissance-TheaterRichard IIRuth WalzSasseSchaubühne am LehninerplatzSchillertheaterSchillertrustSchloszpark-theaterSchwesternSiegfried MelchingerStaatliche SchauspielbühnenSteglitzSteinmausoleumTanzfabrikTheater HeuteTheater am KudammTheatermetropolTheatertreffenTipTribuneTurkenbuurtUfa-gebouwUnter den LindenVaganten BühneValery PanovVolker HassemerVolker LudwigWalter FelsensteinWerkstattWest-Ber-lijnWest-BerlijnWest-EuropaWest-duitseWestberlijnse VolksbühneWestenZadekZityZwitserland


Development and design by LETTERWERK