Archief Etcetera


KLAPSTUK 83



KLAPSTUK 83

Reacties van toeschouwers:

Om naast auteur en organisatoren ook het publiek aan het woord te laten, registreerden we enkele reacties van toeschouwers. Een aantal opmerkingen keerden steeds weer: de woede van zij die zich bekocht voelden, was op het moment van het optekenen der reacties al bekoeld; wie het experiment apprecieerde vond toch dat het te lang geduurd had; wie op die bewuste avond de voorstelling voor de tweede keer zag, reageerde in 4t algemeen veel positiever; de meesten gaven Fabre toch nog krediet bij een volgend project en meestal vond men dat de organisatoren geen schuld trof.

Filip Brichau (student economie) "Fabre heeft wel het recht te doen wat hij gedaan heeft, maar achteraf vind ik het spijtig: zijn opvoering ging nu maar over één ding, nl. de kritiek op de kunst. Dat is een verarming." Det De Bosschere (werkt in een Jongerenadviescentrum). "Het eerste uur was ik zeer enthousiast. Zelfs als techniek vond ik dat voorlezen van recencies heel boeiend. Maar m.i. mag je zoiets alleen doen met een publieksgroep die daarvoor gekozen heeft. Nu voel je je geagresseerd omdat je onmachtig bent." (Zij ging de avond daarop opnieuw naar de voorstelling kijken.)

Paul De Valck (werkt bij het Intercommunaal Vervoer Brussel) "Mijn vriendin was speciaal voor deze voorstelling uit Gent gekomen. Dit was provocatie en geen theater meer. Daar heb je ook geen 8 acteurs voor nodig. Fabre permitteert zich dingen zoals nukkige popartiesten. Misschien was hij niet tevreden met zijn hotelkamer, maar dat is mijn zaak niet. De organisatoren ontweken elke vraag en wasten hun handen in onschuld." Guido Hostyn (jurist in overheidsdienst). "Ik voel me verongelijkt, maar ik heb wel iets meegemaakt. Ik denk dat Fabre het gemunt had op het intellectuele publiek van Leuven. Hij is te ver gegaan in zijn idee van artistieke vrijheid. En die acteurs lijken mij slaafse volgelingen." An-Marie Lambrechts (assistente KUL) "Ik heb die avond zeer goed gevonden. Wel typisch dat hij het Leuvens publiek kiest voor zo'n experiment; in Hasselt zou men het niet nemen. Puur vanuit het standpunt van de maker mogen er geen grenzen aan de artistieke vrijheid gesteld worden, maar nu -- ik ging de volgende avond terug -- heb ik zo'n 18 uur aan die voorstelling besteed en dat is een bezwaar. Fascinerend was wel om te zien hoe lang het duurde voor het publiek die grens tussen podium en toeschouwersruimte durfde overschrijden. Fabre heeft zijn acteurs wel stevig in de hand, maar het zijn hoegenaamd geen mensen die leven bij de gratie van het publiek."

An Van der Wee (journaliste; zij keek voor de 2de keer) "Ik heb er zeer graag naar gekeken: een voorstelling vol humor, zeer relativerend. Wij zijn zo voorgestructureerd om naar iets te kijken en hier werd je geconfronteerd met je eigen fraseologie. Dit was een voorstelling over een voorstelling. Het publiek reageerde zeer negatief. Het criterium voor mij is artistieke eerlijkheid eerder dan artistieke vrijheid: bij deze voorstelling voelde ik me niet bekocht; bij de show van Herman Van Veen, die ik deze week zag, wél." Johan Van Heddegem (hoofd Audiovisuele dienst KUL) "Het was een leuke avond. Ik heb geamuseerd gekeken hoe de agressiviteit loskwam en hoe mensen op de scène zelf taboes (de uitkleedpartij) gingen doorbreken. Toch blijft de vraag: hoe fundamenteel is dit? Living Theatre heeft dit soort dingen al zo lang geleden gedaan. Ik heb wel een probleem met hoe zo iets achteraf gebruikt wordt. De houding van de organisatoren was enigszins dubbelzinnig: enerzijds vonden ze het lastig, want ze voelden zich verantwoordelijk t.o.v. het publiek; anderzijds leken ze me blij om het evenement, de opschudding, de publiciteit."

Ludo Verbeeck (prof. KUL) "Ik vind dit eigenlijk niet geoorloofd om zuiver organisatorische redenen: er was een voorstelling besteld en de regisseur heeft niet het recht dan iets anders te serveren. Bovendien schaadt dit zijn eigen zaak. T.o.v. een aantal dingen die we in 1968 meemaakten was dit opgewarmde kost. Ik wil geen principiële uitspraken doen over de vrijheid van de kunstenaar maar ik vind het wel terecht dat de organisatoren de actie van de artiesten niet onderbroken hebben. Wat Fabre deed zweemde voor mij heel heel lichtjes naar een elitair artistiek totalitarisme. Hij zal een volgende keer vindingrijker moeten zijn om het 'déja vu' te ontlopen."

Thijs Visser (toeschouwer-theatermaker) "Dit was een momentopname van het werk- en denkproces van een groep theatermakers. Het publiek had dit niet in de gaten. Daar er door middel van publiciteit een beeld was geschapen van de voorstelling, wilde men dit beeld hebben, los van het denkproces. Toen bleek dat het beeld behorende bij dit denkproces veranderd was, werd het beeld door het publiek opgeëist en zelfs ingevuld, hierbij vergetend dat het nieuw geschapen beeld ontstaan uit de irritatie hetzelfde beeld was als voorheen getoond werd: hierdoor was het theater zoals te verwachten en te voorzien was met de toeschouwers in de rol van de acteur."

M.V.K.


Development and design by LETTERWERK