Archief Etcetera


Tijl van Anton Van de Velde Vlaamsche Volkstooneel-uitgave nr. 1



Tijl van Anton Van de Velde Vlaamsche Volkstooneel-uitgave nr. 1



EERSTE KAPITTEL

Een paarse avond hangt over 't eiland waar Tijl, Lamme en Brabo, na hun exode uit Vlaanderen (dat is héét lang geleden), de ontgoocheling uit hun ziel verbannen zouden. En aan den laagstelten oever van de zee hebben ze 'n huizeken gezet, knedend de klei in bolle massa. Boven de deur, in 'n nis huisden ze den uil Over 't dak aaien de uiterste twijgen van 'n reuzenboom. Zijn stam, aan den overkant van 't erf, is 'n geweldige bonk waartegen 'n primitief kapelleken leunt 'n O.L. Vrouwke (gedenkenis van Klaas zaliger, Tijl's vader) schuilt daarin, veelkleurig en naïef Vlak aan de voor zij van 't huizeken groeit n fenomenale zonnebloem. In de stilte leeft 't driemanschap sinds vele jaren. Ze hebben geen dagen gekalenderd omdat er niets gebeurde. En omdat alles zoo gerust was (over hun ziel kwam stoïcism) in aarde en hemel, gingen ze vergroeien met die stilte. Tot zelfs die êéne golf die zekeren morgen boosaardig over den oever heenspatten wou, verdikte ineens tot een ver-roer-loosde zwaai van felle rythmiek. Ze bleef versteven, met haar myriaden perelmoeren, als 'n schoon schilderij tegen de effen lucht. Toen kwam het heimwee buurten bij Tijl; hij was de eerste die welkom zei. Heimwee is verlangen / Daaruit kiemden wentelende gedachten, 't Werd zwaar leven op 't eiland. En opeens schoot de wilde lach eruit: Terug naar Vlaanderen! Ze bouwden 'n galjoen, klein en sterk.,. Lang hebben ze er aan gewerkt, lederen avond hunkerend naar de volgenden morgen om te hervatten den bouw, den bouw vol belofte. Driftig klopt Tijl de laatste spijkers. Lamme, de kok van 't blokhuis (van buiten Judas, van binnen Joannes), zit voor de deur van 't hui zeken en deunt op 'n trekorgel Op z'n wezen ligt 'n vage uitdrukking van duivemelkerssentimentaliteit Brabo komt van de scheepswerf aandraven, Z'n draven is dik want zijn honger is zwaar.

Brabo Lamme!

Lamme improviseert voort.

Brabo Lamme!

Koekendeeg! Hou dien blaasbalg stil!

Brabo, 'n granieten vent met 'n hondsvel rond z'n

torso, komt te voorschijn.

Zoo'n bek past 'n gedroogden haring die

amoereus de zee beziet! Is de kost in de keuken

al gaar gekookt?

Lamme zanikt in 't diapason van z'n harmonika: Met 'n kluitje... Brabo Is 't klaar?

Lamme Met 'n kluitje, o wee, werd Jan, mijne

man, in 't riet gestuurd...

Brabo Haar den duvel! (het huis in)

Lamme En dat heeft zo honderd jaar

geduurd,..

Brabo herverschijnt:

Kreeg ie de kramp in z'n lamme vingers! Koud is 't fornuis, en de tafel leeg! Zeg, het is avond! Lamme! 't Is avond! 't Vleesch ligt te janken in de schapraai om gebraden te worden. En Lamme...

Lamme ... die zingt. Die zingt om z'n heimwee, z'n zucht-naar-huis, naar... Roest in uw vel, want gij vat geen sik van wat Lamme gevoelt. Brabo En ons eten ?

Lamme De buik en 't eeuwige smeer! Mij is 't geneugt van 'n lied wat schooner. Loop in de keuken en kook daar zelf. Brabo wit weg. Lamme (mysterieus):

Brabo, zeg... 'k Heb haar vannacht gezien... Brabo Wie?

Lamme Belle, de kriekende pronte meid... Brabo Waar?

Lamme Daar, op den oever, daar liep ze,

peinzend...

Brabo Hoe?

Lamme Goud scheen heur haar, en ze droeg 'n ster...

Brabo Dat moet heet zijn, zeg! Lamme ... in elk van heur oogen...

Lamme Werd ik wakker. De droom was uit!

Brabo Honger, Lamme! Dat is geen droom!

Zorg voor den kost. Ik roep Tijl alhier. Gauw

aan 't fornuis!

Lamme zucht:

En den droom was uit...

Brabo neemt 'n koehoorn en blaast in Tiji's

richting.

Tijl! Tijl! 't Is u gejond! 't Spit in den haard met 'n vette eend... Wroeten en beuken is heerlijk, Tijl, maar de kissende saus moet uw mage zalven als wonderolie die alles geneest! Tijl! Het is tijd!

Lamme zet kleien borden op de tafel

Brabo Wat gerieft ge, kok ?

Lamme Eerst salamanders met ajuin, zeehond

met mosterd...

Brabo En gal en edik!

Lamme Otters in pekel, en krokodillen;

eindelijk...

Brabo Wat dan?

Lamme 'ne Grooten aap! (snel af in huis). Brabo roept hem na: Koest! In uw nest!

Ha.., de schouwe rookt! Vuur in de keuken... We zijn gered!

Tijl, de onvergankelijke, schicht te voorschijn. Brabo Tijl!

Lamme, culinair-onzeker, vlucht den keuken-walm.

Tijl Brabo! 'k Heb ons galjoen gedoopt! Voor aan den boeg sloeg ik, dik-doorspijkerd, stevig 'n plank met den naam; Lioen. Klieven zal hij. Lioen! de zee door, en scheren als meeuwen het water over, sterk als 't geloof van m'n eenige liefde, taai als de pezen van een Lioen... Hard zal hij varen en reuzig breken stremmende baren! In wilden ren, driftig en fel. moet z'n kiel zich snijden schichtend 'n voor door den oceaan! Vrij zijn, Lioen! en uw vrije vane wapperen laten in zotten wind. En uw roer zal u leiden naar eigen strand waar geen klippen zijn voor uw rilde romp. Hoog hef ik 't zeil! Het bolt als een kaak vol geneugte, en vlamt in de laaiende zon! Brabo! Eén dag nog! De tocht begint! 't Is in m'n hart als een boerenkermis; 't jeukt in m'n vuisten een wondre kracht... Horens van overvloed worden m'n oogen, dwaas en verdronken in visioenen... Roeland r&meit in m'n ooren, Brabo. Brabo, dees uren zijn wispelturig, prikken en priemen m'n huivrende vreugd, jagen m'n bloed als gistende wijn gutsend het vat van m'n hersens in! Morgen, Lioen, zal de zee u kussen, wiegen met u in zonnigen roes, en kampen met u in minnenijd, Lioen, die ons voert naar de verte! God, het land van begeerte heeft me gewenkt... Mij barst het verlangen de ziel nu uit en dreunt als 'n Paaschklok! Hoor, Lamme, hoor! Sla uw fornuis de muren door! Steek den brand in het molm van dat ouwe dak, hits 'n vreugdevuur tot gekken gloed dat de gensters verzengen Sint Pieters baard! Hemel en leven en eeuwigheid, alles lokt ons, en zingt als 'n melkwit choor van duzend sinte Cecilias in het land waar de liefde, de liefde, Brabo! de liefde, Lamme! ons laaft men den dauw van blije wondere meisjesoogen. Slaat vonk uit uw saamgeperst gehunker-naar-vrijheid! We steken een vuurwerk af: kartetsen die heel het firmament doorschichten als gloeiende schietgebeden voor eindloos goê weer naar de nobele zon! Zon en zee en Lioen en wij en 't geluk in ons weergevonden Vlaanderen! Lamme blijft extatisch luisteren met open mond,

Brabo (nuchter):

Jandorie! De rosbif is aangebrand! (ploft de keuken in)

Lamme (voor zich):

Dat... dat... dat was schoon, waarachtig; 't was precies of 'k zag de poort van 't paradijs daar opengaan...

Brabo met 'n braadstuk:

Tijl! Met al die zon en 't vuurwerk is ons eten

naar den duvel!

Tijl Vul uw maag met korsten, Brabo! 'k Voel me zoo licht als de vleugels van mijnen engelbewaarder.

Lamme Da's goed, da's goed. M'n grootmoeder zei in 't goeien tijd... Brabo ... dat 'n kwezel droog brood eet, maar wij toch niet! Tijl Nu aan tafel Lamme M'n grootmoeder zei... Brabo 'k Vind het triestig, zeg, dat zoo'n eend moest verbranden... Dat is zijn schuld! Lamme Voor zoo'n pens van drie el moet ik alles verkroppen! Ge sart me, Herkuul, naar 'n vechtpartij, Ik sta mijne' man tegen honderd Brabo's!

Tijl Onze lieve Heer, hou den moed er in, en

maak dat m'n tanden niet gauw verslijten,,.

(fatalistische beet in z'n portie)

Brabo Lamme, ge zijt misschien hoog geleerd,

maar voor kok zijn uw hersens niet fijn genoeg.

Kent gij 't recept om,..

Lamme M'n grootmoeder zei,,.

Brabo ... om koude poëten warm te maken?

Lamme ??

Brabo Wel r dichter bij 't vuur!

Tijl Zeg, is die ouder geworden dan 't vel op dees voorhistorisch scharminkel? Lamme .,. die zei.,,

Brabo Laat het mensch in vrede rusten. Bier moet ik hebben van eigen brouwsel! Lamme ... zei: Ouwe zwijns hebben booze

Tijl Weg met die benen en peezekoorden! 't Hangt in m'n lijf als 'n weefgetouw..,

konmgskeuken; hazepastei haalt er oneer bij! Brabo' schrijf op! 't Is verkip te kalkoen, verkalkoende kip, 't is een koene kal, 't is een kallende kip, 't is een koene kalkoen, 't is een kallende koene kip-kalkoen... Ach, wat! schrijf toch, Brabo, gij, meester kok I 't Is een smaak-regenboog in m'n darmen! Schrijf! Nieuwe verf aan de zoldering van m'n mond; 't is conlïjtsel, gelei van de jongste duif uit de ark van Noè, 't is zacht en fijn als den vloeren teen van madam Pompadour,.. 't Is een baaierd van tong-en tandplezier! 't Is een heidensche bruiloft, een aroom-fontein, een mirakelbron van zout en zoet, een gedicht van boter en honig en melk, 't is maneschijn in zomeravond, 't is dauw, het is dons, het is ambrosijn, 't is... 't is... 'tis als den kus van uw eerste lief!

Lamme zwijgt opeens. Z'n wezen vertrekt bij 't

besef van weemoedigs temmende dingen. Er

hangt eventjes stilte...

Brabo Met permissie, Lamme...

Lamme Ja, Brabo, 'k weet het, 'k voel het:

zoo'n zotternij is te dwaas. Spreken van lief en

kus en zoo meer in 't land der gedwongen

vrijgezellen...

Tijl Grendel uw bakhuis. Absolve te...

Brabo Raar is de mensen...

Lamme En 't leven ook...

Tijl Is 't een eeuw, of zijn 't duzend jaren dat

we hier zitten? 'k Besef het niet meer.

Eeuwigheid heeft hier geen echo meer. Maar

oud is ons denken vast geworden, oud als den

uil in zijn toren gat. Nu spreken we steeds als in

't vertelsel: D'r was eens 'n tijd...

Brabo Die tijd is ver!

Lamme Aan 't eind van de wereld...

Tijl Naar 't eind van de wereld verhuisden we

toen, wijl het eigen dak en de boomgaard en 't



familjare nest van de musschen in onzen vettigen broekzak niet langer waren verwante strofen van moeder's daaglijksche litanie... Brabo Dat was begrip... Lamme ... van de werkelijkheid! Tij! Dat kwam toen die vreemde zielverkooper...

Brabo Zwijg. In den hemel vloekt men niet. Tijl ... die vent met zijn roode-lintjes-knoopsgat kloppen kwam aan onz' schamele deur en, ratelend als 'n heg op kasseien, riep dat ons huis thans hém toebehoorde... Lamme Voui... Brabo ... en het opschrift... Tijï Ons uithangbord moest, op verlangen van excellentie, spoedig herschilderd... In reuzenletters zou het dan dragen de nieuwe leus: «Chez Chanteclair»... zoodat onze uil - de vader van dezen - "n bloedsopdrang kreeg en met filozofie den put inging... Dat was het begin,..

Brabo Toen, zekeren dag, ('t was juist markt geweest, en ik zag aan m'n voet de verlatenheid van appelsienen en schol en radijs en veel peekensloof) toen stoomde in de verte, vér buiten de stad, en hooger dan de O.L. Vrouwetoren, het doezelig blazend getoet van 'n hoorn... 't Kwam nader gelijk 'n grote baar... 'k Hoorde beweegloos van op m'n voetstuk, boven Druoon die te bloeden lag aan vele wonden der waterleiding, 't reuzengezucht van dien hoorn steeds dichter en dichter... Opeens was 't sinjaal een deuk in mijn hersens, 'k Herkende dat dol getoet en, binst dat de beiaard een rammel verklokte. zei 'k goeiendag aan het stadhuis, sprong, en liep in één adem naar Scaldis, de dikke, die boven de Waterpoort snorken bleef... 'k Riep adieu aan dien ouwen nonkel, duikelde neer op een kotter, en voer driftig de Schelde naar 't Noorden af. zwenkte gelijk 'n zotten windruk Westwaarts naar Vlaanderen... Ge weet de rest! Lamme En Tijl stond geplant op het hoogste duin, en blies naar de hoeken van heel de wereld z'n jammervolle wanhoop uit. Tijl Vloek voelde ik beven in heel m'n lijf; 't lag rond m'n hart een kuipersband van geweldig verbijten die al de duigen te prangen wist tot het in mij werd 'n reuzemizerie... Brabo Hij droeg het lijk van z'n groot vertrouwen, en dat weegt zwaar! Lamme Den avond te voren had ik gezien hoe Belle...

Brabo 't Wijf zal 'r ziel beschreien!

Lamme ... hoe Belle heentrok met 'n lakei die,

witgekoust en met goud belegd, sinds weken

haar jeugd en haar schoon geloof zoo voos had

gemaakt dat ze willoos werd en meeging...

Brabo De slang was 't van Adam en Eva!

Tijl Dan kwam er vernis op het uithangbord.

Brabo 't Hangt er al lang.

Tijl Chez Chanteclair...

Lamme En toen... was het Nele...

Brabo Ook die verhuisde, wou meid gaan

worden. Om goud-belofte.

Tijl 'n Zielsverhuizing in gansch het land. Geen

bewustzijn meer, geen houvast, geen geweld van

mannenvuisten, geen vrouwenfierheid, geen

adel meer!

Lamme Vlaanderen werd als 'n bollewinkel. Liefde was snoepgoed, en vrijheid pap te dik om te slikken! Sint Bavo's draak was van marsepein, en Brugge's belfort louter kandij... Van Artevelde boter die smolt voor de minste zon! Breydel... och, kom, die zat te lallen in 'n taveerne met sjarkutjees... Brabo Die bitterheid past niet «bi appetite». Is dan ons hart een gescheurden zak die bij iederen schok wat minder weegt? Lamme! Naai dicht! Vul hem op met rozen ! We gaan naar de liefde!

't Paars van den avond is nu schoon diep blauw geworden..,

Tijl De navend klimt naar z'n zolderkamer. En hier zit Tijl met den os en den ezel stil in den

stal van z'n armoe... (bruusk recht)

Hoort! Hoort, Brabo, Lamme! De tijd is daar dat wc trekken 't galjoen uit z'n roerloosheid en 't zwieren de zee in ! Brabo Koeragie! Lamme Kwiek!

Tijl Knoopt al uw spieren tot één koord en wekt het gevaarte tot leven! Voort! Ik volg u.., Maar eerst nog m'n avondgebed. Begint, en spit de bedding uit...

Lamme Dansen, pater! 't Retret is uit! Brabo Getrap van ouw knoken! Tóch jong zijn. Lamme! Lamme trekt Tijl mee: Kom hier...

Tijl 'k Voel me zoo'n lol als 'n eekhoorn!

Ze dansen een hoeresprong.

Lamme Ghy, Vlamingen, weest tot vreucht

gheneghen. niemand ter werelt en macht

verbien...'

Brabo Schiet pistolen voor de leute! Steek het varken in de kuip! Tijl Voort nu!

Lamme krijgt z'n trekorgel weer te pakken: Brabo Gaan wij op zwier? Lamme Door de wereld, Brabo! Beiden weg. Trekorgel decrescendo. Tijl blijft 'n poos roerloos, 't voorhoofd in de handen, bij de tafel. En hij begint z'n avondbeê: Onze Lieve Vrouwke van Vlaanderen, luister: Dees is een avond veel schooner dan de ander, want ik leef in verwachting van groot geluk. Och, menschen zijn mager in hun vertrouwen en dik van begeerte, maar gij alleen, lieve Vrouwke, kunt bidden, als wij 't niet kunnen, met woorden die gloeien gelijk een monstrans vóór de voeten van uwen zoon in den hemel... De ballingschap op ons eiland hier is een kluis geweest voor mijn levensplezier. en een pij weegt té zwaar op mijn zotte schouders! Geef, lieve Vrouwke, mijn vreugde weer, en dat ik ze voere gelijk een zon op schild en harnas.,. Noblesse oblige! En laat in m'n hart het rivierke klateren van uw genade want ik heb dorst naar geluk als naar Moeder's kus. Maak dat de reis van mij en Brabo en Lamme een kruisvaart van blijdschap zij! Zend ons den wind als een gunst in de zeilen en wees ons kompas, gij. Ster-van-de-zee! Blijf gij voor ons, als voor aüe zoekers, een koesterende benedictie... Moeder van Vlaanderen, bid voor

ons!

En hier volgt Tijl's fantastisch gedroom. Z'n hallucineerende overpeinzing. De twijfel van z'n verontrust gemoed. De herinnering aan verre dingen. In de fond, op den berm, treedt te voorschijn De Vliegende Hollander. Na enkele schreden blijft ie beweegloos, 't aangezicht laaiend in 't hevig rood van 't zon-adieu. De Hollander Weer zeven jaren voort-gehunkerd. Peis- en rustloos zweept me de hoos van ijl begeeren in woeste reis... 't Eeuwige ben ik voorbij ge varen!

En als ware die «grafstem» de wekroep, zo verschijnt nu ook Ahasveer, de wandelende jood. Schoenen van 'n meter lang. Haren die niet meer liggen kunnen, doch onveranderlijk horizontaal-versteven staan: De gedurige jacht van zijn gang. Tusschen het karakteristieke van voeten en kop niets biezonders, tenzij de neus. Ahasveer is kortademig, spreekt met nasaal geluid. 'n Groot punt achter elke zinsnee. En omdat ie internationaal is, lalt ie zonderling... Ahasveer Good evening, Sir! Ach, du lieber Freund... Che ricordarse... Nitchevo! Ha! La picaporta dela puerta del sol! Mot je nie grienen bij zoo'n oranje? La nostalgie d'une science immense... Hollander, vliegende Hollander! Zie, hier staat Ahasverus, uw lotgenoot, De Hollander Je zal er verdomd om zijn! Ahasveer Zachtjes wat, vent! De eenige nacht op zeven jaren dat je adem schept. En nu snork je nog als een varken onder slachtershanden. Is er wat nieuws?

De Hollander Ik wachtte je hier. 'n Ongevloekte vol gekke illusies aast naar geluk. Spreek je vonnis uit, Ahasveer, en laat me 't mijne

Ahasveer (Tijl bedoelend): Is het die slaper?

De Hollander 't Is Tijl van Vlaanderen... Ahasveer Beklagenswaardig! Treuzelt ie ook: «per aspera ad astra» ?

Beiden naderen geruischloos Tijl en cirkelen rond

De Hollander Droomt van vrede-in-een-

leunstoel: gek ! Droomt van liefde en

meisjesharten die trouw zijn!

Ahasveer 't Geval is bedenkelijk. Zwijg nu.

(op 'n toon van bezwering) :

Tijl! Ge zijt reeds ingeschreven bij de

vennooten der zeven jaren. Zeven vette zag

Pharao, maar zevenmaal zeventig magere zullen

traag verslijten uw optimisme!

De Hollander Tijl! Over zee voert de dolle

wind van uw kranke zinnen... Zie ons aan. Er

ligt in de wereld geen anderen weg dan den

onzen. U wacht de storm van de wanhoop.

Verkoop uw ziel!

'n Ballet-esquisse onderstreept hun zwartgallige ironie... Onverwachts wordt de duo tot een trio. Don Quichotte komt aanrennen. Aangetakeld volgens Cervantes. Speer en schild en scheerbekken. Magere knieën door dubieus-ridderlijke broek.

Don Quiehotte Caramba! Senore! Maakt u gereed voor den kamp! Mijn naam is Quiehotte. Waar strijd is, ben ik de voorste! Vlug, kromgeklauwde heksenridders! 'k Sla u m'n speer door de wervels heen! Weert u zoo 't leven u duurbaar is, maar zonder gena, Caramba, hoort! vecht don Quiehotte tegen wereldonrecht!

Z'n imaginair steekspel begint. De Hollander en Ahasveer gaan in geestenretraite, 'n Vrouwefiguur Nele-Assepoes verschijnt en mét haar, de volle glans der maan. Quiehotte merkt de vrouw op: Haha! Wacht me de duzendste lauwerkroon uit uw ranke vingers? Mijn daden lokken 't bewonderend minnen van alle vrouwen. Zijt gij m'n edele Dulcinea? Assepoes roept met veel innigheid:

Don Quichotte Is dat de naam van uw helsch

belager? Assepoes roept luider;

Don Quichotte Jonkvrouw, m'n speer is tot uw Assepoes smeekt:

Don Quichotte Voor den duvel! Was er nog een derde die, laf genoeg, zich verscholen hield? Caramba! Mij zal ie niet ontkomen. 'k Sla hem tot brij vóór m'n voeten neer... (Hij stormt af met gevelde speer). Assepoes con amore:

Tijl,.. Herkent ge uw Assepoes? Ik droom van u sinds vele jaren; ik smacht naar u als naar de zon! Zoovele nooden draag ik, Tijl... Kom, haal me de duistere diepte uit en voer me, gelukkig als uw bruid, in prangende armen met

Tijl kan z'n vizoen niet gelooven:

Assepoes? Assepoes? Is het waar? Onze lieve

Vrouwke, dat is uw werk! Gij heft me hooger

dan alle koorts die m'n kop tot 'n smis maakt

van folterijzer! Assepoes!

Assepoes Tijl! Ik wacht u... Kom! Vlaanderen's

oever draagt het spoor van m'n eindloozen

gang in lange nachten. Ik wacht u! Breng me 't

Assepoes verdwijnt Tijl loopt den berm op, zot z'n armen de lucht in .

Tijl 't Geluk! Assepoes! Assepoes!! Breng me 't geluk!!

't Is hem als 'n extase. Dan opeens 'n gedacht: Den uil als bode zenden. Tijl klimt naar de nis

' Matteys de Casteleyn



boven de deur en pakt den uil beet

Gij, bode en levenwekker, hier! Hou de vlerken

(schrijft op 'n vel perkament-surrogaat) :

Aan éénige Nele, Assepoes... Tijl is in aantocht.

Wees me duzendmaal gezegend. Nu komt de

speelman op het dak.

(denkt even)

Wat nog al meer? Geen woorden meer... Niks,

niks... 't Is genoeg, 't is klaar genoeg.

Bindt 't opgerolde vel aan den poot van den uil

en heft het beest hoog in één zwaai..,

Volg den weg van uw geheugen ! Hop,

kameraad! M'n groeten thuis!

(de uil vierkt weg).

Daar zeurt weer, allengs naderend, Lamme's harmonika. Er pletst 'n rythmiek van riemslagen in 't water, en Brabo's stem cadenseert mee... Brabo Joep... hee... joep... hee... Jandorie, m'n spieren moet ik smeeren... Joep... hee... joep... hee...

Lamme Gij werkt, ik speel... 't Leven is zalig...

't Galjoen verschijnt. Brabo, recht, met 'n groot en

roeiriem. Lamme voor aan den boeg.

Brabo Los den riem... Nu gaan we zeilen! Tijl,

kap'tein, de vaart begint!

Lamme Breng me den uil; we nemen hem mee.

Tijl Hij 's weg! Weg! Weg! Naar huis toe,

Lamme! God, is dees avond geen wonder?

Gauw! Gauw nu van wal! M'n lijf wordt

precies één speldekussen: laaiende jacht om

hier weg te zijn...

Brabo trekt 'n touw den mast in. Met

'n geweldigen zwaai ontrolt zich 'n groote Lioen-

vaan.

Dat is plezier!

Lamme Als 't regent zitten we droog... (melo)

Salut! o, land van bitter zwijgen! Ik word weer

jong. M'n bloed is vief als van een veulen...

Ook het zeil gaat de hoogte in.

Brabo Is 't klaar?

Tijl springt terug aan wat,

Tijl springt terug aan wal

Nee, wacht nog!

Hij hopt naar 't kapelleken onder den boom,

neemt er 't beeldje uit, wipt terug aan boord,

plaatst het op de spits van den boeg, en vlak

daarbij, den scheepslantaarn.

Los, Lioen! Vooruit! Kort is de nacht!

Brabo punktueel, roept door 'n scheepsroeper:

Dertig Noorderbreedte... Kwart over twaalf.

Geen nieuws aan boord.

Lamme improviseert 'n kermisdeun terwijl 't

galjoen statig afvaart.

Tijl Assepoes! Assepoes! Heerlijk lief! Wees me gegroet! Ik breng u 't geluk ! Nog hoort men Brabo's stem uit de verte door den roeper:

Volle zee.. Wind Zuid-Oost... en de echo beantwoord: Wind... Zuid... Oost...

TWEEDE KAPITTEL

Het Salon in Saturé's huis. 't Kan Louis XXX zijn, of méér. 't Kan ook 'n hot zijn voor alchemie, want Saturé is Don Quichotte, dank aan de zielsverhuizing. Quichotte was 'n fantast. Saturé behield van hem alleen de nerveuze verwaande grilligheid. Monopool Aan één der wanden van 't salon Don Quichotte's levensgroot conterfeitsel met Cervante's requisieten. Er hangt ook 'n panoptie, grotesk mei 'tfamiliale scheerbekken en 'n houten zwaard. Sic transit... Eén breed laag raam waarover 'n versteven draperij. Alleen wat schemer waast er door, grijs. Maar domineerend in die alkoof staat de klok, een reuze klok. 'r Werk staat stil De klok slaapt... In Saturé's salon sterven de spinnen van verveling. Hun net wiegt kadavers. Verveling als 'n kleverige brij, overal. De muren zijn behangen met verveting. De meubels kraken van verveling.

Verveling heeft er zich ingemuurd. 't Is 'n atmosfeer van vliegenlijm. En daarbij, natuurlijk, de stilte van 'n familiekelder. Het tweede kapittel begint alzoo : Chou, de «huwbare» dochter (veel schmink, asjeblief!) Sspeelde zoolang met 'r poppen tot ze er bij in slaap viel Daar ligt ze dus gedoken in 'n diepen zetel en soest met pruimemond. Zoo wilt 't de educatie. Chou slaapt zoveel mogelijk : 't eenigst middel om te vergeten, dat V jeugd geen eeuwigheid is. De ontgoocheling bij 'n meisje begint in die wereld rond de zeventien jaar. Chou is er twee-en-twintig. Maak de conclusie zelf. La pension chez les bonnes sœurs deed haar snakken naar emancipatie. Saturé vermoedde 't. en sprak : Leer haar alles wat in de high-life wenschelijk is. Alleen géén horloge taal Wie 't ooit uitvond het leven te verdeelen in mathematische fracties van dertig, zestig, vier-en-twintig, was abject. Levenseklipsen moet ge nooit meten, 't geluk evenmin. En toen Chou uit pensioen kwam, heeft ze zich te slapen gezet, Heur hersens... Aan de andere zijde zit de Marquise, heur doorluchtige moeder. Luchtig is ze niet. Nog dieper in 'n zetel met 'r air en embonpoint, werkelijk 'n vrouw van gewicht. Ze leest geniale verzen met pathetische stremtremolotjes, langzaam als snoept ze aan 'n pikante lekkernij 'n Paar dagen geleden wierven ze 'n nieuwe lakei aan. 't Was Lamme. Hij hield zich dom ; dat gold als aanbeveling. Lamme, bode van goed nieuws. Goed nieuws voor Nele die sinds jaren Assepoes werd in Saturé's huis. Assepoes met pollepel en kachelpommade. De meid-voor-alle-werk. Goedkoop en passief Dus twee betrouwbare elementen, dacht Saturé. 't Was 'ngoeie speculatie. Assepoes komt zelden in volle licht. Ook zoo vulgaire, he ? Lamme heeft z'n werk. Nu zaagt hij ergens hout in den hof, en als de zaag buiten even zwijgt, begint binnen de...

Marquise Oh, toi, la lune; mon cœur, le miel... Mon amie, le fiel de la terre amère nous importune... Très singulier, ce pluriel: Nous formons à nous deux la lune-de-miel ! (voor zich):

Ach, ach... sublime! La... lune... de... miel... Miel... mi... el... miiii... ellle... Voel jij dat ook zoo, Chou? Zeg.. Chou, heb jij 't ook begrepen ?

Buiten heftig gesnork van de zaag, kort, knappend.

Chou schrikt wakker: Die zaag!

Marquise Ah ! Fi Donc ! Is dat alles wat je

voelt voor poëzie? Is dát begrip, sentiment?

Chou Niks van verstaan.

Marquise Verstaan? Nou ja..., maar die

«cadence», die, hoe zal ik zeggen, dat... die

rijmen «fiel» en «miel» en «terre amère», «lune

importune»... Eénig, lieve! Eénig!

Chou (droog) : Hoe laat is 't wel ?

Marquise De klok is stilgevallen.

Chou Meer dan 'n week dat ze stil bleef.

Marquise Hebben 't ook zôô druk, he?

(Poos. De zaag snorkt weer even)

Chou Hoe laat zou 't nu wel zijn?

Marquise Le fiel de la terre amère... Ach, als je

dat zegt, nee, zingt: La terre amère... dan denk

je waarachtig aan geen tijd meer.

Chou Zou 't al héél laat zijn?

Marquise Jij lust natuurlijk liever dragonders-

proza! Je hebt geen vrouwelijke gevoeligheid,,.

't Spijt me dat ik 't van m'n eigen kind zeggen

moet...

(Poos. De zaag snorkt.)

Chou Ja, geef me dragondersproza ! Stik in je suiker. Je leest poëzie als 'nsoporifiek. Lieve krentenkoekmoeder, je bent 'n schat van 'n mensen, maar ik slaap... Marquise Afschuwelijk!

Chou Ik sliep m'n jeugd voorbij ! Ik slaap nog ! 'k Blijf slapen...

Marquise ... tot eens de mooie prins,.. Chou Nee! De dragonder! Tot eens de dragonder komt, mét of zonder sabel ! Als ie

maar duvelen kan...

Marquise Chou ! Waar haal je 't vandaan?

Chou Uit m'n desillusie. Zeg me hoe laat het

is! Zeg-me-hoe-laat-het-is!!

Marquise rechtop en koud:

Je hebt nog tijd om 't te weten...

Buiten 'n laatste geweldige beet van de zaag,

spontaan gevolgd door een realistische

«verdekke». Onmiddellijk daarop doet zijn intree

Lamme, als lakei, met bebloeden vinger.

Chou Lamme!

Lamme Neem nie kwalijk, juffr...

(hij toont z'n karmijn-duim)

Marquise Oooo... Bloed! Water! (ze snelt af)

Lamme Dat heb ik er aan. Madam la marquise

gaat water halen, 'n Borrel zou beter zijn.

Chou Laat 's zien...

Lamme 'n Zaag kent geen verschil tusschen hout en vleesch. 't Ging er door als 'n wespenangel.

Chou Wacht.,, 'k Heb hier m'n zakdoek... (ze verbindt)

Lamme Lamme, zei'k, ge zijt 'n rijpe peer. 't

Sap loopt eruit.

....... Uw handen rieken goed...

(poos). Chou .......

Lamme Fijn... Zijt ge nu niet moe? Chou Laquais!

Lamme 'k Had 't vergeten. Zoo'n doekske staat triomfant, hé! 'n Beenhouwersinsigne. Nobel! Nobel! 'k Ga voort werken. Chou Laat die zaag gerust. M'n hoofd is ziek. Lamme Da's triestig. Hoofd ziek, hart ziek. Chou Misschien wel...

Lamme Zeker. Uw oogen zien gelijk bloemkool tjes.,, 't Is dat uw hart honger heeft. Chou Lamme, hoe laat is 't wel ? Lamme Zoo iaat als ge wilt, juffrouw, 'ne Mensen kan eeuwig even oud blijven. Chou 't Is goed. Ga 'n klok zoeken... Lamme Zoek nooit 'n klok. Uw tijd komt vanzelf...

Chou Ga de keuken in.

Lamme Leid ons niet in bekoring.

Chou Wat bedoel je ?

Lamme Nee, niet de meid... Raar schepsel, die meid, juffrouw. Chou 'n Beetje suf.

Lamme Suf... ja... Smal ook. Die zal geen breeje kist moeten hebben,.. Chou Wat?

Lamme ... later. Profijtelijk wonen. Chou Ga in de...

Lamme Nee, nee, nee! Gij zijt ook niet zoo groot...

Chou Laquais!

Lamme Wie 'ne put graaft...

Chou Werk!

Lamme Die keukenmeid wordt suf, mamzel.,. Wordt! Mizerabel! Zie, gij zijt zoo fijn met uw handen die goed rieken... En uw kleed is fijn, en uw manieren zijn fijn. Gij leeft als 'n porceleinen postuurken. Zij riekt naar peper en kruidnoot, maar 't is geen meid !... 'n Beetje suf... Precies Sneeuwwitje, maar in 't zwart. Da's van 't schoenen blinken. Chou Genoeg. Ik jaag u weg. Lamme Niewaar, bazin. Ge luistert. Wil ik eens profeteren? Chou Ah, mais...

Lamme Eens gaat 't postuurken ook in de kist. Gij en madam... Fijn, die doekskens voor 't bloeden, maar uw vader heeft de zon gediefd van de meid die prinses moest zijn. Chou (er is een veertje van egoïsm tos-gesprongen)

Knechtenextase voorde keukenmeid! Ho-hoho... Zijn we egaal geworden? Lamme Voor de pieren smaakt alles eender. Chou Je lacht! Vierkant als je botte gedachte! Werk bij 'n boer! Zoo stal, zoo koe! Je mag verhuizen, lakei! Dan stel je 't zonder maintien! Loop nu 't uur zoeken! Marquise komt terug, 'n glas water in ontroerd



trillende hand.

Lamme Danke, madam. Laat uw dochter

drinken, (en hij verdwijnt)

Marquise met 'n lachje door 'r zenuwen heen;

Die goeie Menapiër... hihihi.

Chou Ergert me, ergert me, die stommeling !

Marquise Plattelander, he?

Chou Alles ergert me !

Marquise Hoe heet ie ook weer? Lamme !

Lamme! Hihihi,.

Chou Vulgair, Toch interesseert ie me. Marquise Nee?

Chou Zag u liever 'n kakatoe? Hij is brutaal. Lekker! Zoo heb ik toch iets dat me opveert. Marquise Chou,..

Chou Maar 'k wil dat ie van naam verandert.

Marquise Ga je 'm herdopen?

Chou schelt. Lamme verschijnt in 't deurgat.

Lamme Me voeala!

Chou Fox!

Lamme Wablief?

Marquise Wat? Hohoho... Fox?

Chou Fox! Weetje hoe laat?...

Lamme Ik heet Lamme!

Chou Jij heet: Fox. tout court. Ga zien hoe

Lamme Fox? Fox ? (hij krijgt de deur op z'n

Marquise Waar haal je dát uit?

Chou Papa's gestorven rattenvanger.

Marquise Maar dat is toch té...

Chou Stil, maman. La terre amère. he? Mijn

hart is bitter als 'n galnoot. Als je niet meer

aan den man geraakt, en als je geen hond meer

hebt. dan hou je den knecht. Punt. Mijn

fatalisme is practisch.

Marquise Dat is krankzinnig. hihihi.

Lamme herverschijnt :

De klok in de keuken is stilgevallen...

Chou Die...

Marquise ...ook al?

Chou Fox! Ga zien op de kamer van m'sieu le

Lamme Wouwouw! Chou Koest!

(En de deur valt weer op Lamme's neus)

Marquise En je fatalisme, Chou?

Chou Die knecht is me 'n gruwel, net als de

rattenvanger. Maar ie intrigeert me als 'n

Boeddha. Hij kijkt even idioot... Le mystère!

Fox-de-tweede wordt m'n talisman.

Marquise Denk nou toch 'ris...

Chou Hebben jullie me ooit denken geléérd?

Marquise 'k Weet, lieve, wát je melancholie

bedoelt. Nog altijd zonder man, he? 't Eeuwige

refrein. Weet je wel, gelukskind, dat eens 'n

vorst met je trouwen moet !

Chou Geef me 'n lakei.

Marquise Wà-àt?

Chou En m'n poppen. Gek, he?

Marquise Kind, je vader, Saturé de Bei-Esprit,

loopt dag-in, dag-uit de stad af (entre nous,

hein?) om te vinden wát je precies wenschen

kan. Ach... amour... et jeunesse...

Chou Wat vocaliseert u prachtig! Mooie

wereld, 'n Occasie voor de dochter. Lust geen

antiquair. Artificieele hersens en dito hart. Geef

me 'n lakei.

Marquise Maar de fortuin, lieve...

Chou M'n poppen... Heb u al aan de kist

gedacht?

Marquise Maar kind lief toch... Wil ik

'n doctor?.,.

Chou Nee, de lakei. Heb u al aan de kist gedacht? Fox zegt : Voor de pieren smaakt alles

Marquise Mais enfin... (ze schelt)

Lamme De klok is stilgevallen. Marquise Zut!

Chou (hyper-nerveus): Wat 'n nest! Fox! Zoek 'n klok om \ even waar, maar 'k moet 'n klok hebben, een die gaat, die draaft, die lawaai maakt, 'k Stik in die stilte! Lamme gaai naar etc groote klokkast en opent de deur: D"r zitten overal spinnekoppen in!

Zòò'n grote! Marquise Pouah...

Chou Ook in m'n hoofd zitten zc vast! Fox!

'1 rek de ketting op!

Lamme trekt. De ketting knarst.

Verroest, mam/el... verroest.

Marquise Laquais, 't is goed. Breng ons

Lamme 't Gewicht is te licht. Wil ik nog eens profeeteren?

Marquise Zwijg, Boeddha!

Lamme Déjeuner: Boterhammen en koffie.

Marquise (met nadruk): Ssst! Wat heb ik je

Lamme (devoot): Moca-erème et tartelettes... Chou HihihL. Fox! Je bent kapitaal! Kapitaal! Jij brengt leven in huis. Jij zegt waarheid! waarheid! waarheid! M'n vader heeft gediefd. Hihihi... Roep Assepoes! Eva's kind net zoals ik. M'n moeder is... Marquise Chou!!

Chou heeft 'r poppen in 'r arm en zwiert er wild mee rond: Moca-erême et tartelettes... Boterhammen... plattekaas! Hihihi... M'n kop is dwaas... Tartelett's et moca-crème... Marquise Chou!!!

Chou Wie heeft m'n leventje belogen ? Marquise (tot Lamme): Maar help dan toch! Hou ze tegen!

Lamme maakt 'n gebaar van blijf maar-kalm, Chou 't Leven is 'n poppekast... Marquise Dat is... dat is... Hou ze vast! Chou ... tot de dood de touwtjes snijdt... Ze giert het salon uit. De Marquise haar

Lamme knipmeu bij de deur. Filozoof: gezelligheid en kent geen tijd.

Silemium! Latijn is 'n schoon laai. Maar m'n buik schreeuwt vlaamsch erbarmen. Honger, Lamme, is de beste kok. Roep dus de kokkin. (roept aan 'n zijdeur): Serviesss! Assepoes, die Lammes stem kent en hunkert naar nieuws over Tijl over Tijl over 't't/'t... komt gejaagd nader. Bleek is ze, en rank. Bloem die te lang in 't donker bleef.

Lamme Ach, kind van suiker zoetigheid, ge zijt soelaas voor m'n mizerie. Devotelijk groet ik u. Assepoes, want groot is mijn biddende appetijt. Assepoes Lamme, zeg me waar Tijl nu is? Lamme Hangt tusschen Mars en Mercuur te zwaaien, vastgeklonken aan een kameel met zes

Assepoes Spreek, Lamme... Lamme Z'n treurig hart is 'n pijp zonder toebak. Hij trekt, hij trekt, maar geen vuur noch rook: slechts water en wind! Assepoes Spot niet. Baldadiger klinkt me uw woord dan de schimp van 'n koeier! Lamme Merci! Merci! Kom, Assepoes lief, laat m'n ooren hooren 'r gekiskas van vette coteletten en 't pruttelen van gestompte kool! Assepoes Lamme, waarheen is Tijl gegaan? Lamme (mysterieus): Luister, kwijnende keukenprinses: Alsoe ghecomen synde tot Vlanderen metten Tyl en de noch enen anderen reuse, ginc Lamme ten huyse van enen markies. Dies soude hy worden lakei ofte onechte, Ende daar hy voor brood ende stuvers vechten ende wereken moeste, so seide die Lamme adieu tot syn vrinden, ende stramme benen hebbende, reed hy op enen muyle vandaan, sonder Tyl, sonder uyle. Also gescieddet in den jare van onsen Here anno sóveel. Ende daar hy van honger groen ende sceel siet, des bid voor Lamme syn siele, sere...

Assepoes (hitter): Hebt ge geen hart in uw lijf.

Lamme Is Assepoes dan heur leven beu? Kind. om den wille van groote liefde wil ik 'n blije kondschap doen. Sinds twee dagen dat ik hier dienen en hoffelijk dansen moet als 'n paljas, is 't eeuwig vragen van Assepoes naar Tijl en Tijl en nog eens Tijl in m'n kop gedrongen gelijk 'tgedreun van 'n kermisorgel. Allah is groot,

maar Tijl is nog grooter! 'n Ouw historie; Oogen van verliefde meiskens zien de zon in 'n keersepitje!

Assepoes Lamme, ge ratelt...

Lamme Van honger, meid! Horkt dan; Indien

ik hier kwam als knecht, was 't niet om

't knechtschap. 'k Ben vrij geboren, al ging die

geboorte buiten m'n weten, Kortom, ik vaag

hier de vloeren schoon omdat er mirakels gaan

Assepoes Spreek niet Ín raadsels! Lamme Ik zeg u al wat ik weet, mits een keukensche lekkernij me wordt voorgeschoteld door fijne handen...

Assepoes Weet ge nog meer? Och, ik adem niet in dees huis... Geef me lucht ! Lamme Geef me eten! Assepoes Valschaard! Wat is uw harte lam! Lamme Heb nog geduld, pot-en-kachelmadam! Waart ge verwonderd toen ik hier kwam, na jaren?

Assepoes Ik kon 't niet gelooven, al bracht

TijTs uil me de boodschap.,.

Lamme Precies! Ik lachte als droeg ik in bel

m'n zakken hespen van zwijmelvette varkens!

Assepoes En Lamme wenkte,,

Lamme Voorzichtig, zòò... Was 't geen mysterie,

Assepoes Ik kon 't niet gelooven. U weer te zien, na zooveel tijd! Zoolang verbeiden... Lamme Dat zegt ge verkeerd. Mij moest ge niet hebben... Maar kom, ik geleek den cipier van den hemel, he? De vent met de sleutels der-grote poort waarachter uw Tijl zich verborgen houdt...

Zwijg... 'k Denk aan Belleken, Belleken, Belleken...

.............

Ale... Sakkerloot, geef me eten, kind. of 'k val mat vóór uw voeten... Assepoes Lamme! Folter niet langer m'n droeve ziel... Komt hij? Zeg, komt hij? Lamme Barbaarsche echel! Ge zuigt het geheim mijn poriën uit. Hoor dan: We kwamen in Vlaanderen weer... Assepoes Ook Tijl?

Lamme Tijl en Brabo en ik, gedrieën. Tijl moést u terugzien. Het werd een klomp van liefdesarduin in z'n hart, jandorie! We kwamen... en zochten u overal, zij links, ik rechts. Ik vond u, natuurlijk: Mijn neus is een jachtneus, een neus van fortuin. Gauw had ik hen beiden ingelicht. Ik zou als lakei in ditzelfde huis,,, En nu zeg ik geen woord meer. Ik eisch rantsoen van eenden met vetsaus en appelspijs! 'k Zeg geen woord meer. zoolang niet m'n mond gesmeerd en m'n voering gevuld

Assepoes Tijl... Tijl...

Lamme Wilt ge niet? Djanters! Dan loop ik zelf! (loopt weg naar de keuken) Assepoes (met veel innigheid); Zoo stil zijn m'n dagen, Tijl... Ik tel ze niet meer, want lichtloos is me 't hart geworden. Geen zonne poeiert heur goud me toe, geen sterre zendt me heur avondgroet. Assepoes is nu gestorven...

Tijl... Benauwend prangt me vergetelheid als 'n kluize, en rillend revel ik vruchtloos tegen,.. Strijd is ten einde... M'n ziel is krank,.en dk wereld ? De wereld is ver gelegen... (buiten kletst nijdig'n zweep) Assepoes Tijl, m'n Tijl! Uw triestig lief roept huiverend om uw sterke handen! Assepoes gaat in tragen dood, met oneindige liefde en zielenood. (heftig) Breng me de Mei, en kom op m'n cel rameien!

Buiten snijdt 'n knakstem; «Salle rosse!» De buitendeur wordt opengebeukt en daar «rijdt»

binnen Saturé de Bel-Esprit grotesk-preutsch ' op 'n stokpaard, Hij hangt z'n draver met den '. toom aan 'n nagel spiegelt zich, legt z'n pet wegt na eerst de pauweveer geaaid te hebben, cintreert z'n vest rond ouwe heupen, tikt intaginaire stofatomen van mouw en broekspijp, zet monocle:. behoorlijk verticaal. Dam dandy like met



'n fameuze «r» in de keel: Saturé La... Rossinante! (kletst familjaar op den houten nek van 't beest.) Braaf... toe, braaf! Assepoes!... Haal je gereedschap hier. M'n laarzen moeten spiegels worden! Spiegels... Subliem is die metafoor... Loop je weer suf? (familjare streek onder Assepoes' kin) Je droomt te veel... Denk aan de eer van je pracht positie. Mij dienen! Niet allen is 't gegund, (droog) Nu. Borstel m'n laarzen, 'k Ben goed gestemd. Wees dankbaar... Montjoie! Ben je nog niet klaar ? Je steelt me m'n tijd met 'n meesterlijk air van sans-gêne. O ja... je preutsche meening van vrijheid, he? Heb je niet zelf gezocht mij te dienen ? Er rest je een bijbelsche troost: Verneder u, wilt ge verheven worden... Hehe... Assepoes heeft 'n poetslap uit 'n cache-misère gehaald en begint de penitentie... Saturé Au! Au! Je treitert m'n goed humeur! Denk asjeblief aan m'n eksteroogen. Assepoes (gedempt); De dertiende statie... Saturé Waarom dertien ? Is 't 'n porte-bonheur? 'n Amulet? Leg je de kaart zoals Carmencita?

Assepoes (bruusk): Er zijn er veertien! Saturé ??

Assepoes ... en ik hoop en ik hoop,.,

Saturé steekt z'n andere laars vooruit: Nu die.

Assepoes (verdroomd): Ik hoop...

Saturé Al wat je wilt! Ik gun je 'n wapen: Drie

witte borstels met 'n zon. Je leuze; Glorie in

servituud!

Assepoes Ik hoop dat de dood wel nabij zal

Saturé De dood? Ventrebleu! Da's luguber» meid! Hier» poets me die laars nog voor je dood,,, 'k Bezorg je 'n negen-uren-dienst. Assepoes Of anders breek ik m 'n kerker uit, al wrocht ik 't vel van m'n handen!

Assepoes En bind me! Dan bijt ik de koorden door, en buig me, maar breken zal ik niet, M'n bloed wordt te wild, en m'n kracht wil op! Ik sterf niet! 'k Wil leven! leven! leven! Saturé Ha! Sacré tonnerre! Wat 'n vranke kip! Wees dan waarachtig nog altruïst... Uit deze - zaal! Naar de keuken! Vlug! (Assepoes exit)

Saturé M'n humeur is vertroebeld! (Hij kletst met z'n zweep in ijle ruimte)

Saturé Goeiendag. (klets, klets.) 'k Heb hier een kip die pikkel wil... 'n Schichtige (klets) bles (klets) die steigert! (klets). Marquise Zeg,.. Wat sta je te zweepen?... Saturé legt met voldaanheid z'n zweep weg: Die heeft haar loon.

Chout 'r poppen in den arm, komt verveeld achteraan.

Saturé Chou, aan m'n hart, m'n kind! Ge zijt als 'n beeld van schoonheid, Chou, naast zóó'n onding... Chou Papa...

Saturé 'k Voel me nog een Vulcaan.., gelukkiglijk met een veiligheidsklep... Marquise Wat nieuws» Saturé? Saturé O, die vraag is pommade voor 't bittere hart, want zij brengt me terug naar de blijdschap... quelle joie ineffable!... van dezen gezegen den schoon en morgen. Verbeeldt u.,. Chou Le miel ou Ie fiel, mon père? Marquise Mar luister toch, kind. 'k Ben één groote vlam van nieuwsgierigheid! Chou Wordt dat geen bec de gaz? Saturé De weg is gevonden... en ook de man! Dat wil ik vertellen... Assoyez-vous! Saturé recht midden in de kamer. Hij voelt de kitteling van rebus-mysterie en begint declamatorisch :

Ik reed dus op stap alle straten door mij met illusies lavend, en mediteerde met rinklende spoor: Nu is 't dag, straks is 't avond... Is dat geen diepzinnige filozofie? Maar toen rees de donkere vraag: Wie? Wie? Wie is nu de man voor ons eenigst kind? En 't antwoord... bracht

me waarachtig: de wind! Marquise De wind??! Chou Noord of Zuid? Satisré N'importe Iequel!

Marquise Maar Chou toch! Chou Mama, hoe laat is 't wel? Saturé De wind bracht den reuk van versche klaver in 't snuivend neus hol van m'n paard. M'n oude merrie werd plots 'n draver en, flûte!, daar lag ik!, maar 'k hield den staart van m'n bles goed vast met bei m'n handen,., Chou met plotse belangstelling: Dat is nu eens goed!

Marquise bezorgd: Ge liet toch niet los! Saturé En finaal moest ik dan belanden in 't groot hotel «Den bonten os». Rossinante had juist geroken: 'n Stapel klaver als 'n berg... Ik zelf had nog geen woord gesproken, daar voel ik 'n slag! 't Ging door al m'n merg! 'k Spring op, bal de vuisten, en...

Marquise En?

Chou En?

Saturé En... Vóór mij boog een échte gentleman. Leidde me binnen, vroeg me dan naar m'n naam, en betaalde twéé flessen champagne,.. Maar iets toch faalde zeer zeker bij hem, nu, dat zag ik wel... En hier komt de kroon op wat ik vertel... Chou Wat...

Saturé De baron is verliefd!

Marquise Baron??

Chou La lune de miel...

Saturé En geriefd was ik snel met de hecle

historie: (Chou bedoelende) Het voorwerp dier

liefde zijt gij!

Lamme die reeds geruimen tijd het verhaal heeft afgeluisterd, zonder opgemerkt te worden, schiet nu plots tos, met 'n lach als 'n klok ;

Marquise Sa!

Saturé Wat komt gij hier doen? De keuken in! Chou Fox!

Lamme Nee... Maar daar hangt 'n kapoen sinds gisteravond te braden, markies, en nu wou ik...

Lamme wou ik zoete lies, maar die is, per abuis, aan de wielen gesmeerd! Chou Hoe laat, Fox?

Marquise Zoo'n boer die 't budget verteert! Saturé Genoeg, alle duvels! Ruk uit, en vlug! Chou Fox!

Lamme Kwart voor drie uur! Straks kom ik terug, (wil weg)

Saturé Wat? Kwart voor drie uur? (snel) Lamme» luister 'ns even. Ge zult Assepoes dit mijn order geven; Zij speelt hier de meid die de tafel dient. Gauw! Gauw! Als de weerlicht! Verdwijn! (Lamme exit) (tot de dames) Mijn vriend de baron... (Lamme achterna) Hoor! Lamme! De hovenier...

Lamme (uit de verte) Wablief?

Saturé fungeert als ceremonie-meester!

Lamme (a.v.) Als??...

Saturé Als meester van de ceremonie! D'r

komt een baron hier logeeren die als 'n prins

moet ontvangen! Gauw! Trois heures! De tijd

voor 't diner,,, (tot de marquise die aanstalten

maakt om flauw te vallen):

Val niet flauw! Ha! 'k Voel me als 'n boer op

de kerremis!

Chou (droog) 'n Eerste-klas-begrafenis... Marquise wordt weer nuchter: Ca va mieux... Saturé (tot Chou): Naar uw kamer, en tooi u, lief en lokkend juweeltje... Daar komt 'n dief... Marquise Ach,.,

Saturé Geen nood dat hij u, par erreur, zou stelen...

Marquise Saturé!!

Saturé Kom, sta op! Het lust me te spelen voor domestique in m'n eigen huis. Help mee... Marquise Wat 'n grap... En waar is uw «bon ton»?

Saturé Het moet toch gedaan...

Chou (droog): ..pour dorer son blason...

Marquise Maar is dan die jonker zoo stevig en zoo bijzonder van charme en verdiensten? (Er klinkt opeens 'n bet als 'n Carolus.) Alle drie Ooooooo.......

Buiten jodelt een geweldige galm van lachende tierende stemmen. Tijl verschijnt in de open deur, en roept naar builen toe:

Tijl Rijstpap. suiker en krentebrood! Volk van Vlaanderen, er blijft geen nood! 'k Zal voor maag en beurze zorgen. Morgen is 't kermis! Den broeksriem los! 'k Leen den markies zijn nobel ros, en wijs u den weg naar 't paradijs van slabber-geneugte! Naar heug en meug te grabbelen geef ik nectar en ambrosijn, bier en wijn, hespen, hennen, allerhande! De wereld één muil, en gijlie de tanden! Komt allen saam in «den vroeden uil». Dat is m'n wapen en herberg, vrinden. Wie 't heden zoekt, zal 't morgen vinden!

Buiten nog geweldiger galm met 'n orgelpunt. Tijl treedt binnen, gevolgd door Brabo. Saturé M'n vriend! Mon ami! Mon noble ami! Duzendmaal welkom!

Marquise (gedempt tot Chou): Chou, viens ici,.,

Saturé Ziehier... Mag ik?.,.

Tijl Zeker. Dat is uw vrouw.

Marquise (met 'n reverentie Chou voorstellend)

M'n dochter...

Chou Is het met hém dat ik trouw ? Ik ken nog

niet eens zijn naam!

Marquise Maar Chou!...

Lamme komt buiten adem aanloopen. en meldt

aan: Le baron Til de Miroir-Hibou!

Brabo Vijgen na Paschen!

Tijl O knechtenschap van drie ellen worst en

meesterswijn en het rap vergeten van alle

plichten, behalve 't eten!

Saturé Vruchtloos dat ik zoo'n vraat bekeere!

Gun hem geen woorden.

Lamme Miserere... (hij blijft lakeienpal hij de

deur)

Marquise Baron, ach, ik wou wel 'n simpele vraag...

Tijl Geen vragen, marquise,

Brabo (punktueel); Vandaag geen tijd.

Tijl (tot Brabo) Wat zegt de kalender?

Brabo Van drie tot vier, bezoek en klatergoud-

conferentie...

Tijl verduidelijkt: Goud dat klatert... Brabo Dan, excellentie, van vier tot vijf, uw daaglijksche veldslag...

Tijl ... in miniatuur...

Brabo Van vijf tot zeven, de titulatuur en den

stamboom. Van zeven...

Tijl ... tot elf beschik ik eindelijk over mezelf.

Saturé Mon ami, ventrebleu!

Tijl U ziet dus, markies, van werken is de

noblesse niet vies, ten minste de mijne niet...

Marquise Ach, mijn vrind, -- mag ik u zoo

noemen? --- m'n kwijnend kind verwachtte

sinds jaren...

Chou ... la lune de miel...

Saturé tot Tijl: Meisjesharten begrijpt ge wel?

Tijl Meisjesharten?

Brabo Niet op 't program!

Marquise Wat is die kalender-meneer toch

stram!

Tijl Marquise, hij is m'n rechterarm» en hij

houdt m'n gelooven en willen warm.

Saturé Zouden we nu niet, wat minder stijf,

naar aangenamer tijdverdrijf?

Tijl Naar uw verkiezen. ïk lust geen kniezen.

Saturé tot Lamme; Weg! Salueer!

Lamme knipmest: Tot de volgende keer (exit).

Tijl tot Brabo: Brabo, blijf bij m'n erewacht

aan de deur.

Brabo «Labonneur»! (exit)

Marquise Enfin seuls...

Saturé (bedoelt het fijntjes) Niet ideaal, lieve.

Bedenk toch... Ik moet m'n smoking...

Marquise (die hem begrijpt) Ook mijn toilet is

niet behoorlijk,..

Saturé 'n Minuut, baron...



Marquise 'n Kwartiertje... baron, en dan aan tafel!

Saturé Om jullie blijheid te vieren.

Chou wil mee: Excuus...

Marquise Hou den baron wat gezelschap,

schat... Jij ziet er zoo mooi genoeg uit... ïs

't niet.. baron?

Tijl (droog): Om te stelen.

Saturé en de Marquise exit. Er hangt tussen

Chou en Tijl 'n «verchagrineerende» stilte. Chou

speelt met 'r pop. Tijl kijkt alle nevenkamers in

en oriënteert zich'

Chou M... mooi weer, baron...

Tijl Banaal weer, juffrouw,

(poos)

Chou Weet u hoe laat het is ?

Tijl De trein is weg. We zitten in de

wachtkamer.

Chou Die... conferentie van klatergoud...

Tijl Kataloog aan twee-vijftig.

Chou Woont u reeds lang in deze streek?

Tijl M'n ziel wel, m'n lijf niet.

Chou Dat is onzin... Pardon...

Tijl 't Is onzin «pardon» te vragen.

Chou Waarom?

Tijl Is leven 'n formuul?

Chou Niet?

Tijl Is dood 'n formuul?

Chou veert recht bij dat «dood».

Tijl Blijf zitten.

Chou zet zich,

Tijl 'k Ben ongerust.

Chou Waarom?

Tijl Omdat uw vader gek is.

Chou Waarom?

Tiji Omdat ie ons hier samen laat.

Chou ........

Tijl Waarom?

Chou Omdat ie z'n smoking... Tijl Dat is onzin. Chou Pardon!

Tijl Stil. 't Moet 'n huwelijk worden, he? 'k Heb schrik voor pauweveeren. Chou Waarom?

Tijï Trek ze uit, en ge vindt 'n kwakkel, Zwijg. Ik ben Tijl, neef van Reinaert. Abnormaal, kind» want de vosseneef verloor zijn haar niet, wél zijn streken. Chou Interessant.

Tijl Kan me niet schelen. Zóóver is 't gekomen, 'nen Uil zou er blind van worden. Chou Duf...

Tijl Als uw hart, kind. Ge leeft in

'n kattemandje. Bobijntje garen en bakske melk.

Chou Die conferentie...

Tijl Bladzij zeven; Over de liefde.

Chou Le flel de la terre amère...

Tijl Moet ik beginnen?

Chou 'n Declaratie?

Tijl Oorlog.

Chou Haal uw hart op.

Tijl Nee, m'n adem.

Chou Wel?

Tijl Er was 'n tijd...

Chou Duzend jaar geleden...

Tijl Min of meer. Er was 'n tijd dat ik mijn

schooiersnap niet reiken wou naar Cupido's

fonteintje. God! 't Was schoon zoo vrij te

gaan, te waaien 't frissche leven door, gezond

van harte, kruis- en muntloos, elke dag 'n «bid-

voor-ons» van lente- en zomerlitanie!.,. Toen

kwam er wispelturigheid gelijk 'n hommel in

m'n kop. Dat was nog in de schemering toen

Willem van Oranje zweeg gelijk 't Wilhelmus...

Maar ik zong! Ik zong en vrat m'n leerzen op

van geestdrift en van honger! Tijl! Het was

geen paptijl, bij m'n ziel! Het werd 'n vat vol

zotternij en galgedwaasheid, 't Werd 'n roes van

speer en degen, kruit en roer; 'n draverij naar

Oost en West, naar overal waar echos altijd

gilden: Tijl!

Ergens in de duinen lag m'n vader,

doodgebrand, begraven, 't Braadspit had te lang gedraaid onder goeie-vrinden-handen. Schuldloos was ie als 'n nest jong'! Moeder lag naast hem in de aarde, neergebroken door mizerie. Bleef alleen nog Nelë achter, schuchter als 'n mees... We gingen, ik en Nele, samen bidden op het graf.. En Nele zwoer me: Tijl, voor eeuwig! En m'n mond zei: Nele, eeuwig! ik Droeg sindsdien 'n schapulier van assche uit het graf gedolven...

(bruusk) Is 't geen schoon historie? Spijtig dat er geen muziek is, anders sloeg ik vast 'ne flikker! Jonker! Boven alles uitgejonkerd! Markiezin! Rept ouwe beenen! Bij m'n uilespiegel, viert toch Tijl's reuzachtige verloving!!

Chou geobsedeerd: Ach, baron... dat wordt zoo

pijnlijk, zoo tragique...

Tijl Bladzij zeven: Van de liefde! (Hij loopt

naar de buitendeur) Brabo! (Brabo verschijnt)

(Dan loopt Tijl naar 'n zijdeur) Lamme!

Tijl (tot Brabo): Zet die nobele jonkvrouw

hoflijk in verzekerde bewaring.

Brabo kijkt even rond, krijgt 'n idee: de

klokkast. Proper in 'n suikerdoosken... (hij

opent de kast)

Chou (herinnert zich Lamme's prof ede) De kist! De kist!

Brabo tilt haar mee: Wilt ge me volgen, uitverkoren Iiefdesengel ? Chou gaat de klokkast in, half bezwijmd. Brabo sluit de kast.

Val niet flauw... 't Is kinderachtig. Hier is 't rustig. Goeien avond! De zijdeur open, en daar treden te voorschijn: Lamme en, achter hem, Nele-Assepoes. Nele vliegt naar Tijl. Toonloos snikt ze: Tijl!......

Tijl (haar omarmend): Nele! Nele-Assepoes! God zij geloofd! Uw zieltje zwemt nog in uw

Nele Tijl!

Tijl De bloemekens op uw wangen zijn zoo schoon als een eerste kommunie. En uw handjes, precies schaaltjes voor een rijke offerande... Héél uw reine wezen, Nele, bloeit als 'n perzik in den zomer! Heilige Antonius, patroon van alle verloren zaken, gij, gij krijgt tin kaars van dankbaarheid, zoo dik als den bil van 'n olifant, want Nele is mijn terug geworden! Kind van m'n hart! Nele M'n Tijl! M'n Tijl! Tijl We vieren vandaag onze hemelvaart! Lamme wrijft zijn oogen uit: Schoon! Schoon! 'k Heb nooit in m'n leven zoo vrijen gezien... Nele M'n éénigste steun, m'n toekomsttoren! Lamme tot Brabo: Krijgde gij honger? Ik wel... Tijl Roept Vlaanderen óp tot één feest voor de bruiloft! Roept! Brabo Lamme! Eten! Tijl Assepoes wordt de koninginnc! Lamme tot Brabo: Kom in dc keuken... 'n Zwezerik! Zes pond in den schotel! Tijl Wacht, Lamme, wacht! 'n Zijden mantel voor Assepoes! Haal hermelijn en borduursel! Al wat koninklijk is... Ik wil u tooien, Nele. als 'n madona!

Lamme Gauw! Daar hoor ik mesjeu le marquis...

Hij hangt 'n mantel van de Marquis rond Neles schouders.

Brabo vechtensgereed: Zeg, Tijl, moet ik?... Tijl Vechten als 't uur van vechten slaat, en zwijgen gelijk 'n doodskist. Nele Zoo somber?

Tijl Ga nu hiernaast, m'n bruid! Somber, één dag nog. En dan de vreugd van ons leven tot aan 't laatste oordeel! Tijl leidt haar in mm nevenkamer.

Brabo Geef me 'n beitel of 'n houweel, 'n moker, 'n ijzeren wagendissel, iets waar ge mee slaat' iets hard en droog, waar plezier aan is... Geef me iets, jandorie, ruw en brutaal in m'n handen, zeg! Ik wil met één slag het fundament van dit nest doen verspringen gelijk

'n luis bij 'n straathond. Er zit me wat dwars op m'n lever! Vrij zal Assepoes, aí werd ik lijk Samson, met huid en haar onder 't kot begraven!

Lamme Brabo, Brabo. ge zijt te geweldig! De

muren zijn dik, en... sst!... daar komt wat...

Brabo Ik zal 'n balk uit den zolder trekken!

Lamme Seemeniskinders! Ssst!

Brabo 'k Barst van beheersching.

Lamme Ga buiten barsten!

Brabo Ik haal 'n balk! (hij rent weg)

Saturé verschijnt, in smoking. Kijkt verwonderd

Saturé Lamme??...

Lamme Fox, mesjeu le marquis...

Saturé Lamme...

Lamme Fox!

Saturé Qu'a-t-il, ce sinistre? Bromt ge weer,

Lamme Ik heet nu: Fox.

Saturé Waarachtig? Wat spiritueel! Fox!

Hihihi... Geen kristen naam! Hebt ge dat zelf

gevonden?

Lamme Uw dochter.

Saturé Fox? Nog zoo kwaad niet: Fox populi, Fox dei, lakei! Waar is de baron? Lamme Gesmolten... Saturé ???? Lamme ... van liefde... Saturé Zoozoo? En... Lamme (met 'n blik op de klok): De jonkvrouw? Die is dood voor de wereld... Saturé ... van liefde! Snel. Roep aanstonds madam' la marquise híer... (Lamme exit)

Saturé overvoldaan: Amour, amour, quand tu nous prends...

En Tijl komt terug te voorschijn. Zoodra hij Saturé ziet, komt er 'n scherpe trek rond z'n mond: de bitterheid van langverduwd onrecht. Saturé gorgelt van emotie terwijl ie Tijl tegemoet gaat met accolade-arm en. Tijl Marquis, ge zijt m'n obsessie. Saturé Juist. Ik stoor u? Excuus. Wat zaligheid -- quelle béatitude, grands dieux! -- komt glinsteren dwars door dat zoekende zien! Tijl Ik zoek en ik zie m'n obsessie, marquis! Luister, perkamenten, schoonvaâr; Hier begint felle rythmiek! 't Wordt 'n scherp-geaccentueerd rekwisitorium, kort, sterk voor de executie. Of 't lijkt ook 'n snel opeenvolgen van «passes» vóór het eigenlijk dramatisch duel. De arme marquis komt geleidelijk meer en meer onder de geweldige suggestie van TijTs woord en daad Finaal wordt ie bang als 'n proefkonijn, bang, bang...

Tijl Toen ik herwaarts rende, rende als 'nhert, 'n aangeschoten hert van ginder verre... Saturé Hola...

Tijl Raakte 't hertgewei in 'n web verward,

'n mizerieweb in uw land gespannen!

Saturé Nee. 'k begrijp het niet!

Tijl En het hert bleef staan, bleef gedwóngen

staan, hoorde en zag en kloeg...

Saturé Allemachtig! Wát toch?

Tijl Vreedzaam is zoo'n beest, maar de jacht

maakt wild, en 't mizerieweb knelde sarrend

voort?

Saturé He...

Tijl Daar kwam 'n hert... Saturé Nogal?

Tijl Méér nog! Hoor! Tien en twintig... Toen Saturé Sa!

Tijl Daarna, saamgetroppeld, nóg duzend! Méér, nog méér! Honderd duzend! Méér! Duzendvoud zooveel! En miljoenen... Hoor! renden hier te saam, in uw reuzenhof, het gewei verward in de webbe... Hier, rond uw wrakke stoel, rond uw ziltig lijf, vretend aan uw neus, aan uw kinnebak, aan uw ratelromp... Saturé Maar dat... Au secours!! Tijl Ei... zoo'n beest ís mak. Honger hadden ze! En elk hertenhart bloedde traagzaam leeg. Weet ge, wie dit hert, dit en dit en dit, en dit



één miljoen, en het andre joeg? En het vreedzaam hart sarrend bloeden deed, traagzaam bloeden deed? Saturé Khhh...

Tijl Gij zijt de man! Bij m'n spiegel, gij! Jager, wees gegroet! Ik ben Tijl, de ziel van dit herten land!

Saturé Khhh... Baron...

Tijl Ik sloeg met 'n tooverspreuk vermiljoenen droom uit den kranken geest... Ha, de massageest! Wijn was de toverspreuk! Worst en rijstpap, tsa! alle Breughelverf... Het baldadig diep van de massamaag, 'k vulde 't boordevol met belofte! Tijl was de messias, de gezalfde! Tijl!... Ik heb u gered, want uw rot blazoen maalden ze tot brij!! Saturé Haal me...

Tijl Maal z'n vrouw! Haal de markiezin! Saturé Chou!

Tijl Bij God! Ook die! Zij, zij zoekt den tijd, wacht uw ure af, telt het stom getik van het raderwerk! Jager, maak u klaar; jaag het wilde hert! Om het hertgewei, om z'n kostbaarheid, om z'n rilde leen, om z'n vluggen voet, om de jacht, de jacht! Jager! Saturé Wat?

Tijl wijst op de panoptie: 't Rapier!

Hij springt naar 't venster en rukt de draperij

tegen den grond Daar staat, buiten, de

eerewacht van houten soldaten. Over hun idiote

houten koppen glijdt heel hel maanlicht door

't venster binnen. Saturé springt recht, als kreeg

ie opeens klaar besef van z'n toestand.

Tijl En uw harnas! Gauw! Don Quichotte,

vecht! M'n obsessie!

Saturé (met 'n Indianenkrijsch); Ha!! Cett' crapule! Kom!

Hier wordt de rythmiek andermaal gewijzigd, 't«Plechtig» oogenblik der executie nadert... Saturé terwijl ie den houten sabel van de panoptie in handen krijgt en zich Quichotte's scheerbekken op den kop zet: O geest van m'n geslacht en stam! De Bei-Esprit zal zegevieren! Blaas mij uw adem in de borst, en laat mij uw gejubel hooren als ik hem 't harte zal doorboren!

Onder dien aanhef slagen er veel pauken in 't orkest,

Chou (van uit de kast): Maman!... Maman!.,. Saturé Geen weegeklaag, maar wel 'n koninklijken marsch! Zie, wereld, hoe een Bei-Esprit zich weert en wint! Chou (a.v.): M aman!!... Marquise die inmiddels opgekomen is: M'n kind!! (ze zoekt doch vindt natuurlijk niet) Tijl (tot Saturé): Kom, ijl geraamte van recht en rede! Hier sta ik, Tijl. 'k Ben m'n lachen kwijt,

Marquise Seigneur! Wat bedoelt u? Saturé En garde! Tijl Vlug!

Plots verduistert alles. Alleen Saturé''s kamp tegen een onzichtbaar tegenstrever is in een lichtcirkel te volgen. En alleen Tiji's stemme is scherp hoorbaar; 't gevecht zelf gebeurt geruischloos.

Tijl's stem; op m'n eiland hebt ge me tot wanhoop gesard! Touché! Markies! Waar is Nele-Assepoes? Touché! Ge hebt haar tot keukenmeid verlaagd! Ze wreef u de moddrige schoenen schoon! Touché! Assepoes zou uw blazoen vergulden, tot het goud van uw dakgoot liep! Eisa! Touché! Geef acht voor m'n slag! Deze gaat dwars door uw geldzak.., Daar! Nog een! Die is voor m'n liefde,.. Deze is voor Assepoes. Die is voor alle keukenmeiden vanaf de Noordzee tot aan de Schelde! Die is voor mij, en die voor Brabo, deze voor Lamme... Pas op, nog één: Dit is m'n laatste: Voor de toekomst!

'n Gil Saturé ligt levenloos tegen den grond. En de maan komt traag naar volledige klaarte kruipen.

Marquise Saturé (ze werpt zich over 't tijk). Chou Maman! Maman!

De klokkast krijgt 'n davering en opeens breekt er iets los in 't raderwerk van de klok. De wijzers beginnen te draaien, snel, sneller, gek. En de klokbel bomt, bomt, bomt... 't Wordt 'n razend tempo. Dan valt alles weer stil de kastdeur kraakt bruusk open en Chou leunt, half-bezwijmd, tegen den kastwand. Chou (toonloos): Het... is... te... laat,,. Brabo beukt de buitendeur open. Daar staat ie in 't deurgat met 'n balk in z'n handen Hij overschouwt 't tooneel, en de balk zinkt neer. Nele die tijdens het gevecht onopgemerkt terug binnentrad: Tijl... (in z'n armen). Lange stilte.

Tijl (zacht): Kind... de strijd is uitgestreden... Nu, in de lucht van den zomeravond, zullen we droomen... Het woord «geluk» klinkt hier ie voos,.. Precies bevroren... Gaan we vuur halen bij de sterren want 'n mensen krijgt kou bij zoo'n scharminkel, Nele... kom, in onzen hof bloeien rozen. Zoo ging het ook in het vertelsel van Assepoes toen ze prinses werd. Stil... Hoor den nachtegaal,., 't Is 'n psalm van groot geloof... uit 'n klein, klein keeltje. De bruidskoets heb ik afgelast, anders maakten we de menschen wakker. Ik zal u dragen gelijk 'n beeldeken naar 't kerkske van onzen eigen thuis...

Tijl gaat langzaam met Nele heen. Ze verdwijnen in kralend licht. Ook Brabo is heengegaan. Lamme komt weer te voorschijn Hij heeft z'n trekorgel bij. Vaagt zich den mond af, sluipt op z'n teenen naar de deur, wrijft z'n oogen uit van ongeloovigheid, gaat buiten, kijkt nog eens binnen, sluit de deur en gaat verder. Na eenige stappen deunt traag en zoetgevooisd zijn avonddeun door de zware stilte. De houten-soldaten-parade blijft verstard door 't venster kijken. En langzaam schemert het doek omlaag als wimpers over 'n melancolisch oog.

DERDE KAPITTEL

Daar waren eens drie chemisten. Familie van Homunculus. Ze stonden met z'n drieën bij 'n tafel Automatisch. Op de tafel waggelde 'n ijl blauw vlammeken onder 'n retort.

I 't Proces wordt ernstig.

II Ernstig is 't.

III Ömnes erramus. Geeft het wat?

I Hier, die retort bevat, primair, aqua vitriolensis...

II He? Té hevig, vriend! Ik zoek het heil voor 't leven van ons toekomstbeeld in 't destilleeren van véél stroop,.. III maakt 'n revolutiegebaar.

II ... gemengd met galnoot...

III Alles drek! Da's geen chemie! Geef dynamiet, salpeter; brouw en gist 'n brij die héél de wereld barsten doet!

I Excuus, kollega, maar bedenk: Wie langzaam gaat...

II ... gaat zeker...

III Ssst. Reeds jaren liggen jullie twee te wachten en te wegen hoe, hoeveel, hoelang, hoe dun, hoe dik! Waar blijft de vonk??

I Vermijden we...

II Gevaarlijk.,,

III Ja. Pantoffels en 'n slaapmuts, goed. En theorie der huisgazet. Goed, goed, goed, goed. Pensioen en pruik en snuifdoos, goed.

I He?

II Wat?

III En heksenketels, goed. Maar, lieve opas, gaan we saam, één pogen naar rea-li-teit, dan wordt mijn woord de wet!

I En dan?

II En dan?

III (één ratel): Wat jullie bereiden is ersatz. Sentiment in 'n sardienedoos. We hebben 'n ras noodig, hard en hoekig, ca-te-go-riek! Romeo

en Julia zijn dood. Vrede over hun asch, maar leg die niet in 't laboratorium. Geen hart meer, kollegas. Weg daarmee! 'n Formuut in de plaats!

I Permitteert? Wij zijn toch de...

II ... meerderheid !

III Meerderheid van pleister en pil. Idioot in dit geval. Ssst. Ja, goed. I-di-oot. 'k Vertegenwoordig de jongste generatie. Jullie kunnen er niet tegen op. We staan hier voor 'tprobleem: Substitutie. Zoeken 'n chemische norm die den man der toekomst schept. De huidige droomer is ziek. Oorzaak : Overdreven gevoeligheid.

'n Speech electriseert ; daarna 'n oorveeg die de pulsatie verlamt. Dan weer 'n speech, weer 'n oorveeg. Balieke-pak. Onverantwoordelijk, misdadig!

ï Heeft u 't misschien te warm?

II Vapeurs?...

III Sommigen roepen op apeklieren. In Afrika heeft dat geen gevolg. Hier evenmin. Géén hart meer! Mijn schepping heeft één drijfveer: verstand. 't Leven wordt 'n spoorweg, de wil

'n lokomotief. Jullie mogen in derde reizen. Veilig, he?

I Met ù allerminst...

II Danke!

III Chemie ad absurdum! Ik vlei me met die overwinning op jullie kreeftenmethode. Pleister en pilT stroop en lijm, drek! drek ! Voor

'n geweldig probleem hoeft 'n geweldige dààd!! Bij dat «daad» geeft ie met z'n vuist 'n geweldigen bonk op de tafel, 't Vlammeken is verdwenen. De retort ligt verpulverd

I Hooooo...

II Ge hebt ze gedood !

III (ontzet): Wát???

I (glimlachend): 'n Vlieg...

II Repose en paix, âme si belle...

Dan begint er opeens 'n electrische piano te djingelen. De drie metamorfozeeren zich tot har-bezoekers. Ze trekken hun zwarte «deftige» jassen uit, hangen die aan den kapstok, en staan in modisch kostuum. Die metamorfoze gebeurt simultaan. Zoodra de heerschappen hun zwarte jassen hebben afgelegd, verdwijnt het automatische van hun gekke persoonlijkheid om plaats te maken voor het banale van pseudo-high-life. Met z'n drieën verdwijnen ze door 'n zijdeur. En nu gaat Tiji's wonderlijke historie verder. 't Wordt er waarachtig niet plezieriger om. Maar wie loochent de historie?En wie maakt zich nar in 't vervreemde huis?... Toen Lamme dan z'n lakeienpak bij Saturé had uitgetrokken, ging ie op zoek (o, de lange verwachting!) naar Belleken. Bedenk dat er jaren voorbijgingen sinds hij 'r spoor bijster werd. En Tijl begroette den dag waarop ie eindelijk z'n ouderlijk huis zou weerzien om 't te tooien voor de bruiloft... Doch er kwam schaduw over Lamme's plezier, want hij vond Belleken in geestelijke mizerie. De ontmoeting was vol weemoed... Blühen keine Rosen mehr?... 't was in de bar dat ze elkaar weerzagen. Lamme, ellebogen op de knieën, zit neergehurkt op 'n bar stoeltje. Belly op 'n lagen stoel naast hem. Lamme Kindje, kindje... Belly zucht.

Lamme Dat ik u hier moet vinden... Waar is de tijd toen we spraken van 'n trouwring, en de glimlach van den pastor 'n meetje trok gelijk 'n koppelteken.,, (poos)

Dat is nu 'n historie zonder glorie, jandorie... M'n tong bibbert... (hij wrijft zijn oogen uit) Nog goed dat alles niet verloren is. De jaren zijn voorbij... mijn jeugd is 'n beetje stiller geworden, en m'n haren 'n beetje dunner. Dat is niet van plezier, Belleken. Waar is de tijd... Dat katoenen kleedje met blauw bollekens draagt ge zeker niet meer, he? Nee, natuurlijk niet. Hier zou 't niet passen. (Pianojazz)

Verdekkes lawaai!... 'ne Mensch kan veel van 't leven drinken, maar kermisbier maakt ziek.



Afijn, we kunnen herbeginnen. Belleken, zeg nu 'ns een woordje... Belly Lamme... (ze snikt het uit). Lamme Toe, toe... 't Mag nie regenen. Probeer naar de zon te zien gelijk de leeuwerik. Schoon zijt ge nog, Belleken. M'n hart is gelijk 'n oud wierookvat... Van louter vereering. Luister... toe, lach nu, anders kan ik niet verder... Ik zal 'n huizeken bouwen... met steenen als vlammen. Den gevel zetten we naar 'toosten. Daar zijn de sterren groot, en dan zien we den weg naar Bethlehem... Belly (vaag): Ja...

Lamme We zullen nog gelukkig zijn, Belleken... Belly Zou het? 'k Heb dat woord vergeten... Lamme Nee... 'k had gister niet durven droomen dat ik u vandaag... Raar! En is 't nog dezelfde brutale bullebak die dees staminet openhoudt?

Belly Nee... D'r zijn er al vier andere geweest. Deze is 'n jood.

Lamme Dat waren ze allemaal.

BeHy Ahasveer heet ie, maar we moeten 'm

John noemen...

Lamme John? Holle ton... De eerste was 'n lakei, he? 'k Zie 'm nog vóór m'n oogen met z'n blijkpoeierkousen en z'n geverniste neus... Belleken, Belleken, hoe dat ge zoó'n poesjenel... Ja... 't Waren triestige dagen, he? En vroeger hebben ze wel voor één appel heel 't paradijs verkocht...

BeHy 'k Ben af! John jaagt, duvelt, vloekt... D'r zijn er vier geweest... in de staminet (lacht wild)' de bar, Lamme! de bar! Dat verstaat ge niet?,.. De nacht zonder sterren, 'n kist zonder lucht, diep in den grond, diep in den grond! Vier zijn er geweest, vier «patrons»... Déze maakt krankzinnig! Lamme Kom, kom... Belly (bruusk): Lamme! Haal me hieruit! 'k Wil licht zien, los gaan in 't licht, loopen in 't licht, in den wind en de zon! John (hier geldt 't Ahasveer's zielsverhuizing, mediteerende spectator!). John is het gegarandeerde duplikaat van Ahasveer. Alleen z'n kostuum is a Vordonnance. Z'n neus en schoeisel bleven onveranderd. Hij staat haast geen moment stil. Kwestie van gewoonte... John Wel, masoeur, ben je zinnens hier te blijven? D'r is volk in de affaire. Ze vragen je. Belly (dof): 'k Ben ziek.

John Roest morgen vroeg in je bed; kan me nie schelen. Nu aan 't werk. Ze vragen je. Belly Kan niet.

John Hartelap, je bent toch geen medium in zijn (Lamme's) handen? Kom in de bar. Ze vragen je! Lamme Wie, ze? John Gaat jou niks an... Lamme Zeg aan «ze» dat Belleken ziek is. John Belleken? Familjaar, he? Loop naar de wei, koeier! En stik er voor mijn part. Belly, vooruit! D'r is sjiek volk. Mooie menschen met mooie duiten! Chemie! Physick! Wereldwijsheid, chateau-la-pompe! Maar ze drinken sjampie! Belly! Lamme recht zich op z'n stoet John Vrijer! Word koster op 'n begijnhof! (tot Belly) Voort wat, schat-van-m'n-huis! Je bent me duurbaar als de blauwe vogel! Hehe,,. Wat, nonsens, heb je weer dat vieze boezeroentje aan? Weg dat ontuig! Zou je waarachtig klanten 'n beroerte willen doen krijgen? Wat meer anatomie, duvels! Meer kleur, he?... (Gedjingel in de bar)

(tot Lamme); Hoor maar! Of er gang zit in diei zaak! Had nooit verwacht in zoo'n boereland! Zit nauw 'n jaar in dit nest en moet aan filialen denken! Wat secuur! Albion! Gallia! Germania! En de rest! Rus en Chinees! Geel of zwart of groen! Over héél de wereld! Nergens zoo'n succes als hier! Kapitaal! Kapitaal! (tot Belly) Wel, alle duv... Ga je nou uitrukken?

'n Dominant heksenmeestersgebaar dwingt Belly

naar de deur. Belly traag exit. Lamme komt van z'n stoel af met 'n tronie van verbeten grimmigheid

John (als 'n clown na 'n salto mortale): Et voila! Wat zeg je van m'n prestige, hein? Lamme (donker): Wat zeg ik? John Sst! Daar zit je te glarieën met je liefdecalories? en je meid smeert 'm voor mijn commando! Wat nuchter, lobbes! Liefde is nonsens! Kan mooi zijn... in 'n roman. Je moet mm commercieel doorheen, (gedjingel) Hoor! Catalogus en prijslijst! Practisch, practisch! Zwijg» droomer! Ik heb'n wereldervaring. Heel 't zoodje van den aardbol -- doremifasol! -- gemeten met de zolen van m'n schoen! Lamme (verbeten): Jachem! John Danke. Joodje, he? Correct, man! En petit comité mag je de waarheid zeggen... Niet mp de straat, niet in 'n parlement, niet in de bar. Vroeger deed ik in vodden, werd daarna schoenfrik (alleen voor m'n eigen slijtage) kruier, filozoof. dichter... (gedjingel in de bar) ... nummer honderd-en-acht (villegiatuur), administrateur, tandarts, grafmaker (luguber)!... Twaalf stielen... twalef ongelukken... Nébesch! De dertiende! Haha! Gaper, daar kwam 't geluk ineens als 'n bolied! Na zevenmaal zeven jaar! (Ken je 't genootschap?) Ahasveer werd m'sieu John. M'n wapen: «chez Chanteclair»! Officieele invloed. Jouw land is 't geluksland! Weet je waarom? Voor 'n broeksknoop verkoopt 'n neger z'n heele huis. Weet je waarom? Omdat ie denkt mét die knoop 'n europeesche figuur te zijn! Hehe! Negermoraal van m'sieu John! Lamme Paardenfokker! John Denk je waarachtig dat jij de monopool krijgt? Trek 'n pij aan! Lamme Spuwsel! Is 't genoeg? John Of trouw 'n begijn, hehe! Ajuus! (hij gaat naar de bardcur). Geen Münich? Bière de Mars? Extra dry? Pekelharing? Lamme (gooit z'n muts naar John's facie): Hond! De lamste Lamme zou bijten! Z'n tong draai ik in 'n knoop!

Hij loopt John achterna, blijft even staan in 't deurgat, verbaasd voor wat ie ziet. Gedjingel door open deur.

Belly (met 'n pakje kleeren in de hand):

Lamme hoort niet. Heesch roept ie de bar in:

Sjacheraars!

Belly Lamme! Kom!

Lamme vraagt machinaal, zonder zich tot Belly

te keer en: Waar?

Belly Weg! Weg! Gauw!

Lamme wijkt even. Er vliegen appelen door de

bardeur. 'n Geut spuitwater broest de kamer in.

Belly Weg! Gauw! 'k Wil weg! Kom!

Lamme (door de hui opgehitst): Spanjolen! Wat

hebt gij van Tijl's huis gemaakt?

Belly De wereld in! (ze rent weg)

Lamme 'n Stal! 'n Lodderkot!

Hij krijgt de deur op z'n neus. Dan voelt ie

ineens, als hij instinct, dat Belly's afwezigheid

iets kwaads beduidt, en hij wil de straat op:

Belleken! Belleken!

Door de straatdeur doet Tijl vlugge intree en stoot Lamme terug binnen. Lamme Tijl! Tijl Wat is er gebeurd? Lamme Tijl! Waar is?... Tijl (snel, snel): Wat is dat hier? Is dat?... Lamme! Wat hangt daar boven de deur? Aan mijn huis? Nóg? Nóg? Na jaren nóg? Datzelfde bord? Chanteclair? Chan-te-clair? De vloek van m'n erf nóg in de lucht? Waar is 't bed waar nvn moeder stierf? Waar de bidstocl van Klaas? Z'n paternoster aan de muur? Waar 't O.L.Vrouwke? Waar het kruis? Waar dit, waar dat, waar alles wat mij en mijn was? Waar? Waar? Waar? Kroeg van vreemde luizen onder dees dak! 'n Mesthoop! Varkens! Hebben bloem en vrucht opgevreten! Kwijlen met laboer muil op m'n grond! Buik-

tabernakels! De memel loopt eruit! M'n vaderhuis is verkracht! Lamme! Lamme!,.. Lamme Tijl... Waar is Belleken? Laat me door! (wil weg).

Tijl Zwijg. Ik weet 't niet. Toen ik herwaarts kwam met Nele liep ze ons voorbij. Er brandde nood in heur oogen. Nele steunde ze. 't Móest zoo. Ze helpen mekaar. Mizerie! Nele mag hier niet komen! Niet hier! 't Kletst in m'n hersens als 'n baar van ontzetting. Niet hier mag ze komen! Er hangt hier pestilentie in de lucht. 'k Riek het!

Lamme Tijl! Laat me door!... God almachtig! Nü is er wat in m'n ziel gebroken... (hij valt met 'n zenuwsnik op 'n stoel)

Tijl Niet versagen... (Hij gaat naar de hardeur). Lamme (opspringend): Nee! Daar niet binnen-zien! Sakkerdomme! Nee! Dat werkt als ajuin in uw oogen!

Tijl Zwijg, Lamme... zwijg toch. Gij zijt losgevijsd... Ik wil m'n troon herwinnen. Er moet wat gebeuren! Wat gebeuren, ja! Lamme trekt Tijl terug en rukt de deur dicht. Hier! Laat ons weggaan. Gauw! Naar Nele en Belleken. Kan 't mij schelen dat ze lurken aan 't vet van de soep? Ze is bedorven. Tijl! Zuur! 't Is hier 'n broeikast...

Tiji ontdekt 't ouwe uithangbord: «Den vroeden uil»... Die moet er terug aan! Geef 'n bank... Zet 'n voetje. Rap,.. Lamme!... Lamme Niet lanterfanten, Tijl! Maken dat we weg zijn. We slikken hier de tering. Tijl duwt Lamme tegen de deurlijst, klimt op Lamme's handen en hangt 't ouwe uithangbord in de plaats van het nieuwe. Daar! Ouwe trofee! De lucht in als 'n blije boodschap. We gaan Paaschweek vieren in ons huis! 't Stof moet bij de geburen vliegen! Kerven de rotheid van de vrucht! Gieten 'n zondvloed over den vloer! Roepen 't volk tesaam! Stroop uw mouwen op! Zet uw spieren tot 'n hoogkoord! Lamme! Lamme 'k Wil hier weg... Tijl Kom. Tie Gauwen goeiendag aan de wereld buiten. We gaan Brabo zoeken, en Nele... Lamme ...En Belleken. Deezeken lief. Als ze maar niet ziek is!

Tijl Wij genezen alles! Pak uw beenen vast. Weg nu! Steenen rapen voor 'n plezierkarwei!

(heiden af).

John komt hinnengesnuffetd: Waar is BeHy? 'n Dissonante vrouwenstem achter de deur:

De drie van den aanvang treden binnen.

I John! Komen hier zitten... Krapuuï in je

John Alle duvels! Hebben jullie Belly niet

II John! Drinken!

III Roulette!

John trekt de bardeur op 'n kier: Whisky!

Drie! Et Ie jeu...

Dezelfde vrouwenstem binnen:

Drie whisky...

John Belly!... Heb ik ghijn? Die is de straat op met 't vrijer! De negocie gesjochte! Hebben jullie?... Nebesch! Daar moet ik 't mijn van weten! (hij rent de straat op). III (polka-esquisse); Brom patapom, patapom, pom pom...

II Wat impuls in jouw voeten!

III Instinctmatig! Rythmiek! Rythmiek!

I Schrijft verzen met z'n teenen!

II Instinct, he? Raar ding...

III Voor alles goed. Policie, poëzie, politiek...

I Zóó sterk?

III Brom-patapom, patapom, pompom... Je komt met instinct tot wereldhervorming!

II Hervorm eerst jezelf.

I Draai je ziel om als 'n gekeerde jas.

II 'n Beetje ros geworden?

III De enkeling is niks. Instinct van 'n detectief bij 't spoor van 'n dief.

1 Rijmt heel aardig.

III Niks! Maar instinct om dùzenden als



'n harnas rondje te krijgen! Donker, he? Eerst snuifje de lucht...

I Strategie...

III De adem ruiken van je medemensen en.

II Ongezond., Microben.

III Hun body betasten.

I Achtung für Taschendiebe!

III Nonsens! Ken je de zwakheid van

't massalijf, helo dan! Je treft ze juist daarin!

II Kiesplatform.

I Philantropie, wat?

III 'n Medicus heeft zoo'n instinct, 'n Proleet ook. De een zegt potjeslatijn, de ander roept: internationale! De patiënt verstaat niks van beiden, maar knikt: ja. Wat? De fezant in den muil van 'n fox-terriër! Méégaan, jongens! I! Je zal 't vér brengen. III Stroozak is voldoende. Nederig zijn...

I Nee, 'n portefeuille! III Ben timide...

II Poeëet.

III Behandel de dieren met zachtheid. Meen je 'n sonnet onschadelijk? Wacht! Er is 'n kracht in 't woord die dieper, sneller inwerkt dan

'n bistouri... 't Woord breekt dijken door!

I Slaapmiddel.

II Ook dat.

III Lyriek! Of dada!

I In poeiers. Droog! Droog! Hebben ze de whisky vergeten?

Loopt de bar in en komt aanstonds terug met drie zilveren bekers (pour les habitués) whisky en de roulette,

III In den tijd dat de beesten spraken, riepen de apen: zelfbeschikking!

II Radio, zwijg! 't Heeft geen vat op mij, 'k Heb m'n hart in amiante gedraaid...

I Moet patent nemen,

II 't Leven is 'n cijfer. Idealisme aan zooveel procent.

III Amerika!

I (heeft de roulette aan 't draaien gezet). Simple... Rouge ou noir?

II Zwart... Impair...

III 't Instinct is hatelijk... Je gooit er 't welzijn van miljoenen mee over boord! Egoïsme! Ha. heerlijk, he? Pizzicatos te knijpen op je politieke cello: Broeders! We moeten 't juk... prik, prik, prik...

I Chance... Eén wint... Merci, (grist banknoten saam). (Rrrrrrrrrt.., herbegint de roulette).

II Rood.,.

III Het juk van onze schouders rukken ! Te lang dolen we in den nacht der ellende! De toekomst is aan ons! Recht zullen we hebben: Wij smééken niet om gunsten! Ons is het niet om géld te doen!

I Pair gagne... Nummer drie.

III Hahaha! Principiis obsta! (strijkt biljetten

op)

I Gefeliciteerd!

II Zelfbeschikking! Communisme!

III Zwijg, Zoeloe! 't Is voor goeie werken. 'N Dronken Dokker, die sinds eenigen tijd 't spel van aan de bar deur gevolg heeft; Zou 'k ni efkes vijf frank?

I Heraus! Baksteen!

Binnen in de bar gebrul. I grijpt den dokker bij den arm en 'n paar handen trekken hem terug de bar in.

II 't Schijnt dat John filialen wil stichten?

III Mooi.

I Leening? Hoeveel mille?

II Weet niet.

III Zie 't nut van zoo'n zaak in...

I Je instinct, he?

III Vruchtbare bodem.

II Danken we aan import van 't buitenland.

I Helo! Hoeveel zetten die heeren? UI Noir! Zes mille,..

II Rouge... Mille... (Rrrrrrrt gaat de roulette). Ondertusschen heeft John Belly gevonden en Nele mei haar. En omdat Nele zoo'n intens verlangen had om onmiddellijk Tiji's vaderhuis weer te zien (de arme wist niet hoé 't er thans was!) heeft

John heide vrouwen daarheen geleid. Alleen Belleken verzet zich wanhopig. Belleken (wanhopig): Ga d'r niet in, Nele! Hij liegt! Hij liegt!

John Nah. Mond houen, Belly! Blauwe vogel! Nenufar! De zon komt met jou terug! Belleken Hij liegt! Liegt... Nele! Ga d't niet in! En Nele verschijnt, gevolgd door Belleken die haar terughoudt. Nele is haast Ophelia... Als 'n droomster blijft ze in 't deurgat staan. John dringt binnen. I, II en III zijn als één veer recht gesprongen: Zes handen op de banknoten. John Geen policie, heren! 'n Nobele jonge dame die ons met 'n bezoek vereert... De privaat ingang voor haar. Moet je wereld kennen...

Belleken Nele! Kom! 't Is alles leugen!... Gottekes toch! Nele...

I, II en III gaan automatisch naar den kapstok en trekken weer hun zwarte jassen aan. Camouflage

Nele (tusschen 'n snik en 'n lach): 'k Wou alleen

't ouwe huis terugzien... Hoelang is

't geleden?... 't Scheen hier te zijn... maar we

zijn verkeerd geloop en.

Belleken Niet wij, Nele.., Het huis...

John Is uwé niet bekend in de stad?

Nele Ja... lieve hemel, of ik er bekend ben,..

Hier... Nee, in Tiji's huis heb ik blije jaren en

ook triestige gebrokkeld als de tientjes van m'n

paternoster...

John Hehehe... Fijn...

I (tot II): Naïef, he?

II Goddelijk!

Belleken Nele, ze vloeken... Mijn heele leven hebben ze vervloekt. Ik kan hier niet blijven... Nele Arm ding... Zie, hoe sterk ik ben, John Wenscht uwé misschien iets te consom-meeren?

I (galant voor zoover 'n automaat galant kan zijn): Madére?

II Scotch?

III Ice-cream?

Belleken 'k Ben bang, Nele!

John In de bar, Belly! Kom'reis, kanarie,..

Nele Hoe lacht die?

John nadert Belly. Belly slaat hem vlak in 't aangezicht. John Kat!

I Whisky, John!

II Vier whisky, John! John (businessman): Right! (tot Belly): Mores leer ik je...

(tot de overigen): Vier whisky?... (exit in de bar). Belleken blijft doodsbeangst bij de deur ah 'n marmotje voor de vlijmoogen van 'n slang. Nele heeft rondgekeken, bevreemd...

I Souvenirs?

II 't Leven is 'n droom...

III Mogen geen antiquairs worden... Nele Nee? e... zoo vreemd hier.,. Gij hebt

't niet geweten. Ik verdool... Alleen de muren en ruimte.., ja... die herken ik.,, misschien,,. Maar er is véél,.. Alles is hier weg... Weet gij dat hier de haard stond? III Met de pappot?

I Ssst

II Herinnering is porcelein...

Belleken is op den vloer neergezakt, 't hoofd in 'r armen. Ze snikt langsom harder.

Nele Met de pappot... ja... Er was geen

weelde,,. Daar de bedstee...

II Primitief... Daar de waschkuip.

Nele Waarom zegt ge dat alles? Niks meer van

't warme, 't goede, 't simpele... 't Is érg schoon

geworden... vreemd... Zeg ik 't goed? Maar

koud is 't als 'n grafsteen zonder kruis...

John Whisky... Ook soda voor de jonge dame...

(Gedjingel in de bar).

Nele hoort 't dissonant lawaai en klaagt heet

even: Aïe... da's vreeselijk...

John geeft Ne ie 'r glas in de handen met

'n satan iek gebaar.

Nele Ik?

John Natuurlijk, natuurlijk... Nele Dorst heb ik, maar geef me water... John Allemachtig! Nee... 't ware 'ti blaam voor m'n huis...

De drie heffen simultaan hun glas: «Op uw schoonheid»!

Belleken (bij de deur): Nele!... God... gottekes

toch... Neleke... (ze snikt verder).

En terwijl de drie Nele tot bij 'n stoel leiden,

volgt een radde duizelingwekkende stapeling van

formules;

I Emancipatie.

II Vrijheid,..

III Zelfbeschikking.

I Dividend.

II Abolitie.

III Opbod.

ƒ heeft zich links van de tafel gezet, II rechts.

Nele in 't midden. III achter haar.

Nele Er gloeit in mij 'n koorts... M'n denken

ijlt zoo ver... Ik begrijp niet langer...

Ze speelt machinaal met de banknoten en scheurt

die stuk voor stuk, strak voor zich uitkijkend.

I 't Leven is ons geheim. Gij zijt te lang kind gebleven.

II Aan moeders rok. Wij kennen geen sentimentaliteit.

III Geen heimat, geen topographie, ï Zeldzaam uw schoonheid...

II Omdat ge rein zijt.

III Willen we bewaren als 'n curiositeit. I Parijs zal ons benijden,

Nele (als voelde ze opeens gevaar): Tijl!!! (ze richt zich met een nik op).

I (haar zacht neerdwingend): Legende. Wat wenscht ge: léven of droom?

II Wat?

III Wat?

Nele kijkt hen één voor één strak aan. Dan: Vergeten al 't geleden kwaad... Maar za! ik ook mezelf nog blijven?

En onder de volgende replieken schijnt het of de drie achtereenvolgens, uit de hoogte, een of andere chemische specerij in Nele's glas vallen laten.

I Als 'n mummie gebalsemd, kind.

II 'n Onverstoorde toekomst, kind.

III Geen letsel meer van ouderdom. Geabsorbeerd in nieuwen kosmos.

I To be or not to be...

Nele Dan... als het waar is... Tijl! Kom! Voor uwe liefde! (Ze drinkt. Snelle sluimer volgt). Middelerwijl zijn vieze bargasten langzamerhand binnengedrongen. Vooraan zwijmelt de dokker. De Dokker 't Riekt hier precies naar chloroform...

John Goeie genade... Wa's dat voor 'n herrie?... Belleken loopt ineens gillend huiten: Lamme! Lamme!

En Tijl Lamme en Brabo naderen. Tijl (nog buiten): Lamme! Brabo? Hier! Festoenen, Eglantierkens, Jasmijn en rozen! Kermis! We gaan heel 't huis behangen als de ratten gaan verhuizen!

Hij treedt binnen. Plots blijft 't woord in z'n keel steken. Hij kijkt rond, vermoedt, springt naar Nele die te sluimeren ligt: Nele! Nele! Hij duwt de marionnet-stramme chemicasters weg, kijkt snel rond.

John Nee, meneer! Nee, meneer! Niet ik! Niet ik!

Tijl springt toe. John vlucht, doch laat in z'n overhaasting één zijner reuzepantoffels achter, Tijl grijpt dien vlug en hem zwaaiend: Tijl Wat hebt ge van m'n tempel gemaakt? Grisgrage gluipers! Sjacheraars! 'k Zweep u 't goud uit de kromme handen, striem den woeker over uw ooren, klets het zuipsel uit uw nieren! (klets) Daar! Herken den geest van Vlaanderen! Tijl is levend! Daar! M'n handen treffen 't schurft van geile beesten! (klets) Filistijnen! Farizeeërs! (klets)

Weg! Vergulde wanhoopzaaiers! Wat hebt gij met Nele gedaan? Leugenangels in m'n liefde!



Op mijn aarde staat 'n nachtkroeg! Treden vilten voeten dievig, brallen vloekersmonden laster... Klaas! Uw assche priemt naar wraak, en moeder, gij, gij lijdt tormenten om den hoon aart uw gedachtnis! Nu gaat alles dood- en grafwaarts...

Hij blijft even stil De pantoffel ontvalt z'n hand. Alleen Tijl Lamme Brabo, Belleken en de sluimerende Nele blijven daan De overigen hebben zich snel uit de voeten gemaakt. Heere Jesu! (Hij valt met 'n snik op Nete's stoelleuning). Dat is 't einde... 'n Lange poos. Aan Brabo's handen ontglipten de guirlandes. Belleken en Lamme staan nu bij Nele. Belleken (gedempt): Zou ze nu nooit meer wakker worden, Lamme?... Lamme 'k Weet niet, Belleken... 't Kan lang duren; misschien nog honderd jaar. Ik kan er niks aan doen...

Belleken (legt de festoenen rond Nele): Da's toch zooveel schoon er... Nu zal ze misschien droomen?...

Lamme 'nen Triestigen droom voor ons.,. Tijl Adieu, Nele... Klaas en moeder zaliger dwingen me te gaan... Ik moet mijn tijd elders verbeiden, 't Is zwaar, onsterfelijkheid te dragen.

Lamme Tijl, broer... D'r is veel goeds geweest in ons leven.

Tijl Blijf gij hier... Met Belleken zult ge waken

over heuren slaap...

Belleken We zullen altijd aan u denken... Tijl Brabo...

Brabo Tijl... ik ben kapot.. De Sinjoren zullen me niet meer kennen.

Tijl Eéns zal 't tuiten, Brabo! Kom dan terug! Nu is m'n vertrouwen ineens vergaan als 'n schoon bloem onder boerenschoenen... Adieu... (voor zich): Nele... Nele... cn Klaas en moeder... Lamme Kocragic, Tijl. Zij hebben 't paradijs. Belleken (die Nele voortdurend ligt aan te kijken): Schoon dat ze is... Zou ze geen kou hebben ?

Tijl De toekomst?... Dat boek is nog niet opengesneden. Brabo! Lamme! Belleken! Nele! Nele! (hij rent weg). Brabo roept hem nog achterna: Tijl! (voor zich): 't Vertelsel is uit... Ik ga terug naar m'n voetstuk... Zónder gedachte... Water spuiten op den kop van Amigoon... en vierkant m'n hielen vagen aan de wereld... Lamme Da"s misschien verstandig... Belleken kust spontaan de slapende: Zustcrken, zusterken... Gij zult niet op onze bruiloft zijn... Lamme Ja... wij mogen ze niet vergeten... Brabo Tijl z'n hart is gespleten,.. Dat groeit niet meer dicht... Maar 't zal tuiten! riep ie... Dan komen we nóg eens te saam. Lamme. Nu loop ik weg, want de mizerie nijpt m'n strot

......toe... Moest Nele... moest ze..., geef ze dan nog

'n kruiske van mij... M'n handen beven te

geweldig... En voor ulie... vernonde... (hij slikt)

zal ik later peter zijn...

Belleken Nele... Neleken...

Lamme Kom, we gaan 'nen Onze Vader

bidden.

Brabo Veel geluk! en... tot ziens! (exit)

John komt binnen gestormd: Nah! Daar heb je

de policie!

Hij loopt terug naar de bar deur en duwt die open. Wenkend:

Hier is 't geweest, heeren... Hier, heeren van de policie...

VIERDE KAPITTEL

Het eiland van vroeger. 't Huizeken is intussen vergroeid met de fantastische flora, en alles heeft 'n physionomie gekregen als had Hieronimus Bosch er gekluizenaard. 't Galjoen ligt gestrand, 't zeil aan flarden. De Vliegende Hollander staat op 't dek. Naast hem de lantaren met 'n dansvlam. Er schichten af en toe bliksems door de spleten van den hemel.

De Hollander Land! Kameraad! In veilige haven voerde ik u. Is dat geen vriendschap waard? Kom uit uw kooi. Sper uw neusgat op. Als nectar drenkt uw tropenland één zoete bedwelming. Wat fijner dan uw madelief en uw pisseblommen... Ach, wat 'n hoek voor filozofen die rustig nog herkauwen willen het alfa en omega van 't geluk! -- mij is die gunst niet gejond! -- Allo! Sismograaf van verlangens! Hier. hier vindt ge den grond voor annexatie! Op, droomer! Grijp met bei uw handen al wat het leven nog bieden wil! Tijl komt aan dek gekropen: Kaptein... Is de gekke vaart gestuit? Eén vlam was de reis; 't galjoen 'n bolied! ('t bliksemen luwt) De Hollander Aan wal, Tijl! Voor hartsgeheimen is er geen douanetarief! Tijl Hier is het eind, het eind van de wereld. De Hollander Ofwel 't begin. Kaffers en apen kunt gc beschaven, koning worden van heel 't domein, en doopen uw jongste vaderland, zónder vroede vaders; Tijlandia! En de oceaan wordt Uilespiegel... Zóó groot als hij was eens

Tijl Zwijg, vliegende vloeker! Ge lijkt 'n meermin...

De Hollander Min of meer...

Tijl stapt vermoeid aan wat: Ge krijgt m'n

De Hollander Cadeau?

Tijl Voor bewezen diensten... He? Koninklijk is

't, zóó Uebermenschen te beloonen...

De Hollander M'n eeuwenlange practijk van

't reizen geldt méér dan Cook of Baedeker...

Tijl (voor zich): Ja... Oogkleppen kreeg Peer

Gynt, m'n kozijn...

De Hollander Die ken ik.

Tijl Zoo werd de heks 'n prinses...

De Hollander Precies. Heeft ie ze later nog

getrouwd?

Tijl (uitvarend): Ik ben geen burgerlijke stand, al was m'n stand burgerlijk... Nu ben 'k niks dan vagebond zoals Lange Wapper... De Hollander Is 't toeval? Ook die is me

Tijl Uw passagier is royaal, kapitein, al heeft ie geen duit in z'n schatkist! De Hollander Nou! De reis was toch gratis. En uw galjoen...

Tijl Royaal, zeg ik. Geef me m'n reisgoed aan.

Hebt gij Nele's koets niet gevolgd ?

De Hollander Bij de begraving?

Tijl Almachtig schoon! Driekleurig de kist.

Nog nooit gezien. Toén heb ik gevoeld dat ik

oud ging worden.

De Hollander Hier wordt ge weer jong.

Tijl Of kindsch, naar believen.

De Hollander Daar hebt ge de kooi met den

Tijl Geef aan.

De Hollander Uw Browningbuks...

Tijl Ik word modern. Men moet van z'n tijd

De Hollander Zoo'n ding is kwaad.

Tijl 'k Ben er niet beter door geworden.

De Hollander Is het nu alles?

Tijl Nee. nog de vlag. Dan heb ik vannacht

'n beddelaken.

De Hollander Vlandren die leu!

Tijl 'n Kinderprikkel voor groote menschen. Ik

slaap erin.

De Hollander Zelfs in uw slaap...

Tijl (amore furioso). Heel warm gewikkeld in

m'n heiligste overtuiging!

De Hollander Gij had minister kunnen worden.

Tijl Mocht niet van tante.

De Hollander Wie is die vrouw?

Tijl Moeder de Gans. Nog iets aan boord? Ja,

m'n Madonna. 't Is het laatste. 't Is ook alles...

De Hollander Westerling, jij bent gelukkig, verdomd! Pardon, 'k vergat m'n emplooi. Tot uw orders, meneer.

Tijl Raas maar door. Wat geeft het 'n kalme dromedaris of 't ouw wijven regent?

De Hollander Jouw vast geloof, is 'n anker, vent! Dat rukt niet los. Ik draai als 'n dervisch . m'n leven door. M'n zondag is weer naar de

bliksem... Tijl Zoo?

De Hollander De vliegende hollander moet op reis! Torment van zeven eindlooze jaren. Zie 'k je nog weer, dan zal 'k je begroeten als radjah! ('t Bliksemen herbegint even). Tijl Of steenrat! Om 't even, kwant. Groet Peer en z'n vrouw van mijnentwege. Groet Wapper en Nikker, Rauthéndelein. Faust en Hamlet en Blauwbaard en Pelleas. Groet

Holbein...

De Hollander Mij wenkt de sarrende tij! 'k Moet voort...

Tijl Groet vooral met brandenden groet --

driekleurig -- de lijkbidders, fielten, rabauwen

in 't zonnig land dat m'n bruid omarmt! Groet

Oost en West naar behooren, zeg!

De Hollander Adieu! (hij is terug aan boord)

Tijl Maak 'n kruistocht! Ik leen u 't paard van

De Bei-Esprit. Ren naar Volendam, naar

Parijs! Alles vriendschap! Er loeit 'n bruuske

brutale windhoos rond 't galjoen.

De Hollander Gedenk u mijner...

Tijl Naar Polen en naar Zuid-Afrika! U,

Hollander, gun ik 'n Wees-gegroet voor

aardrijkskunde en zielerust!

De Hollander Damnatus est!... Hij verdwijnt

met 't galjoen in duisternis.

Tijl Goeien avond! 't Was 'n leerzame

M'n stem klinkt als 'n vooze raap... Leer monologen met vliersiroop! Hij laadt de hoeken uit z'n mars en leest beurtelings de rugtitels,

Thomas a Kempis... (van vader zaliger) Dit is den waeragtighen Roemschen bijbel (moeder's brevier)... Wat 'n stemming. Tijl... Nü begrijp ik 't hofken van, Olijven. De getrouwen zijn verder dan 'n boogscheut!

Is niet de wereld 'n groote kaas? Dik zijn de wormen er binnen in. Ik vreet aan de korst. (bruusk krijschend) Och, Nele... Nele! Precies of het donker zal me bijten... De assche van Klaas verzengt m'n borst. M'n eiland genageld met zes planken, zes voet den grond in. (uitvarend tot den uil) En gij, gij zwijgt; tart storm en stilte, gij kent geen ziel, geen wrok, geen liefde, geen haat, geen hitte-van-strijd. geen begeerte, geen vloed, geen ebbe! Niks! Niks dan uw stek en uw kooi, het luik van uw oogen eeuwig dicht in 'n droom van muizen en hazelnoten! Lawaai moet ik hoorén, verdufte pruik, of 'k schiet u de zemelen uit uw romp! Hij legt aan. De oogen van den uit vonken, 'n Vreemd gerucht doet Tijl vlug verspringen en meteen legt hij aan in andere richting. Sterf of ik schiet! Ik heb reuzen honger. 'k Ruik koloniale hespen. Halt!! Robinson Crusoe komt te voorschijn en groet heel gentlemanlike.

Robinson Mag ik me introduceren? (geeft z'n

Tijl (leest): Robinson Crusoë... Godlof, géén

vlaming! Welkom!

Robinson Zéér welkom.

Tijl Mijn naam is Tijl. 'k Kom voor m'n

gezondheid hier. Wonderlijk is het klimaat.

Robinson Uitstekend. Goed voor podagra en

neurasthenie.

Hij zet zich, haalt 'n stuk vleesch-en-been uit z'n knapzak, bijt er in als 'n wildeman. Permitteert? (hap)... Ik voleind (hap) m'n tweede «plat»... (hap) Heb je honger (hap) Tijl Nee, danke. Maar zeg eens, Maleier, wat snuffelt gij hier?

Robinson In vertrouwen, vrind; M'n vingeren waren te lang daarginds... Tijl De ouwe historie van den wijnpot? Robinson Nee! Bij m'n talent! Dat was het niet. 'k Ben nooit in m'n leven bankier geweest.



'k Bleef eerlijk...

Tijl Ole-gestoIe-gekrege-gekocht ? Robinson 'k Heb 'n tijd eerste viool gespeeld, (het volk wou me per se aanbidden) Uit erkentelijkheid gaf ik zóóveel shake-hands dat ai m'n vingers verrokken waren. Ik neep de snaren toen veel te ver. 't Werden internationale dissonanten.

Robinson Geen enkel akkoord bleek harmonie. Er kwam 'n onweer van den Parnassus: Levenslangen dwangarbeid! De vroeger zoo gulle hand-van-'t volk gooide met slijk... à défaut de mieux. 't Schip dat me wegbracht zonk juist op tijd. 'k Dronk pekel als 'n perfekte haai en kwam welbehouden aan deze kust.

Ergens beginnen primitieve pauken te donderen met kafferrythmiek. Tijl Wat is dat?

Robinson M'n dorpelingen, 'k Ben hier zooveel als burgemeester. Tijl Hou me vast!

Robinson Blijf maar koest, ft getrommel houdt op).

Tijl Wal is er clan allemaal gebeurd in die jaren van m'n afwezigheid? Robinson Kuituur, man! Tijl Hebt gij dat alleen...

Robinson Beslist. Wat in Europa dissonant was.

scheen hier iets goddelijks, 'k Speel viool van

's morgens tien uur tot 's avonds acht.

Tusschendoor m'n diner en gemeenteraad.

Makkelijk is 't. Mijn uitspraak is wet. Verstaan

ze me niet, 't is dat ze te dom zijn. We hebben

'n eigen executie voor politieke misverstanden.

Tijl M'n ooren... m'n ooren...

Robinson 't Gaat kort en goed. Twee partijen

liggen in twist: De een vreten de ander netjes

op, en dc kalmte drijft weer gelijk fijn olie...

Tijl Als ge dat uitgeeft, schrijf ik in voor tien

exemplaren,

Robinson Dat is talent.

Tijl Wat benedictie voor 't nageslacht!

Robinson Had ik geweten dat ge kwaamt. dan

stond hier 'n palmen eerepoort,

Tijl Nee, nee, nee. Ik reis incognito. Morgen ga

'k uw dorp bezoeken, luistren naar

't gelegenheidsversch... Klinkt dat wel aardig in

't negersch, zeg, dat ding van «Jantje zag 'ns

pruimen hangen»?

Robinson Zijt ge poëet? Dan driemaal wee! Wat is uw beroep? Tijl Weduwnaar. Robinson Kinderen? Tijl Plus minus vier miljoen... Robinson Wat? Dat wordt 'n mierenhoop! Tijl Akelig, he? Ge moest het weten. Om de vier jaar verandert hun kleur. Robinson Dan zijn het... Tijl Zeg niet: kameleons. D'r zijn er bij met 'ntitel, man. 't Ronkt soms gelijk 'n koffiemolen.

Robinson Raar!

Tijl Zwijg nu, want Nele trekt aan m'n slapend

geheugen,..

Robinson Is dat...

Tijl Nele? Mijn bruid in den hemel. Rijstpap met zilveren lepels... God, wat ben ik 'n ouwe sloor geworden. Luister: Er werden duzend boeken over mijn avonturen geschreven. Zotternij! 't Was alles logen! Ze hebben van Tijl 'n zotskap gemaakt... Nele! Nele! Gij wist het beter! Eens zal 'n zoekende idioot m'n testament in 't muzeum zetten. Dat krijgt de gemeente dan te zien onder 'n meter geslepen glas. 't Onsterfelijke stambewustzijn, ('k heb dat gehoord in 'n redevoering) neergepend op 'n ezelsvel! Goddank dat er nog ezels zijn... Robinson Tijl, gij wordt hier catechist. Uw onderscheid tusschen goed en kwaad zal m'n bevolking...

Tijl Toch geen vlooien? 'k Zeg u : morgen doe 'k mijn ronde, met 'n officieelen glimlach. Robinson 'k Heb 'n voorstel: Louter vriend-

schap tusschen ons..,

Tijl Als doorn cn distel.

Robinson Laat ons 't ouwe hok herbouwen,

wonen onder 't zelfde dak...

Tijl Eten uit denzelfden bak. Goed, sinjeur.

Gedeelde vreugd...

Robinson Gelijke portie. Hebt ge een stroozak?

Tijl Wel 'n laken.

Robinson Dan maar op den grond.

Tijl De boezem onzer weeldrige moeder Aarde!

Er komt 'n neger buiten adem aanrennen.

Neger Massa! Massa! Ali-Baba met z'n veertig

rovers ?

Tijl Sakkerloot!

Robinson (tot den neger): Dan hebben jullie een-en-veertig dagen eten! Neger (met z'n zwarte reverentie): Groote fetisch!

Tijl (sterk gesticuleerend ter verduidelijking):

Zwarte duvel! Laat die een-en-veertig rusten!

Zeg uw scherpgetande broeders dat ik, Tijl, de

goeverneur van heel dit eiland, bóven Robinson

verheven, m'n bevel gaf: Ali-Baba zal hier vóór

m'n voet verschijnen!

Neger (twijfelt) Ali? Ali?

Tijl Pax vobiscum. (tot den neger, met

'n expressief gebaar)

Kss, kss!

Neger holt weg.

Tijl (tot Crusoë): Zeg me, hoogeerwaarde burgemeester, is mijn wilskracht niet voorbeeldig?

Robinson Mijn prestige is naar de weerlicht? Tijl Stil. De zitting gaat beginnen. Gij zijt consul...

Robinson As you like it. Daar doet z'n intree: Al a-BABA, 'n Dikke kleurling (geel of groen, ad lihitum) in vol ornaat. Ambulante blikwinkel. Draagt 'n gordel met 'n ontzettend kromzwaard, plus 'n koppel pistolen. Hij maakt met korte beentjes grote stappen, houdt 'n papier in de hand, nadert Tijl. bekijkt hem scherp, leest gegevens op 't papier, bekijkt Tijl nog eens, twijfelt even, zet zich ah 'n fort ténor in bewust-sterke houding en begint emphatisch :

Nauw overtoog de maan

met zilverwitte geuten de tenten van m'n stam

of Ali's geest, gewekt, ving dus te denken aan :

Wat baat het, Baba, zeg, of gij ook

grimt, en gram

uw veertig ruiters rost, zoo niet uw krijgsbanieren

den ganschen wereldbol doen trillen in de nieren,

zoo niet uw oorlogskreet,

doorkolkend wijd en breed

Amerika, Euroop en wat er meer mocht liggen

aan 't ander eind misschien, de blanke

bleeke biggen

van onder Phoebus' oog te doen knikken vóór uw knie?

Tijl (in 't diapason): Genoeg, o sterk genie! Niet gij hoeft hier te spreken. Ik, Tijl, de goeverneur, zal mijnen staf nu breken. Ali heeft de ooren gespitst bij dat «Tijl». Nu wil ie voortrazen: En des mijn geest beval... Tijl Genoeg!

Ali ... ten strijd ter spoên.

Tijl Verlangt ge vrede en zoen? Of oorlog?

Naar believen! Mijn consul heeft méér dieven

dan gij ooit dromen kost!

Robinson (tot Ali): Dit wijzigt de conventie,

excellentie!

Tijl (tot Ali): 'k Bewonder uw corpulentie, excellentie!

Ali Gun mij een laatsten genitief: In naam des...

Tijl Ali, hoor, gij wordt accusatief. In naam van alle Turken doe alle negers in extase nederhurken. Houw duzend koppen af om uwen dorst te lesschen,

of - wat nog beter is - trek heel de zee op flessen en, maar mij niet...

Alii Wees zoo vrij niet.

Tijl Kom, nar, kom aan m'n hart.

Ge zijt 'n zottebel. Wie z'n mizerie tart krijgt ook

m'n vriendschap, Ali. Ge zijt 'n wonderbeest-in-

toga voor de balie. Spreek recht op Turksche

wijs...

Robinson 't Geloof is naar de maan!

Ali (ondergaat 'n plotse metamorfoze. Haalt

'n fluit je hoven en fluit) Uw vrijheids keersken,

Tijl, is dus ook uitgegaan, ('n geweldig

kanonschot van de vloot)

Ali (haalt handboeien uit z'n zak): Asjeblief,

m'sieu Tijl. De komedie heeft lang genoeg

geduurd,

Tijl. Robinson (uit één mond): He? Als Onder beschuldiging van moord op markies De Bei-Esprit, onder beschuldiging van poging tot massamoord ten huize genaamd «Chante-clair», eigenaar Ahasveer, bijgenaamd John. tertio: dragen van verboden wapens, quarto: opstandige drijverijen, quinto: verstek, sixto... Tijl Vorst of Leuven, Waarvan akte. Griffiekosten: Frs. 16.'t5.

Neemt kalm de boeien uit de handen van Ali cn bekijkt ze precieus.

Van 't zelfde staal maken ze decoraties.

't Hangt ervan afin welken winkel...

(gooit de boeien tegen den grond. Dan bruusk):

Ali, rechercheur, detectief, al wat ge wilt, ge zijt

mijn. Gij, geslepen als Reinaert, maar 'n beetje

te oud voor Europa, zult mijn Justitia zijn.

Onder mijn hoede, Ali!

Ali (droog): Pardon. M'n naam is Vander-

zenne...

Tijl Kan me niet schelen. Gij wordt Khalief van Tijlandia. Uw hart 'n vleeschklomp, uw tong het mes. Kwaliteiten voor 'n rechter: Roep uw veertig trawanten hier... Ali Policie! Robinson Aïe...

Tijl Goed. Haal de vloot erbij.

Robinson Ik smeer 'in, 't Begint hier aan te

branden, (exit)

Tijl Gooi 'n sinjaal den kosmos door; vraag tienduzend bataljons ter hulpe. Haal mortiers. kanonnen, mijnen; bolk om 't arsenaal van 't moederland -- och arme moeder! -- Ali! met géén middel ben 'k te vangen, met géén middel, Vanderzenne!

Ali heeft 'n policiehelm opgezet: Zullen zien... Daar komt het antwoord! Tijl gooit z'n muts de lucht in: 'k Ben de vrijheidsgeest van Vlaanderen! Vangt 'n detectieve geesten? Bij m'n uil! Geen spiritism! Draagt 'n geest ook boeien, vriendschap? Denkt gij cel en kamisool en tralie sterk genoeg voor geesten? Hokus, pokus! Ali 't Is genoeg! (hijfluit) Tijl Fluit poedel, groenland, hazewind of scheper, 't Wordt al marmelade in de handen van m'n negers!

Ali fluit harder met te ekens van ongeduld. Tijl Wacht ge 't tweede schot? Het komt niet! Kan niet, zal niet! Ali fluit razend.

Tijl Roekloos, dikzak, zijt ge uw adem aan 't verspillen! Realistisch wil ik dansen, vierend m'n emancipatie... Hop! (trekt Ali mee) Zwier logge beenen! Cirkel! Dyonisisch! Gek en gekker! Ritournelle! Wals of polka! Ali Bruut!

Tijl Brutaal als nonkel Breughel... 'k Zal u tot

m'n doel bekeeren, administratieve heiden!

Ali blaast, hijgt, zakt finaal ten gronde,

Tijl Daar... Hermandad's boerekermis! Zat van

wanhoop, paars van schaamte...

Ali zucht: Quel scandale...

De neger komt terug aanrennen.

Neger Groote fetisch! Tam-tam! Ali-Baba's

roovers onze vrienden! Burgemeester Crusoë...

Ali Wat???

Neger ... allen klein gekregen.

Ali M'n carrière is opgevouwen.

Tijl Nee. Eerst nu zal die beginnen, (tot neger);

Gij, kom hier. Ik geef u de orde van verdienste.



(hangt hem de boeien als 'n snoer om den hals)

Neger (dol): Massa! Massa!

Tijl (op Ali doelend): Voer die massa, netjes en

met eerbetuiging, gauw naar Crusoë's

gerechtshof, (tot AH); Wil u volgen?

Ali Wat historie!

Tijl Zondagdienst voor vloot en landweer. Morgen vorm ik 't ministerie. Goeien avond. Wel te rusten.

Be neger pakt Ali in de armen en draagt hem weg als 'n zak Robinson Tijl! Viktorie! Tijl Stil.. Robinson Viktorie!

Tijl Stil... Ik ben aan 't mediteeren over 't rad van avonturen... Robinson Wel?

Tijl Wij zorgen voor beschaving. Robinson Tijl wordt baas de wereld door! Tijl Behalve in z'n eigen huis... 'k Feliciteer us diplomaat. Gij blijft voor buitenlandse zaken... en m'n senator is m'n uil (de oogen van den uil vonken weer even)

Robinson 't Is 'n rare greep geweest. De vloot...

Tijl Oud ijzer.

Robinson ... kwam nader.

Tyl Hoeveel schepen?

Robinson Eén... klein.

Tijl Die glorie wordt pover...

Robinson Goed Maar er was volk, en er stak

'n kanon...

Tijl Stil nu. De rest is versleten. 'k Heb plannen voor 'n model-boerderij. Robinson En?

Tijl We gaan leeuwen kweeken. Robinson Zijn er niet genoeg? Tijl Stil. Geen insinuaties. Nele wordt triestig... Ik moet m'n avondgebed nog bidden. Ga weg. 'k Wil alleen zijn. 'k Heb geen keerskenspisser noodig. Zorg voor den vrede in de gemeente. 't Is nu tijd voor innerlijke devotie. Robinson Bij de negers? Tijl Zwart of wit, van binnen zijn wc gelijk. Robinson Ze willen 'n serenade brengen. Tijl Vogelpik? Morgen terugkomen. Robinson Niks te doen. Kaffer-koppigheid is

Tijl Azijn brouwer. Ga weg en sluit de deur.

Robinson Orders?

Tijl Morgen vroeg, zes uur, appèl.

Robinson En de fanfare?

Tijl Stik.

Robinson Merci, (exit)

Er komt weer groote weemoed over Tijl Hij

gaat, als in 't eerste kapittel knielen voor

't O. L. Vrouwket mediteerend. Er hangt schoone

maneschijn zooals in liefdeshistories. Ineens breekt er dichtbij 'n fanfare los. 'n Wilde neger' rhapsodie. De naderende kafferhulde aan den grooten nieuwen Manitoe. Ze zenden 'n afgevaardigde. De cacaphonie verstilt... De Neger van zooeven, met kleurige lappen omhangen, stormt op, 'n vel papier in de eene hand, 'n ontzettende koloniale ruiker in de andere. Hij begint: Groote Manitoe! Getrouw aan de traditie komen we u felici... Z'n speech is afgebroken, want daar zegt De Uil, terwijl zijn oogen vonken: Geen sant in eigen land. Nu ben ik senator en dus conservator. Scribent, laat uw lier aan 'n nagel hangen. Beter is 't 'nen uil te vangen. 't Leven is maar lach en traan. Goeien nacht! Het is gedaan!

De Neger geeft 'n teeken, zwaait z'n bouquet en

tiert: Getrouw aan de traditie!!

'n Formidabel kanonschot. De fanfare schettert

Ende de kafferkompanye, oeck ghenaemt «sjocheteit» danst glorieus het eynde van dese gekke history.

Antwerpen, Juli, 1925.

VIERDE KAPITTEL.

HET eiland van vroeger. 't Huizeken Is intusschen vergroeid met de fantastische flora, en alles heeft 'n physionomie gekregen als had Hierommus Bosch er gekluizenaard. 't Galjoen ligt gestrand, 't zeil aan flarden. De

Vliegende Hollander staat op 't dek. Naast hem de lantaren met 'n dansvlarn. Er schichten af en toe bliksems door de spleten van den hemel.

De Hollander. Land ! Kameraad! In veilige haven voerde ik u. Is dat geen vriendschap waard? Kom uit uw kooi. Sper uw neusgat op. Als nectar drenkt uw tropen land één zoete bedwelming. Wat fijner dan

uw madelief en uw pisseblommen,.. Ach, wat 'n hoek voor filozofen die rustig nog herkauwen willen het alfa en omega van 't geluk! -- mij is die gunst niet gejond! -- Allo!

Sismograaf van verlangens! Hier, hier vindt ge den grond voor annexatie! Op, droomer! Grijp met bei uw handen al wat het leven nog bieden wil!

TlJL komt aan dek gekropen: Kaptein... is de gekke vaart gestuit? Één vlam was de reis; 't galjoen 'n bolied f

('t bliksemen luuwt)

108

De Hollander. Aan wal, Tijl! Voor hartsgeheimen is er geen douanetarief!

TlJL.

Hier is het eind,

het eind van de wereld.

De Hollander.

Ofwel 't begin.

Kaffers en apen kunt ge beschaven, koning worden van heel 't domein, en doopen uw jongste vaderland, zónder vroede vaders: Tijlandia! En de oceaan wordt Uilespiegel... Zóó groot als hij was eens uw liefde...

Tijl.

Zwijg, vliegende vloeker! Ge lijkt 'n meermin...

De Hollander.

Min of meer...

TlJL stapt vermomd aan wal: Ge krijgt m'n galjoen...

De Hollander.

Cadeau?

Tijl.

Voor bewezen diensten... He? Koninklijk is 't, zoo Uebermenschen te beloonen...

De Hollander. M'n eeuwenlange practijk van 't reizen geldt méér dan Cook of Baedeker...

TlJL (voor zich):

Ja... Oogkleppen kreeg Peer Gynt, m n kozijn...

Volledig artikel als PDF

Auteur Anton Van de Velde

Publicatie Etcetera, 1983-09, jaargang 1, nummer 4, p. 22-34

Trefwoorden tijllammechoubrabosaturémarquiseneleassepoesrobinson

Namen AardeAchtung für TaschendiebeAdamAfrikaAhasveer BeklagenswaardigAhasveer GoodAl a-BABAAli BruutAli GunAli M'nAli PolicieAli WatAllahAlsoeAmerikaAmigoonAmourAmuletAntwerpenAssepoes En LammeAssepoes IkAssepoes LammeAssepoes OfAssepoes Ook TijlAssepoes SpreekAssepoes TijlAssepoes WeetAssepoes naar Tijl en TijlAutomatischBabaBaldadigerBalieke-pakBallet-esquisseBarstBeHy AhasveerBeenhouwersinsigneBeetjeBelleken NeleBelleken NietBelleken en LammeBelly DeBelly KanBelly LammeBelly NeeBelly WegBelly ZouBethlehemBlauwbaardBoeddhaBorrelBoterhammenBrabo 't WijfBrabo DanBrabo DatBrabo DeBrabo DieBrabo EnBrabo GaanBrabo GeefBrabo HaarBrabo HijBrabo HoeBrabo HongerBrabo IkBrabo JoepBrabo KoeragieBrabo LaatBrabo LammeBrabo MetBrabo NietBrabo OokBrabo RaarBrabo SchietBrabo TijlBrabo ToenBrabo VanBrabo VeelBrabo VijgenBrabo WaarBrabo WatBrabo WelBrabo WieBrabo ZwijgBrabo en LammeBrabo.BreughelverfBromCarambaCarmencitaChanceChou 't LevenChou NeeChou WatCook of BaedekerDaaruitDe Bei-EspritDe DokkerDe Hollander Aan walDe Hollander BijDe Hollander DaarDe Hollander DeDe Hollander DieDe Hollander GedenkDe Hollander GijDe Hollander HierDe Hollander IkDe Hollander JeDe Hollander JouwDe Hollander M'nDe Hollander WeerDe Hollander WieDe MarquiseDe NegerDe SinjorenDe UilDe Vliegende HollanderDe ademDe enkelingDeclaratieDikkeDissonanteDividendDominantDon Quichotte JonkvrouwDon Quichotte VoorDorstDronken DokkerDruoonDufDulcineaDuzendEeuwigeEn NeleEndeEt IeEuroopEuropaFi DoncFilistijnenFinaalFormidabelFormuutFreundGaperGetrapGeutGevaarlijkGevalGewichtGil SaturéGlorieGroote ManitoeGrootenHamletHeerHeloHereHerkuulHeurHierommus BoschHieronimus BoschHihihLHihihiHollander AdieuHollander CadeauHollander Damnatus estHollander DroomtHollander LandHollander MijHollander MinHollander NouHollander OfwelHollander TijlHollander VlandrenHollander WesterlingHoooooI EmancipatieII AbolitieII ErnstigII GoddelijkII HerinneringII HervormII KiesplatformII OmdatII OngezondII OokII PoeëetII RadioII Repose en paixII RoodII RougeII ScotchII VrijheidII WeetII ZwartIII BenIII ChemieIII HahahaIII HunIII InstinctmatigIII LyriekIII MeerderheidIII MetIII MooiIII OpbodIII RouletteIII SsstIII StroozakIII ZelfbeschikkingIII ZieIII ZwijgIce-creamIiefdesengelIndianenkrijschIndienJachemJandorieJasmijnJohn AllemachtigJohn BellekenJohn BellyJohn DankeJohn DenkJohn GaatJohn GeenJohn GoeieJohn HartelapJohn HeheheJohn InJohn KatJohn NahJohn NatuurlijkJohn NeeJohn OfJohn RoestJohn SstJohn VrijerJohn WelJohn WenschtJohn WhiskyJohn.JoodjeJuliaJustitiaKapteinKhalief van TijlandiaKortomLamme Lamme AanLamme AchLamme BarbaarscheLamme BelleLamme BrengLamme DaarLamme DankeLamme DansenLamme DatLamme DenLamme DoorLamme DéjeunerLamme EerstLamme En TijlLamme FijnLamme FoxLamme GauwLamme GeefLamme GesmoltenLamme GhyLamme GijLamme GoudLamme HebLamme IkLamme JaLamme KindjeLamme KocragicLamme KomLamme KwartLamme KwiekLamme LammeLamme LeidLamme M'nLamme MerciLamme MetLamme MiserereLamme NeeLamme NietLamme NiewaarLamme SpuwselLamme SufLamme TijlLamme ToeLamme UwLamme VanLamme VlaanderenLamme VoorzichtigLamme VouiLamme WabliefLamme WeLamme WieLamme WiltLamme WouwouwLamme ZegLamme ZekerLamme ZoekLamme ZooLamme en BraboLamme»Lange WapperLatijnLawaaiLeeningLegendeLeuvenLioenLodderkotLouis XXXMadonna.MaleierMamanMarquise 'n KwartiertjeMarquise AchMarquise AfschuwelijkMarquise AhMarquise BaronMarquise ChouMarquise DatMarquise De klokMarquise DenkMarquise EnfinMarquise GaMarquise HebbenMarquise HoeMarquise HouMarquise JijMarquise KindMarquise LeMarquise Maar ChouMarquise MarMarquise NeeMarquise OhMarquise OoooMarquise PlattelanderMarquise PouahMarquise SaturéMarquise SeigneurMarquise VerstaanMarquise WaarMarquise WatMarquise Wà-àtMarquise ZegMarquise Zoo'nMarquise ZutMarquise ZwijgMatteys de CasteleynMenapiërMenschMensenMercuurMesthoopMoca-erêmeMoeder van VlaanderenMonopool AanMóestMünichNaïefNeger GrooteNeger MassaNele ArmNele DanNele ErNele HoeNele IkNele JaNele M'n TijlNele TijlNele WaaromNele en BellekenNelëNikkerNobeleNoirNoord of ZuidNoordenNoorderbreedteNoordzeeOccasie voorOlijvenOngevloekteOnsterfelijkeOnverstoordeOnze Lieve Vrouwke van VlaanderenOnze VaderOooooooOpheliaPaarPaaschklokPaaschweekPairPapaPardonPaschenPeerPermitteertPhilantropiePompadourProleetRauthéndeleinReinaertRetretRiekRobinson AïeRobinson BeslistRobinson BijRobinson BlijfRobinson CrusoeRobinson CrusoëRobinson DanRobinson DatRobinson EnRobinson EénRobinson GeenRobinson GelijkeRobinson Goed MaarRobinson HadRobinson IkRobinson InRobinson KinderenRobinson KuituurRobinson LaatRobinson M'nRobinson MagRobinson MerciRobinson MijnRobinson NeeRobinson RaarRobinson TijlRobinson UitstekendRobinson ViktorieRobinson WatRobinson WelRobinson ZeRobinson ZijnRobinson ZijtRobinson ZéérRoelandRoemschenRosenSalonSamsonSatisré N'importe IequelSaturé 'n MinuutSaturé AllemachtigSaturé AuSaturé ChouSaturé De baronSaturé De wegSaturé EnSaturé FoxSaturé GeenSaturé GenoegSaturé Goeiendag.Saturé HaalSaturé HetSaturé HolaSaturé JuistSaturé KhhhSaturé KomSaturé LammeSaturé M'nSaturé MaarSaturé MonSaturé Nee.Saturé NogalSaturé OmSaturé Qu'a-t-ilSaturé SaSaturé WaarachtigSaturé WaaromSaturé WatSaturé ZiehierSaturé ZoozooSaturé ZoudenSaturé de Bei-EspritSaturé de Bel-EspritSaturé.ScheldeSchichtigeSchipSirSlaapmiddelSneeuwwitjeSpanjolenSpeechSpitSpotStalStapelStofStrategieStrijdTie GauwenTijl 'n ZielsverhuizingTijl 't GelukTijl AdieuTijl AkeligTijl AliTijl AlmachtigTijl AzijnTijl BanaalTijl BehalveTijl Bij GodTijl BladzijTijl BlijfTijl BraboTijl BrutaalTijl Chez ChanteclairTijl DaarnaTijl DanTijl De treinTijl DieTijl EiTijl ErTijl EtenTijl FluitTijl GaTijl GeefTijl GeenTijl GenoegTijl GoedTijl GoeienTijl GooiTijl GrendelTijl GroetTijl HebtTijl HijTijl HouTijl IkTijl KanTijl KataloogTijl KnooptTijl KomTijl Lamme BraboTijl M'nTijl MaakTijl MaalTijl MarquiseTijl MeisjeshartenTijl MijnTijl MinTijl MochtTijl MoetTijl MorgenTijl MéérTijl Naar PolenTijl Nee.Tijl NeleTijl NietTijl NuTijl OfTijl Ole-gestoIe-gekrege-gekochtTijl OnzeTijl OorlogTijl OudTijl PaxTijl RaakteTijl Rijstpap.Tijl Roept VlaanderenTijl RoyaalTijl SakkerlootTijl StikTijl Stil.Tijl TochTijl ToenTijl UwTijl VechtenTijl VerlangtTijl VloekTijl VlugTijl VogelpikTijl VoortTijl VorstTijl VreedzaamTijl VulTijl WaaromTijl WachtTijl WalTijl WatTijl WeduwnaarTijl WegTijl WelTijl ZegTijl ZekerTijl ZondagdienstTijl ZooTijl ZwartTijl ZwijgTijl van VlaanderenTijl.Til de Miroir-HibouTriestigenTurkenTurkscheTyl HoeveelUebermenschenUilespiegelValschaardVan ArteveldeVanderzenneVernederVertegenwoordigVertelselVlamingenVlanderenVleeschVolendamVolk van VlaanderenVordonnanceVreemdVulcaanVulgairWaarvanWas LammeWaterpoortWees-gegroetWerkWijnWildeWillem van OranjeWind Zuid-OostWoordZaagZeldzaamZijdenZoeloeZustcrkenZwezerikpolicie«Chez Chanteclair»


Development and design by LETTERWERK