• Pagina 2/Woensdag 2 september 1981.

Eind september begint Lili Veenman, echtgenote van de Nederlandse regisseur Fons Rademakers, aan de opnames vaa haar eerste speelfilm. Voor haar debuut koos ze de novelle MENUET van Louis-Paul Boon en vroeg ze aan Hugo Claus de ongewone struktuur van het verhaal in een bruikbare filmvorm te gieten. Een gesprek met scenarist

Hugo Claus: «Het was een hele grote uitdaging».

Claus over 'Menuet': 'Vloekend heb ik het scenario ingeleverd'

HUGO CLAUS: «Het boek MENUET gaat over iets dat nu een beetje ouderwets existentialistisch is, nl. de onmogelijkheid van mensen om te kommunikeren. De illustratie daarvan is een heel schrale en bijna niet te vatten anekdote; het is meer een soort toestand van een man die heel eenzelvig leeft en ook een heel eenzelvig werkje heeft in de vrieskelders van een brouwerij. Hij heeft een vrouw die ook vrij gesloten is en die hem niet helemaal begrijpt Ze hebben een huishoudhulpje, een jong meisje

- de leeftijd is niet helemaal bepaald, maar ze is wel puberaal

- dat een zekere getroubleerde toestand verwekt omdat ze daar over en weer loopt en die man «behekst».

Het boek gaat dan over onderhuidse spanningen die tussen die 3 mensen woekeren en volgt die incidenten door achtereenvolgens de man, de vrouw en het meisje aan het woord te laten komen, met hun eigen visie op de kleine gebeurtenissen die hun leven veranderen. De hobby van de man is het verzamelen van gewelddadige, saillante kranteberichten en daarvan zijn de meest verschrikkelijke als een doorlopend soort randkommentaar in het boek opgenomen. Dat vormt dan een soort kontrapunt met het leven van de drie personages, dat ook gewelddadig is zonder dat dit evenwel aan de oppervlakte komt.»

Een chaotische stroom krantekoppen, drie monologen van verschillende personages, van een echte plot is geen sprake: MENUET lijkt zich niet zo meteen te lenen voor een film-adaptatie.

CLAUS: «Op het eerste zicht is dat inderdaad zo; het boek heeft weinig aktie, weinig grote scènes, weinig van wat men normaal met een filmscenario associeert, maar juist dat was een hele grote uitdaging. Trouwens de opmerking dat dit of dat boek niet verfilmbaar is, is dikwijls niets meer dan een loze kreet. Het is natuurlijk ook soms wel waar; ik geloof ook niet dat bv. «A la recherche du temps perdu» verfilmbaar is en ik geloof ook niet dat zoiets wenseiijk is. Maar voor MENUET vond ik dat wel en ik was dus erg geïnteresseerd door de 'challenge'».

Hoe heb je dat konkreet aangepakt ?

CLAUS: «In mijn scenario gaat het om een kronologisch verhaal tot net voor het einde. Dan gebruik ik ook het procédé dat Boon aangewend heeft - de drie subjektieve visies van de drie personages dan verlaat ik dus het standpunt buiten de personages voor drie standpunten binnenin. In het scenario is er ook een bepaalde zwelling naar het einde toe via allerlei kleine incidenten. Uiteraard zijn dat geen ophefmakende konflikten, maar het zijn allemaal kleine,

(bij foto: Hugo Claus: «Menuet is een boek dat druipt van de schaamte, van de zonde en van alle ergernissen van de katolieke wereld».)

soms heel brutale, maar toch meestal genuanceerde konfliktjes».

Wat is er gebeurd met de kranteknipsels ?

CLAUS: «Het basisverhaal wordt in mijn scenario wel veel logischer dan bij Boon in verband gebracht met de kranteberichten die nu gevisualiseerd worden. Dus nu ziet men die lopende draad van kranteknipsels die de man z'n wereld beheksen. De kleine konfliktjes waar ik het daarnet over had moeten dus subtiel en genuanceerd gehouden worden omdat de impakt van de droomvisioenen veel te sterk is, die is heftig en obsceen; dus daartegenover kan je niet nog een keer grote dramatische konflikten stellen». In de Japanse film «Rashomon» vertelt cineast Kurosawa een aantal maal het verhaal van een verkrachting vanuit de verschillende standpunten Van de diverse betrokkenen. Het resultaat is een prachtige en fascinerende film.

INTERVIEW

Jan TEMMERMAN

CLAUS: «ik kon het «Rashomon»-procédé niet gebruiken omdat de gegevens van MENUET daarvoor niet kontrasterend genoeg waren. Het verhaal van «Rashomon» draait rond: „wat is waarheid?". Het gaat om een zeer konkreet feit waarvan men leugenachtige versies geeft zodat de dramatiek van het verhaal precies bestaat uit het naast elkaar knallen van die verschillende „waarheden".»

En boe zit bet met de „waarheid" van MENUET? In welke mate gaat het hier om een autobiografisch verhaal van Louis-Paul Boon ?

CLAUS: «Ik denk dat het vrij dicht bij de realiteit ligt. Maar ik

moet je er wel onmiddellijk bij vertellen, dat dit het laatste van mijn bekommernissen is. Daar heb ik helemaal niets mee te maken, dat zijn bekommernissen voor... nou ja, voor journalisten (lacht). Ik kan me daar niet mee bezig houden, ik wil daar niet over nadenken - ik heb daar natuurlijk wel m'n gedacht over maar dat kan bij mijn werk hier - het adapteren van MENUET naar een filmvorm -nooit ter sprake komen».

Maar betekende het feit dat je Boon zelf goed gekend hebt geen extra-handicap voor je adaptatie-werk ?

CLAUS: «Nee. Ik word ook wel gekonfronteerd met lezers die uit mijn boeken allerlei persoonlijke zaken gaan konkluderen. Ik heb daar vrij duidelijke ideëen over: aan de ene kant heb je een werkstuk, aan de andere, kant een auteur, en dat zijn twee dingen die mijns inziens niets met elkaar te maken hebben. Het is misschien een vraagstuk voor studenten in de psychiatrie of zo».

Maar zelf vind je zoiets niet relevant ?

CLAUS: «Het interesseert me helemaal niet Ik ga bv. ook bijna nooit om met schrijvers. Toen vrienden van me voorbij het huis van Henry Miller reden, stopten ze en gingen bij hem op bezoek. Ik bleef in de auto zitten en keek naar het landschap. Ik heb geen zin om die link tussen een auteur en zijn werk te leggen».

Je hebt Louis-Paul Boon leren kennen bij het begin van de jaren '50 via het tijdschrift «Tijd en Mens». Was dat zoiets als een konfrontatie tussen de prille debutant en het reeds gereputeerde talent ?

CLAUS: «Boon leefde toen nog in de grootste armoede. Hij werkte toen als freelance-journalist, schreef feuilletons en zo. En hij werd omringd door allerlei mensen uit Aalst - Ben Cami,

Marcel Wauters, ..Maurice d'Haese, enz. - die een soort.. ja, beschermende vleugel rond hem vormden.

Maar eigenlijk bevriend met Boon in de zin van 'hartsvrienden' was ik niet. Ik geloof dat hij mij nogal frivool vond en te.. te makkelijk, ja, te soepel, te adaptabel, hij wantrouwde mij. Boon behoorde tot die oudere lichting van Vlaamse schrijvers die zich eigenlijk een beetje geneerden voor hun werk als literator. Mensen als Richard Minne hadden dat ook. Die riepen dan: 'Laten we vooral niet over Literatuur praten», alsof het iets schandelijks was, en dan ook doen alsof ze eigenlijk niet zoveel lazen.

Boon. werd mij bv zeer verx als ik het had over een recent Amerikaans, boek of over een tentoonstelling en zo. Het was «de bon ton» om je dan te beschouwen als snob of als afkijker.

Het feit alleen al dat je een soort kulturele belangstelling had, dat was een beetje louche. Het moest allemaal van binnen komen, vanuit de eigen... impulsen, wat natuurlijk baarlijke onzin want de «impulsen» van Boon die kan je ook zo nagaan bij de auteurs die hem beïnvloed hebben».

Zoals dat gebruik van die stroom kranteknipsels. Dat had Boon toch duidelijk bij de Amerikaanse auteur Dos Passos geleerd.

CLAUS: «Met dat verschil dat Dos Passos het geheel wou vatten en dat Boon heel duidelijk kiest voor wat er aan troebels en obscuurs in de psyche van zijn hoofdpersonage leeft. Het is bij Boon niet een overzicht van wat er gebeurt in dat jaar, zoals bij Dos Passos, of van wat er internationaal aan de hand is. Het heeft duidelijk alleen te maken met geweld, met dromen, met verkrampte seksualiteit»,

In zijn boek «Wat een leven!» vertelt Boon op een prachtig beknopte manier hoe hij via het schilderen van straattafereeltjes tot schrijven kwam: « Er was zoveel te zien, dat ik het allemaal niet vlug genoeg schilderen kon. Ik most me op den duur beperken, tot schetsen, en daar dan een hoop verklarende tekst bijschrijven. En op den duur werd het meer tekst dan tekening. Ja, het werd tenslotte een roman ».

CLAUS: Ja, maar Boon is ook altijd een literaire tekenaar en schilder geweest. Het betekende altijd iets, zijn tekenen had al alle kenmerken van de anekdote. Hij was ook iemand die als kunstenaar een beetje van alles probeerde».

Net zoals Hugo Claus dat doet...

CLAUS: Nou nee, hij was een monomane, gedreven, grote artiest en ik, ik ben maar een flodderaar (lacht ontspannen)».

Was er behalve de uitdaging nog een andere reden waarom je de scenario-opdracht van MENUET aanvaard hebt?

CLAUS: Misschien omdat ik niet wou dat iemand anders het deed, omdat ik het gevoel had dat ik het beter kon, althans met meer respekt in de goede zin, nl.. in de kreatieve zin tegenover Boon.

Ik kan me bv. goed voorstellen dat ik meer risiko's durf te nemen en durf af te wijken van het boek ten gunste van de film. Dat doet een ander scenarist niet zo gauw, die zegt «nou, men wou DAT boek nu eenmaal hebben «en dat krijg je dan in mootjes verdeeld. Ik denk dat van de vele scenario's die ik gemaakt heb de adaptatie van MENUET verreweg het beste is, of het minst slechte. En dat heeft te maken met die uitdaging, juist omdat de materie zo weerbarstig was en omdat ik dan zie dat ik toch allerlei oplossingen gevonden heb voor op het eerste zicht onoverkomelijke moeilijkheden. En dat geeft een mens toch altijd een zekere voldoening (lacht). Indien Boon het scenario had kunnen lezen, zou hij gemerkt hebben dat mijn inventiviteit zich helemaal geënt heeft op zijn persoonlijkheid. Ik heb geprobeerd om er een Boon-film van te maken, zeker geen Claus-film».

Maar heb je dan nu geen zin om zelf achter de camera te gaan staan?

CLAUS: «Ja, natuurlijk, vloekend heb ik het scenario ingeleverd. lk zal dus ook niet nar de opnames gaan kijken, want anders slaat die vreselijke schizofrenie weer toe. Dan wil ik het zelf doen, dan zou ik zeggen tegen de regisseur: «Lili, ga even opzij, laat mij dat even regelen (lacht).».

Zal het Vlaamse boek MENUET niet gehavend uit deze Belgisch-Nederlandse co-produktie met een Nederlandse regisseur komen?

CLAUS: «Ik heb in ieder geval mijn best gedaan om het Vlaamse karakter van MENUET te handhaven. Het heeft weinig zin om te proberen daar een universeel Nederlands gevoel in te kweken, want dat is dan zo onbepaald. Dus alle bijzonderheden van de film moeten voor mijn gevoel zeer. Vlaams gesitueerd worden. Het is trouwens een zeer «katoliek» boek. Het is een boek dat druipt van de schaamte, van de zonde en van alle ergernissen van de katolieke wereld»