CLAUS VERFILMT ZIJN 'VRIJDAG'

'Mijn ambitie: de mooiste films, gewoon'

Mariekerke aan de Schelde, onder een druilerige juli-regen. Als we gewoon de weg vragen naar de Ommegangstraat, krijgen we de richtlijnen, begeleid door een soort archetypisch camera-gebaar: een snel roterende beweging van de hand die ter hoogte van het rechteroog wordt gehouden.

Mariekerke herberg inderdaad sinds begin juni een heuse filmset. Hugo Claus leidt daar de verfilming van zijn toneelstuk VRIJDAG naar een eigen scenariobewerking. Het projekt is een Belgisch-Nederlandse co-produktie van Kunst en Kino (B) en Concept/Cinécentrum (N); het 33 miljoen-budget wordt grotendeels gesubsidieerd door het Ministerie van Nederlandse Kultuur (B) en het Produktiefonds (N).

VRIJDAG: De fabrieksarbeider Georges keert terug uit de gevangenis na een straf te hebben uitgezeten wegens een incestueuse verhouding met zijn dochter Christiane. Zijn vrouw Jeanne is tijdens zijn afwezigheid een verhouding begonnen met zijn vriend Erik, van wie ze ondertussen een kind heeft.

Aangeslagen door het gevangenisleven en door de verhouding van zijn vrouw, zoekt Georges, moeizaam

en verward, opnieuw zijn plaats.

De uitgeverij De Bezige Bij die de toneeltekst publiceerde, omschreef het geheel als «een klassiek noodlotsgegeven rond drie mensen, waarin de doem der goden en het taboe van de maatschappij hun verschrikkelijke, onontkoombare rol spelen».

Wanneer we op de set aankomen loopt de lunchpauze van de ploeg

(bij foto: Boven: Nachtelijke opname in het dorpje Mariekerke: cameraman Ricardo Aronovich neemt Kitty Courbais in een travelling

Beneden: Regisseur Hugo Claus, hoofdrolspeler Frank Aendenboom, met de verslaggever, op het «overspelige» bed. Links: De Nederlandse aktrice Kitty Courhois in de rol van Jeanne. Rechts: De Vlaamse akteur Frank Aendenboom in de rol van Georges.

Foto's Edward Schellens))

net ten einde. Hugo Claus zit geboeid te luisteren naar de intrigerende verhalen van Roland Lethem, zowat de meest gerenommeerde Belgische subversieve cineast, die entoesiast vertelt over zijn expeditie naar IJsland. Met de hulp van een medium ging hij daar de bizarre hypotesen van Jules Vernes «Reis naar het middelpunt van de aarde» onderzoeken. Uitkijken dus naar het te verwachten filmisch verslag, door Lethem zelf betiteld als een «para-dokumentaire».

ln de Mariekerkse Ommegangstraat vond de produktieploeg tijdens de voorbereidingen een huis dat men net aan het verbouwen was en dat zowat de ideale lokatie bleek te zijn voor de echtelijke woonst, kompleet met tuin, van Georges en Jeanne. Huis, meubilair, behang, gebruiks- en siervoorwerpen ademen zwaar de muffe, kitscherige sfeer van een kleinburgerlijke arbeiderswoning, anno 1960. Op de eerste verdieping is de Argentijnse cameraman Ricardo Aronovich op de smalle overloop kalm in de weer met de voorbereiding. Claus waarschuwt dat we vanmiddag weinig spektaculaire opnamen moeten verwachten. Op het programma staan «takes» als «Georges loopt trap op», «Georges kijkt kamer binnen», etc, Weinig inspirerend weliswaar voor akteurs en technische ploeg, maar onvermijdelijk en daarom door de betrokkenen met rustige koncentratie en welbegrepen beroepsernst uitgevoerd.

ARGENTIJN

Waarom wilde Claus de internationaal gelauwerde Argentijn als chefcameraman?

Claus: «In het begin van de jaren '60 heb ik eens op de televisie de film «De Geweren» van Ruy Guerra ingeleid en toen was mij het camerawerk van Aronovich al opgevallen. Ik ken ook zijn later werk. Ondermeer Lumière (het egotripperig regiedebuut van Jeanne Moreau. Nvdr.), waarin het camerawerk wel het interessantste is. Toen het probleem van de cameraman voor deze produktie

zich stelde herinnerde ik mij de film «Providence» (Alain Resnais) heel goed. Ik wou voor mijn film geen TV-achtige, rauwe reportagestijl, ik wil een geraffineerde, steedse benadering». Over die specifieke benadering van Claus liet men hem trouwens aan het woord in een soort interview dat in de persdokumentatie werd opgenomen. Wanneer we opmerken nogal wat problemen te hebben met het gesofistikeerde realisme-begrip dat men Claus daarin wil laten uitleggen, vraagt hij de tekst, leest de problematische passages, mompelt «och god, wat arrogant», en onderneemt een proeve tot verduidelijking: «Ik wou waarschijnlijk vertellen dat als men films maakt over arbeiders, men nogal gauw de neiging heeft het moeilijke, ruwe leven van de arbeiders ook in de vormgeving te projekteren.

Dan krijg je iets dat bij de dokumentaire stijl aanleunt en dat is het verst van mijn gedachten. Ik wou hier zorgvuldig gekomponeerde bewegingen, een heel verzorgde belichting, alles wat je bij de Romeinse, mondaine wereld van Visconti verwacht of bij de architekten van Antonioni. Ik vind dat de arbeider recht heeft op zo'n estetische vormgeving, net zo goed als de bourgeois».

«Dit lijkt wel een pleidooi voor de «estetiek van de miserie», waar cineasten als Ivens en Storck zo tegen te keer gaan...»

Claus: «Je kan natuurlijk nu al de kritiek schrijven van «ja, prachtige plaatsjes op een menselijk drama». Men ziet dat altijd als tegenstellingen. Maar waarom moet zogezegde schoonheid gereserveerdworden voor de andere klasse? Waarom is een mooi beeld op de arbeiderswereld bij voorbaat verdacht?»

JAREN '60

«Het gebeuren situeert zich in bet begin van de jaren '60. Was het nuttig of nodig het scenario te aktualiseren naar de jaren tachtig?»

Claus: «Nee, dat kan niet omdat de troebelen van '68 daartussen zijn gekomen en de verhouding van de mensen tegenover vroegere taboes - seksuele en andere -toch veel vrijer is geworden, veel losser. Men maakt zich bijvoorbeeld niet zo druk meer om huwelijksontrouw. Ik maak dus een film over '60 in '80, ja Het kan natuurlijk niet anders dan het door de ogen van iemand uit de jaren tachtig te zien, maar er is wel een kleine decallage en dat is interessant. Er zijn bepaalde reakties van de personages die een beetje ouderwets zijn...»

«En dat allemaal samen met die mooie plaatjes. Zien we hier niet hef schimmige retro-spook opdoemen?»

Claus: geamuseerd en ironiserend: «Ja, men zou kunnen spreken van een lichte vervreemding, indien dat woord niet helemaal verpest was door vooruitstrevende filmers en vooral door teatermakers, ook van de jaren '60 overigens».

«Je bebt vooral ervaring als toneelregisseur. Wat betekent filmregie voor jou?»

Claus: ' «Voor mij is het een kompletere aktiviteit omdat het ook meer met het visuele te maken heeft, met een ander gevoel voor verhouding dan in het teater waar je ook rekening moet houden met een ander soort publiek. Daar moet je op dat moment je publiek in de ban houden met vrij direkte middelen, met stem, met beweging. Bij film heb je die kontinuïteit van het toneel niet en dat is een groot voordeel, omdat je kunt selekteren uit de verschillende mogelijkheden. Teater is als een fresko dat je op een namiddag moet schilderen, film is een boek vol miniaturen dat je gedurende twee jaar mag vol schilderen. En dit is nu echt een hele slechte vergelijking, maar er schiet mij op dit moment geen andere te binnen».

AKTEURS

«En hoe zit het met akteursregie in film en toneel?» Claus: «Dat vormt een vrij simplistische tegenstelling. In het teater moet je zorgen dat ze naar buiten toe hun innerlijke wereld manifesteren; één goed, groot gebaar is te verkiezen boven een bijna onopgemerkt, klein gebaar. In film is het net andersom: daar moet je naar de vrij minieme dingen gaan, die als bij toeval iets loslaten over de innerlijke wereld van de personages. Bij het teater gaat mijn voorliefde naar het grote gebaar, duidelijk geprofileerd. In de film kan je je dat niet permitteren, tenzij je een mytische film wil maken over de Germaanse goedenwereld of zo, maar dat is voorlopig niet mijn ambitie».

«En wat is die ambitie dan wel?»

Claus: «Gewoon de mooiste films maken, heel simpel».

«Over jouw al dan niet vermeende obsessie van het incest-tema is al heel wat te doen geweest».

Claus: schouderophalend, met de kwasi-berusting van een vermoeide fatsoensrakker: «Men is er nog niet achtergekomen dat incest goed is voor de mensen. Het is nog wel één van de sterkste taboes, nog altijd. Maar het is natuurlijk geen film voor incest; er is een incestueus kontakt geweest. Je ziet ook heel duidelijk dat de vader verleid wordt door zijn dochter, zij is het die incest pleegt, niet hij».

Na de suksesrijke verfilming van een erg bekend Vlaams boek, De Witte, nu de verfilming van een erg bekend Vlaams toneelstuk. Waarom verfilmt Claus nu Vrijdag?

Claus: «Omdat men mij dat gevraagd heeft. Producent Jan Van Raemdonck is naar mij toegekomen en heeft het mij voorgesteld, Ik heb andere voorstellen aan de Selektiekommissie gedaan, maar die zijn afgewezen. Zo ondermeer de bewerking van «Omtrent Dee-dee», dat trouwens oorspronkelijk een filmscenario was, maar daar hadden die mensen geen zin in. De plannen voor Vrijdag dateren wel al van vóór De Witte, maar het is inderdaad zo dat men liever garanties heeft over het mogelijke appeal van zo'n filmprojekt, dat kan je de producent toch niet kwalijk nemen. Maar ikzelf zou het liefst het scenario, de dialogen, het tema van iemand anders verfilmen. Dat zou het mij mogelijk

maken mijn ambitie als regisseur veel duidelijker te manifesteren».

MUZIEK

Voor de teaterversie van Vrijdag deed Claus in 1969 een beroep op de zogenaamde anti-muziek van Willem Breuker en Hans Bennink. Voor de filmversie wil hij zelf instaan voor de muzikale omlijsting.

Je bent reeds aktief op uiteenlopende artistieke terreinen. Nu ook nog de muziek aanpakken...

Claus lachend: «Ja, dat noemen ze nou grootheidswaan. Bij de opnamen heb ik een bepaald muzikaal ritme in mijn hoofd en op basis daarvan laat ik de personages ook lopen, zitten, enzovoort. Als ze dat ritme zouden kennen, dan wordt het te vlak, te makkelijk, dan glijden ze. De bedoeling is dat ik het er straks laat «inglijden».

In de slaapkamer van Georges en Jeanne worden de voorbereidingen getroffen om de korte 'take' «Georges kijkt door venster» op te nemen. In afwachting ligt hoofdrolspeler Frank Aendenboom wat te praten met Claus op het «overspelige» bed.

Bij de vraag hoe Aendenboom de werkwijze van Claus — met wie hij nog nooit samenwerkte —

(Doorlezen op pag. 21

Jan TEMMERMAN)

Claus verfilmt zijn 'Vrijdag'

beoordeelt, verwijdert de regisseur zich glimlachend, «niet terwijl ik in hetzelfde bed lig». ,,

Aendenboom: «Claus heeft een ongelooflijk oog en oor, ik heb zelden een regisseur meegemaakt die zoveel ziet en zoveel hoort. En daarbij rustig en kalm blijft, maar heel luciede».

Frank Aendenboom speelde indertijd op het toneel de rol van huisvriend Erik, nu in de film de rol van Georges. Hoe evolueerde die personages van de toneelplanken tot onder de filmspots ?

Aendenboom: «Het stuk werd helemaal herschreven, weinig dialogen bleven dezelfde, de personages kregen duidelijk een ander karakter. In het stuk vertelt Georges bijvoorbeeld alles wat hij heeft meegemaakt aan Jeanne en Erik en het is precies Erik die alles relativeert. Maar in de film worden die scènes — de gevangenis, de verleiding, de begrafenis — allemaal getoond, je ziet hoe Georges alles meemaakt en hoe hij zelf alles kan relativeren. Je ziet de personages waarover hij vertelt, de personages die hij in het stuk in feite allemaal moest spelen. In het stuk heeft Georges iets naïefs, kinderlijks bijna; dat heeft hij in de film veel minder».

STILTE

Aanwijzigingen van regisseur Claus en cameraman Aronovich: Georges loopt het trapje naar de overloop op, voorbij de zwenkende camera naar de deuropening, blijft staan, kijkt naar binnen. De korte scène wordt een paar maal overgedaan, en dan het magische moment: de camera draait, éénmaal, andermaal. De script-girl noteert de meterstanden van de pellicule. Dan komt de geluidsafdeling aan de beurt. Een doffe claxonstoot doet iedereen in het huis de adem inhouden. Komplete stilte. Georges loopt opnieuw de trap op, de bandopnemer capteert het geluid van zijn voetstappen. Nogmaals overdoen om bij de uiteindelijke montage een perfekte synchronisatie te krijgen. Afgelopen. Men begint met de voorbereidingen van de volgende opname.

Ondertussen wacht Kitty Courbois geduldig in de woonkamer om straks haar scène «kindje wiegen» op te nemen. Kitty Courbois vertolkte in de Nederlandse première van Vrijdag in 1969 onder regie van Claus zelf de rol van dochter Christiane. Nu geeft ze gestalte aan Jeanne, de vrouw van Georges, opnieuw in een regie van Claus.

Courbois: «Ik vind dit werken met dezelfde man wel een voordeel, hoewel de aanpak totaal anders is. Ook de dialogen zijn heel anders..

Het is geen dialekt meer, het is gewoon de taal van Hugo».

Wat is het belang van de incestproblematiek ?

Courbois: «Nou, dat is gewoon een heel goed dramatisch gegeven. Toen ik de rol van Christiane speelde, vond ik het iets heel vanzelfsprekends, daar heb ik nog nooit mijn hoofd over gebroken. Dat vond ik zo natuurlijk, zo gewoon, dat kon ik me zo goed indenken».

VAKMANSCHAP

Net als Frank Aendenboom is Kitty Courtois erg entoesiast over het vakmanschap/meesterschap van cameraman Aronovich, maar toch schrikt ze er voor terug om de «rushes» te bekijken.

Courbois: «Je wordt daardoor teveel afgeleid en beïnvloed. Ook al wil je dat niet, onbewust heb je daar wel last van. Rushes kijken is trouwens heel erg moeilijk, vooral zonder geluid. Ik heb al last wanneer ik mijn stem op een bandje hoor. Voor de eigenlijke opnamen moet je echt wel dubbel gekoncentreerd zijn, je hebt natuurlijk wel wat ervaring gekregen. De camera leidt me bijvoorbeeld niet meer af, daar raak je wel snel aan gewend, maar je doet toch nooit iets zomaar». Kitty Courbois was een tijdje de levensvriendin van Hugo Claus.

Zijn roman «Het Jaar van de Kreeft» wordt, zoals genoegzaam bekend, omschreven als de neerslag van hun verhouding. De erg zwakke verfilming ervan heeft ze nooit gezien.

Courbois: «Ik had geen zin om de rol te spelen, want daar ben ik voor gevraagd, en dan had ik ook geen zin om die films te zien».

«Leven met Claus, werken met dezelfde man. Is zoiets hinderlijk of vervelend ?»

Courbois: «Helemaal niet, het is ook een voordeel dat je elkaar heel goed kent. Vervelend, nee, het is eerder grappig. Ik had ook nooit verwacht dat ik voor de vertolking van Jeanne zou aangeduid worden, het was heel spannend om die rol te krijgen». Boven is regisseur Patrick Lebon ondertussen een kijkje komen nemen, ondermeer om te zien hoe Frank Aendenboom, die ook meespeelde in Lebons' «Hellegat», het stelt op deze nieuwe Vlaamse filmset.

Alles is in gereedheid gebracht voor de volgende opname. Terwijl de scriptgirl «camera klaar» meldt, nog even vragen aan Claus of Vlaanderen zich moet voorbereiden op een «beruchte» incest-scène?

Claus: «Nee».

Jan TEMMERMAN