"Ik kan niet altijd originele stukken schrijven omdat ik daar niet altijd de nodige tijd voor heb."

"Seneca is een scharrelaar in de driften van de mens. Hij is een beetje de Henk van der Meyden van Rome."

Na de creatie van het treurspel "Phaedra"

weldra de première van de film "Vrijdag"

Ik ben toneel gaan schrijven van 1953 al, omdat ik als schrijver, en zeker als schrijver die in Italië woonde, geen idee had van de weerklank die mijn werk had. Ik zat wel een aantal maanden over zo'n boek gebogen, maar ik merkte niets van wat zo'n boek «deed», behalve van die twaalf besprekingen in Nederlandse en Belgische kranten en drie brieven van krankzinnigen. De wens direct contact te hebben met het publiek bracht me ertoe voor toneel te gaan schrijven... ledereen schrijft gedichten als hij zestien is. Alleen de naïevelingen gaan gewoon door."

Hugo Claus (51), de veelzijdigste en productiefste auteur van het Nederlandse taalgebied, heeft sedert zijn debuut zoveel prijzen en onderscheidingen gekregen dat hij er de tel is bij kwijtgeraakt. Zelf heeft hij zoveel poëzie, proza, toneel en filmscripts van uiteenlopende kwaliteit vervaardigd, dat anderen het nauwelijks nog kunnen bijhouden. Het zal de Meester een zorg zijn. Hij taxeert zijn œuvre zwierig als «een grote vuilnisbak». «Men scharrelt daar wat in, en wat men het leukste vindt, is het beste».

De première van Claus' tweede speelfilm .«Vrijdag». is gepland in december. Momenteel loopt, onder auspiciën van Europalia 80 - België 150 - in regie van Ton Lutz de adaptatie van de klassieke tragedie «Phaedra»

«ik kan niet altijd originele stukken schrijven omdat ik daar niet altijd de nodige aanlooptijd, de tijd voor refiexie voor heb», betoogt Claus. En dan grijpt hij graag terug naar bewerkingen van Elisabethaans of klassiek theater «om een beetje in de running te blijven»

Van de grote meesterwerken - die van Shakespeare b.v. blijft Claus af. Liever buigt hij zicht over de "interessante, maar onvolkomen stukken". Daar is hij veel vrijer. Hij voert nieuwe personages ten tonele, schrapt sommige rollen, comprimeert dit, rekt dat ui.

"Enfin, daar kan ik mijn gang mee gaan", vindt hij.

Zo is het ook met Phaedra gebeurd.

..RUSTELOOS VEL»

Phaedra, de vrouw van de Atheense koning Theseus, is het wachten op haar uithuizige man moe. Bovendien is zij verliefd op Hippolytus, Thesèus' zoon uit een vroeger huwelijk. Ondubbelzinnig situeert Phaedra zichzelf. «Ik wil het beest zijn waar hij op jaagt» en ook «Ik was het die in mijn rusteloos vel een ontuchtig vuur heb gestookt».

Haar vertrouwelinge Oenone tracht haar tot inkeer te brengen «Jij ziet de zonde. en je laat haar bloeien, Smoor dat gore vuur in je»

Maar Phaedra beschouwt zich als een speelbal van Venus («Hoe kan ik denken met die god die danst in mijn ziel?»). Als Phaedra Hippolytus haar liefde opbiecht, loopt hij weg.

Oenonè geeft haar meesteres de raad Theseus voor te liegen dat Hippolytus is gevlucht omdat hij op haar geweld heeft gepleegd. Als Theseus thuiskomt doet Phaedra hem dit verhaal. Theseus verzoekt Neptunus zijn zoon te doden, wat de «God der Zeeën» prompt doet. Phaedra bekent haar leugen en pleegt zelfmoord.

Bij het lijk van zijn zoon klaagt Theseus: «Vader Dood, die naar ons loert vanuit uw nevelig rijk, heilig is uw wraak maar ondraaglijk hard voor ons die ons dagelijks brood in wanhoop en verwarring eten. Vergeef ons, vader, onze verstrikte verlangens die bestraft moeten worden door de lucht van uw verschrikkelijke adem». Er bestaan van het Phaedrathèma verschillende versies, o.m. van Euripides, Seneca en Racine.

Als basis koos Hugo Claus de tekst van Seneca, die hij omschrijft als «een scharrelaar in de driften van de mens». Hij is een beetje de Henk van der Meyden van Rome... Je mag zeker zijn dat bij hem, in elk stuk, een paar pagina's overigens onnoemelijk vals klinkende beschouwingen voorkomen. Het is zo mooi allemaal, het is technicolor, het is kitch. Maar blijkbaar vond hij dat nodig, vermeide hij zich daarin, als in een onbestaanbaar paradijs waarnaar hij verlangde.» Dat is een kleine romantische inslag die ook Claus niet vreemd is. En met genoegen heeft hij dat helemaal opnieuw ten tonele gevoerd.

(bij foto: Phaedra (Hilde Uytterlinden) bezwijkt voor de charmes van haar stiefzoon Hippolytus (Karel Vingerhoets). «Ik wil het beest zijn waar hij op jaagt».)

SLAPSTICKS

Claus heeft ondertussen alweer een verhaal geschreven, hij maakt het scenario van «Suite flamande», een reeks gedichten die ooit in Avenue is verschenen en die men op de BRT-televisie wil brengen, en in samenwerking met Konrad Boehmer knutselt hij aan een opera, gebaseerd op 'Faust'. «Werk genoeg», zegt de Meester. «Dat vind ik ook wel prettig, anders ga ik maar naar de paarderennen of achter de wijven aan, en dat is alleen maar tijdverlies.» Als hij niet werkt, gokt of jaagt, maakt hij de tijd ook wel eens zoek met discussiëren of kaarten in de club van zijn broer Guido, menige alcoholische verversing tot zich nemend.

Hij mag zich overigens al verdiepen in antieke treurspelen, hij volgt de politieke actualiteit op de voet. Hij erkent grif een analfabeet op het gebied van de praktische politiek te zijn, maar hij hoeft onze besluitvormers en bewindslieden maar te zien en te horen, of hij weet: «Dat is fout, een mens is niet gemaakt om zich zo te vertonen en dit soort beweringen te doen». Op zondag stemt Claus dan ook onverbiddelijk af op het BRT-programma 'Confrontatie'.

«Dat vervangt voor mij alle WC Fields of Buster Keatons ter wereld. Het is ook een slapstick, maar dan van een gruwelijker orde.»

VEELSCHRIJVER

Claus is toch maar weer aangezocht door het ministerie van de Vlaamse gemeenschap en de Nederlandse commissie voor de cultuur van de Brusselse agglomeratie om een toneelstuk voor Europalia 80 te plegen.

Soms lijkt het wel alsof hij de enige toneelauteur in Vlaanderen is. Hij betreurt die toestand zelf ook. «De gezelschappen van Antwerpen, Brussel en Gent hangen voortdurend aan de telefoon, en dan is het alsof ik alleen ben als toneelauteur. Er gaat geen jaar voorbij of ze programmeren iets van mij. En die plek zouden ze wat mij betreft, makkelijk door andere mensen moeten kunnen invullen. Er zijn een boel mensen met talent maar op een of andere manier komen die niet regelmatig aan bod, vind ik.»

Aan confrater Mark Reynebeau die hem onlangs vroeg of het prettig is om in België toneel te schrijven, antwoordde de Mandarijn der Vlaamse letteren: . «Ik heb in België nog maar één stuk in première laten gaan. Het is een soort luxe hier. Het is iets dat men over het algemeen na zijn uren doet. Als men gewerkt heeft voor de krant of voor het ministerie dan gaat men bij de haard fantaseren en schrijft men af en toe een stukje. Dat heeft niets te maken met kultuur, met de gemeenschap, dat heeft niets te maken met wat er in zo'n gemeenschap zou kunnen leven. Wat dat betreft is het zeer frustrerend. Ik ben een van de weinige auteurs, zoniet de enige, die van zijn pen leeft, maar ik kan niet als toneelschrijver leven. Als ik één toneelstuk per jaar schrijf — waardoor ik vergeleken met een Jean Anouilh of Tennessee Williams tot de echte veelschrijvers zou behoren — levert me dat, zeg maar 100.000 frank op, waarvan 60 procent naar de belastingen gaat. Zo simpel is het. Dus het is een soort luxe, als je aangewezen bent op dit land».

Wellicht is de filmerij lucratiever. Einde mei begonnen — ondanks het gedonderjaag van pastoor Pauwels in Mariekerke tegen «het zondig gedoe» — de filmopnamen van «Vrijdag». De prent, een Nederlands-Belgische coproductie, komt uit in december. Claus schreef zelf het scenario en regisseerde. Cameraman was de in Parijs wonende Argentijn Ricardo Aronovitsj die o.m. tekende voor de beelden in «Le Souffle au cœur», «Providence» en «Chair de Femme». De hoofdrollen worden gespeeld door Frank Aendenboom, Claus' vroegere vriendin Kitty Courbois, en Herbert Flack.

«Vrijdag» is de geschiedenis van de Westvlaamse arbeider Georges Vermeersch, die met zijn dochter Christiane een verhouding had en daarvoor tot een gevangenisstraf van twee jaar werd veroordeeld.

(bij foto: «Ik was het die in mijn rusteloos vel een ontuchtig vuur heb gestookt» situeert Phaedra zichzelf).

Tijdens die periode heeft zijn vrouw Jeanne een affaire met buurman Erik. Zij krijgt een kind van hem dat in de wieg ligt als Vermeersch uit de strafcel thuiskomt.

«Vrijdag» ging elf jaar geleden als toneelstuk in Nederland in première, en kende overal een geweldig succes. «Naast wat in het toneelstuk te zien is, worden alle wensdromen, hallucinaties en al wat in de verbeelding der hoofdpersonages leeft, in beeld gebracht», vertelt Claus.

«Er zijn geen twaalf zinnen meer die ook in het stuk voorkomen. Alles is herschreven. Alleen de eenheid van tijd is behouden. Alles speelt zich af tussen vijf uur 's namiddags en zes uur 's ochtends». «Vrijdag» is de tweede speelfilm vanClaus. In 1968 maakte hij «De Vijanden», een oorlogsverhaal over een Amerikaan, een Duitser en een Antwerpse jongen die door het toeval worden samengebracht. Hoewel de film duidelijk gemaakt was voor het grote publiek, vond hij weinig erkenning. Misschien lukt het nu beter. «Vrijdag speelt zich af op die dag omdat dat de dag van boete is en ook de dag waarop Christus aan het kruis stierf. Mijn verhaal is over zonde en het boete doen daarvoor», legt Claus uit. Daarnaast is vrijdag ook de dag van Freia, de godin der liefde. Ik heb een arbeidersmilieu gekozen omdat het een melodrama is — daar houd ik van — en de arbeiders een meer directe, en minder hypokriete manier van zich uiten hebben dan wat de hogere burgerij heet.» Waarom precies weer het incestthema? «Omdat Racine en de Grieken het mij al voorgedaan hebben. Maar dat is natuurlijk niet mijn enige motief. De familie is een goed klimaat voor drama. Vanuit de familie heb je een betere kijk op de samenleving, ofschoon dat weldra zal veranderen. Het is een instelling die stilaan verdwijnt. Gelukkig maar. Ik heb niets tegen familie, zolang ik zelf maar niet hoef. Ik heb er geen talent voor. Zoals Beethoven.» Incest beschouwt Claus overigens veeleer als een bevestiging van de familie. «Waar een taboe heerst, moet het regelmatig doorbroken worden precies om het te bevestigen», peroreert hij. Hij legt er met kleur de nadruk op dat hij geen abnormale belangstelling voor incest heeft.

«Die is in de literatuur en de mythologie altijd aan de orde geweest. Incest heeft met de familie te maken en de familie is nog steeds de kern van onze samenleving. En als ik zo om me heen zie: filmen is ook familie. Mijn ex-vrouw Elly heeft voor de rolbezetting gezorgd, zij heeft ook Kitty Courbois gekozen voor de rol van Jeanne, nadat Kitty tien jaar geleden in het door mij geregisseerde toneelstuk de rol van Christiane had gespeeld. Een zeer bewogen periode voor ons beiden toen, waarop ik nu niet meer zal terugkomen. Het is alles heel intiem en close. Ik had Sylvia Kristel gevraagd de rol van een non in mijn film te spelen, dat leek me frappant, maar zij zit in Los Angeles, en er was iets met haar paspoort.» Hoewel Claus bepaalde realistische stijlvormen gebruikt is Vrijdag beslist geen realistische film. «Hij zit vol dubbele bodems en achtergronden, de structuur is gebaseerd op het schema van een katholieke mis» zegt hij «Alleen de scherpe waarnemer merkt dat in detail echt op, maar voor velen zal het toch zeker voelbaar zijn.» Als het meevalt kan «Vrijdag» misschien de aanloop worden tot een reeks Clausfilms.

Zou Claus echter tegenover een totale carrière komen te staan, dan zal hij uiteraard niet meer met hetzelfde animo filmen, maar toch stelt hij duidelijk: «Ik ben niet van plan volgend jaar te sterven en daarom is Vrijdag dus niet mijn laatste film».

(bij foto: Thesus (Ton Lutz) wil de dood van zijn zoon Hippolytus. Als het zo ver is debiteert hij bij het lijk een prachtige droeve klaagzang.)

(bij foto:Claus met de ploeg tijdens de opnamen van «Vrijdag».)