Vlaamse schrijver leeft nu als een asceet

Hugo Claus (net 50): Ik doe volledig afstand van een boek

(bij foto: Samen met Carleen Cardinaal, verbonden aan uitgeverij Heideland, maakt Hugo Claus een rondgang langs de beeldende kunst in allerlei stijlen die hij de afgelopen dertig jaar heeft vervaardigd. „Plaatjes" noemt hij het zelf.)

HASSELT (Belgisch-Limburg) - Voor de Vlaamse schrijver Hugo Claus, toch al zo vaak een gelukskind genoemd, kan het allemaal weer niet op. Een boekenweek, die nu overigens ten einde loopt, en een grootse viering van zijn 50e verjaardag, hoe kan het zo mooi samenvallen.

Maar er klopt iets niet. Ten eerste woont Claus sinds het beëindigen van zijn relatie met de filmster Sylvia Kristel in Gent, de stad waar hij het belangrijkste gedeelte van zijn jeugd heeft doorgebracht. Hij leeft daar zo rustig, ascetisch bijna, dat het hem was ontgaan, de Boekenweek. Ten tweede is hij niet bepaald onder de indruk van het feit dat hij 50 wordt. "De dag waarop ik 25 werd was veel belangrijker", zegt hij. "Dat vond ik een ramp. Ik voelde dat ik de dertig ging naderen en heb daar echt onder geleden. Maar 50? Niets, het zegt me niets".

De Bezige Bij, door hem en collega's als Cees Buddingh', Remco Campert, Willem Frederik Hermans en Harry Mulisch kortweg De Bij genoemd, had uiteraard in deze periode, behalve voor Claus' 3000 pagina's tellende Gedichten 1969-1978 best aandacht willen vragen voor zijn nieuwste boek, de lijvige familieroman "Het Verdriet van België". Maar helaas, het is nog lang niet af. En het wil eerlijk gezegd niet zo erg vlotten met dit verhaal van "het in elkaar geflanste land en de gevolgen daarvan".

Hugo Claus: "Soms ligt het zes maanden stil en dan moet ik herbeginnen".

Maar toch, of hij wilde of niet, zijn 50e verjaardag. Die werd deze en wordt komende week gevierd in het Cultureel Centrum van het Belgisch-Limburgse Hasselt, hemelsbreed ongeveer honderd kilometer ten oosten van Gent, waar door plaatselijke Claus-bewonderaars, verbonden aan de uitgeverij Heideland, een tentoonstelling is opgezet die in de eerste plaats in het teken staat van Hugo Claus als beeldend kunstenaar - of "plaatjesmaker", zoals hij het zelf liever noemt.

"Claustrum" is de naam van deze tentoonstelling, die 350 schilderijen, tekeningen, aquarellen, gouaches, lichtdrukken etc laat zien, waaruit vooral blijkt dat Claus een man is die (zoals ook vaak van zijn wek als schrijver wordt beweerd) van alle stijlen thuis is. Je ziet er werk in de driftige stijl van zijn oude vriend Appel, hele grillige dingen die aan Corneille of Lucebert doen denken, dan weer hele fijne pentekeningen die duidelijk geïnspireerd zijn door Chinese of Japanse kunst, simpele kleurvlakken, erotische afbeeldingen - het hing er kennelijk maar vanaf waar Claus op dat moment woonde (Gent, Oostende, Rome, Parijs, Antwerpen, Amsterdam) en hoe zijn pet stond)

Is dat zo?

Hugo Claus: "Dat is zo. Er moet dan ook niet te veel achter dat plaatjes maken van mij worden gezocht, en ik moet vooral, wat in Nederland nogal eens gebeurt, nergens op worden vastgepind. Ik heb altijd en overal getekend en geschilderd, nadat ik er in mijn Gentse jeugd een opleiding voor had gevolgd. En bedenkt u goed: ik heb het altijd zonder remmingen gedaan.

Het is toch vooral een behoefte om de vele en variabele indrukken die ik opdoe weer te geven - hoe dan ook en met wat voor materiaal dan ook. Ik ben niet op zoek naar een stijl, nar een identiteit. En als je al van identiteit wilt spreken, dan is dat de verzameling van mijn vele uitwassen. Niet dat ik plaatjes maken niet serieus neem, maar de aanpak is nu eenmaal anders dan die van een kunstenaar die consequent in een vastomlijnde stijl bezig is. Op dat gebied had ik veel meer ambities toen ik jong was dan nu, als zelfgenoegzame dikkerd.

Zonderlings

Claus ziet in principe niet zo erg veel verschil tussen het schrijven en het schilderen. "Pas de laatste honderd jaren wordt zo'n combinatie in één persoon als iets heel zonderlings gezien. Maar ik wil in de eerste plaats wijzen op bijvoorbeeld de Japanse kunst, waarin schrijven en schildere of tekenen samenvallen. En vervolgend op Michelangelo en Victor Hugo en in Nederland op mensen als Lucebert en Chris van Geel."

Afstand

"Voor mij is er nog een overeenkomst, en wel een heel belangrijke. Als ik iets geschreven heb en het is af, dan doe ik er ook werkelijk afstand van. Dan wil ik het niet meer zien, laat staan lezen. Klaar, zeg ik dan. Weg ermee. Alles wat ik heb getekend of geschilderd, bewaar ik een tijdje in mappen, maar eens in de twee jaar ga ik schiften en scheuren, dan gaat tweederde zo de vuilbak in. Ik heb een klein spoortje nagelaten, denk ik dan. Een klein spoortje, dat de eeuwigheid vast zal uitwissen. Dan kan ik het dus net zo goed zelf doen".

Zonde zeg. Verkoop het dan liever!

Hugo Claus: "Daar peins ik niet over. Je weet dan niet bij wie zoiets in huis komt te hangen, je kent zo'n koper niet. Met mijn boeken heb ik dat gevoel ook. Dat is één van de redenen waarom ik volledig afstand doe van een boek. Soms krijg ik wel eens een brief van de een of andere waanzinnige, als reactie op één van m'n boeken. Ik weet werkelijk niet wat ik daarmee aanmoet, ook al omdat het boek niet meer van mij is".

Ja maar, wat uw beeldende kunst betreft: u zou het geld misschien kunnen gebruiken.

Hugo Claus: "Dat is zo, want ik maak op het ogenblik een tamelijk arme tijd door. Maar dan zou ik moeten exposeren, prijzen moeten vaststellen enzovoorts. En daar begin ik niet aan. En wat dat geld betreft: dat is natuurlijk voor een deel mijn eigen schuld. Als de Bezige Bij mij een voorschol of royalties betaalt, dan laat ik dat niet op de bank staan. Dat maak ik op. En daarna komt de belasting pas, die 50 procent inpikt. Dingen aftrekken als potloden, pennen, elektriciteit voor je werkvertrek, papier, lectuur - het gaat in België allemaal zo moeilijk. Men gelooft je niet, men denkt dat je overal kunt schrijven.

Geen klagen

"Vertalingen? Ik denk dat ik de laatste 20 jaar voor boeken die van mij vertaald zijn, nog geen 10.000 gulden heb ontvangen. Maar goed, het ligt ook aan mij. Veel opdrachten, waar ik vroeger goed geld mee verdiende, neem ik nu niet meer aan. Ik kies voor een bepaalde ascese. Ik wil een huis om in te wonen, ik bezit geen auto, ik loop al meer dan een jaar op dit paar schoenen.

Getroffen

Claus is getroffen door de belangstelling die er in Hasselt voor zijn persoon en zijn werk bestaat. Er worden daar in het Cultureel Centrum voorstellingen gegeven van zijn toneelstukken "De Spaande Hoer", en "Vrijdag", Jaak Vissenaken en Annelies Vaes dragen zijn poëzie voor, al zijn boeken liggen er in grote vitrines, zijn film "De Vijanden" wordt vertoond, en dan zijn er natuurlijk die 350 "plaatjes" aan de wanden van de foyer. De bijna 50-jarige auteur heeft van harte meegeholpen met het ophangen daarvan, maar tegelijkertijd geeft hij toe dat het hem om het even zou geweest zijn als die aandacht uit bijvoorbeeld Meppel of Tokio was gekomen. "Er komt trouwens toch iets nieuws uit ter gelegenheid van deze expositie: een boek met 222 knittelverzen - dat zijn onbelangrijke rijmpjes die nogal gekunsteld in elkaar zitten, als literaire illustratie van mijn plaatjes. Verder blijft het een corvee, ik kan het niet anders zien. De opening, je wordt in het zonnetje gezet, je toneelstuk "Vrijdag" wordt gespeeld. Aan auteursrechten ontvang je daar een jaar later 100 gulden over. De helft gaat naar de belasting en de andere helft gaat op aan de treinreis Gent-Hasselt en terug.

Vertaald

We lopen lans de vitrines met vertaalde werken "Poèmes. Un grand poète néerlandais d'aujourd'hui enfin traduit en français". Gedichten. Een groot Nederlands dchter eindelijk vertaald in het Frans. "Omtrent Deedee" werd "A propos de Dédé".