ALGEMEEN DAGBLAD 3-4-1979 (01)

(HUGO CLAUS)

HUGO CLAUS ALS EEN PLAATJESMAKER

HASSELT (BELGISCH LIMBURG) - Boekenweek in Nederland, waar zijn uitgeefster De Bezige Bij is gevestigd, en midden in deze van levendige publiciteitsstunts voorziene manifestatie - overmorgen -nog 50 jaar worden ook.

Voor de Vlaamse schrijver Hugo Claus, die toch al zo vaak een gelukskind is genoemd, lijkt het allemaal weer niet op te kunnen. Hoe kunnen die dingen, de Boekenweek en de 50ste verjaardag, zo mooi samenvallen....

Maar er klopt iets niet. Ten eerste woont Claus sinds het beëindigen van zijn relatie met de filmster Sylvia Kristel in Gent, de stad waar hij het belangrijkste gedeelte van zijn jeugd doorbracht. Hij leeft daar zo rustig, ascetisch bijna, dat het hem was ontgaan, de Boekenweek. Ten tweede is hij niet bepaald onder de indruk van het feit dat hij 50 wordt. De dag waarop ik 25 werd, was veel belangrijker", zegt hij. „Dat vond ik een ramp. Ik voelde dat ik de dertig ging naderen, en heb daar echt onder geleden. Maar 50 Niets, het zegt me niets".

De Bezige Bij, door hem en collega's als Cees Buddingh', Remco Campert, Willem Frederik Hermans en Harry Mulisch kortweg "De Bij" genoemd, had uiteraard in deze periode behalve voor Claus' 3000 pagina's tellende Gedichten 1969-1978 best aandacht willen vragen voor zijn nieuwste boek, de lijvige familieroman "Het verdriet van België". Maar helaas, het is nog lang niet af. En het wil eerlijk gezegd niet zo erg vlotten met dit verhaal van "het in elkaar geflanste land en de gevolgen daarvan". Hugo Claus: „Soms ligt het zes maanden stil, en dan moet ik herbeginnen".

Maar toch, of hij wilde of niet, zijn 50ste verjaardag. Die wordt deze en de komende week gevierd in het Cultureel Centrum van het Belgisch-Limburgse Hasselt, hemelsbreed ongeveer honderd kilometer ten oosten van Gent, waar door plaatselijke Claus-bewonderaars, verbonden aan de uitgeverij Heideland, een tentoonstelling is opgezet die in de eerste plaats in het teken staat van Hugo Claus als beeldend kunstenaar — of "plaatjesmaker" zoals hij het zelf liever noemt.

„Claustrum" is de naam van deze tentoonstelling, die 350 schilderijen, tekeningen, aquarellen, gouaches, lichtdrukken etc. laat zien, waaruit vooral blijkt dat Claus een man is die (zoals ook vaak wordt beweerd) van alle stijlen thuis is. Je ziet er werk in de driftige stijl van zijn oude vriend Appel, hele grillige dingen die aan Corneille of aan Lucebert doen denken, dan weer hele fijne pentekeningen die duidelijk geïnspireerd zijn door Chinese en Japanse kunst, simpele kleurvlakken, erotische afbeeldingen - het hing er kennelijk maar vanaf waar Claus op dat moment woonde (Gent, Oostende, Rome, Parijs, Antwerpen, Amsterdam) en hoe zijn pet stond.

Is dat zo?

Hugo Claus, terwijl hij kort voor de opening met ons meeloopt; „Dat is zo. Er moet dan ook niet te veel achter dat plaatjes maken van mij worden gezocht, en ik moet vooral, wat in Nederland nogal eens gebeurt, nergens op worden vastgepind. Ik heb altijd en overal getekend en geschilderd, nadat ik er in mijn Gentse jeugd een opleiding voor had gevolgd. En bedenkt u goed; ik heb het altijd zonder remmingen gedaan.

„Het is toch vooral een behoefte om de vele en variabele indrukken die ik opdoe, weer te geven — hoe dan ook en met wat voor materiaal dan ook. Ik ben niet op zoek naar een stijl, naar een identiteit. En als je al van identiteit wilt spreken dan is dat de verzameling van mijn vele uitwas-maken, niet serieus neem, maar de aanpak is nu eenmaal anders dan die van een kunstenaar die consequent in een vast omlijnde stijl bezig is. Op dat gebied had ik veel meer ambities toen ik jong was dan nu, als zelfgenoegzame dikkerd". :

• Zonderlings

Claus ziet in principe niet eens zo erg veel verschil tussen het schrijven en het schilderen. „Pas de laatste honderd jaren wordt zo'n combinatie in één persoon als iets erg zonderlings gezien. Maar ik wil in de eerste plaats wijzen op bijvoorbeeld de Japanse kunst, waarin schrijven en schilderen of tekenen samenvallen. En vervolgens op Michelangelo en Victor Hugo, en in Nederland op mensen als Lucebert en Chris van Geel.

• Afstand

„Voor mij is er nog een overeenkomst, en wel een heel belangrijke. Als ik iets geschreven heb, en het is af, dan doe ik er ook werkelijk afstand van. Dan wil ik het niet meer zien, laat staan lezen. Klaar, zeg ik dan. Weg ermee. Alles wat ik heb getekend of geschilderd, bewaar ik een tijdje in mappen, maar eens in de twee jaar ga ik schiften en scheuren, dan gaat tweederde zo de vuilnisbak in. Ik heb een klein spoortje nagelaten, denk ik dan. Een klein spoortje, dat de eeuwigheid vast zal uitwissen. Dan kan ik het dus net zo goed zelf doen".

— Zonde zeg. Verkoop het dan lieve!

Hugo Claus: „Daar peins ik niet over. Je weet dan niet bij wie zo iets in huis komt te hangen, je kent zo'n koper niet. Met mijn boeken heb ik dat gevoel ook. Dat is ook een van de redenen waarom ik volledig afstand doe van een boek. Soms krijg ik wel eens een brief van de een of andere waanzinnige, als reactie op een van m'n boeken. Ik weet werkelijk niet wat ik daarmee aan moet, ook al omdat dat boek niet meer van mij is".

--Ja maar, wat uw beeldende kunst betreft: u zou het geld misschien kunnen gebruiken.

Hugo Claus: „Dat is zo, want ik maak op het ogenblik een tamelijk arme tijd door. Maar dan zou ik moeten exposeren, prijzen moeten vaststellen, enzovoorts. En daar begin ik niet aan. En wat dat geld betreft: dat is natuurlijk voor een deel mijn eigen schuld.

Als De Bezige Bij mij een voorschot of royaliteit betaalt,

dan laat ik die niet op de bank staan. Dat maak op. En daarna komt de belasting pas, die 50 procent inpikt. Dingen aftrekken als potloden, pennen, elektriciteit voor je werkvertrek, papier, lectuur - Het gaat in België allemaal zo moeilijk. Men gelóóft je niet, men denkt dat je overal kunt schrijven.

•Geen klagen

„Vertalingen? Ik denk dat de laatste 20 jaar voor boeken van mij die vertaald zijn, nog geen 10.000 gulden heb ontvangen. Maar goed, het ligt ook aan mij. Veel opdrachten, waar ik vroeger goed geld mee verdiende, neem ik nu niet meer aan. Ik kies voor een bepaalde ascese. Ik wil een huis om in te wonen, ik bezit geen auto, ik loop al meer dan een jaar op dit paar schoenen. Maar goed, laat u mij in uw artikel niet te veel naar voren komen als een klager, want dat ben ik geenszins".

• Getroffen

Claus is getroffen door de belangstelling die er in Hasselt voor zijn persoon en werk bestaat. Er worden daar in het Cultureel Centrum dankzij de enorme inzet van directeur P. Jaspaert voorstellingen gegeven van zijn toneelstukken „De Spaanse hoer" en "Vrijdag", Jaak Vissenaken en Annelies Vaes dragen zijn poëzie voor, al zijn boeken liggen er in grote vitrines, zijn film "De vijanden"

wordt vertoond, en dan zijn er natuurlijk die 350 "plaatjes" aan de wanden van de foyer. De bijna 50-jarige auteur heeft van harte meegeholpen met het ophangen daarvan, maar tegelijkertijd, geeft hij toe dat het hem om het even zou geweest als die aandacht uit bijvoorbeeld Meppel of Tokio was gekomen.

"Nogmaals, ik manifesteer mij niet graag op deze manier, maar van deze prachtige opzet van de mensen van Heideland en het Cultureel Centrum had ik niet terug.

„Er komt trouwens toch iets nieuws uit ter gelegenheid van deze expositie: een boek met 222 Knittelverzen -dat zijn onbelangrijke rijmpjes die nogal gekunsteld in elkaar zitten, als litteraire illustratie van mijn plaatjes. Verder blijft het een corvee, ik kan het niet anders zien. De opening, je wordt in het zonnetje gezet, je toneelstuk Vrijdag wordt gespeeld. Aan auteursrechten ontvang je daar een jaar later 100 gulden over. De helft gaat naar de belasting en de andere helft gaat op aan de treinreis Gent-Hasselt en terug".

• Vertaald

We lopen langs de vitrines met vertaalde werken. "Poèmes". Un grand poète néerlandais d'aujoudh'hui enfin traduit en français. "Gedichten". Een groot, Nederlands schrijver, eindelijk vertaald in het Frans. Met daarnaast: "Poèmes". Le plus grand poéte néerlandais d'aujourd'hui enfin traduit en français. "Gedichten". De grootste Nederlandse dichter, eindelijk vertaald in het Frans. "Omtrent Deedee" werd "A propos de Dédé". Verder Duitse vertalingen, Engelse vertalingen, zelfs een Japanse.

Uit een programmaboekje van 1955, toen het Rotterdams Toneel "Een bruid in de morgen" speelde, met Ton Lutz Coba Kelling, Hans Croiset, Ina van Faassen, Henny Orri. Er wordt in verteld dat Hugo Claus, "die alles gelezen en alle kunstvormen beoefend heeft, zijn werk schrijft met een trillend, rusteloos, naar

een paradijs hunkerend hart". En dan natuurlijk de boektitels als De Metsiers ("een top in de Vlaamse romankunst. schreef Simon Vestdijk op het omslag), De verwondering, De koele mimiaar, Jessica!, , Het jaar van de Kreeft, en het in Las Vegas spelende nieuwe boek Het verlangen.

• Fitzgerald

Claus kijkt er eens naar, toont eigenlijk meer interesse in de langspeelplaat van Ella Fitzgerald die wij als . verjaarscadeau voor hem hebben meegebracht ("zeker om mij gunstig te stemmen") en vertelt dan dat hij net uit Amerika terug is.. "Mijn jongste broer Johan zorgt zo'n beetje voor mij. Hij zei: kom Hugo, wij moeten er eens uit. Wij reisden af naar de Bahama's, maar ik hield het daar aan die zonnige stranden maar drie dagen uit

"Toen reisden wij naar Haiti, maar ook daar beviel het mij niet Ik verveelde mij er kapot. Johan vond toen dat we maar naar New York moesten, want daar vinden we het toch het prettigst Ik heb daar toen - voor de derde maal alweer - de musical Dancin' gezien. Voor mij is zoiets het toppunt van theaterkunst Toneel? Ach welnee, zo'n zaal vol mensen die daar weerloos zitten te kijken naar mensen die een ander mens proberen te spelen. Nee nee, toneel maken, wat ik wel heb gedaan, is iets anders. Maar in de zaal ernaar kijken, nee..."

• Leuren

—Zou Hugo Claus dan niet in New York willen wonen?

"Toch niet", vindt hij. "Daar gaan lopen leuren met je werk, dat zint me niet. Ik heb wel veel aanbiedingen gehad om daar een paar maanden of een jaar aan de een of andere universiteit les te gaan geven. Gemakkelijk werk en zéér goed betaald. Maar ik doe het niet Ik wil dan toch weer vrij snel naar Gent terug om aan mijn moeder te kunnen vragen wat voor soort snoep ik in 1942 at Want anders komt die grote roman nooit af.