kijk

mamma zonder huis!

EEN TONEELSTUK IN 5 ETAGES.

Personages;

H. Claus: een uit Vlaanderen gevluchte boekenbaron, die een spoor van kastelen en verwoeste landhuizen achter zich laat.

Louis van Gasteren: een cineast die om de hoek woont.

Johan: een broer van Hugo?

9 krakers en 3 kinderen

DRIE WEKEN GELEDEN WERD HET PAND RAAMGRACHT 5, ONDER EEN DAK GEBOUWD MET NR. 7, BEIDE BEHOREND AAN HUGO CLAUS, GEKRAAKT DOOR EEN AANTAL WONINGZOEKENDEN. HET HUIS STOND AL JAREN LEEG EN VERKEERT IN GOEDE STAAT.

EEN VERZOEK OM WATER AAN TE SLUITEN OF DE EIGENAAR TE SPREKEN WERD RUIM TWEE WEKEN GENEGEERD DAAR DE HEER CLAUS OP VOSSENJACHT WAS.

NR.5 BESTAAT UIT VIJF ETAGES VAN ELK EEN KAMER. NR.7 EVENWEL WAAR DE HEER CLAUS ZELF WOONT BESTAAT UIT HETZELFDE AANTAL ETAGES, DIE IEDER DRIE MAAL ZO GROOT ZIJN.

HIERONDER VOLGT EEN INGEKORT VERSLAG VAN EEN BANDOPNAME DIE OP 28-12-72 WERD GEMAAKT TOEN EINDELIJK DE HEER CLAUS, VERGEZELD VAN LOUIS VAN GASTEREN EN JOHAN EENS KWAMEN KIJKEN OP NR.5

KRAKER 1: Dit huis is gekraakt omdat het al een jaar leeg staat.

CLAUS :Het grote probleem is dat ik hiernaast eruit wil en hier in.

KRAKER 2: Kunnen we dan niet ruilen?

CLAUS: Ik wacht alleen nog tot hiernaast verkocht is en er tekeningen voor de verbouwing van dit huis zijn.

KRAKER 2: Hoe lang gaat dat duren?

JOHAN: Het gaat er niet om of jij vindt dat het lang kan duren, het gaat erom dat Claus van plan is hier te gaan wonen....

KRAKER 2: Als jij gaat jijen en jouen doe ik het ook.

KRAKER 1: Wil je suiker in je koffie Hugo?

CLAUS: Ik wil geen koffie.

KRAKER 3: Kan het huis hiernaast niet bewoond worden dan?

CLAUS: Maar daar woon ik toch in.

KRAKER 3: Ja maar u gaat toch hier wonen, dan kunnen we gemakkelijk overstappen.

KRAKER 2: Wij zitten hier toevallig toch te klein, dus voor ons komt het goed uit.

KRAKER 4: Is er al een koper?

JOHAN: Nog niet, dat kan een maand duren.

- kindergeschreew....-

KRAKER 4: U weet als u hier gaat wonen mijnheer Claus dat u onmogelijk in dit huis een etage kunt reserveren voor een flippertaf zoals u hiernaast heeft.

CLAUS: Vindt dat ik niet mag spelen?

KRAKER 4: Ik vindt dat u een tennisbaan zoudt moeten hebben, ik vindt dat we dat allemaal zouden moeten hebben.

CLAUS: Ik vindt dat we dat moeten hebben.

KRAKER 2: Nou, ik vindt het waanzin hoor, een kanjer van een etage met alleen zo'n flipperding.

- kindergeschreew....-

Het is toch te gek dat de een niet kan wonen en ander zo zijn huis inricht. Toch wel een groot onderscheid en daar moeten we over praten.

JOHAN: is dat nou wel allemaal zo - ik kan me voorstellen dat de woningnood voor jullie een immens probleem is, maar Hugo wil dit huis gaan gebruiken en nu vindt hij daar mensen die zeggen: "Wij willen het gebruiken". Nu kun je zeggen, hoe los je dat op...

- kindergeschreew....-

KRAKER 2 : Nu, de meeste stemmen gelden.

-gelach.

KRAKER 3: Mijnheer Claus heeft dit huis tamelijk goedkoop gekocht, het is ondertussen verbouwd en nu wil hij het met een vette winst doorverkopen om dan hier te gaan wonen; dan wordt je ook een soort ondernemer.

CLAUS: Laten we het daar nu niet over hebben

KRAKER 3: Dan hoeven we dus ook geen meelij te hebben met die arme mijnheer Claus.

CLAUS: Ik ben helemaal niet arm.

KRAKER 3: Er ziin mensen die het schande vinden dat de een twee kasten van huizen heeft waarvan er al een meer dan een jaar leegstaat, terwijl er duizenden mensen, gezinnen etc. zijn die te klein of helemaal niet wonen.

CLAUS: Dat ben ik helemaal met u eens, dat probleem bestaat, maar ik moet ook wonen.

KRAKER 2: Maar je woont op het moment riant.

CLAUS: Ja maar ik wil hier wonen.

KRAKER 3: Dan kan er toch geruild worden.

JOHAN: Jullie vragen hem een stuk wanbeleid goed te maken met wat hij heeft.

KRAKER 3: Ja, maar dat moeten we allemaal toch.

JOAHN :Ja maar mijnheer claus...

KRAKER 2: Ik vindt Het gelul dat je steeds voor mijnheer Claus praat terwijl hij hier in de kamer zit.

KRAKER 1: Wie ben je eigenlijk?

JOHAN: Wie ben jij?

KRAKER 1 : Ik ben Donald de Markas.

JOHAN: Da's flauwe kul.

KRAKER 1 : Da's geen flauwe Kul, da's m'n pseudoniem.

-kindergeschreeuw...-

En dat is serieus, want als ik dat pseudoniem niet had zou je me hier heel gemakkelijk boemroetsj uit kunnen procederen.

KRAKER 3: Het enige is dat jij (Johan) steeds voor mijnheer Claus spreekt. Die is toch niet debiel?

KRAKER 1: Waarom ben je niet eerder langsgekomen?

CLAUS : Ik ken jullie niet eh.... Maar het probleem is: Hoe komen we hieruit?

KRAKER 2 : Ons probleem is : hoe blijven we hierin.

KRAKER 6 : Wat denk je er zelf van hugo? Als jij nu hiernaast eruit trekt? Dan komt dat toch leeg?

CLAUS : Nee, ik wil het verkopen. Ik wil alleen praten over hoelang jullie hier nog kunnen blijven zitten.

KRAKER 2 :Als ik het goed begrijp wilt u ons laten zitten om pas stappen te gaan ondernemen als u uw pand nodig heeft.

CLAUS : Ja natuurlijk!

KRAKER 3 : U verdient zo behoorlijk aan de woningnood, daardoor kunt u het pand hier naast verkopen om het hier in te richten.

CLAUS : We zouden het daar niet over moeten hebben. Het gaat jullie niet aan wat ik met mijn geld doe. Ik heb verder niets met jullie te maken.

KRAKER 4 : Ik zou het anders wel zeggen, we wonen in het huis.

-kindergeschreeuw...-

CLAUS : Ja; maar dat gaan we nu oplossen. Het is allemaal heel simpel. Ik wil daar uit en hier in en dus eh.

KRAKER 5 : Dus wat?

CLAUS : En dus moeten jullie hier uit en nu kunnen we het alleen maar hebben over hoe dat gebeuren kan.

KRAKER 3 : Een soepele afvloeiingsregeling .

KRAKER 2 : Of wild west, de sterkste wint.

CLAUS : Ja, dan komt het tot een grote konfrontatie, waarin de sterkste de overhand krijgt. Ik weet niet of jullie dat soms wensen

KRAKER 4 : Als je geen kant uit kunt heb je niets te wensen.

CLAUS: Iets anders, voor die kelder heb ik meneer van Gasteren hier, ik had het aan hem beloofd, maar daar wonen nu mensen geloof ik.

L.v.Gast.: Ik woon hier om de hoek en ik was net even bij Claus en als ik u zeggen mag wat ik denk van dit gesprek, ik vind dat jullie niets konstruktiefs voorstellen. Jullie praten over poen en maatschappijstrukturen en weet ik veel. Jullie maken kinderen maar jullie lullen niet volwassen.

KRAKER 5: Jij wel?

L.v.Gast.: Ja, ik wel.

KRAKER 3: Jij praatals een oude brombeer, jij brult van een hoge berg naar beneden, maar je weet van toeten noch blazen.

KRAKER 2 :Laten we het nu niet persoonlijk maken. We hebben een zeer konstruktief voorstel gedaan, we ruilen van woning.

L.v.Gast.: Lat is kwatschj.

KRAKER 7 : Dat is helemaal geen kwatschj. Claus heeft zoveel poen dat hij twee huizen kan kopen en verbouwen en dat heb ik niet. Ik leef van een beurs van 5600 gulden per jaar, met vrouw en 2 kinderen.

KRAKER 5: Wat studeer je?

KRAKER 7: Tekenleraar

L.v.Gast.: Kun je goed tekenen?

KRAKER 7 : Redelijk.

L.v.Gast.: Dan heb ik meteen een baantje voor je. Ik zoek een tekenaar.

KRAKER 2 : Daar zijn wij niet mee geholpen, wij hebben een huis nodig.

L.v.Gast.: Jullie begrijpen heus wel dat Claus en Johan en ik bij de problemen van deze samenleving stilstaan. Jullie weten wel wie ik ben en aan welke kant ik sta.

KRAKER 3 : Dat weet ik helemaal niet. het gaat er niet om dat je in de derde wereld aan de kant staat maar hier.

CLAUS : Nou.....

KRAKER 2 : Ik wil het eens over iets anders hebben. Is het mogelijk om water te krijgen, de aansluiting zit bij u.

CLAUS : Natuurlijk kunnen jullie water krijgen maar mag ik eerst even iets.....

einde band

Na veel heen en weer gepraat verliet claus een uurtje later het pand, na nog gezegd te hebben dat hij het pand over twee maanden in gebruik wou nemen. Woensdag 3 jan. kregen de bewoners van pand no.5 een brief van het advocatenbureau Stibbe, waarin hen gesommeerd werd het pand binnen twee dagen te verlaten.