HUGO CLAUS WACHT OP DE SNEEUW

WORSTELEN MET DE "GROTE ELEMENTAIRE MACHTEN" MIDDEN DE CHAOS VAN DE SLAG DER ARDENNEN

Hugo Claus worstelt nog maar eens met de Grote Elementaire Machten. Maar vermits twee daarvan, sneeuw en koude, vooralsnog verstek laten gaan, dirigeert hij met grimmige concentratie in een schuur te Guirsch nabij Aarlen het liefdesspel van boerin Raymonde Serverius, in het gewone leven operazangeres, en van de Amerikaanse GI Del Negro, te Parijs bekend als producent van kunstwerken in gehavend aluminium. Claus is zodoende gestart met de regie van zijn eerste speelfilm "De Vijanden" waarvoor hij uiteraard ook het scenario schreef. Producer is Roland Verhaven, de man die de Belgische film omhoog wil stuwen in de kolk der volkeren. Voor de camera staan benevens zijn daarnet genoemde echtgenote Raymonde, en de Parijse Amerikaan, vriend van vriend Karel Appel, ook nog de goede Nederlandse vriend Fons Rademakers voor het eerst sedert 1955 weer acteur, de jonge Antwerpse regisseur Robbe De herdt en het boven de Moerdijk vaak op het scherm ontwaarde meisje Ida Boons. Claus, Verhavert en Del Negro hebben ons na een drukke draaidag bij het ledigen van een behoorlijk aantal glazen quetsch (cognac evenwel voor Del Negro) over hun avontuur verteld, waar zij nu hals over kop in zijn gedoken..

Losgeslagen

Hugo vat de situatie waarin Claus zich gewerkt heeft in vier kernpunten samen:

- Men verwacht van mij primo een meesterwerk dat secundo populair zal zijn, tertio belachelijk, weinig zal kosten en quarto in ijltempo vervaardigd zal worden.

We zullen het merkwaardig genoeg in het Engels over punten één en twee hebben. Tijd- en geldnood zijn dan onderwerpen voor een boom met Verhavert.

— Waar gaat het in «De Vijanden » om ?

— Achtergrond is het Von Rundstedt-offensief. Er lopen allerlei losgeslagen mensen rond. Die hele Ardennenslag is trouwens een schoolvoorbeeld hoe je een veldslag niet moet voeren. Triomf van de onkunde aan beide kanten. Zo waren er aan Duitse zijde prachtige plannen, maar er was geen rekening gehouden met kleine weerstandsnesten, zodat de hele bevoorrading in de knoop raakte. Goed, in die chaos lopen drie mensen op elkaar. Een GI, die zich een stuk in zijn kraag zuipt en door zijn aftrekkend bataljon achtergelaten wordt; een Belgische jongen, die graag rondhangt in de buurt van soldaten, en een Duitser, die door de GI gevangen wordt gemaakt. Zij pogen krampachtig de Amerikaanse linies te bereiken. Kou, honger, mist en sneeuw zijn de onherbergzame elementen waar zij mee te kampen hebben. Zij zijn geïsoleerd, afgesneden van elke communicatie. De film bespiedt de spanningen, die tussen hen ontstaan.

- De mens tegenover de Grote Elementaire Machten is in uw oeuvre een steeds weerkerend motief.

- In het oeuvre van alle grote schrijvers.

— Het loopt slecht af voor "De Vijanden"?

- Ja. De GI en de Duitser worden op wrede wijze kapotgemaakt. De jongen ziet in, dat zijn he-manschap op niets berust.

- Jeugdreminiscenties, die jongen die zo nodig viriel en stoer moet doen?

- Ja, natuurlijk. Ik liep als knaap altijd met een colt rond.

Collega Orson

- Het wordt een pakkende prent?

prent ?

— Dat denk ik wel. Mensen zullen er hun eigen drang en drift in herkennen, zullen weer eens vaststellen dat de mens een beest kan zijn en het volgende ogenblik een engel; dat hij onmeedogend en medelijdend kan zijn.

— Hoe staat tegenover regie ?

— Het is een combinatie van machtswellust en avontuur. Kijk, ik was altijd gefrusteerd toen ik scenario's inleverde bij regisseurs. Nu heb ik de hele toestand zelf in handen, het geven, de acteurs, de techniek, de natuur. En toch weer niet helemaal. Het script ondergaat de inwerking van de acteur, die zijn eigen visie op het gebeuren heeft, die anders reageert misschien dan ik het verwachtte. Na het draaien is het resultaat altijd wel een verrassing. Je weet nooit helemaal wat het wordt. Net zo met de techniek.

- Hebt u ooit op filmregie getraind of scholing ondergaan?

- Mijn toneel- en TV-ervaring is voldoende training. Scholing is overbodig. Mijn collega Orson Welles zei eens dat men al wat men van filmtechniek hoeft te weten op 1 namiddag kan leren.

- En de natuur loopt u op het ogenblik volkomen uit de hand ?

— Ja. Zij hebben hier sedert honderd jaar geen sneeuwloze februari gezien. Nu toevallig wel. Maar men heeft het vaak over "lucky Claus" dus straks vallen de vlokken wel.

- Waarom nu filmregisseur geworden?

- Omdat ik het graag doe natuurlijk. Ik doe alleen de dingen waar ik zin in heb. Artikels en kritieken schrijf ik nooit, aan lezingen en conferenties heb ik lak. Ik kon er anders wel bezig blijven, zoveel aanbiedingen krijg ik. Dan had ik een witte Porsche zoals Roland. Nu heb ik een volkswagentje. Maar ik zit goed in mijn vel, en in mijn huis. Wel een pracht dat huis. Met de fiets en de T.E.E. kom je overal. Laat ze maar tuffen, de "recreatie" zoekende menigte.

Hugo heeft geen bleke neus

- Het is wel een leuke combinatie, doen waar je zin in hebt en het dan toch maar afbrengen om de enige letterkunde in Vlaanderen te zijn, die van zijn pen kan leven.

- Ja, maar ik doe ook zo oneindig veel dingen dan al die andere jongens. Zij zijn onderwijzer of ambtenaar en schrijven 's zondags een roman, ofwel doen ze helemaal niets en zitten bleekneuzig op hun zolderkamertje hun ziel in te leveren in een moeilijk gedicht.

- Om het met het begin te eindigen, hoe kwam u op het idee voor "De Vijanden"?

- Toen ik een televisiefilmpje maakte, sprong het Belgisch leger mij prachtig bij. Ik dacht er meteen aan die Ardennenslag met onze piotten te versieren. Maar nu weet ik nog niet in welke mate ik op de troepen mag rekenen.

- Ja, het staat nog niet vast hoeveel man en welke wapens we krijgen. Ik zei het al, het is een avontuur.

Schaterlach in buitenland

- Roland Verhavert, gij beheert o.m. de penningen in dit avontuur. Hoeveel zijn er dan en wie telde ze neer?

- Het zijn er vier miljoen, voor de helft door ons ministerie van Cultuur voor de helft door een gelijkaardige Nederlandse instantie verstrekt. Het is trouwens de eerste maal dat Belgen en Nederlanders samen film maken. Van een co-produktie kan nog niet gewaagd, er zijn nog een paar haken en ogen.

- Uiteraard. Anders zou het geen avontuur zijn.

- Maar alles valt wel in de juiste plooi hoor. Inmiddels kan ik maar dit zeggen: als we in het buitenland vertellen hoe wij filmen maken gaat er een schaterlach op. We moeten duitenklieven om er te komen, want wat verrricht je nu nog met vier miljoen? De film zal wel een beetje meer gaan kosten uiteindelijk. Dan zijn er nog de kosten van de exploitatie, van verspreiding in het buitenland. Wij moeten op onze achterste poten staan voor de film. Indien wij eens vijftien miljoen per taalgebied kregen, dan zouden er een viertal goede Belgische films per jaar kunnen gemaakt worden, en zouden wij ook in het buitenland iets gaan betekenen. Vat dit alles nu niet als een aanklacht op. Integendeel zijn wij minister Van Elslande dankbaar voor de het initiatief dat hij twee jaar geleden nam om elk jaar vijf miljoen uit te trekken voor de Belgische film. Je mag daarbij natuurlijk niet bedenken dat opera en toneel met een paar honderd miljoen gaan strijken en bovendien nog van de steden krijgen ook.

Als een stier

Als ik nu alles wat Del Negro me vertelde moet gaan neerschrijven, kan ik me best als eenmanskrant vestigen. Dan maar kort samengevat:

- Ik ben een alcoholicus. Dat komt goed uit want ik moet in de film met een kater rondlopen. De hele rol ligt mij uitstekend. Ik voelde het dadelijk toen Hugo mij het scenario kwam voorlezen te Parijs. Een schrijver met kruim! Hij komt als een stier op je af.

JOS DE MAN