CLAUS NOOIT MEER IN DE GENTSE K.N.S.

Een toneelstuk en een roman

"Ik heb tweeëntwintig kalkoenen" zegt Hugu Claus. Zij drentelen te Nukerke op de betrekkelijk grote hoeve waar Claus woont. Over dertig jaar zal wel iemand schrijven "dat Hugo Claus teruggetrokken leeft", maar die indruk hadden wij thans niet en eigenlijk geloven we niet dat Hugo Claus ooit « als een kluizenaar » zal leven. Maar hoe zit het met zijn huidige bedrijvigheid als toneel- en romanschrijver ?

— Thans werk ik aan een toneelstuk en ook aan een roman.

— Waarover handelt het?

— Over Koning Leopold II. Ik heb twee lezingen van dat stuk geschreven en zou er nu één groot toneelwerk willen van maken. Het zou een politiek stuk worden. De ene lezing is tamelijk documentair, de andere is meer burlesk. Een vaste titel heb ik nog niet en veel vertel ik hierover niet graag.

— Waar zal de creatie plaats hebben ?

— In Nederland, zoals al mijn stukken. En wel omdat mijn eerste toneelstuk hier niet eens werd gelezen toen ik het aanbood. In Nederland las men het wel en men speelde het zelfs.

Over de inhoud van de roman waaraan Claus werkt en die in het voorjaar zal verschijnen, wil hij helemaal niets loslaten.

Op de maag

Een geschiedenis die Claus blijkbaar zwaar op de maag ligt is deze van het nieuwe beroepstoneelgezelschap te Gent. Claus was immers kandidaat voor het bestuurschap van de Gentse schouwburg, waarvoor inmiddels Dré Poppe werd aangeduid.

— Maar ik ben niet kwaad, zoals sommigen blijkbaar denken zegt Claus. Zolang ik leef zal er echter nooit een toneelstuk van mij in de Gentse K.N.S. komen. Men heeft zich onbeleefd gedragen tegenover mij. Het gaat on allerlei kleinigheden waarin ik mij persoonlijk gekwetst voel.

« Woorden in de wind » dachten wij. Claus is opgegroeid te Gent en het kwam ons wat «hard » voor, dat hij het opvoeren van zijn werken precies deze stad zou ontzeggen. Hij bleef er echter bij.

— De Brusselse K.V.S. komt dit seizoen toch een reeks gastvoorstellingen geven van « Suiker» te Gent ?

Dat zal niet gebeuren. Te Gent komt er helemaal niets van mij. Trouwens, de heren De Ruyter en Poppe waren hier een week geleden op bezoek en zij kennen mijn besluit.

— Hebt gij iets tegen Dré Poppe?

— Waar haalt u dat? Hij was kandidaat, zoals ik. Ik heb het tegen de personen die verantwoordelijk zijn voor het aanduiden van de nieuwe bestuurder. Ik wens er verder liever niet meer over te praten.

Staf KNOP